Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels omtrent schuldhulpverlening gemeente Tholen 2020-2024

Geldend van 25-03-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tholen houdende regels omtrent schuldhulpverlening gemeente Tholen 2020-2024

Vastgesteld door de gemeenteraad van Tholen op 23 januari 2020

Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2020

Hoofdstuk 1. Inleiding

De schuldenproblematiek van Nederlandse huishoudens is de afgelopen jaren verergerd. In totaal heeft bijna één op de vijf Nederlandse huishoudens een risico op problematische schulden of zit in een schuldhulpverleningstraject. In 2012 was dit nog één op de zes huishoudens. Dit blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid ‘Huishoudens in de Rode cijfers’ uit 2015.

Waarom zijn schulden een probleem

Schulden zijn voor mensen een bron van stress. Mensen die in de schulden zitten zinken steeds verder weg en hun zorgen en stress worden steeds groter. Schulden kunnen hierdoor een bron zijn van tal van gezondheidsproblemen.

Schulden leiden bovendien tot hoge kosten, zowel voor gemeenten als werkgevers en schuldeisers. Enerzijds doordat meer mensen een beroep doen op schuldhulpverlening en de inschakeling op de arbeidsmarkt bemoeilijkt wordt indien er schulden zijn. Maar ook als een gezin uit huis wordt gezet als gevolg van schulden, brengt dit kosten met zich mee. Denk aan de kosten van de maatschappelijke opvang, maar ook aan de inzet van instanties als maatschappelijk werk en jeugdzorg die in actie moeten komen.

Het Nibud heeft recent berekend dat een schuldsituatie die niet wordt opgelost de maatschappij ruim € 100.000 kost. Dat de uitgaven opwegen tegen de kosten wordt inzichtelijk gemaakt in meerdere onderzoeken naar de kosten en baten van schuldhulpverlening. Zo blijkt onder andere dat voor elke € 1,00 die aan schuldhulpverlening plaatsvindt er €2,40 aan besparingen op andere terreinen plaatsvindt. Waarbij het grootste deel van dat bedrag neerslaat in de gemeentelijke begroting.

Uit een Nibud onderzoek blijkt dat 79% van de ondervraagde bedrijven werknemers heeft met financiële problemen. De kosten voor werkgevers lopen snel op, onder andere door verlies aan productiviteit van de werknemer.

Ook de organisaties die te maken hebben met betalingsachterstanden, willen het ontstaan van problematische schulden liefst voorkomen. Zij hebben veel kosten aan incasso van achterstanden en als er een schuldregelingstraject wordt gestart, schelden zij vaak, vrijwillig of wettelijk verplicht, een deel van de schulden kwijt. Dit levert hen een kostenpost op.

Eigen verantwoordelijkheid, maar vangnet is nodig

Elke burger is primair zelf verantwoordelijk voor de financiële verplichtingen die hij of zij aangaat en voor het nakomen van deze verplichtingen. Mocht er desondanks toch een schuldsituatie ontstaan, dan gaan we er vanuit dat debiteur en crediteur deze situatie in eerste instantie onderling en zelfstandig oplossen. De gemeente neemt deze verantwoordelijkheid niet over, maar ondersteunt schuldeiser en schuldenaar door te zorgen voor een goed vangnet voor degenen die er zonder hulp niet in slagen om uit een problematische schuldsituatie te komen. In eerste instantie is deze hulp erop gericht om iemand weer zelfredzaam te maken zodat hij of zij weer in staat is om de controle over de eigen financiën te nemen en zelf de schulden af te lossen.

1.2. Achtergrond doelen en kaders van het beleidsplan

Waarom een nieuw beleidsplan?

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening geeft de gemeente een zorgplicht op het terrein van schuldhulpverlening. In deze wet is geregeld dat de gemeenteraad een beleidsplan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Het beleidsplan bevat de hoofdlijnen van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. Het vorige beleidsplan is toe aan actualisatie. Deze actualisatie biedt de kans om het beleid te herijken aan de huidige ontwikkelingen op het vlak van schuldhulpverlening.

Doelen van het beleid

Dit beleidsplan beschrijft de ambities van de gemeente Tholen op het terrein van schuldhulpverlening. Het beleidsplan is aanvullend op de beleidsnota “Grip op geld”, door de raad op 7 november 2019 vastgesteld, exclusief de onderdelen schuldhulpverlening. Het uitgangspunt van het beleid is het bieden van maatwerk op basis van de beschikbare producten.

De algemene doelen van het beleid schuldhulpverlening zijn:

  • Het voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen;

  • Het ondersteunen van mensen met schulden, zodat hun problemen niet verergeren;

  • Het ondersteunen van mensen met problematische schulden door middel van schuldregeling, zodat zij uitzicht krijgen op een schuldenvrije toekomst;

  • Het voorkomen dat mensen na een schuldregeling opnieuw in de problemen komen, door een gerichte inzet van nazorg.

1.3Leeswijzer

Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd. We starten in hoofdstuk 2 met het wettelijk kader en vervolgens komt in hoofdstuk 3 het huidige proces schuldhulpverlening aan de orde. Daarna in hoofdstuk 4 de uitgangspunten. In hoofdstuk 5 wordt op basis van (lokale) ontwikkelingen en de uitgangspunten de nieuw voorgestelde inrichting schuldhulpverlening toegelicht. Hoofdstuk 6 gaat in op de financiën. Als laatste komt in hoofdstuk 7 monitoring aan bod.

Hoofdstuk 2: Wettelijk kader

Hieronder in het kort het wettelijk kader m.b.t. schuldhulpverlening.

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS)

Om de effectiviteit en de kwaliteit van de minnelijk schuldhulpverlening een impuls te geven is in 2012 de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingevoerd. Deze wet bepaalt expliciet dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de minnelijke schuldhulpverlening. De schuldhulpverlening heeft een wettelijke grondslag en valt onder de Algemene wet bestuursrecht.

