Subsidieverordening Oudejaarsactiviteiten

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Oudejaarsactiviteiten

Artikel 1 Begripsbepalingen

In aanvulling op artikel 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan onder:

  • 1.

    Oudejaarssubsidie: een incidentele subsidie, bestaande uit in ieder geval een basissubsidie en een inwonersafhankelijke subsidie, die aan een organisatie, stichting, vereniging of horecaondernemer wordt verleend, ter ondersteuning in de kosten voor het organiseren van een oudejaarsactiviteit.

  • 2.

    Basissubsidie: een subsidie die voor elk dorp gelijk is en die bedoeld is om de extra vaste kosten voor de organisatie, stichting of horecaondernemer te drukken.

  • 3.

    Inwonersafhankelijke subsidie: een subsidie die per dorp kan verschillen en afhankelijk is van het aantal inwoners in een dorp in de leeftijdscategorie van 14 t/m 40 jaar op 1 december van het lopende jaar.

  • 4.

    Extra subsidie: een subsidie die alleen wordt verleend aan organisatoren van grote oudejaarsactiviteiten voor meer dan 500 personen die naast de normale extra vaste kosten te maken hebben met kosten voor huur sporthal, artiesten, extra (sanitaire)voorzieningen, maatregelen ter bescherming van sportvloer, koelwagen, aggregaat, etc.

  • 5.

    Subsidie inschakelen professionele toezichthouders: een subsidie die alleen wordt verleend aan organisatoren van grote oudejaarsactiviteiten van meer dan 500 personen waarbij de gemeente de organisatie verplicht om professionele toezichthouders in te schakelen.

  • 6.

    Extra vaste kosten: kosten van zaalhuur, huur band/disco, extra personeelskosten, schoonmaakkosten, attentie voor vrijwilligers, het verstrekken van één gratis consumptie of het heffen van een lagere entreeprijs, verzekerings-/energiekosten etc.

Artikel 2 Te subsidiëren activiteit

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen als bijdrage in de kosten van het organiseren van oudejaarsactiviteiten die naar hun oordeel in het belang zijn bij het voorkomen van vandalisme.

Artikel 3 Subsidieplafond en -bedragen

  • 1. Voor elk begrotingsjaar is voor het subsidiëren van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening, een bedrag beschikbaar dat is vastgesteld in de Beleidsnotitie ‘Subsidie Oudejaarsactiviteiten’ en opgenomen in de begroting.

  • 2. De subsidiebedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het prijsniveau zoals dat terzake van subsidies voor het betreffende jaar wordt toegepast voor de begroting.

  • 3. De subsidiebedragen worden naar boven afgerond op een hele euro.

  • 4. De bedragen van de entree zoals genoemd in artikel 6, lid 3, worden niet geïndexeerd maar kunnen jaarlijks met € 0,25 worden verhoogd.

Artikel 4 Aanvraag en verlening subsidie

  • 1. In afwijking van de Algemene subsidieverordening moeten subsidieaanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening vóór 1 december (Burgum en Trynwâlden vóór 1 oktober) van het kalenderjaar waarin de oudejaarsactiviteit plaatsvindt worden aangevraagd.

  • 2. De aanvraag moet worden ingediend via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier onder gelijktijdige indiening van een begroting en een activiteitenoverzicht.

  • 3. In afwijking van de Algemene subsidieverordening geeft het college ook bij subsidies met een bedrag lager dan € 1.000,- voorafgaand aan de subsidievaststelling een verleningsbeschikking af.

Artikel 5 Vaststelling en uitbetaling

  • 1. Na afloop van de oudejaarsactiviteit dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in conform de Algemene subsidieverordening.

  • 2. In aanvulling op de Algemene subsidieverordening stelt het college de subsidie lager vast indien:

    • a.

      e.e.a niet netjes is achtergelaten;

    • b.

      er verwijtbare vernielingen zijn gepleegd, of

    • c.

      de gemeente constateert dat een organisatie niet daadkrachtig heeft opgetreden tegen vernielingen die onder haar ogen zijn gepleegd.

Artikel 6 Aanvullende verplichtingen

  • 1. De in aanmerking komende oudejaarsactiviteiten moeten openbaar zijn en voor een ieder toegankelijk

  • 2. Per dorp wordt slechts één oudejaarsactiviteit gesubsidieerd, te bepalen door het college op basis van de beleidsnotitie “Subsidie Oudejaarsactiviteiten.”.

  • 3. Er mag bij een oudejaarsactiviteit een entree worden geheven van maximaal € 3,50. Voor de grootschalige feesten (meer dan 500 bezoekers) en de feesten waarbij live-muziek ten gehore wordt gebracht mag de entree maximaal € 5,- bedragen. Eventueel is het mogelijk om bij de grootschalige feesten of feesten waarbij live-muziek ten gehore wordt gebracht in de voorverkoop kaarten te verkopen die goedkoper zijn, waardoor aan de kassa een hoger entreebedrag mag worden geheven. De bedragen mogen echter niet hoger zijn dan € 5,- (voorverkoop) en € 7,50 (aan de kassa).

Artikel 7 Voorschotten

Burgemeester en wethouders kunnen een voorschot verlenen van maximaal 50 procent van de verleende subsidie voor aanvang van de oudejaarsactiviteit. Mocht na afloop van de oudejaarsactiviteit blijken dat de gemaakte extra kosten lager uitvallen dat het uitgekeerde voorschot dan wordt het teveel uitbetaalde subsidiebedrag teruggevorderd.

Artikel 8 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, voorzover de toepassing van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van het in deze verordening bepaalde.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘’subsidieverordening Oudejaarsactiviteiten’’.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de subsidieverordening Oudejaarsactiviteiten 2006 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel op 18 december 2008

de voorzitter
de griffier