Regeling bestuurlijke boete basisregistratie personen

Geldend van 08-10-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden ;

Gelet op; de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.40 lid 5, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van

de Wet basisregistratie personen (wet Brp).

Overwegende; dat het noodzakelijk is een beleidsregel in te stellen om personen te kunnen

verbaliseren indien zij de verplichtingen die voortvloeien uit de wet basisregistratiepersonen niet

uitvoeren.

Besluit vast te stellen de Regeling bestuurlijke boete basisregistratie personen

Artikel 1 Hoogte bestuurlijke boete

Er kunnen twee boetes opgelegd worden:

  • 1.

    Standaardboete van 250 euro.

  • 2.

    Maximale boete van 325 euro. De maximale boete wordt opgelegd bij overtreding van verplichtingen die te maken hebben met migratie (o.a. vestiging, adreswijziging en vertrek). Daarbij spelen de volgende criteria een rol:

a) het is aannemelijk dat de verplichting bewust niet is nagekomen;

b) het gaat om de gelegenheid, als bedoeld in artikel 4.17 onder b wet Brp;

c) er is sprake van recidive.

Artikel 2 Procedure

  • 1.

    Er wordt geconstateerd dat de burger mogelijk een verplichting in de zin van de wet Brp overtreedt, waarvoor de bestuurlijke boete kan worden opgelegd.

  • 2.

    De burger wordt in een brief gewezen op zijn verplichting. In de brief is opgenomen:

a) de termijn waarbinnen alsnog de verplichting moet zijn vervuld;

b) een clausule, die vermeldt dat als de burger niet aan de verplichting voldoet, hem een bestuurlijke boete kan worden/wordt opgelegd.

Als tijdens een gesprek ter plaatse of in persoon aan de balie of tijdens een telefoongesprek van de burger blijkt dat hij niet aan de verplichting wil voldoen, dan kan er ook een boeterapport opgesteld worden.

  • 3.

    De burger voldoet niet binnen de gestelde termijn aan de verplichting.

  • 4.

    Gaat het om een verplichting op het terrein van aangifte van vestiging, adreswijziging of vertrek:

Ga verder naar stap 5.

Gaat het om een de verplichting tot het overleggen van documenten waaraan gegevens over de identiteit, de burgerlijke staat en nationaliteit moeten worden ontleend, de verplichting om in persoon te verschijnen of het verstrekken informatie: Ga verder naar stap 9.

  • 5.

    Er is een onderzoekdossier waaruit blijkt wat de aanleiding is van het onderzoek en welke stappen in dit onderzoek gezet zijn. De brief waarbij de burger gewezen wordt op zijn verplichting met vermelding van de bestuurlijke boete (zie stap 2) maakt deel uit van/ is terug te vinden in dit dossier.

  • 6.

    Het hoofd afdeling Publiekszaken stuurt een voornemen dat er een ambtshalve beslissing genomen wordt over het opnemen van persoonsgegevens wanneer de burger niet alsnog binnen in deze brief

gestelde termijn de verplichting vervuld. In het voornemen is een clausule opgenomen dat de bestuurlijke boete wordt opgelegd bij gelegenheid van die ambtshalve beslissing.

  • 7.

    De burger reageert niet op de voornemenbrief en doet geen aangifte.

  • 8.

    Het hoofd afdeling Publiekszaken stuurt de burger twee besluiten.

a) Het besluit tot ambtshalve opname van persoonsgegevens i.v.m. de vestiging,adreswijziging of vertrek.

b) Het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke boete.

Bij elk besluit is gemotiveerd en tevens is vermeld dat er bezwaar gemaakt kan worden. Deze twee besluiten kunnen in één brief worden meegedeeld of in twee afzonderlijke brieven. Als u de besluiten in één brief meedeelt, is het wel van belang dat in de brief duidelijk staat dat er afzonderlijk bezwaar gemaakt kan worden tegen de ambtshalve beslissing en tegen de bestuurlijke boete. Het bezwaar moet binnen 6 weken na verzending van het besluit worden ingediend.

  • 9.

