Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels bijzondere bijstand voor zelfstandigen

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand voor zelfstandigen

Het College van burgemeester en wethouders van Uden;

overwegende dat voor gevestigde zelfstandigen met ernstige financiële problemen kosten voor een saneringsbureau noodzakelijk kunnen zijn, en zelfstandigen bij de aanvraag voor een beroep op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) of bij het beëindigen van het bedrijf, in verband met het niet meer levensvatbaar zijn, jaarstukken moeten overleggen;

gelet op artikel 35 Participatiewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

besluit

vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand voor zelfstandigen

Artikel 1 Definities

Artikel 2 Kosten schulddienstverlening

  • 1. Wanneer een gevestigde zelfstandige een ambtelijke doorverwijzing naar een schuldsaneringsbureau (gespecialiseerd in zelfstandigen) krijgt, kunnen de kosten voor deze schuldhulp voor bijzondere bijstand in aanmerking komen indien:

    • a.

      de Bbz-consulent na de intake voor een Bbz-traject van oordeel is dat het bedrijf niet levensvatbaar is en het bedrijf wordt beëindigd;

    • b.

      de Bbz-consulent de jaarstukken voor een levensvatbaarheidonderzoek aan een adviesbureau voorlegt en het advies luidt dat het bedrijf niet levensvatbaar is, waarna het bedrijf wordt beëindigd.

  • 2. De bijzondere bijstand als bedoeld in het eerste lid wordt enkel verstrekt als de zelfstandige, bedoeld in het eerste lid, zijn bedrijf beëindigt op advies van de Bbz-consulent na de intake voor een Bbz-traject of na het levensvatbaarheidsonderzoek, waaruit blijkt dat het bedrijf niet levensvatbaar is, en wordt verstrekt over de periode waarin de zelfstandige zich meldt voor schuldhulp totdat het bedrijf is beëindigd.

  • 3. De bijzondere bijstand als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt om niet.

  • 4. Wanneer een gevestigde zelfstandige een ambtelijke doorverwijzing naar een schuldsaneringsbureau (gespecialiseerd in zelfstandigen) krijgt en de jaarstukken worden vervolgens voor een levensvatbaarheidonderzoek naar een adviesbureau (advies over die levensvatbaarheid) gestuurd, komen de kosten voor schuldhulp niet voor bijzondere bijstand in aanmerking, indien uit het levensvatbaarheidonderzoek blijkt dat het bedrijf levensvatbaar is en een Bbz-traject wordt vervolgd. De kosten voor het saneringsbureau worden dan meegenomen in het kapitaal van het bedrijf.

Artikel 3 Kosten accountant/boekhouder

  • 1. De kosten voor het opstellen van jaarstukken kunnen worden gezien als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten en kunnen derhalve voor bijstandsverlening in aanmerking komen indien:

    • a.

      de gevestigde zelfstandige door een accountant/boekhouder jaarstukken moet laten opstellen die noodzakelijk zijn voor het voeren van een levensvatbaarheidonderzoek in het kader van een Bbz-aanvraag en hij een betalingsachterstand van meer dan € 1000,- bij de accountant/boekhouder heeft;

    • b.

      de gevestigde zelfstandige zijn bedrijf na de intake voor een Bbz-traject op advies van de Bbz-consulent beëindigt en hij voor deze bedrijfsbeëindiging door een accountant/boekhouder jaarstukken moet laten opstellen die noodzakelijk zijn voor de eindaangifte bij de Belastingdienst en hij een betalingsachterstand van meer dan € 1000,- bij de accountant/boekhouder heeft.

  • 2. De bijzondere bijstand als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt als leenbijstand.

