Regeling vervallen per 12-01-2022

Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden

Geldend van 17-01-2013 t/m 11-01-2022

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden

De raad van de gemeente Uden,

in vergadering bijeen op 20 december 2012,

gelezen het initiatiefvoorstel van de fractie van D66,

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de

Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van één of meer initiatiefgerechtigden ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad.

Artikel 2

  • 1. De gemeenteraad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door één of meer initiatiefgerechtigden een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet geldig indien het:

    • a.

      niet door ten minste 75 ingezetenen van de gemeente Uden van 16 jaar en ouder wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

  • 3. De situatie op de dag van indiening van het verzoek is bepalend voor de beoordeling of de indiener(s) initiatiefgerechtigd is (zijn) en het verzoek geldig is.

  • 4. De voorzitter van de raad controleert de geldigheid van een burgerinitiatief en stelt de raad in kennis van zijn bevindingen.

Artikel 3

Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen van de gemeente Uden van 18 jaar en ouder.

Artikel 4

Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

  • a.

    een onderwerp dat in strijd is met wet- en regelgeving;

  • b.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;

  • c.

    een vraag over het gevoerde of te voeren gemeentelijk beleid;

  • d.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    een onderwerp waartegen een bezwaar-, administratiefberoeps- of een beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • f.

    een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

  • g.

    een onderwerp dat betrekking heeft op interne bedrijfsvoering en gemeentelijke arbeidsvoorwaarden;

  • h.

    een vordering tot vergoeding van schade;

  • i.

    een onderwerp dat betrekking heeft op privébelangen.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

  • a. een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

  • b. een toelichting op het burgerinitiatief;

  • c. de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van één, twee of drie initiatiefnemers;

  • d. een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de ingezetene van 16 jaar en ouder van de gemeente Uden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van een bij de griffie verkrijgbaar formulier. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

Artikel 6

  • 1. Een geldig initiatiefvoorstel wordt door het presidium voor inhoudelijke bespreking verwezen naar een raadscommissie.

  • 2. Het voorstel wordt ter kennis gebracht van het college onder vermelding van de datum van de inhoudelijke bespreking in de raadscommissie. Het presidium kan het college verzoeken advies uit te brengen over het voorstel.

  • 3. De initiatiefnemer mag tijdens de behandeling van het voorstel in de raadscommissie deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 4. Na bespreking in een raadscommissie wordt het voorstel geagendeerd voor de eerstvolgende raadsvergadering.

  • 5. De initiatiefnemer krijgt tijdens de raadsvergadering de gelegenheid om het voorstel mondeling toe te lichten.

  • 6. De griffie stelt de indiener schriftelijk op de hoogte van:

    • a.

      het oordeel van het presidium over de geldigheid van het burgerinitiatief;

    • b.

      de datum en het tijdstip van de raadscommissievergadering waarin over het voorstel wordt gesproken;

    • c.

      de datum en het tijdstip van de raadsvergadering waarin over het voorstel wordt gesproken.

  • 7. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 8. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer(s).

  • 9. De initiatiefnemer(s) wordt (worden) daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

Artikel 7

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Burgerinitiatief gemeente Uden’.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2012.

De Raad voornoemd

de griffier de voorzitter van de raad

drs. M.A.H. Heffels drs. H.A.G. Hellegers

Algemene Toelichting

De regeling verstaat onder een burgerinitiatief de mogelijkheid voor de inwoners van gemeente Uden van 18 jaar en ouder om eigen voorstellen bij de raad indienen. Een burgerinitiatief wordt op de agenda van de raad geplaatst als aan de procedurele en inhoudelijke vereisten is voldaan. Er vindt vervolgens reguliere besluitvorming in de raad plaats.

Een burgerinitiatief betreft altijd een ‘uitgewerkt’ voorstel. Een belangrijke voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een aantoonbare steun onder de bevolking. Daarom moet het initiatief vergezelt gaan van een lijst met 75 handtekeningen van inwoners van Uden. Om een voorstel te ondersteunen moet je minimaal 16 jaar zijn.

Artikelsgewijze Toelichting

Artikel 1

In deze bepalingen wordt gesproken over een “burgerinitiatief” voor de aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de gemeenteraad kan worden ingediend. Burgers dienen daartoe een concreet voorstel op schrift te stellen. De griffie kan hierbij ondersteunen en adviseren (zie ook artikel 5).

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek. De gemeenteraad zal over het voorstel beraadslagen en vervolgens (eventueel gewijzigd) aannemen of afwijzen. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door ten minste 75 inwoners van 16 jaar en ouder uit de gemeente Uden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Artikel 3

Er is gekozen voor een ruimte definitie van initiatiefgerechtigde. Ingezetene (in de zin van artikel 4B van de Kieswet) van de gemeente Uden én 18 jaar of ouder. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 2, 5 en 6.

Artikel 4

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatief vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitzondering is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij ‘er niet over gaat’.

Voor vragen over gemeentelijk beleid staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissievergadering of een spreekuur van een wethouder. Om te voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure doorkruist, wordt met het oog hierop bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Het is evenmin de bedoeling dat voorstellen die eerder in de raad aan de orde zijn geweest (met een termijn van 2 jaar terug) opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Alleen wanneer de situatie ingrijpend is gewijzigd of nieuwe feiten aan het licht komen welke van wezenlijke invloed kunnen zijn op de besluitvorming is een burgerinitiatief mogelijk. In dat geval dient het burgerinitiatief aan te geven welke recente wijzigingen in de situatie, danwel welke nieuwe feiten het indienen van het voorstel rechtvaardigen.

Artikel 5

De burgemeester is de voorzitter van de raad. In de meest voorkomende gevallen zal het burgerinitiatief (via de griffie) bij hem ingediend worden. Aan het verzoek zijn een aantal minimumvereisten gesteld. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het verzoek de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat ze onvoldoende is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder.

In dit artikel worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. De verzoeker wordt altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurd.