Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen 2014

Geldend van 15-10-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen 2014

Het college van burgemeesters en wethouders van Tubbergen,

gelet op artikel 5.14 en 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4.81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen 2014.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Definities

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    kleine snacks:

    producten geschikt voor directe consumptie die niet eerst gefrituurd dienen te worden, zoals ijs, warme en koude, niet alcoholhoudende drank en warme worst;

    dagdeel:

    het tijdvak van 8.00 tot 13.00 uur en het tijdvak van 13.00 tot 18.00 uur.

    minimarkt:

    één locatie waarop maximaal vijf standplaatsen gelijktijdig worden ingenomen.

    standplaats:

    een standplaats als bedoeld in artikel 5.17 van de Algemene plaatselijke verordening.

  • 2. voor de toepassing van deze beleidsregels worden de volgende branches onderscheiden:

    • a.

      brood/banket.

    • b.

      zuivel/vlees

    • c.

      groenten/fruit

    • d.

      vis en/of snacks

    • e.

      poelierswaren

    • f.

      bloemen/planten

    • g.

      overige.

Artikel 2 Aanvraag

  • 1. Voor het indienen van een aanvraag moet het gemeentelijke aanvraagformulier worden gebruikt.

  • 2. Bij de aanvraag moeten de volgende bescheiden zijn gevoegd:

    • a.

      kopie van het uittreksel van de onderneming uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      kopie geldig legitimatiebewijs;

    • c.

      schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond waarop de standplaats wordt ingenomen, tenzij vergunning wordt gevraagd op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

  • 3. De termijn die krachtens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld om een onvolledige aanvraag aan te vullen bedraagt vier weken.

Artikel 3 Duur van de vergunning

  • 1. Een vergunning wordt verleend voor een termijn van maximaal drie jaar.

  • 2. Het college kan besluiten om in bijzondere gevallen van de maximum termijn van drie jaar af te wijken.

Hoofdstuk 2 Standplaatsvergunningen voor één of meer dagen per week, voor een termijn langer dan één week

Artikel 4 Minimarkten

  • 1. In Geesteren wordt vergunning verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op donderdagmiddag van 12.30 tot 18.00 uur.

  • 2. In Albergen wordt vergunning verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op vrijdagmorgen van 08.00 tot 12.30 uur.

  • 3. In Langeveen wordt standplaats verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op donderdagen van 08.00 tot 18.00 uur.

  • 4. In Fleringen wordt standplaats verleend voor maximaal vijf standplaatsen op een minimarkt op dinsdagen van 12.30 tot 18.00 uur.

Artikel 5 Maximumstelsel

  • 1.

    In alle kernen wordt vergunning verleend voor maximaal twee standplaatsen per dagdeel en voor maximaal vier dagdelen per week. Dit maximum is niet van toepassing tijdens de minimarkt en de minimarkt telt niet mee voor het maximumaantal standplaatsen en dagdelen. Daarnaast kunnen in de gemeente als geheel worden per dagdeel maximaal tien standplaatsen vergund voor kleine snacks.

  • 2.

    Geen vergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats in Albergen, Geesteren, Langeveen en Tubbergen wanneer daar een minimarkt dan wel de weekmarkt wordt gehouden.

  • 3.

    In bijzondere omstandigheden kan van het maximumstelsel worden afgeweken, dit met inachtneming van de brancheverdeling als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregel. Er kan hiervan sprake zijn in het geval van feestdagen (ook bijvoorbeeld carnaval), standplaatsen ten behoeve van medisch onderzoek, standplaatsen van beperkte duur of seizoensstandplaatsen.

  • 4.

    Het eerste lid blijft buiten toepassing bij een verzoek om vernieuwing respectievelijk overschrijving van de vergunning ten aanzien van

    • a.

      de vergunninghouder die bij inwerkingtreding van deze beleidsregels al beschikt over een vergunning,

    • b.

      diens levenspartner en diens kinderen.

Indien een vergunning wordt ingetrokken of iemand geen gebruik meer van een vergunning wenst te maken, wordt geen nieuwe vergunning verleend tot het aantal in overeenstemming is met het eerste lid.

Artikel 6 Branchebeperkingen

  • 1. In Manderveen wordt geen vergunning verleend voor de branche bloemen en planten.

  • 2. In Vasse en Harbrinkhoek/Mariaparochie wordt geen vergunning verleend voor de branches brood/banket, zuivel/vlees en groenten/fruit.

  • 3. In Reutum wordt geen vergunning verleend voor de branche brood/banket.

Artikel 7 Brancheverdeling

  • 1. Per dag wordt per kern slechts één vergunning per branche verleend.

  • 2. Op minimarkten worden per branche slechts één vergunning verleend.

