Inspraakverordening

Geldend van 27-03-2009 t/m heden

Intitulé

Inspraakverordening

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op de Wet algemene regels herindeling en de

Gemeentewet.

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening: Inspraakverordening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 1.

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Inspraak: het stelselmatig inbrengen van wensen, ideeën en belangen door belanghebbenden omtrent een in voorbereiding zijnd bestuursbesluit, opdat het gemeentebestuur bij de voorbereiding en de vaststelling van dat bestuursbesluit optimaal rekening kan houden met deze wensen, ideeën en belangen.

  • 2.

    Belanghebbende: iedere ingezetene en in de gemeente Tilburg een belanghebbend natuurlijk of rechtspersoon met een aantoonbaar belang bij een in voorbereiding zijnd gemeentelijk bestuursbesluit.

  • 3.

    Informatie: alle de gemeente ter beschikking staande en voor het voor te bereiden bestuursbesluit relevante gegevens voor zover die, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet Openbaarheid van Bestuur, openbaar zijn.

  • 4.

    Bestuursbesluit: een besluit van het daartoe bevoegde gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 2.

Ten aanzien van te nemen bestuursbesluiten op alle zorggebieden van gemeentelijk beleid hebben belanghebbenden, voor zover bij of krachtens deze verordening is bepaald, recht op inspraak.

Artikel 3.

  • 1. De gemeenteraad wijst de zorggebieden van gemeentelijk beleid aan, waarop deze verordening van toepassing is.

  • 2. Ten aanzien van te nemen bestuursbesluiten op de door de gemeenteraad aangewezen zorggebieden bepalen burgemeester en wethouders of en, zo ja, op welke wijze belanghebbenden bij de voorbereiding daarvan door middel van inspraak zullen worden betrokken.

  • 3. Indien en voor zover in bijzondere wetgeving specifieke bepalingen ten aanzien van het betrekken van belanghebbenden bij de voorbereiding van bestuursbesluiten zijn opgenomen, nemen burgemeester en wethouders die bepalingen in acht.

  • 4. Voor zover de voorbereiding van te nemen bestuursbesluiten een aangelegenheid is van een ander gemeentelijk orgaan, dient in deze verordening dat orgaan in de plaats van burgemeester en wethouders te worden gelezen.

  • 5. De raadscommissie voor Modern Bestuur heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent algemene aangelegenheden met betrekking tot inspraak.

  • 6. De overige vaste raadscommissies van advies en overleg hebben tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over de procedurele aangelegenheden van inspraak voor zover het betreft het zorggebied dat tot hun competentie behoort.

Hoofdstuk 2. Wijze waarop inspraak wordt georganiseerd.

Artikel 4.

Indien ten aanzien van een te nemen bestuursbesluit is bepaald dat bij de voorbereiding ervan belanghebbenden zullen worden betrokken door middel van inspraak, geschiedt zulks met inachtneming van de navolgende bepalingen.

Artikel 5.

  • 1. Burgemeester en wethouders gaan na wie belanghebbenden zijn bij het in voorbereiding zijnde bestuursbesluit.

  • 2. Indien belanghebbenden op enigerlei wijze worden vertegenwoordigd door belangenorganisaties, kunnen burgemeester en wethouders met deze groeperingen overleggen over de wijze waarop de inspraak zal plaatsvinden.

Artikel 6.

Burgemeester en wethouders verstrekken aan belanghebbenden zodanige informatie, dat zij zich een beeld kunnen vormen van de aard van het in voorbereiding zijnde bestuursbesluit en van de te volgen inspraakprocedure. Zij geven daarbij tevens aan op welke wijze belanghebbenden aan de inspraakprocedure kunnen deelnemen.

Artikel 7.

  • 1.

    Aan de belanghebbenden die aan de inspraakprocedure deelnemen, doen burgemeester en wethouders opgave van en geven zij nadere informatie over:

    • a.

      de gestelde randvoorwaarden, oftewel de bestaande bestuursbesluiten, die niet ter discussie kunnen staan;

    • b.

      de beslispunten oftewel de aspecten van het in voorbereiding zijnde bestuursbesluit, waarover belanghebbenden wordt gevraagd hun mening en of wensen te formuleren;

    • c.

      de voor de procedure beschikbare tijd;

    • d.

      de wijze waarop de ingebrachte meningen, ideeën en wensen bij de besluitvorming zullen worden betrokken.

    Alsmede voor zover mogelijk en relevant:

    • e.

      de financiële middelen, die naar verwachting voor de uitvoering van het nemen bestuursbesluit beschikbaar zullen worden gesteld;

    • f.

      een nota van uitgangspunten, waarin onder andere wordt aangegeven de prioriteit die burgemeester en wethouders verbinden aan de beslispunten.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de belanghebbenden in de gelegenheid (aanvullende) beslispunten aan te dragen.