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is kaderstellend en omschrijft wat gemeenten moeten realiseren, maar niet hoe. De gemeente krijgt de vrijheid om de schuldhulpverlening naar eigen inzicht vorm te geven, zolang er maar aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.

De belangrijkste voorwaarde in de wet is dat schuldhulpverlening integraal moet worden opgepakt. Er moet niet alleen aandacht zijn voor het oplossen van de financiële problemen, maar ook voor de omstandigheden die mogelijk hebben geleid tot het ontstaan van schulden of omstandigheden die het oplossen van schulden in de weg kunnen staan.

De laatste jaren neemt landelijk het beroep op schuldhulpverlening toe. Schulden worden bovendien hoger en schuldensituaties complexer. Het proces van schuldhulpverlening is ingewikkeld, mede omdat het plaatsvindt binnen strikte wettelijke kaders.

WSNP

Hiernaast is er de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Hiermee wordt de wettelijke schuldhulpverlening geregeld, via de rechter. Vanuit het Rijk zijn gemeenten gemandateerd om een zogenaamde WSNP-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijk traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de schuldenaar een verzoek bij de rechter indienen om te kunnen starten met het wettelijk schuldsaneringstraject. Het verschil met een minnelijk traject is dat schuldeisers verplicht moeten meewerken aan het WSNP-traject.

De Participatiewet (PW)

Uit gegevens van de NVVK blijkt dat 51% van de klanten een uitkering heeft (dit is niet uitgesplitst in soort uitkering). Belangrijk uitgangspunt van de Participatiewet is de eigen verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang en kan onderdeel uitmaken van het re-integratietraject. Daarnaast is er bijzondere bijstand die een rol speelt in de ondersteuning van deze groep.

Voorstel tot wetswijziging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Recentelijk is een wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer waarin wordt voorgesteld de WGS te wijzigen. Het zwaartepunt van de voorgenomen wijzigingen van de Wgs ligt bij het uitwisselen van persoonsgegevens voor vroegsignalering. Daarnaast wordt ook het proces van eerste contact tot beschikking uitgetekend en veranderen de inlichtingen- en medewerkingsplicht.

In het wetsvoorstel wordt de taak van de gemeente uitgebreid. Naast het geven van hulp bij problematische schulden als een belanghebbende daar zelf om komt vragen, moet de gemeente ook een intake gaan aanbieden bij signalen van bepaalde schuldeisers over betalingsachterstanden (vroegsignalering).

De wijzigingen treden naar verwachting in werking op 1 januari 2021. Gemeenten krijgen zes maanden de tijd om zich voor te bereiden. In die zes maanden moet de gemeente niet alleen kijken naar de uitwisseling van persoonsgegevens, maar ook naar het gehele schuldhulpproces en het beleid over schuldhulp.

Hoofdstuk 3: Huidig proces schuldhulpverlening

Er zijn twee mogelijkheden: de burger meldt zich zelf of wordt verzocht zich te melden. Het verzoek tot melden kan voortkomen uit een signaal dat afgegeven is door bijvoorbeeld een zorgverzekeraar, woningstichting of energiebedrijf. Wanneer er een signaal binnen komt wordt er in eerste instantie schriftelijk contact opgenomen met de burger. Indien binnen twee weken geen contact opgenomen is door de klant, worden de gegevens doorgestuurd aan het maatschappelijk werk (Traverse).

In de aanmeldfase meldt de schuldenaar zich middels het zaaksysteem, bij het invullen en verzamelen van de gegevens kan betrokkene ondersteuning krijgen van een vrijwilliger. Vervolgens vindt er een gesprek plaats met de medewerker van schuldhulpverlening. Het intake gesprek moet plaatsvinden uiterlijk vier weken na de aanmelding. Als er sprake is van een bedreigende situatie moet dit gesprek binnen drie dagen plaatsvinden.

Situatie in kaart brengen

In het intakegesprek- en eventuele vervolggesprekken wordt de situatie in kaart gebracht. Om te kijken in welke mate er grip op geld is dienen onder andere de volgende vragen gesteld te worden :

  • -

    Welke schulden zijn er en wat is de totale schuldenlast?

  • -

    Wat zijn de inkomsten en uitgaven? Kunnen de inkomsten omhoog (via werk of beroep op regelingen) en kunnen de uitgaven omlaag (verkoop bezit)?

  • -

    Kan er een financiële buffer gecreëerd worden?

  • -

    Heeft de schuldenaar zijn administratie op orde of kan hij deze op orde krijgen?

  • -

    Tijdelijke oplossing doorbetalen vaste lasten?

  • -

    Is de schuldenaar in staat en voldoende gemotiveerd om een schuldregelingstraject tot een goed einde te brengen?

  • -

    Zijn er, naast de schuldenproblemen, ook andere problemen bekend? Zo ja, welke hulpverlenende instanties kan de klant aanspraak op maken? (Integrale aanpak)

Doorlichten van uitgaven en inkomsten

In deze fase is het noodzakelijk om inkomsten en uitgaven in kaart te brengen. Liggen er beslagen op de inkomsten of is er sprake van verrekening met de inkomsten en kunnen deze worden opgeschort of verlaagd? Respecteren de schuldeisers de beslagvrije voet (het gedeelte van het inkomen dat moet worden vrijgelaten om de vaste lasten te kunnen betalen)? Maakt de aanvrager gebruik van alle voorliggende voorzieningen zoals toeslagen en kwijtscheldingen belastingen?

Aan de hand van bovengenoemde informatie komt de schuldhulpverlener tot een beoordeling of een betalingsregeling mogelijk is of dat er een minnelijke regeling noodzakelijk is.