Artikel 8 Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen en tijden wanneer een standplaats mag worden ingenomen

  • 1. In het dorp Tubbergen wordt alleen vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op het noordelijke deel van de Markt.

  • 2. In de andere dorpen zijn geen vaste locaties aangewezen voor het innemen van standplaatsen.

  • 3. Een vergunning wordt verleend voor één dagdeel of twee aaneengesloten dagdelen.

  • 4. Op zondagen wordt er geen vergunning verleend voor het innemen van een standplaats voor 11.00 uur.

Artikel 9 Toedelen van standplaatsen

  • 1. Burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij.

  • 2. Als er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, wordt het verzoek om vergunning afgewezen en wordt de aanvrager op een op een wachtlijst geplaatst. Maar de aanvrager wordt niet op de wachtlijst geplaatst

    • a.

      als zijn aanvraag onvolledig is en hij niet binnen de gestelde termijn zijn aanvraag heeft aangevuld;

    • b.

      als zijn aanvraag betrekking heeft op een branche waarvoor in de desbetreffende kern geen standplaatsen worden uitgegeven.

  • 3. Als een standplaats vrijkomt, zullen de gegadigden op de wachtlijst, – op volgorde van inschrijving – met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, voor de vrijgekomen standplaats benaderd worden.

  • 4. Als een standplaats vrijkomt door het overlijden van een standplaatshouder zal eerst een termijn van acht weken worden afgewacht, voordat de gegadigden op de wachtlijst voor de vrijgekomen standplaats worden benaderd. De levenspartner of één van de kinderen van de standplaatshouder heeft dan de mogelijkheid om binnen acht weken na overlijden een verzoek in te dienen voor het overschrijven van de standplaatsvergunning.

Artikel 10 Vergunningvoorschriften

Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden:

  • 1.

    dat de standplaats steeds na afloop van het dagdeel of dagdelen waarvoor vergunning is verleend, geheel moet worden ontruimd;

  • 2.

    dat de standplaats en de directe omgeving moet worden opgeruimd;

  • 3.

    dat de standplaats zo moet worden geplaatst dat het publiek zich niet hoeft op te stellen op voor motorvoertuigen of mede voor motorvoertuigen bestemde gedeelte van de weg.

Artikel 11 Persoonsgebonden vergunning

Een vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Intrekking bij het niet gebruiken van de vergunning

Artikel 12

  • 1. De onder artikel 1.6 onder d van de Algemene plaatselijke verordening genoemde termijn bedraagt zes weken.

  • 2. Indien een vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van zes weken of meer geen gebruik maakt van de vergunning dan wordt deze ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Ventvergunningen

Artikel 13

Ventvergunningen zijn persoonlijk en niet overdraagbaar

Artikel 14

  • 1. Een vergunning kan worden verleend voor een termijn van maximaal één jaar.

  • 2. Het college kan besluiten om in bijzondere gevallen van de maximum termijn van één jaar af te wijken.

Artikel 15

Per branche wordt voor een bepaald gebied per week niet meer dan één ventvergunning verleend.

Artikel 16

Voor een bepaald gebied worden per week niet meer dan drie ventvergunningen verleend.

Artikel 17

In Albergen, Geesteren, Langeveen en Tubbergen is geen beperking met betrekking tot de branche waarin gevent mag worden.

Artikel 18 Branchebeperkingen ter bescherming van het plaatselijk voorzieningenniveau

  • 1. In Manderveen wordt geen vergunning verleend voor de branche bloemen en planten.

  • 2. In Vasse en Harbrinkhoek/Mariaparochie wordt geen vergunning verleend voor de branches brood/banket, zuivel/vlees en groenten/fruit.

  • 3. In Reutum wordt geen vergunning verleend voor de branche brood/banket.

Artikel 19

In het geval van bijzondere omstandigheden kan van het ventbeleid worden afgeweken.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkintreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

  • 2. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels vervalt het Standplaatsen- en ventbeleid 2009.

Artikel 22 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ”Beleidsregels standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen 2014”.

Ondertekening

Tubbergen, 4 maart 2014,
Burgemeester en wethouders van Tubbergen,
de secretaris, de burgemeester
drs. ing. G.B.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers

Toelichting bij de beleidsregels voor standplaats- en ventvergunningen gemeente Tubbergen

Andere regelgeving

Naast de Algemene plaatselijke verordening is er nog andere regelgeving van belang voor het venten en het innemen van standplaatsen. Deze regelgeving stelt vanuit andere motieven eisen aan het drijven van handel. Zo is zijn de Winkeltijdenwet, de Drank- en Horecawet, de Colportagewet en de Warenwet van belang. Voor zover nodig zal bij het venten en het innemen van een standplaats ook aan deze wetten moeten worden voldaan.

Winkeltijdenwet

In de Winkeltijdenwet en daaruit voortvloeiende regelgeving is aangegeven wanneer winkels geopend mogen zijn. Deze wet geldt ook voor de ambulante handel.

