Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2016

Geldend van 08-12-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2016

Verordening vertrouwenscommissie herbenoeming burgemeester 2016

Raadsbesluit 2015_272

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het presidium;

  • -

    gelet op de Gemeentewet;

  • -

    gelet op de Circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van BZK (Staatscourant 20 juli 2012, nr. 15046);

Besluit:

  • 1.

    Uit de raad een Vertrouwenscommissie benoemen, die belast wordt met de voorbereiding van het door de raad te nemen besluit omtrent de herbenoeming van de burgemeester. Voorgesteld wordt om alle fractievoorzitters te benoemen in deze commissie, met ambtelijke ondersteuning vanuit de raadsgriffie.

  • 2.

    De vertrouwenscommissie te verzoeken haar werkzaamheden zodanig in te richten dat de aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester vóór 1 maart 2016, door tussenkomst van de commissaris van de Koning, kan worden toegestuurd aan de minister van BZK.

  • 3.

    De Verordening Vertrouwenscommissie Herbenoeming Burgemeester 2016 vast te stellen, luidende als volgt:

Verordening Vertrouwenscommissie Herbenoeming Burgemeester 2016

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling omtrent de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de fractievoorzitters van de raadsfracties, te weten:

    • -

      De heer P.W.H.C. van Gool (D66)

    • -

      De heer R. Spierighs (SP)

    • -

      De heer M.A.F.H. van den Hoven (CDA)

    • -

      De heer H.A.J. Smolders (Lijst Smolders Tilburg)

    • -

      De heer R.G.J. Lauwerier (VVD)

    • -

      De heer A.A.M. Blaauwbroek (PvdA)

    • -

      De heer B.J.J. Bengevoord (GroenLinks)

    • -

      De heer C.A.R. Seij (Tilburgse Volks Partij)

    • -

      Mevrouw L.E.C.P.M. Oerlemans (Voor Tilburg)

    • -

      De heer J.P.H. van Beurden (OPA)

    • -

      De heer Y. Balkaya (Lijst Nell Schoenmakers)

    • -

      De heer F.J.C.M. van Aarle (Lokaal Tilburg)

  • 2. Een lid houdt op lid van de commissie te zijn, indien en zodra hij/zij ophoudt raadslid te zijn.

  • 3. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De plaatsvervangend raadsgriffier is plaatsvervangend secretaris van de commissie.

Artikel 4 Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De commissie legt in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.

  • 3. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 7, tweede lid en artikel 8 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 4. De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 6 en 10 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden en het voeren van correspondentie.

  • 5. De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding, waartoe de Gemeentewet, respectievelijk zullen de geheimhouding, waartoe het tweede lid van dit artikel verplicht, niet opheffen.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 7. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 2 leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, en indien het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij staken van stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in de volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar uniformiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6 Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. De voorzitter borgt de geheimhouding van alle stukken bestemd voor de commissie en uitgaande van de commissie en draagt zorg voor adequate opberging tot het moment van archivering.

Artikel 7 Informatiebronnen

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning.

  • 2. Alvorens haar verslag van de bevindingen aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester over het functioneren van de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 8 verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning, door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

  • c.

    een opgave of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie;

  • d.

    het verslag van het gesprek met de burgemeester over het concept-verslag van bevindingen en de concept-aanbeveling.

Artikel 9 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK bij Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 10 Archivering

  • 1. De voorzitter en secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip als bedoeld in artikel 9 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefplaats.

  • 2. De voorzitter en secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 november 2015

de griffier,

de voorzitter,