Minnelijke schuldregeling

Een minnelijke schuldregeling houdt in dat alle schuldeisers vrijwillig akkoord gaan met de betaling van een deel van de schuld en kwijtschelding verlenen voor de restschuld. Een percentage van de totale schuld wordt in 36 maanden terugbetaald aan de schuldeisers. Na succesvolle afronding van het traject volgt finale kwijting.

Bij sommige gaat er een stabilisatietraject vooraf aan het tot stand brengen van een minnelijke regeling. Stabilisatie heeft als doel het maximaliseren van de inkomsten, minimaliseren van de uitgaven en het bevriezen van de schulden. In geval van achterstanden in de vaste lasten zoals huur, energie, water en zorgverzekering wordt vaak ook budgetbeheer opgestart, om tijdige betaling van de vaste lasten gedurende het traject te garanderen en nieuwe schulden te voorkomen. Bovendien kan het verder oplopen van schulden in de vaste lasten uithuiszetting of afsluiting van energie of water tot gevolg hebben, wat het traject in gevaar kan brengen. Immers is er dan geen sprake meer van een stabiele situatie, waarbij volledig aan de oplossing van schulden gewerkt kan worden. Niet bij iedereen is een stabilisatietraject noodzakelijk. Sommige mensen kunnen meteen door naar het 120 dagen traject.

120-dagen traject: tot stand brengen van een minnelijke regeling

In deze periode berekent de schuldhulpverlener de afloscapaciteit en vraagt hij de schuldeisers om akkoord te gaan met een voorstel tot regeling van de schuld. Voor de totstandkoming van de minnelijke regeling is de medewerking van alle schuldeisers nodig. Regelmatig komt het voor dat één of meer schuldeisers dwars liggen. In die gevallen kan namens de schuldenaar de rechtbank gevraagd worden om een dwangmiddel toe te wijzen.

Moratorium (opschorten incasso)

Als één of meer schuldeisers de invordering niet tijdelijk willen opschorten tijdens de voorbereiding of opzet van een minnelijke regeling kan de schuldenaar de rechtbank verzoeken om een ‘moratorium’ aan de schuldeiser(s) op te leggen voor de duur van maximaal 6 maanden. Er moet sprake zijn van één van de volgende bedreigende situaties: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of beëindiging van de zorgverzekering.

Toeleiding naar de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)

Als er aan de schuldeiser een voorstel is gedaan tot een minnelijke schuldregeling (saneringskrediet of schuldbemiddeling) en één of meer schuldeisers dit voorstel hebben afgewezen, kan de gemeente de schuldhulpverlening beëindigen. In dat geval kan de schuldenaar bij de rechtbank een verzoek indienen tot een wettelijke schuldsaneringsregeling, de WSNP. Als de rechtbank het verzoek toewijst, legt hij deze regeling (meestal voor de duur van drie jaar) op aan de schuldenaar en aan de schuldeisers. De schuldenaar kan dit verzoek alleen indien als hij een verklaring aan de rechtbank kan

overleggen waarin de gemeente verklaart dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een minnelijk schuldregeling te komen.

WSNP bewind, Beschermingsbewind en budget beheer

Er zijn twee soorten bewindvoering, WSNP bewind en beschermingsbewind.

WSNP bewind

kan worden ingesteld nadat een beroep op de minnelijke schuldregeling om wat voor reden dan ook niet het resultaat heeft gebracht waarop werd gehoopt. Wordt een schuldenaar (saniet) toegelaten tot de Wsnp, dan krijgt hij/zij een Wsnp-bewindvoerder door de rechtbank toegewezen.

Beschermingsbewind

Hier hoeft niet per se sprake te zijn van een wettelijk of minnelijk schuldsaneringstraject. Deze vorm van bewindvoering is er om, zoals het woord al zegt, volwassenen die niet (meer) zelfstandig financiële beslissingen kunnen nemen te beschermen.

Budget beheer

Naast bewindvoering is er ook mogelijkheid tot budget beheer. In tegenstelling tot bewindsvoering is budget beheer niet door de rechter opgelegd. Bij budget beheer worden afspraken gemaakt over de machtiging voor het afhandelen van financiële zaken. Daarnaast is het bij bewindvoering zo dat geldzaken uit handen worden gegeven en bij budget beheer hou je zelf inspraak.

Kwaliteit bewindvoering

Op landelijk niveau komt er steeds meer aandacht voor de kwaliteit en kosten van bewindvoering. Ook in Tholen heeft dit de aandacht. In verband met de hoge kosten voor bewindvoering en om de kwaliteitseisen te waarborgen wordt in deze nota een maatregel voorgesteld.

Vanaf 2014 moeten beschermingsbewindvoerders aan kwaliteitseisen voldoen, zoals opleiding integriteit en bedrijfsvoering. De controle op het voldoen aan deze kwaliteitseisen is vanaf 2016 gecentraliseerd in het Landelijk Kwaliteitsbureau Curatoren, beschermingsbewindvoerders en Mentoren (CBM). Dit bureau beoordeelt voortaan of professionele bewindvoerders voldoen aan de wettelijke eisen. Ook verzoeken van nieuwe toetreders worden daar getoetst.

Nazorg

Na beëindiging van een succesvolle schuldregeling, neemt de Schuldhulpverlener binnen zes maanden telefonisch contact op met klanten. Tijdens dit gesprek wordt onder meer aan de klant gevraagd hoe het met hem/haar gaat, of er nog vragen zijn, of er nog schuldeisers zijn die de klant hebben benaderd en of de klant behoefte heeft aan extra ondersteuning. Deze extra ondersteuning is maatwerk.