Artikel 4 Terugbetaling lening

  • 1. Indien er een Bbz-/bijstandsuitkering voor de kosten van levensonderhoud wordt verstrekt, bedraagt de aflossing van de lening 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, maar niet meer dan het bedrag dat ingevolge het bepaalde in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor beslag in aanmerking zou komen. Het aflossingsbedrag wordt ingehouden op de lopende Bbz-/bijstandsuitkering.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, wordt in het geval dat er geen Bbz-/bijstandsuitkering voor de kosten van levensonderhoud wordt verstrekt, het aflossingsbedrag verhoogd naar 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als zou er sprake zijn van bijstand, tenzij dit tot onbillijke situaties laat (ter beoordeling van de Bbz-consulent).

  • 3. Als na 36 maanden nog een restbedrag openstaat én belanghebbende heeft voldaan aan de aflossingsverplichting, wordt het restbedrag ambtshalve kwijtgescholden.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan het (rest)bedrag aan leenbijstand eerder worden kwijtgescholden indien een schuldregeling in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening door deze leenbijstand geen doorgang kan vinden.

Artikel 5 Overige voorwaarden

Belanghebbende kan gevraagd worden betaalbewijzen, kwitanties, facturen en dergelijke te overleggen.

Artikel 6 Bijzondere situaties/hardheidsclausule

  • 1. In bijzondere situaties kan van het bepaalde in deze beleidsregels worden afgeweken indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het Hoofd afdeling Maatschappelijke Dienstverlening.

Artikel 7 Inwerkingtreding en looptijd

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2018.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bijzondere bijstand voor zelfstandigen.

Ondertekening

Uden, 12 december 2017

Burgemeester en wethouders van Uden

de secretaris

mr. J.M. Smarius

de burgemeester

drs. H.A.G. Hellegers

Toelichting

Eén van de maatregelen uit het armoedebeleid 2018-2021 is het hebben van aandacht voor zelfstandigen. Wanneer een zelfstandige schulden heeft en zich bij het Bbz-loket meldt (of door de gemeentelijke schulddienstverlening wordt doorverwezen naar het Bbz-loket), verwijst de Bbz-specialist de zelfstandige door naar een schuldsaneringsbureau (gespecialiseerd in zelfstandigen) om in ieder geval de schuldensituatie te stabiliseren. Daarnaast wordt door de Bbz-specialist beoordeeld of een levensvatbaarheidsonderzoek voor een Bbz-traject moet worden uitgevoerd. Voor een dergelijk levensvatbaarheidsonderzoek is het noodzakelijk dat de zelfstandige jaarstukken overhandigt.

Als het bedrijf niet meer levensvatbaar is en het bedrijf wordt beëindigd, zijn jaarstukken nodig voor de eindaangifte bij de Belastingdienst.

De jaarstukken moeten worden opgesteld door een boekhouder/accountant. Omdat de zelfstandige dan al in een schuldenpositie verkeert, kan het zijn dat er ook een betalingsachterstand bij de accountant/boekhouder is, waardoor jaarstukken niet worden opgesteld.

In deze beleidsregels worden kaders gesteld voor het vanuit de bijzondere bijstand vergoeden van de kosten van het schuldsaneringsbureau en voor het opstellen van jaarstukken.

Artikel 1 Definities

Ambtelijke doorverwijzing is gekaderd tot een doorverwijzing van een Bbz-consulent. Op die manier is geborgd dat een consulent met Bbz-expertise een afweging maakt of het zinvol is een Bbz-traject te starten of dat het bedrijf beter direct beëindigd kan worden.

Onder gevestigde zelfstandige wordt verstaan de zelfstandig ondernemer die minimaal 18 maanden zelfstandige is. Kosten voor schuldhulp voor startende zelfstandigen die korter dan 18 maanden zelfstandig ondernemer zijn, komen daarmee voor eigen rekening van de zelfstandige. Dit geldt ook voor de kosten van de accountant/boekhouder indien jaarstukken moeten worden opgesteld voor een Bbz-aanvraag.

