Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen houdende regels omtrent Beleidsuitgangspunten stikstofproblematiek gemeente Tholen

Overwegingen

Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State geoordeeld dat het gebruik van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) niet meer gebruikt mocht worden. Op dat moment is het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet Natuurbescherming waarbij stikstof een rol speelt stil komen te liggen. Ook bestemmingsplanprocedures moesten stop gezet worden wanneer er twijfel bestond over de gevolgen van de ontwikkelingen op Natura 2000 gebieden.

Op 15 juli 2019 heeft de gemeente een mail ontvangen van de provincie waarin, op verzoek van de VNG,  gevraagd wordt om aan te geven welke projecten er in de komende anderhalf jaar in de knel komen bij de gemeente. De provincie gaf daarbij aan dat een plan bij twijfel ook op de lijst gezet moest worden omdat afschalen beter is dan opschalen. Ambtelijk is daarop de werkvoorraad doorgenomen voor de komende anderhalf jaar en is de tabel van de provincie ingevuld en teruggestuurd. Het totaal aantal projecten kwam uit op 39. Zie bijlage B2.

Op 24 juli 2019 heeft de provincie Zeeland alle gemeenten een brief gestuurd waarin zij kenbaar gemaakt hebben dat zij een zienswijze zullen indienen tegen alle ruimtelijke plannen met een stikstofcomponent (dus alle plannen). In de brief wordt dringend geadviseerd om de planologische procedures stop te zetten of in te trekken.

In haar mail van 8 augustus 2019 wist de provincie te melden dat de Aerius calculator beschikbaar zou zijn. Tevens werd aangegeven dat provincies ervan uitgaan dat bij een effect van 0,00 mol/ha/jr er géén sprake is van vergunningplicht bij een oprichting/nieuwe situatie/ tijdelijk project zoals aanlegfase of als het geheel na wijziging (= situatie 2) 0,00 is waarbij geen sprake van extern salderen.

Op 16 september 2019 is de Aerius Calculator ook daadwerkelijk beschikbaar gekomen. Vanaf dat moment zijn de deskundige bureaus aan de slag gegaan met deze tool om te bepalen of de betreffende ontwikkeling een effect had op Natura 2000 gebieden.

Nu er verschillende berekeningen zijn ontvangen is er een patroon zichtbaar voor woningbouw. In alle berekeningen wordt ervan uitgegaan dat een nieuwe woning geen stikstofuitstoot heeft omdat nieuwe woningen gasloos gebouwd worden. Ook wordt uitgegaan van een toename van verkeersbewegingen van 8 voertuigen per woning. Met deze gegevens is het mogelijk om ook voor andere projecten zelf te berekenen wat de uitstoot zal zijn in de eindsituatie. Dit, om wachttijden te voorkomen en hoge kosten vooraf te besparen. De berekeningen zijn voor de volgende plannen gemaakt:

• -

  Luysterrijk PHI, 17 woningen

• -

  Deestraat PVI, 37 woningen

• -

  Molenvliet Zuid TLN (bp Masterplan, uitsluitend de woningbouw, 70 woningen)

• -

  Vroonstede ANL, 23 woningen

• -

  Poststraat STV, 21 woningen

• -

  Suzannapolder ANL, 70 woningen

 

Met uitzondering van het plan Suzannapolder is uit de berekening gebleken dat de stikstoftoename op Natura 2000 gebieden 0,00 mol/ha/j is. Voor deze plannen is daarom besloten om voor de bouwaanvraag van 1 of meerdere woningen in een van deze plannen, geen nadere berekening te vragen. Hierbij moet de aantekening gemaakt worden dat is uitgegaan van de genoemde patronen. Het is geen deskundig onderbouwde berekening. Wanneer er onverhoopt toch een deskundig onderbouwde berekening noodzakelijk is, wordt geadviseerd om dit door de initiatiefnemer aan te laten leveren.

 

Aan de hand van deze berekeningen kan gesteld worden dat voor alle kernen, met uitzondering van Sint Annaland, geldt dat de realisatie van enkele woningen geen effecten heeft op Natura 2000 gebieden. Daarom is voor Sint Annaland een extra berekening gemaakt en wel voor de 9 woningen op de locatie van de voormalige ijsbaan (gegevens uit de woningbouwplanning). Uit de berekening volgt dat, wanneer maximaal 9 woningen gerealiseerd worden, er ook in Sint Annaland geen negatieve effecten op Natura 2000 gebieden ontstaan.

