Regeling vervallen per 05-04-2024

Algemene inspraakverordening

Geldend van 19-01-2007 t/m 04-04-2024

Intitulé

Algemene inspraakverordening

Artikel 1. Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    College : College van burgemeester en wethouders;

  • b.

    inspraak : het overeenkomstig deze verordening betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • c.

    bestuursorgaan : de Raad, het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Artikel 2. Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4. Vorm van inspraak

  • 1.

    Inspraak wordt verleend door overeenkomstige toepassing van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere procedure vaststellen. Daarbij kan geheel of ten dele worden afgeweken van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht en kan het bestuursorgaan de kring van inspraakgerechtigden nader bepalen.

Artikel 5. Verslag

  • 1. Van de inspraak maakt het bestuursorgaan een verslag op.

  • 2. Het verslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de vorm waarin inspraak is verleend;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het verslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 6. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene inspraakverordening.

  • 2.

    Zij treedt in werking op een door het College te bepalen tijdstip.

  • 3.

    De Inspraakverordening voor de gemeente Uden wordt ingetrokken.

  • 4.

    Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening aangevangen inspraakprocedures worden afgewikkeld overeenkomstig de Inspraakverordening voor de gemeente Uden.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2004.
De Raad voornoemd
de griffier de voorzitter

Algemene inspraakverordening

Toelichting op de Algemene inspraakverordening

De Algemene inspraakverordening volgt grotendeels de Modelinspraakverordening, opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG zond deze verordening toe aan haar leden bij brief van 22 augustus 2003, kenmerk Lbr. 03/114, BJZ/2003003186. Afwijkingen van het model zijn aangegeven in een bij deze toelichting gevoegde Vergelijking VNG-model met Algemene inspraakverordening.

Voor een algemene en artikelsgewijze toelichting op de verordening wordt verwezen naar de toelichting op de Modelinspraakverordening.

Hierna worden de afwijkingen toegelicht.

Artikel 1

Toegevoegd is een begripsomschrijving van College en bestuursorgaan.

Het begrip inspraak is gerelateerd aan de verordening.

De begripsomschrijvingen van inspraakprocedure en beleidsvoornemen zijn geschrapt, omdat deze voor zichzelf spreken.

Artikel 2

Aangezien inspraak krachtens de verordening altijd betrekking heeft op de voorbereiding van gemeentelijk beleid, kan de desbetreffende zinsnede in het eerste lid vervallen. De overige leden zijn ongewijzigd.

Artikel 3

Dit artikel is ongewijzigd.

Artikel 4

De formulering van het eerste lid sluit nauwer dan in het model aan bij de tekst van het nieuwe artikel 150 van de Gemeentewet. Er is sprake van ‘overeenkomstige’ toepassing, omdat afdeling 3.4. uitsluitend betrekking heeft op besluiten. Besluiten zijn schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden. Beleidsvoornemens zijn geen besluiten.

In het tweede lid is aanvullend verduidelijkt dat incidenteel of permanent voor een beleidsvoornemen of categorie van beleidsvoornemens een afwijkende procedure kan worden vastgesteld. Op grond van dit lid kan de inspraak, afhankelijk van het beleidsvoornemen, ook worden beperkt tot bepaalde groepen van inwoners of belanghebbenden, uiteraard voorzover een bijzondere wet niet anders bepaalt. Het model biedt daarover niet de gewenste duidelijkheid.

Artikel 5

Dit artikel spreekt van verslag dat van de inspraak wordt opgemaakt in plaats van eindverslag ter afronding van de inspraak, zoals de Modelverordening doet. Er is geen beletsel om zonodig ook tussentijds een verslag op te maken. De verplichting van de burgemeester om het verslag van de inspraak in het burgerjaarverslag te vermelden, is niet overgenomen. Dat laat de vrijheid van de burgemeester onverlet om, met inachtneming van de eisen die de Gemeentewet stelt en op de wijze die de burgemeester verkieslijk acht, in het burgerjaarverslag, aandacht te besteden aan de gevolgde inspraakprocedures.

Artikel 6, 7 en 8

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Vergelijking VNG-model met algemene inspraakverordening

VNG-model

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2. Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

  • a.

    ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

  • b.

    indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

  • c.

    indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

  • d.

    inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • e.

    indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

  • f.

    indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Algemene inspraakverordening

Artikel 1. Begripsbepaling

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    College: College van burgemeester en wethouders;

  • b.

    inspraak: het overeenkomstig deze verordening betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • c.

    bestuursorgaan: de Raad, het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Artikel 2. Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4. Inspraakprocedure

  • 1.

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5. Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6. Intrekking oude verordening

De Verordening … wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.

Artikel 3. Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4. Vorm van inspraak

  • 1.

    Inspraak wordt verleend door overeenkomstige toepassing van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere procedure vaststellen. Daarbij kan geheel of ten dele worden afgeweken van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht en kan het bestuurorgaan de kring van inspraakgerechtigden nader bepalen.

  • 3.

    Bij inspraak overeenkomstig het eerste lid op ruimtelijke plannen of herziening daarvan als bedoeld in artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt een zienswijze aangeduid als inspraakreactie.

Artikel 5. Verslag

  • 1.

    Van de inspraak maakt het bestuursorgaan een verslag op.

  • 2.

    Het verslag bevat in elk geval:

  • a.

    een overzicht van de vorm waarin inspraak is verleend;

  • b.

    een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

  • c.

    een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan;

  • d.

    het bestuursorgaan maakt het verslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 6. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene inspraakverordening.

  • 2.

    Zij treedt in werking op een door het College te bepalen tijdstip.

  • 3.

    De Inspraakverordening voor de gemeente Uden wordt ingetrokken.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.

4. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening aangevangen inspraakprocedures worden afgewikkeld overeenkomstig de Inspraakverordening voor de gemeente Uden.