Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent integratie en participatie (Deelverordening integratie en participatie Tiel 2020)

1. alle begrippen die worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene Subsidieverordening gemeente Tiel 2020.

2. In deze verordening bedoelen we met:

• a.

  vrijwilligersorganisatie:

  • •

    een rechtspersoon, of een ander door het college aanvaardbaar geacht organisatorisch kader, opkomend voor de belangen van inwoners, opgericht door inwoners zelf en functionerend door vrijwillige inzet van inwoners.

• b.

  emancipatie:

  • •

    het streven naar gelijkgerechtigdheid, onafhankelijkheid, weerbaarheid en eerlijkere maatschappelijke verhoudingen.

• c.

  ouderbetrokkenheid:

  • •

    de betrokkenheid van ouders bij het welbevinden van hun kind op school en de voortgang op school van hun kind.

• d.

  integratie:

  • •

    het meedoen door taal te leren, aan het werk te zijn, actief deel te nemen aan de samenleving, de Nederlandse vrijheden en gelijkheden te respecteren, het nemen van eigen verantwoordelijkheid, het ontplooien van je talenten.

1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de doelstelling zoals opgenomen in artikel 3 van deze deelverordening en waarin nog niet op een andere wijze wordt voorzien.

2. In aanmerking komen die activiteiten waarvoor geldt dat zij:

• a.

  een bijdrage leveren aan de integratie, emancipatie of participatie van de leden van de eigen groep in Tiel; en

• b.

  open staan voor de gehele eigen bevolkingsgroep (mannen en vrouwen) en voor leden van

• c.

  andere bevolkingsgroepen met ontmoeting als middel; en

• d.

  gericht zijn op samenwerking met derden als andere (zelf)organisaties; en

• e.

  een bijdrage leveren aan dialoog en verbinding tussen groepen, opbouw van netwerken en het bespreekbaar maken van de kernwaarden van de democratische staat.

• f.

  gericht op het uitvoeren van inloop en ondersteuningsactiviteiten voor kwetsbare groepen zoals organisaties voor voormalige migranten en organisaties van voormalige vluchtelingen, met een achterban die door taalproblemen de weg naar reguliere voorzieningen niet kunnen vinden.

3. De activiteit is ten minste gericht op:

• a.

  het bieden van praktische hulp en steun en/of;

• b.

  het ontdekken van talenten bij jeugdigen en/of;

• c.

  het vergroten en onderhouden van vaardigheden.

4. De activiteiten moeten bijdragen aan één of meerdere van de onderstaande thema’s:

• a.

  bevorderen integratie en participatie;

• b.

  ondersteuning opvoeding en ontwikkeling,

• c.

  ouderbetrokkenheid van ouders in de schoolloopbaan

• d.

  bevorderen sociaal netwerk.

5. De activiteiten moeten:

• a.

  aantoonbaar plaatsvinden in samenwerking met andere partijen;

• b.

  aantoonbaar vraaggericht zijn.

1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die overblijven na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 4.

2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

1. De hoogte van de subsidie is staat in verhouding tot de beoogde doelen en de gewenste effecten van de activiteit. Uitgangspunt voor de subsidieberekening is de door de aanvrager ingediende begroting en jaarrekening.

2. De hoogte van de kalenderjaarsubsidie per jaar bedraagt maximaal € 2.500,-

1. De verdeling van kalenderjaarsubsidies:

• a.

  Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betreffende subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• b.

  Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  • •

    0 tot en met 3 punten: de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het doel van deze deelverordening;

  • •

    0 tot en met 2 punten: de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de thema’s zoals opgenomen in artikel 4 lid 4;

  • •

    0 tot en met 2 punten: de mate waarin de kosten in verhouding staan tot de beoogde resultaten;

  • •

    0 tot en met 1 punt: de mate waarin de organisatie in de aanvraag blijk geeft over verbinding met (maatschappelijke organisaties in) Tiel te beschikken;

  • •

    0 tot en met 1 punt: de mate waarin bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten de betrokkenheid van bewoners is geborgd;

1. Het college kan de verplichting opleggen dat vrijwilligers beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)

2. Organisaties mogen geen inwoners op voorhand uitsluiten voor deelname aan activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

3. Bij de communicatie over activiteiten dient er rekening te worden gehouden met inwoners die laaggeletterd zijn.

4. Bij activiteiten waarbij een bijdrage wordt gevraagd aan deelnemers, wordt dit voor aanvang gecommuniceerd met deelnemers

1. Deze deelverordening treedt in werking op 1 maart 2021

2. De subsidieverordening integratie en participatie 2009 wordt op 1 maart 2021 ingetrokken.

3. Op subsidies aangevraagd voor 1 maart 2021 blijft de deelverordening integratie en participatie 2009 van toepassing

4. Deze deelverordening wordt aangehaald als: Deelverordening integratie en participatie Tiel 2020.