Recidive

Omgang met recidive na een succesvol traject Schuldhulpverlening is in principe éénmalig. Het is niet de bedoeling dat er ongelimiteerd gebruik gemaakt wordt van deze ondersteuning. Dit zou het leereffect bij een schuldregeling ondermijnen én er voor zorgen dat onverantwoord bestedingsgedrag in stand wordt gehouden. Bovendien neemt de kans op een succesvolle minnelijke regeling bij recidivisten af, omdat schuldeisers vaak niet bereid zijn opnieuw medewerking te verlenen. Recidivisten worden gedurende een periode uitgesloten van schuldhulpverlening. Deze periode wordt vastgelegd in de nog vast te stellen beleidsregels schuldhulpverlening.

De uitsluitingsgrond geldt vanaf de datum beëindiging van de minnelijke schuldhulphulpverlening, dan wel beëindiging van een WSNP-traject.

Als het ontstaan van nieuwe schulden niet (volledig) aan de schuldenaar te wijten is of er is sprake van een gezin met minderjarige kinderen of andere bijzondere omstandigheden, kan van de uitsluitingsperiode worden afgeweken.

Werkwijze bij Fraude

Het is in principe niet de bedoeling dat schuldhulpverlening wordt aangewend om vorderingen te saneren die zijn ontstaan als gevolg van fraude ten koste van maatschappelijke middelen, omdat dit het draagvlak voor sociale voorzieningen ondermijnt. Er zijn echter situaties waarbij het toch wenselijk is om een frauderende schuldenaar te ondersteunen met schuldhulpverlening, om grotere maatschappelijke problemen en kosten te voorkomen.

Sinds 1 januari 2017 is een nieuw artikel in de Participatiewet opgenomen dat het mogelijk maakt de bestuurlijke boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldregeling. Er gelden dan wel twee voorwaarden:

  • 1.

    er is geen sprake van opzet of grove schuld ten aanzien van de overtreding waarvoor de bestuurlijke boete is opgelegd, en

  • 2.

    binnen een jaar nadat de bestuurlijke boete is opgelegd is niet nogmaals een overtreding wegens eenzelfde gedraging begaan.

Het ondersteunen van inwoners met fraudeschulden is daarom altijd maatwerk.

Hoofdstuk 4. Uitgangspunten beleidsplan schuldhulpverlening 2020-2024

In dit hoofdstuk geven we aan wat de uitgangspunten van schuldhulpverlening zijn voor de komende jaren.

Brede toegankelijkheid schuldhulpverlening: aanbod is maatwerk Schuldhulpverlening is breed: van informatie en advies tot een WSNP-traject. Schuldhulpverlening moet voor iedereen toegankelijk zijn. We passen daarom geen voorselectie toe in de toegang tot schuldhulpverlening. Niet iedereen krijgt echter hetzelfde inhoudelijke aanbod. Het aanbod is afhankelijk van de persoon/situatie van de schuldenaar en het kenmerk van de schulden. Informatie en advies over schulden is voor iedereen beschikbaar. Mensen die onvoldoende meewerken aan schuldhulpverlening of die na een succesvol traject opnieuw schulden maken, willen we niet eindeloos uitsluiten, maar krijgen na een uitsluitingsperiode een nieuwe kans aangeboden.

Laagdrempeligheid bij toegang tot schuldhulpverlening

Mensen zoeken niet makkelijk hulp bij de aanpak van schulden. Gemiddeld verstrijkt er 5 jaar tussen de eerste schuld en het beroep op schuldhulpverlening. Hier zijn vele oorzaken voor aan te wijzen, waaronder schaamte. Het moet dus makkelijker worden voor burgers om zich te melden.

Outreachende benadering van mensen die zichzelf niet melden voor hulp

Mensen met (dreigende) financiële problemen moeten snel in beeld komen, zodat passende ondersteuning direct in gang gezet kan worden. In het kader van vroegsignaleren en tijdige doorverwijzing is samenwerking met maatschappelijke organisaties van essentieel belang. Voorkomen moet worden dat schulden oplopen en financiële problemen complexer worden.

Integrale aanpak voor inwoners

Schulden staan vaak niet op zichzelf. Schuldhulpverlening wordt daarom ‘integraal’ uitgevoerd. Dat wil zeggen dat de gemeente niet alleen schulden aanpakt, maar ook onderliggende oorzaken. Een goede samenwerking in de keten is hierbij van belang.

Nadruk op preventieve activiteiten, vooral gericht op risicogroepen

Schuldpreventie is het voorkomen dat er financiële problemen ontstaan of dat schulden verergeren. Dit is belangrijk, omdat schulden niet alleen een probleem zijn voor de schuldenaar, maar ook voor zijn omgeving, de schuldeisers en de maatschappij. Binnen schuldpreventie ligt de nadruk op de volgende risicogroepen: Jongeren, laaggeletterden, statushouders, uitkeringsgerechtigden, mensen met licht verstandelijke beperking en ondernemers.

Duurzame gedragsverandering: minder recidive door betere nazorg

Het is van belang om mensen tijdens én na afloop van een schuldregelingstraject zo zelfredzaam mogelijk te maken, zodat er niet opnieuw schulden ontstaan. Daarom besteden we in dit plan expliciet aandacht aan de wijze waarop we de nazorg aan klanten vormgeven. Betere nazorg leidt tot minder recidive. We gaan de mate van recidive monitoren, zodat we kunnen volgen of onze inspanningen ook effect hebben.

Aanpak kosten kwaliteit van bewindvoering

De kosten van bewindvoering zijn de afgelopen jaren in Tholen, conform landelijke ontwikkelingen enorm gestegen. We gaan opties bekijken om deze kosten te verminderen en tegelijkertijd de kwaliteit te verhogen.

