Verordening op de heffing en inning van marktgeld 2002

Geldend van 26-12-2001 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en inning van marktgeld 2002

De raad van de gemeente Tubbergen,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 november 2001, nr. 6669;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en inning van marktgeld 2002

(Verordening marktgeld 2002).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de voor markt aangewezen plaats, gedurende de voor markt aangewezen tijd.

Artikel 2 Maatstaf van heffing; belastingtijdvak

  • 1. Het marktgeld wordt per marktdag geheven.

  • 2. Het marktgeld wordt op aanvraag van de belanghebbende geheven over belastingtijdvakken welke samenvallen met kalenderkwartalen.

  • 3. Een in het tweede lid bedoelde aanvraag moet tenminste twee weken voor de aanvang van het belastingtijdvak worden ingediend bij de heffingsambtenaar.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die een standplaats inneemt, dan wel op wiens verzoek het marktgeld wordt geheven over belastingtijdvakken, als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 4 Belastinggrondslag

Het marktgeld wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats in volle strekkende meters.

Artikel 5 Tarief

Het marktgeld bedraagt voor een standplaats:

per volle m'

met een minimum van

a.

voor een marktdag:

EUR 1,35

EUR 5,40

b..

voor een belastingtijdvak als bedoeld in artikel 2, tweede lid:

EUR 8,10

EUR 32,40

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. Het in artikel 5, onder a, bedoelde marktgeld wordt geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving waaronder mede begrepen een nota of andere schriftuur.

  • 2. Het in artikel 5, onder b, bedoelde marktgeld wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld:

    • a.

      als bedoeld in artikel 5, onder a, worden voldaan op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

    • b.

      als bedoeld in artikel 5, onder b, worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Ontheffing

  • 1. Met betrekking tot het in artikel 5, onder b, genoemde marktgeld heeft de belastingplichtige, die gedurende een aaneengesloten periode, omvattende meer dan vijf marktdagen, door overmacht geen gebruik van zijn standplaats heeft kunnen maken, recht op ontheffing.

  • 2. Het bedrag van de ontheffing wordt naar boven afgerond op gehele euro's.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening marktgeld 1999" van 9 november 1998, nummer 11/6137b wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgeld 2002".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 3 december 2001.
De secretaris, De voorzitter
mr. T.P. van Deutekom, mr. M.K.M. Stegers