Artikel 8.

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat belanghebbenden, die niet aan de inspraak deelnemen, op geëigende wijze en momenten worden geïnformeerd over de voortgang van de inspraakprocedure en over de uitkomsten van de inspraak.

Artikel 9.

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de door de insprekers naar voren gebrachte meningen en wensen onverkort zichtbaar blijven tot aan het moment dat het desbetreffende bestuursbesluit wordt genomen.

Artikel 10.

Indien de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om het betreffende bestuursbesluit te nemen geven burgemeester en wethouders in hun voorstel aan de raad gemotiveerd aan op welke punten hun voorstel afwijkt van de standpunten van insprekers.

Artikel 11.

Burgemeester en wethouders stellen belanghebbenden op de hoogte van het genomen bestuursbesluit. Ingeval het bestuursbesluit geheel of gedeeltelijk afwijkt van de ingebrachte meningen en wensen, geven burgemeester en wethouders gemotiveerd aan op welke punten sprake is van afwijking.

Hoofdstuk 3. Beroep en beklagrecht.

Artikel 12.

Vervallen.

Artikel 13.

  • 1. Ieder, die klachten heeft over de wijze van uitvoering van een op basis van deze verordening vastgestelde inspraakprocedure, kan zijn beklag doen bij de directeur van de dienst, die belast is met de ambtelijke voorbereiding van het bestuursbesluit, waarvoor de inspraak is georganiseerd.

  • 2. Binnen drie weken na ontvangst van een klacht neemt de betreffende directeur daarop een beslissing.

  • 3. Indien de klager het niet met de betreffende beslissing eens is, kan hij zich ten aanzien daarvan tot burgemeester en wethouders wenden. Burgemeester en wethouders nemen binnen vier weken na ontvangst een beslissing.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen.

Artikel 14.

Burgemeester en wethouders kunnen organisaties van belanghebbenden, voorzover deze daartoe bereid zijn, inschakelen bij de uitvoering van inspraakprocedures.

Artikel 15.

Als zorggebieden, waarop deze verordening van kracht is, worden aangewezen:

  • a.

    ruimtelijke ordening en volkshuisvesting voor zover het betreft plannen ter verbetering van de woonomgeving (niet zijnde structuurvisies, bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen, projectbesluiten en ontheffingen), volkshuisvestingsplannen, stadsvernieuwings- en stadsbeheerplannen met dien verstande dat bij de voorbereiding van bestuursbesluiten ten aanzien van bestemmingsplannen, projectbesluiten, stadsvernieuwings- en stadsbeheerplannen belanghebbenden steeds betrokken zullen worden en de in artikel 3, tweede lid genoemde bevoegdheid van burgemeester en wethouders beperkt blijft tot de vaststelling van de procedure;

  • b.

    openbare werken voor zover betreft verkeerscirculatieplannen, reconstructieplannen en fietspadenplannen, groen- en speelvoorzieningen;

  • c.

    kunst en cultuur, sport en recreatie, educatie, jeugd- en jongerenwerk, ouderenhulp, maatschappelijke hulp- en dienstverlening, sociaal-cultureel werk, volksgezondheid, kinderopvang, minimabeleid, mondiale bewustwording, emancipatie en arbeidsvoorzieningenbeleid;

  • d.

    milieu voor zover betreft milieubeleidsplannen.

Artikel 16.

Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening van toepassing verklaren op andere dan in artikel 15 genoemde plannen voorzover zij vallen binnen de daar genoemde zorggebieden.

Hoofdstuk 5. Slot- en overgangsbepalingen.

Artikel 17.

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2. Op die dag vervallen:

    • -

      de "Inspraakverordening", zoals die door de raad van de gemeente Berkel-Enschot is vastgesteld bij besluit van 29 augustus 1994;

    • -

      de "inspraakverordening" zoals die door de raad van de gemeente Udenhout is vastgesteld bij besluit van28 april 1994.

    • -

      de "Algemene Inspraakverordening 1992", zoals die door de raad van de gemeente Tilburg is vastgesteld bij besluit van 7 september 1992.

Artikel 18.

Op inspraakprocedures, die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangevangen op basis van de in artikel 17, lid 2, genoemde verordeningen en die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening nog niet zijn afgerond, blijven de bepalingen van de in artikel 17, lid 2 genoemde verordeningen van toepassing.

Artikel 19.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 januari 1997
de voorzitter,
de secretaris,