Hoofdstuk 5: inrichting schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening is op dit moment lokaal georganiseerd. In de huidige situatie wordt samengewerkt met de Kredietbank West-Brabant. De kredietbank verzorgd leningen voor mensen die geen lening bij een reguliere bank kunnen krijgen en een inkomen hebben dat lager is dan 130% van het sociaal minimum. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen met schulden (saneringskrediet) of statushouders die hun huis willen inrichten of mensen die van een minimum inkomen leven en onverwachte kosten moeten maken. De kosten voor deze producten worden door de klant betaald door middel van rente. Naast het terug betalen van de lening rekent de kredietbank een jaarlijks kostenpercentage. In de rente zitten de kosten verdisconteerd die de Kredietbank West-Brabant maakt als gevolg van het verstrekken van een lening en een risico premie. Voor leningen tot € 2.000,- wordt een kostenpercentage van 12,3 % gerekend voor een lening van € 2.500,- tot € 4.500,- wordt een jaarlijks kostenpercentage van 11,1% gerekend. Bedragen daarboven hanteert de kredietbank een jaarlijks kostenpercentage van 10,1%.

Huidige werkwijze

De gemeente verstrekt bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening, bijvoorbeeld voor inrichtingskosten. De leningen, die in drie jaar dienen te worden afgelost, worden verstrekt door het KWB, en de gemeente staat hier borg voor.

Ontwikkelingen

Motie:

Ten aanzien van de gehanteerde rentetarieven bij consumptief krediet verstrekt door de KWB is in juli 2017 een motie ingediend en aangenomen.

“Hierin werd geconstateerd dat de gemeente Tholen de mogelijkheid heeft om het risico af te kopen door bij iedere lening € 130 eenmalig bij te dragen waarmee het rentepercentage zakt naar 3,5% voor een krediet. Daarbij vindt de raad dat het niet passend is om aan mensen die nergens anders terecht kunnen een woekerrente te rekenen van 10% tot 12%. De raad heeft bepaald dat bij de herijking van het beleid schuldhulpverlening aan de motie invulling dient te worden gegeven.”

KWB dienstverlening stopt:

De KWB heeft aangegeven per 1 maart 2019 te stoppen met de diensten omtrent schuldhulpverlening voor andere gemeenten, met uitzondering van saneringskredieten. Hierbij worden lopende zaken wel afgehandeld. Als gevolg hiervan is de gemeente Tholen genoodzaakt om de wijze waarop nu schuldhulpverlening vorm en inhoud wordt gegeven, te herzien.

Bij de inrichting van schuldhulpverlening wordt op de volgende wijze invulling gegeven aan de motie

  • -

    Bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze geldlening i.p.v. consumptief krediet (voorheen lening verstrekt via de KWB). Over het verstrekte bedrag wordt geen rente gerekend. Inwoners van de gemeente Tholen betalen alleen het geleende bedrag terug in vooraf vastgestelde termijnen. De lening wordt bijvoorbeeld verstrekt voor inrichtingskosten. Dit betekent dat er geen lening verstrekt wordt om schuldeisers af te kopen maar het is een vorm van bijzondere bijstand voor noodzakelijke kosten.

Tijdens de raadsvergadering van 7 november 2019 is er een amendement ingediend. Hierin is aangegeven dat het product schuldbemiddeling niet geprevaleerd mag worden boven het product schuldsanering. Ter uitvoering van het amendement is met betrekking tot de producten schuldbemiddeling en saneringskredieten de volgende invulling gegeven:

  • -

    Inzet van de producten saneringskrediet en schuldbemiddeling is mogelijk. Er wordt op basis van de persoonlijke situatie van de klant een afweging gemaakt. Hierbij blijft maatwerk altijd mogelijk. Bij een schuldsanering is de schuldenaar in één keer van al zijn schuldeisers af en heeft hij nog maar één schuldeiser, de kredietbank. Dat neemt direct heel veel stress weg. Als de schuldenaar (meer) gaat werken, merkt hij dat direct in zijn portemonnee. Voor de schuldeiser is sanering prettig, omdat hij direct de boeken kan sluiten. Snelle duidelijkheid en eenmalige uitbetaling heeft voor menig schuldeiser de voorkeur boven 3 jaar wachten voor misschien een paar euro’s meer. Het bespaart de schuldhulpverlener en gemeente enorme administratieve lasten die gemoeid zijn met het verwerken van mutaties gedurende de 3-jarige aflosperiode. Schuldbemiddeling is alleen zinvol als er zicht is op een substantiële inkomensverbetering in de komende 3 jaar.

Opties en criteria

Voor de inrichting van schuldhulpverlening is gekeken naar kwalitatieve en financiële aspecten. Hieronder worden criteria en opties weergegeven.

Voor de inrichting van schuldhulpverlening zijn verschillende opties afgewogen:

  • 1.

    Schuldhulpverlening als gemeente Tholen zelfstandig uitvoeren met eigen medewerkers

  • 2.

    Schuldhulpverlening volledig uitbesteden.

  • 3.

    Schuldhulpverlening deels uitbesteden

Bij de afweging is gekeken naar de volgende criteria:

  • Kwaliteit richtlijnen (NVVK)

  • Waarborging integrale aanpak

  • lokaal georganiseerde intake

  • Laagdrempelige toegang

  • Preventie

  • Vroegsignalering,

  • Kwetsbaarheid

  • Aansluiting met lokale partners

  • Zowel saneringskrediet als schuldbemiddeling

*Bij een schuldsanering wordt door een kredietbank of gemeente een lening (saneringskrediet) aan de schuldenaar verstrekt. Deze lening is het bedrag ter grootte van de berekende totale aflossingscapaciteit over 36 maanden, eventueel minus kosten en rente. Het netto bedrag van het krediet wordt vervolgens aan de schuldeisers aangeboden. Als met dit bedrag de schulden niet helemaal kunnen worden afbetaald, wordt het saneringskrediet over de schuldeisers verdeeld.

