Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning

Geldend van 01-10-2004 t/m heden

Intitulé

Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de

Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning

Artikel 1. Begripsbepaling

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    College : College van burgemeester en wethouders;

  • b.

    vrijwilligerspenning : in artikel 1, derde lid, van de Verordening gemeentelijke onderscheidingen bedoelde vrijwilligerspenning van de gemeente Uden.

    Artikel 2. Instelling

    • 1.

      Er is een Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning.

    • 2.

      De commissie heeft tot taak:

      • a.

        kandidaten te selecteren die in aanmerking komen voor de vrijwilligerspenning;

      • b.

        kandidaten voor de toekenning van de vrijwilligerspenning voor te dragen aan het College.

    Artikel 3. Samenstelling

    • 1.

      De commissie bestaat uit acht leden die bekend zijn met en affiniteit hebben met het vrijwilligerswerk in één of meer van de volgende sectoren:

      • a.

        kunst, cultuur en onderwijs;

      • b.

        sociaal-cultureel werk;

      • c.

        sociale en maatschappelijke zorg;

      • d.

        sport en recreatie.

    • 2.

      De leden worden door het College benoemd.

    • 3.

      Niet benoembaar tot lid zijn leden van de Raad of het College en ambtenaren door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt.

    • 4.

      De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.

    Artikel 4. Voorzitter

    De voorzitter leidt de vergaderingen van de commissie, ondertekent de stukken die van haar uitgaan en treedt voor de commissie op in de gevallen waarin zij moet worden vertegenwoordigd.

    Artikel 5. Secretaris

    Artikel 5. Secretaris

    • 1.

      Het College voegt aan de commissie een ambtenaar als secretaris toe.

    • 2.

      De secretaris ondersteunt de commissie bij het vervullen van haar werkzaamheden, draagt zorg voor de verslaglegging van haar vergaderingen en ondertekent mede de stukken die van de commissie uitgaan.

    Artikel 6. Zittingsduur

    • 1.

      De leden van de commissie treden elke vier jaar af, voor het eerst op 1 september 2008. Zij kunnen terstond worden herbenoemd.

    • 2.

      De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij de voorzitter, die daarvan kennis geeft aan het College.

    • 3.

      Indien tussentijds een vacature ontstaat, kan de commissie het College een aanbeveling doen voor de benoeming van een lid.

    • 4.

      Een lid dat tussentijds wordt benoemd, treedt tegelijk met de overige leden af.

    Artikel 7. Vergaderingen

    • 1.

      De voorzitter roept de leden op ter vergadering zo dikwijls hij dit noodzakelijk vindt of indien ten minste twee leden hem daartoe schriftelijk onder opgaaf van de reden verzoeken.

    • 2.

      Oproeping geschiedt schriftelijk tenminste een week voor de datum waarop de vergadering plaatsvindt.

    • 3.

      De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

    Artikel 8. Besluitvorming

    • 1.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.

    • 2.

      Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

    Artikel 9. Inwerkingtreding

    Deze regeling treedt in werking op 1 september 2004.

    Artikel 10. Citeertitel

    Artikel 10. Citeertitel

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning.

    Uden, 28 september 2004 Burgemeester en wethouders van Uden

    de secretaris de burgemeester

    mr. A. van den Brink J.A.M. Vos

    Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning

Toelichting op de Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning

Algemeen

Op grond van de Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden kunnen drie lokale decoraties worden toegekend. Dat zijn het ereburgerschap, de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning.

De vrijwilligerspenning vloeit voort uit de Nota vrijwilligersbeleid gemeente Uden. Daarin werd uitgesproken dat de vrijwilligers, ook al verrichten zij het werk vanuit een persoonlijke motivatie, toch ook vanuit de lokale samenleving erkenning en waardering voor hun inzet verdienen. In de notitie werd gekozen voor een penning van verdienste. Bij de verdere ontwikkeling van het gemeentelijk decoratiestelsel is besloten naast een algemene penning van verdienste een afzonderlijke penning van verdienste in te voeren voor vrijwilligers.

Voor de huldiging van vrijwilligers in de sport bestaat in Uden de aanwijzing van de sportvrijwilliger van het jaar. Kandidaten voor die eervolle titel kunnen jaarlijks worden voorgedragen door organisaties en instellingen op het terrein van de sport. Op basis daarvan is een bestand gevormd, waaruit door een informeel samengestelde commissie kandidaten worden geselecteerd. De commissie hanteert richtlijnen en criteria om tot een verantwoorde keuze te komen.

Na de invoering van de vrijwilligerspenning komt de aanwijzing van de sportvrijwilliger van het jaar te vervallen. Door de bestaande commissie, in een gewijzigde opzet, in te schakelen bij de selectie van kandidaten voor de vrijwilligerspenning wordt verzekerd dat de selectie zorgvuldig en weloverwogen gebeurt. Dit zal zorgen voor nog meer draagvlak voor deze gemeentelijke onderscheiding.

De commissie ondergaat hierdoor een taakverbreding. Deze komt ook in de verhoging van het ledental van vijf naar acht tot uitdrukking.

Om de continuïteit te waarborgen, is het wenselijk de commissie een formele grondslag te bieden. De Regeling Commissie voordracht kandidaten vrijwilligerspenning voorziet hierin.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

In dit artikel wordt de commissie ingesteld en haar taak omschreven.

Een bindende voordracht wordt niet beoogd, al ligt het voor de hand dat het College een voorstel van de commissie, gebaseerd op een zorgvuldige afweging, in de regel overneemt.

Artikel 3

Dit artikel verdeelt het vrijwilligerswerk in de gemeente in vier sectoren. Deze rubricering is tevens grondslag voor de voordracht van kandidaten voor de vrijwilligerspenning. Beoogd is enerzijds een werkbare verdeling tot stand te brengen, anderzijds een verantwoorde spreiding van decoraties te realiseren. Daarbij is zoveel mogelijk ook rekening gehouden met het aantal vrijwilligers dat in een sector actief is. Mocht de praktijk uitwijzen dat een andere indeling doelmatiger is, dan kan bijstelling worden overwogen.

Om een zekere onafhankelijkheid van de commissie ten opzichte van het gemeentebestuur te waarborgen, worden in het derde lid met het lidmaatschap van de commissie onverenigbare gemeentelijke betrekkingen aangewezen. Minder eenvoudig is het de commissie ook op afstand te plaatsen van de organisaties waarbij vrijwilligers werkzaam zijn. Artikel 3 verlangt van de commissieleden immers bekendheid en affiniteit met het vrijwilligerswerk in de gemeente. Wel kan bij de selectie van commissieleden aan dit aspect aandacht worden besteed en overigens zal de collectieve besluitvorming over voordrachten zonodig als correctief kunnen gelden.

Artikelen 4 en 5

Deze artikelen bevatten een globale taakomschrijving van de voorzitter en de ambtelijk secretaris van de commissie.

Artikel 6

De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan die van de leden van de Raad. Gezien de taak en positie van de commissie is er van afgezien de zittingsperiode van de commissie te laten samenvallen met die van de raadsleden.

In het derde lid wordt de commissie de bevoegdheid gegeven een aanbeveling te doen voor de vervulling van een tussentijdse vacature.

Artikel 7

Omdat de voordracht betrekking heeft op personen, wordt in het derde lid bepaald dat de vergaderingen van de commissie besloten zijn.

Artikel 8

Het streven moet zijn gericht op unanieme voordrachten. Als dit in een bepaald geval niet mogelijk blijkt, is besluitvorming door dit artikel toch verzekerd.

Artikelen 9 en 10

Deze bepalingen behoeven geen toelichting.