 

Besloten is daarom om te bepalen dat er voor bouwaanvragen tot 9 woningen in deze gemeente geen berekening overlegd hoeft te worden. Wanneer er onverhoopt toch een deskundig onderbouwde berekening noodzakelijk is, wordt geadviseerd om dit door de initiatiefnemer aan te laten leveren. Door op voorhand geen berekening te vragen wordt voorkomen dat de initiatiefnemer onnodig vertraging oploopt en onnodige kosten moet maken.

 

De bouwfase is niet als situatie berekend. Dit is erg lastig omdat het op dit moment niet duidelijk is hoe het bouwproces gaat verlopen, zoals hoeveel woningen er wanneer waar gebouwd gaan worden. Het gebruik van materieel is eveneens van invloed op de berekening. Welk materieel gebruikt wordt is afhankelijk van het type woning wat gebouwd wordt alsmede het aantal wat tegelijk gerealiseerd wordt. Vanwege deze onzekerheden is het onmogelijk om op voorhand een goede berekening uit te voeren voor het totale project. Wel kan gesteld worden dat de kans op een significant effect op een Natura 2000 gebied geminimaliseerd wordt op het moment dat er materieel uit de jongste klasse van de rekentool (Stage klasse: Stage IV, bouwjaar 2014) gebruikt wordt. Geadviseerd wordt daarom om, tot er meer duidelijkheid komt van de hogere overheden over de status van de bouwfase, voor te schrijven dat er binnen onze gemeente uitsluitend gebouwd mag worden met materieel met bouwjaar 2014 of jonger, tenzij de aannemer kan aantonen dat met het gebruikte oudere materieel geen significante effecten op de stikstofdepositie van Natura 2000 gebieden optreden.

 

Op 8 oktober 2018 heeft de provincie beleidsregels ten aanzien van het intern en extern salderen vastgesteld. Hoewel voor het grootste deel van de gemeente geldt dat de uitkomsten van de berekening 0,00 mol/ha/j zijn, geldt dit niet voor alle projecten, zoals de Suzannapolder.

 

Uit de eerste berekeningen voor het plan Suzannepolder inclusief havenplein is gebleken dat de stikstoftoename meer is dan 0,00 mol/ha/jaar. De toename betreft 0,04 mol/ha/jaar voor het totale plan. Door een deskundig bureau worden deze resultaten op dit moment nagerekend en wordt gekeken of met een ecologische voortoets bepaald kan worden of significante effecten uitgesloten zijn waardoor er geen vergunning in het kader van de Wet natuurbeheer aangevraagd hoeft te worden.

 

Voor andere projecten dan woningbouw is het een stuk lastiger om een patroon te ontdekken. Niet alleen zijn er nog onvoldoende rapporten van deskundige bureaus ontvangen (tot nu toen slechts een), ook de in te voeren gegevens zijn gecompliceerder. Besloten is daarom om voor andere projecten dan woningbouw, dat wil zeggen industrie/recreatie/agrarische activiteiten en vergelijkbaar, alsmede voor evenementen, door de initiatiefnemer altijd een berekening aan te laten leveren bij de aanvraag van een bouwvergunning. Het nadeel van deze lijn is dat ook voor kleine initiatieven een berekening aangeleverd moet worden. Het is echter, zonder voorbeelden, onmogelijk om nu al aan te geven waar de knip moet liggen. Geadviseerd wordt om, wanneer er meer gegevens bekend zijn, deze beleidslijn aan te passen.

 

Er liggen op dit moment bij de gemeente (RUD) geen aanvragen van agrariërs die uit willen breiden. Dit is derhalve een probleem wat binnen onze gemeente op dit moment niet speelt. Wanneer er een Aanvraag ingediend wordt zal bekeken worden hoe hiermee omgegaan moet worden. Indien nodig zal hierover apart geadviseerd worden.

 

Conclusie

Sinds 29 mei 2019 zijn er veel stappen gezet. Met de nieuwe rekentool en de provinciale beleidslijnen kan gesteld worden dat er op dit moment geen belemmeringen meer zijn ten gevolge van de stikstof voor het verlenen van bouwvergunningen. Om initiatiefnemers tegemoet te komen worden enkele gemeentelijke beleidslijnen voorgesteld voor situaties waar het duidelijk is dat een berekening geen meerwaarde heeft om onnodige wachttijd en kosten te voorkomen alsmede voor situaties waar het op dit moment wel nodig is om een berekening te laten uitvoeren.