Drank- en Horecawet

In de Drank- en Horecawet staat dat er geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht. Ook mag er geen alcoholhoudende drank tijdens de verkoop aanwezig zijn.

Colportagewet

De Colportagewet ziet toe op de wijze van optreden in de relatie tussen de koper en de verkoper. De Colportagewet is van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen goederen en diensten. De gemeente heeft overigens geen bevoegdheden. De Economische Controledienst is met de uitvoering van de bepalingen uit de Colportagewet belast.

Warenwet

Op het drijven van handel in eet- en drinkwaren zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels over de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Ook stelt de Warenwet regels over de hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de Warenwet geschiedt door de Voedsel en Warenautoriteit.

Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van de vergunning moet het gemeentelijk aanvraagformulier gebruikt worden. Dit is vastgesteld door het college.

Vergunning

Een vergunning kan verleend worden voor een termijn van maximaal drie jaar. Hier is voor gekozen naar aanleiding van het project administratieve lastenverlichting. Standplaatsen voor één dag of een korte periode, kunnen niet voor drie jaar op dezelfde datum/dag een standplaats aanvragen. Dit moet elk jaar opnieuw.

Minimarkten

Op de minimarkt in Albergen (vrijdagmorgen), Langeveen en Geesteren (donderdagmiddag) mogen maximaal vijf standplaatsen worden ingenomen. Er mogen gelijktijdig met de minimarkt geen standplaatsen worden ingenomen op een andere locatie dan de locatie van de minimarkt. Daarnaast mogen er in Tubbergen geen standplaatsen worden ingenomen op het tijdstip dat de weekmarkt plaatsvindt. De weekmarkt in Tubbergen vindt op dinsdagmorgen plaats.

Gezien het feit dat uit jurisprudentie blijkt dat een verzameling van zes of meer standplaatsen als een markt wordt aangemerkt, is er voor gekozen dat er op de minimarkt maximaal vijf standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor markten gelden namelijk andere regels.

Maximum stelsel

Standplaatsen die tijdens een evenement worden ingenomen, vallen buiten deze beleidsregels omdat deze standplaatsen deel uitmaken van het evenement en de standplaats in een eventuele evenementenvergunning wordt opgenomen.

Branchebeperkingen ter bescherming van het plaatselijk voorzieningenniveau

Voor de kleinere kernen, waar het bestaande verzorgingsniveau mogelijk in gevaar kan komen door een teveel aan standplaatshouders in dezelfde branche, is naast een maximumstelsel ook een brancheverdeling gehanteerd. Voorbeeld: in Reutum is nu nog één bakker. Als een standplaatsvergunning zou worden verleend voor de branche brood/banket, zou dit ertoe kunnen leiden dat dit bedrijf niet langer kan voortbestaan, waardoor het verzorgingsniveau voor deze kern vermindert. In dat geval is het mogelijk om binnen het beleid zowel een maximum aan het aantal standplaatsen te stellen als ook een brancheverdeling te hanteren. Verdwijnen alle winkels in een bepaalde branche in deze kleinere kernen? Dan kan er in de betreffende branche wel een standplaatsvergunning worden afgegeven.

Locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen

Alleen voor Tubbergen zijn richtlijnen voor de locatie waar de standplaatsen mogen worden ingenomen. Voor de andere kernen zijn er geen locaties aangewezen waar wel of geen standplaatsen mogen worden ingenomen. Als er evenementen plaatsvinden, zullen de standplaatsen in de meeste gevallen op een andere locatie worden ingenomen. De standplaatshouders worden hiervan op de hoogte gesteld door de marktmeester. Het college kan ook in geval van onvoorziene omstandigheden van tijdelijke aard (zoals wegwerkzaamheden, calamiteiten, onderhouds- en nieuwbouwactiviteiten) een andere locatie aanwijzen waar de standplaatsen ingenomen moeten worden.

Voor een locatie van de standplaats niet op gemeentelijk terrein, is toestemming nodig van de rechthebbende op die locatie. Voor deze toestemming moet de aanvrager zelf zorgen. Deze toestemming moet bij de aanvraag worden overgelegd.

Voor een locatie op gemeentelijk terrein, volstaat het hebben van een standplaatsvergunning. Er is dan geen toestemming nodig van de gemeente als eigenaar.

Persoonsgebonden vergunning

De vergunning is persoonsgebonden. De houder van de vergunning of een medewerker moet altijd aanwezig zijn op de standplaats.

Ventvergunningen

Er mogen niet meer dan drie venters per week aan de deur komen en ook per branche kan er slechts één venter per week langs de deur komen. Dit is voornamelijk om irritatie bij de burgers te voorkomen.

Leges

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan in de Legesverordening.