    Na een (eventueel herhaalde) oproep om documenten te overleggen, in persoon te verschijnen of om informatie te geven, heeft de burger niet gereageerd.

  • 10.

    Het hoofd afdeling Publiekszaken stuurt de burger een brief waarin het besluit wordt meegedeeld dat aan de burger een bestuurlijke boete wordt opgelegd. Het besluit is gemotiveerd en tevens is

vermeld dat er tegen het besluit bezwaar gemaakt kan worden. Het bezwaar moet binnen 6 weken na verzending van het besluit worden ingediend.

  • 11.

    Na een afwijzende beslissing van bezwaar kan de burger binnen 6 weken beroep in dienen bij de sector Bestuursrecht Den Bosch.

  • 12.

    De inning van de boete wordt opgeschort totdat de bezwaartermijn is verstreken dan wel wanneer er over het bezwaar of eventueel beroep is besloten en de bezwaar- en beroepstermijn is verstreken.

  • 13.

    Als geen bezwaar of beroep meer open staat, start het college de inningsprocedure.

Artikel 3 Afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete

Het hoofd afdeling Publiekszaken kan in een aantal situaties afzien van het opleggen van een boete:

  • 1.

    er is sprake van zeer dringende redenen;

  • 2.

    de gedraging valt u helemaal niet te verwijten;

  • 3.

    voor de gedraging is al een boete via het strafrecht opgelegd;

  • 4.

    de gedraging is verjaard;

  • 5.

    de overtreder is overleden.

Artikel 4 Matiging

1.Het hoofd afdeling Publiekszaken kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van

a) de ernst van de overtreding,

b) de mate van verwijtbaarheid,

c) de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

d) de omstandigheden waarin de overtreder verkeert, het opleggen van een boete volgens deze Beleidsregels onevenredig is.

2.Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien

sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

Artikel 5 Aan wie kan de bestuurlijke boete opgelegd worden

De bestuurlijke boete wordt opgelegd aan de overtreder.

De bestuurlijke boete kan ook worden opgelegd aan de juridische vertegenwoordigers van

minderjarigen tot 16 jaar.

Artikel 6 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere

overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Bestuurlijke boete Brp”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 11 november 2014.

college van Burgemeester en Wethouders van Uden,

de burgemeester, de gemeentesecretaris,

Overtreding Bestuurlijke boete

Migratie

artikel 2.38: vestiging uit buitenland

Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen

Lid 2: betrokkene weigert het adres binnen de gemeente Uden te overleggen

Lid 4: betrokkene weigert aangifte te doen na wijziging status als bedoeld in art. 2.6 Wet BRP

€ 325

artikel 2.39: adreswijziging

Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen van de nieuwe verblijfplaats binnen Nederland

€ 325

Artikel 2.47: inlichtingen verstrekken

Indien betrokkene weigert inlichtingen te verstrekken over een mogelijke adreswijziging

€ 325

Briefadres

Artikel 2.39: adreswijziging

Lid 3: betrokkene geeft briefadres op terwijl er sprake is van een woonadres

€ 325

Artikel 2.45: het briefadres

Lid 4: de briefadresgever weigert informatie te verstrekken over de briefadreshouder

€ 250

Bij recidive

€ 325

Brondocumenten

Artikel 2.38: vestiging uit buitenland

Lid 3: betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler.

€ 250

Artikel 2.44: Overleggen wijzigingen in het buitenland

betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, welke zich buiten Nederland hebben voorgedaan, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler.

€ 250

Artikel 2.46: verstrekken documenten op verzoek

betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit wanneer hierom verzocht wordt, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler.

€ 250

Artikel 2.51: verstrekken documentenbij overlijden in buitenland

De echtgenoot, de geregistreerde partner of andere nabestaande tot en met de tweede graad van eeningezetene die in het buitenland is overleden weigert inlichtingen over dit overlijden te verstrekken indien hierom verzocht wordt.

€ 250

Artikel 2.52: overleggenidentiteitsdocumenten

Lid 1: Betrokkene weigert een document te overleggen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op deidentificatieplicht.

€ 250