Regeling vervallen per 13-10-2021

Speelautomatenverordening gemeente Tynaarlo

Geldend van 28-12-2007 t/m 12-10-2021

Intitulé

Speelautomatenverordening gemeente Tynaarlo

Raadsbesluit nr. 10

Betreft: Vaststelling Speelautomaten verordening gemeente Tynaarlo

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2007,

overwegende dat de huidige “Verordening op de kansspel- en behendigheidsspelen voor de gemeente Tynaarlo” moet worden aangepast aan de wetgeving, waaronder de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit en de Wet Bibob.

gelet op artikel V a van de Wet op de Kansspelen, het Speelautomatenbesluit en de artikelen 149 en 174 van de Gemeentewet en de artikel 3 van de Wet Bibob;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Speelautomaten verordening gemeente Tynaarlo

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000 Stb. 2000, 223;

  • c.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spelen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    aanwezigheidsvergunning: de in artikel 30b van de wet bedoelde vergunning voor het aanwezig hebben van een of meer speelautomaten;

  • g.

    exploitatievergunning; de in artikel 30h, lid 1, van de wet bedoelde vergunning voor het exploiteren van de speelautomaten;

  • h.

    inrichting: inrichtingen als bedoeld in artikel 30c, lid 1, onder a en b, van de wet;

  • i.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de Wet;

  • j.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • k.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • l.

    openbare weg: alle voor het openbare rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

  • m.

    gebouw: elk bouwwerk, dat een voor personen of dieren toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • n.

    laagdrempelige inrichtingen: inrichtingen of gelegenheden in de zin van artikel 30c, lid 1, aanhef en onder a en b van de wet, die het publiek niet in de eerste plaats pleegt te bezoeken voor het nuttigen van alcoholhoudende drank, maar voor andere doeleinden zoals bijvoorbeeld het kopen en nuttigen van etenswaren, recreatie en sport;

  • o.

    hoogdrempelige inrichtingen: inrichtingen of gelegenheden, waar het café dan wel restaurantbezoek op zichzelf staat en geen onderdeel is van andere (laagdrempelige) activiteiten.

Hoofdstuk 2 Speelautomatenhal

Artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal vergunning verlenen. Deze bevat maximaal 50 speelautomaten.

Artikel 3

De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • c.

    een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

  • d.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • e.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de over te leggen statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

  • f.

    een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd;

  • g.

    bescheiden waaruit blijkt dat aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, onder b van de Wet gestelde eis inzake kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving wordt voldaan;

Artikel 4

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5

  • 1. De vergunning kan uitsluitend op naam van de ondernemer worden gesteld en is niet overdraagbaar.

  • 2. De vergunning vermeldt de naam van de beheerder.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal;

      daarnaast kunnen aan de vergunning voorschriften en beperkingen worden verbonden die betrekking hebben op:

  • 1. het toezicht om de speelautomatenhal;

  • 2. de inrichting van de hal;

  • 3. de minimumleeftijd van de bezoeker;

  • 4. de toegangscontrole en het toegangsbewijs;

  • 5. de reclame;

Artikel 6

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien;

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      vrees bestaat voor het ontstaan van ernstige stoornis van de openbare orde;

    • g.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 4 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e of f;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

Artikel 9

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer, waaronder tevens (in het geval dat de ondernemer een rechtspersoon is) wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke aandelenfusie, een bedrijfsfusie, een juridische fusie of een juridische splitsing, indien hierbij de zeggenschap –anders dan de bestuurszeggenschap- binnen de rechtspersoon wijzigt, dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 3 Speelautomaten

Artikel 10

De burgemeester kan een aanwezigheidsvergunning verlenen voor het plaatsen van speelautomaten:

  • a.

    in hoogdrempelige inrichtingen voor maximaal twee speelautomaten;

  • b.

    in laagdrempelige inrichtingen voor maximaal twee behendigheidsautomaten.

Artikel 11

  • 1. De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend worden gesteld op naam van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de aanwezigheidsvergunning wordt de naam van de exploitant van de inrichting en het adres van de inrichting, waar de speelautomaat is geplaatst, vermeld.

  • 3. De aanwezigheidsvergunning kan worden verleend voor de periode van maximaal een jaar, welk jaar samenvalt met het kalenderjaar.

  • 4. Indien een aanwezigheidsvergunning in de loop van een kalenderjaar wordt aangevraagd en verleend, geldt deze voor de resterende maanden van dat jaar.

  • 5. In de aanwezigheidsvergunning wordt opgenomen, dat op of aan de speelautomaat een waarschuwing wordt opgenomen tegen gokverslaving en overige risico’s van overmatig gokken. De plaats en vorm van deze waarschuwing dient te voldoen aan door de burgemeester te stellen eisen.

Hoofdstuk 4 Straf- en slotbepalingen

Artikel 12

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens hoofdstuk 2 van deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast de ambtenaren, die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de ondernemer en/of beheerder, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde krachtens deze verordening;

  • b.

    voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 15

Een vergunning voor de speelautomatenhal kan worden geweigerd c.q. ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Voordat toepassing wordt gegeven aan het vorige lid, kan het Bureau Bibob, bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Speelautomaten verordening gemeente Tynaarlo”

Artikel 17

Deze verordening treedt een dag na bekendmaking in werking, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening op de kansspel- en behendigheidsspelen voor de gemeente Tynaarlo”.

Ondertekening

Vries, 11 december 2007
De raad voornoemd,
J.Rijpstra, voorzitter
J.L. de Jong, griffier