**In het geval van schuldbemiddeling wordt er geen krediet verstrekt maar worden alle maandelijkse inkomsten van een schuldenaar, die boven een vrij te laten bedrag liggen, 36 maanden lang gereserveerd op een aparte reserveringsrekening. Hierbij wordt het volledige inkomen van de schuldenaar naar de kredietbank of beheersbureau overgemaakt.

Alle gelden boven een vrij te laten bedrag worden gereserveerd en het vrij te laten bedrag wordt vervolgens aan de schuldenaar overgemaakt. Deze constructie heet “financieel beheer”. Aan het einde van de termijn wordt het eindbedrag pondspondsgewijs over de schuldeisers verdeeld. Het gebeurt overigens vaak dat er jaarlijks tussentijds wordt uitbetaald.

Op basis van genoemde criteria gaat de voorkeur uit naar optie 3. Hieronder lichten we de opties toe.

Optie 1:

Bij deze optie kan niet worden voldaan aan alle hierboven genoemde criteria. Op de volgende punten kan niet voldaan worden. Onze organisatie is geen lid van de NVVK, de branchevereniging op het gebied van schuldhulpverlening en sociaal bankieren. Lidmaatschap brengt structurele jaarlijkse kosten met zich mee (lidmaatschap/(her)certificering en opleidingskosten). Ook op het punt van kwetsbaarheid is deze optie het minst gunstig. Bij ziekte of uitval kan met de huidige formatie schuldhulpverlening de continuïteit niet volledig gewaarborgd worden.

Optie 2:

Bij het bekijken van deze optie zijn verschillende partijen benaderd met in achtneming van het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid. Op één na, kon geen van de benaderde partijen garantie geven op het lokaal organiseren van de intake. Een noodzakelijke voorwaarde om de integraliteit te waarborgen. Alle partijen gaven aan geen activiteiten in het kader van preventie en vroegsignalering te kunnen uitvoeren.

Optie 3:

Eén van de benaderde partijen van optie 2 is GR de Bevelanden. Deze partij heeft

aangegeven mee te willen denken over een derde optie waardoor er aan alle criteria voldaan kan worden. Medewerkers van de gemeente Tholen worden (deels) gedetacheerd bij GR de Bevelanden. Wanneer er sprake is van kortdurende ziekte of uitval van de schuldhulpverlener wordt vervanging door de GR geregeld. Hierdoor wordt ook de continuïteit gewaarborgd en de kwetsbaarheid verminderd. Bij langdurige ziekte of uitval dient de gemeente Tholen zelf voor vervanging te zorgen zoals nu ook het geval is. Bijkomend voordeel van samenwerking met de GR is dat zij ook te maken hebben met hoge kosten voor bewindvoering en deze net zoals wij met maatregelen willen tegen gaan. Hierdoor zou er op termijn bespaard kunnen worden.

Voor de uitvoering van schuldhulpverlening wordt naast het samenwerkingsverband met de GR ook samengewerkt met lokale partners. Binnen de GR wordt nauw samengewerkt met het Leger des Heils en het maatschappelijk werk.

De samenwerking tussen de GR en Tholen zal worden bekrachtigd middels een dienstverleningsovereenkomst. Het Thoolse beleid ten aanzien van schuldhulpverlening zal daarin worden betrokken.

Hierbij wordt opgemerkt dat wege de lokale context preventie en vroegsignalering door eigen medewerkers van de gemeente Tholen wordt opgepakt. Daarbij wordt de relatie gelegd met de door de raad vastgestelde beleidsnota “Grip op geld”. Ten aanzien van saneringskredieten geldt dat deze worden ondergebracht bij Kredietbank West-Brabant. In 2020 wordt bekeken of die ook door de GR gedaan kunnen worden.

In onderstaande tabel op basis van optie 3 (aansluiten bij GR de Bevelanden) is de inrichting van schuldhulpverlening weergegeven:

Uitvoering schuldhulpverlening

Huidige situatie

Nieuwe situatie

Preventie

Wegens ziekte / personele wisseling / inwerken van tijdelijke formatie geen inzet mogelijk

Workshops grip op geld (inhuur nibud voorlichting); (++)

Voorlichting op scholen en aan risico groepen(++); Insteken op Levensgebeurtenissen (++);

Netwerkbijeenkomsten; (++)

Bereik vergroten;(++)

Bekendheid geven aan minimaregelingen(++);

Budgetbegeleiding (++);

Informatie en advies(++).

Vroegsignalering

Convenant woningstichting / energie

Uitbreiden convenanten

(water, zorgverzekering) (+);

Integrale uitvraag(+);

BKR

Crisisinterventie

Bij woningontruiming en energieafsluitingen (nu vaak laat betrokken)

Contact/relatiebeheer /deurwaarder/ incasso (++);

Stabiliseren;

Escaleren (maatwerk) (+);

Bijzondere bijstand in de vorm van een geld lening voor noodoplossingen (+).

Aanmelding, intake en schuldhulpverleningstraject

Probleemanalyse

Stabiliseren

Administratie op orde

Sanering

Probleemanalyse

Stabiliseren (++)

Administratie op orde (+)

bemiddeling en

sanering blijft mogelijk (++)

Budgetbeheer / budgetbegeleiding (++)

Bewindvoering (- waar mogelijk)

Exitgesprek + nazorg

Traject Beëindiging of opschalen (+).

+= uitgevoerd met extra inzet

++= nieuwe activiteit

- = minder ingezet

Op basis van de uitgangspunten en geschetste ontwikkelingen onderstaand de maatregelen op het gebied van schuldhulpverlening:

Alternatieven voor bewindvoering

Het doel van het zoeken naar alternatieve voor bewindvoering is het verminderen van de kosten en het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening naar de klant. Er is gekeken in in hoeverre budgetbeheer een alternatief kan zijn voor bewindvoering. Daarnaast worden er afspraken gemaakt met bewindvoerders over de uitstroom.