Artikel 2 Kosten schulddienstverlening

Wanneer een zelfstandige zich meldt bij het Bbz-loket, kan hij de zelfstandige doorverwijzen naar een schuldsaneringsbureau (gespecialiseerd in zelfstandigen) om zo snel mogelijk de schuldensituatie te stabiliseren. Parallel aan deze schuldhulp, maakt de Bbz-consulent een inschatting of het zinvol is nog een onderzoek in te stellen naar de levensvatbaarheid van het bedrijf of dat bij voorbaat al gesteld kan worden dat het beter is het bedrijf te beëindigen. 3 Scenario’s zijn dan mogelijk:

  • 1)

    De Bbz-consulent is bij voorbaat van oordeel dat het bedrijf niet meer levensvatbaar is en adviseert de zelfstandige het bedrijf te beëindigen.

  • 2)

    De Bbz-consulent vraagt een adviesbureau een levensvatbaarheidsonderzoek naar het bedrijf in te stellen. Het resultaat van dit onderzoek is dat het bedrijf niet meer levensvatbaar is en de zelfstandige wordt geadviseerd het bedrijf te beëindigen.

  • 3)

    De Bbz-consulent vraagt een adviesbureau een levensvatbaarheidsonderzoek naar het bedrijf in te stellen. Het resultaat van dit onderzoek is dat het bedrijf nog levensvatbaar is en een Bbz-traject wordt gestart.

In alle gevallen heeft het schuldsaneringsbureau kosten voor schuldhulp gemaakt. In de situaties zoals hierboven genoemd onder 1) en 2) kan aan de zelfstandige bijzondere bijstand worden verstrekt voor de kosten van schuldhulp die het bureau heeft gemaakt in de periode tussen het moment dat de zelfstandige zich na de doorverwijzing van de Bbz-consulent heeft gemeld voor schuldhulp en het moment van bedrijfsbeëindiging.

In de situatie zoals genoemd onder 3) worden de kosten van schuldhulp die het bureau heeft gemaakt in de periode tussen het moment dat de zelfstandige zich na de doorverwijzing van de Bbz-consulent heeft gemeld voor schuldhulp en het moment dat het Bbz-traject wordt gestart, meegenomen in het kapitaal van het bedrijf. Dit is voorliggend en bijzondere bijstand is dan niet aan de orde.

Artikel 3 Kosten accountant/boekhouder

Wanneer een levensvatbaarheidsonderzoek in het kader van de Bbz moet worden uitgevoerd, is het noodzakelijk dat de zelfstandige jaarstukken overlegt.

Deze jaarstukken moeten door een boekhouder/accountant worden opgesteld en dat kost geld. Omdat de betreffende zelfstandigen zich al in een schuldenpositie bevinden en ze vaak ook een schuld bij de boekhouder/accountant hebben, kan het een financiële belemmering zijn jaarstukken op te laten stellen. Wanneer de betalingsachterstand bij de boekhouder/accountant groter is dan een bedrag van € 1.000,-, kan voor de kosten van het opstellen van jaarstukken bijzondere bijstand worden verstrekt in de vorm van leenbijstand. Dit geldt ook voor het opstellen van jaarstukken voor de eindaangifte bij de Belastingdienst in geval van bedrijfsbeëindiging vanwege het niet meer levensvatbaar zijn.

Artikel 4 Terugbetaling lening

Deze wijze van aflossen van de lening is analoog aan het bepaalde in de beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Mag alleen een Bbz-krediet worden verstrekt, is het aflossingsbedrag 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm als zou er sprake zijn van bijstand (voor de kosten van levensonderhoud). Mocht dit tot onbillijke situaties leiden (de zelfstandigen bevinden zich immers al in een schuldenpositie), kan een lager aflossingsbedrag worden gehanteerd. Dit is altijd ter beoordeling van de Bbz-consulent.

Artikel 5 Overige voorwaarden

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6 Bijzondere situaties/hardheidsclausule

Behoeft geen andere toelichting.