Ook worden er kwaliteitsafspraken gemaakt budgetbeheerders om te voorkomen dat mensen onnodig lang gebruik moeten maken van budgetbeheer. De gemeente Tholen houdt hier toezicht op.

Er worden verschillende vormen van budgetbeheer aangeboden conform de richtlijnen van het NVVK:

Budgetbeheer service:

Hiermee kan maandelijks één betaling en één reservering worden verricht. Deze variant is bedoeld voor de minimaal noodzakelijke betalingen. Bijvoorbeeld voor een schuldenaar die is opgenomen in een inrichting waarbij de vaste lasten in één bedrag kunnen worden betaald of voor een schuldenaar in detentie of voor financieel beheer

Budgetbeheer basis:

In de basisvorm zijn alle mogelijke doorbetalingen inzake woonlasten, nutsvoorzieningen en ziektekostenpremie opgenomen. Daarnaast is één reservering mogelijk.

Budgetbeheer middel:

Middel is gelijk aan basis met drie reserveringen en enkele betalingsregeling(en) met een looptijd tot en met drie maanden. Deze betalingstermijnen zijn uitsluitend gereserveerd voor de lasten genoemd bij de basis variant. Deze vorm is bedoeld voor schuldenaren met een huurachterstand in de eerste maand van het stabilisatietraject.

Budgetbeheer totaal:

Dit voorziet in een onbeperkt aantal doorbetalingen en reserveringen en alle noodzakelijke betalingsregelingen

Bovengenoemde vormen van budgetbeheer kunnen tijdelijk worden uitgevoerd door de medewerkers schuldhulpverlening indien de uitkeringen worden betaald door de gemeente Tholen. Als het geen gemeentelijke uitkeringen betreft of budgetbeheer structureel van aard is wordt verwezen naar een externe bureau met een keurmerk van de branche organisatie. Voor zowel budgetbeheer als bewindvoering kan bijzondere bijstand aangevraagd worden.

Streven naar vroegtijdig contact voordat schulden problematisch worden

Wanneer er een signaal binnen komt wordt er in eerste instantie schriftelijk contact opgenomen met de burger. Indien binnen twee weken door de klant geen contact wordt opgenomen, worden de gegevens doorgestuurd aan het maatschappelijk werk (Traverse).

Daarbij dient rekening gehouden te worden met de AVG.

In de praktijk blijkt dat mensen afhaken bij het aanvragen van schuldhulpverlening. Dit heeft te maken met het feit dat ze gegevens over schulden moeten overleggen. Dat overzicht hebben ze vaak niet. Omdat het niet wenselijk is dat mensen met schulden blijven zitten met alle gevolgen van dien, hebben we ons als pilot-gemeente aangemeld bij een landelijk experiment “De blauwe knop”. Met letterlijk één druk op de blauwe knop (op het scherm) kunnen inwoners van de gemeente Tholen straks een overzicht zien van al hun schulden bij de overheid. Op termijn wordt ernaar gestreefd dat ook private partijen zich bij dit initiatief aansluiten, zodat ook deze schulden zichtbaar worden voor onze inwoners.

Afsluiten convenanten

In het kader van vroegsignalering worden er convenanten afgesloten met instanties die diensten leveren aan inwoners. In dit convenant wordt afgesproken dat gegevens uitgewisseld worden over betalingsachterstanden.

Schuldhulpverlening beleggen bij GR de Bevelanden

Door aansluiting bij GR de Bevelanden wordt het mogelijk om meer producten aan te bieden. Medewerkers schuldhulpverlening van de gemeente Tholen worden gedetacheerd bij GR de Bevelanden. Wanneer er sprake is van kortdurende ziekte of uitval van de schuldhulpverlener wordt vervanging door de GR geregeld. Hierdoor wordt ook de continuïteit gewaarborgd en de kwetsbaarheid verminderd. Bij langdurige ziekte of uitval dient de gemeente Tholen zelf voor vervanging te zorgen zoals nu ook het geval is.

De samenwerking tussen de GR en Tholen zal worden bekrachtigd middels de in de bijlage opgenomen dienstverleningsovereenkomst (DVO). Het Thoolse beleid ten aanzien van schuldhulpverlening blijft geborgd in de werkwijze.

Hierbij wordt opgemerkt dat wege de lokale context preventie en vroegsignalering door eigen medewerkers van de gemeente Tholen wordt opgepakt. De saneringskredieten worden, zoals nu het geval is, ondergebracht bij de Kredietbank West-Brabant.

Nazorg

Nazorg zetten we in ter voorkomingen van financiële problemen, nadat de schuldenaar is geholpen met het oplossen van schulden.

Ten minste 6 maanden na het beëindigen van de schulddienstverlening neem de schuldregelaar telefonisch dan wel via mail contact op met de schuldenaar om de destijds gemaakte afspraken in het plan van aanpak te bespreken.

Wanneer er opnieuw problemen zijn ontstaan wordt de schuldenaar geadviseerd hoe om te gaan met de financiële problemen. Eventueel kan een doorverwijzing plaatsvinden naar een samenwerkingspartner. Voor een persoonlijk gesprek kan de schuldenaar verwezen worden naar het spreekuur.

Vaststellen beleidsregels schuldhulpverlening

De beleidsregels zijn gebaseerd op de visie en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)

De Wgs valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daarom van belang om regels over de toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in beleidsregels vast te stellen zodat het voor de burger helder is wat de spelregels zijn. Ook voor bezwaar en beroepszaken zijn beleidsregels noodzakelijk.

Bij de toelating van schuldhulpverlening worden de criteria gehanteerd die in deze beleidsregels zijn opgenomen. Naast algemene criteria kan voor specifieke groepen of situaties een op maat gesneden aanpak nodig zijn. Denk hierbij aan jongeren, mensen met psycho- sociale problemen en dreigende situaties, zoals huisontruiming en afsluiting van gas, water en elektriciteit.

Bij de aanpak werkt de gemeente nauw samen met partners. De verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om de aanpak te doen slagen.

Het gebruik van schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening. De inspanningen zijn er op gericht om mensen financieel zelfstandig te maken. De schulddienstverlening is in principe gelimiteerd tot eens in de drie jaar.

De beleidsregels schuldhulpverlening zullen, alvorens ze ter vaststelling aan het college worden aangeboden, ter consultatie worden voorgelegd aan de commissie samenleving.

Hoofdstuk 6 Financiën

Overgang naar GR de Bevelanden is budget neutraal

De taken belegd bij de GR de Bevelanden op het gebied van schuldhulpverlening worden in de nieuwe situatie uitgevoerd met de huidige daarvoor beschikbare middelen. Uitgaande van de huidige situatie wordt de overgang naar de GR budgetneutraal uitgevoerd. Opmerking hierbij is dat er in 2021 een wetswijziging komt die extra druk geeft op de formatie (zie hoofdstuk 2 wettelijk kader). Tevens kent schuldhulpverlening een open eind regeling. Vooralsnog is de formatie op basis van de huidige aantallen toereikend maar dit kan op termijn als gevolg van ontwikkelingen in aantallen en/of taken veranderen.

Schuldbemiddeling

GR de Bevelanden heeft als product schuldbemiddelingstrajecten. Bij bemiddelingstrajecten wordt het financieel beheer uitgevoerd door de financiële administratie van GR de Bevelanden. Tevens is er sprake van accountantscontrole. Er wordt onderzocht of er in de toekomst ook saneringskredieten via GR de Bevelanden als product kan worden aangeboden.

Saneringskredieten bij Kredietbank West-Brabant

Aanvullend op de producten die GR de Bevelanden aanbiedt, blijft het inzetten van het product saneringskredieten via de Kredietbank West-Brabant voor de gemeente Tholen mogelijk. Hierin blijven de huidige werkafspraken gehandhaafd. Na afronding van het onderzoek van GR de Bevelanden inzake het product saneringskredieten zal worden bekeken of voor saneringskredieten wordt aangesloten bij GR de Bevelanden of dat de samenwerking met de kredietbank West-Brabant wordt voortgezet.

Consumptief krediet

In de huidige werkwijze worden consumptieve kredieten voor bijvoorbeeld inrichtingskosten verleend door de Kredietbank West-Brabant. Zoals eerder aangegeven vindt de raad dat het niet passend is om aan mensen die nergens anders terecht kunnen een rente te rekenen van 10% tot 12%. De gemeente Tholen staat garant voor de verstrekte leningen.

In de voorgestelde aanpak wordt in plaats van een consumptief krediet bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze geldlening verstrekt. Dit houdt in dat er helemaal geen rente betaald wordt over het geleende bedrag. De lening wordt verstrekt voor bijvoorbeeld inrichtingskosten. Dit betekent dat er geen lening verstrekt wordt om schuldeisers af te kopen.

De klant betaalt het geleende bedrag terug in vooraf afgesproken termijnen aan de gemeente Tholen. Dit bekent voor de gemeente een andere werkwijze i.v.m. terugbetalingen. Daarnaast moet er een andere boekingssystematiek worden gehanteerd.

Budgetbeheer

Kosten i.v.m. budgetbeheer worden op dit moment betaald uit het budget bijzondere bijstand. Met het onderbrengen van schuldhulpverlening bij GR De Bevelanden kan, gezien de huidige aantallen, budgetbeheer worden opgepakt binnen de GR.

De verwachting voor de komende jaren is dat er meer budgetbeheer zal worden ingezet en dat hiervoor mogelijk uitbreiding van de formatie nodig is (meer uitvoeringskosten). Indien een extern bureau ingezet wordt voor budgetbeheer worden deze kosten ten laste gebracht van het budget bijzondere bijstand 2020. Indien budgetbeheer een structurele toename kent zal dit meegenomen worden in de kadernota 2021.

Preventie en vroegsignalering

Indien extra wordt ingezet op activiteiten in het kader van preventie en vroegsignalering wordt verondersteld dat financiële middelen daarvoor vereist zijn. Daarentegen kan met investering aan de voorkant veel winst worden behaald (zie hoofdstuk 1 onderzoek in opdracht van ministerie SZW (Panteia 2014)).De activiteiten in dit kader zullen in relatie met de op 7 november 2019 door de raad vastgestelde beleidsnota “Grip op Geld” worden bezien.

Hoofdstuk 7 Monitoring

Om inzicht te krijgen in zowel kwalitatieve als kwantitatieve aspecten/ richtlijnen m.b.t. schuldhulpverlening monitoren we de volgende gegevens:

  • -

    Aantal aanmeldingen schuldhulpverlening

  • -

    Aantal crisis meldingen voor schuldhulpverlening

  • -

    Het aantal intakes schuldhulpverlening

  • -

    Het aantal intakes dat leidt tot een vorm van schuldhulpverlening (schuldbemiddeling en schuldsanering)

  • -

    Aantal uithuiszettingen

  • -

    Het aantal verzonden Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) verklaringen

  • -

    Het aantal mensen in budgetbeheer

  • -

    Het aantal mensen in bewindvoering

  • -

    Uitgaven bewindvoering vanuit bijzondere bijstand

  • -

    Uitgaven budgetbeheer vanuit bijzondere bijstand

  • -

    Het percentage succesvol afgeronde sanerings- en schuldbemiddelingstrajecten

  • -

    Het recidive cijfer

  • -

    Doorlooptijden diverse schuldregelingen

Tussenevaluatie

De monitoring zal jaarlijks worden uitgevoerd en ter informatie aan de raad worden gebracht.

Ondertekening