Regeling Overleg Platforms

Geldend van 17-04-2007 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 14-12-2006

Intitulé

Regeling Overleg Platforms

Regeling overleg platforms

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    bijstandsbeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn de verstrekking van bijstand binnen de gemeente rechtmatig, doelmatig en rechtvaardig vorm te geven, waaronder ook wordt begrepen de wijze van uitvoering van landelijke regelgeving;

  • b.

    College : College van burgemeester en wethouders;

  • c.

    integraal gehandicaptenbeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn samenhang te brengen in het gemeentelijk beleid voor mensen met een functiebeperking of chronische aandoening, alsmede alle beleid dat invloed heeft op de mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking of chronische aandoening;

  • d.

    integratiebeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn samenhang te brengen in het gemeentelijk beleid voor ingezetenen van de gemeente Uden die een buitenlandse nationaliteit bezitten of van wie één van de ouders afkomstig is uit een ander land, voorzover die voornemens, dat beleid en die activiteiten zijn gericht op integratie van deze mensen in de samenleving, alsmede alle beleid dat invloed heeft op de mogelijkheden voor migranten;

  • e.

    jongerenbeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn samenhang te brengen in het gemeentelijk beleid voor jongeren, alsmede alle beleid dat invloed heeft op de mogelijkheden voor jongeren;

  • f.

    minimabeleid : het geheel van gemeentelijke maatregelen om armoede te voorkomen en te bestrijden, de financiële situatie te verlichten van ingezetenen met een inkomen rond het sociaal minimum en het gebruik van voorzieningen ten behoeve van deze mensen te bevorderen;

  • g.

    ouderenbeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn samenhang te brengen in het gemeentelijk beleid voor ouderen, alsmede alle beleid dat invloed heeft op de mogelijkheden voor ouderen;

  • h.

    platform : platform als bedoeld in artikel 2 van de Verordening cliëntenparticipatie;

  • i.

    reïntegratiebeleid : voornemens, beleid en activiteiten die erop gericht zijn personen als bedoeld in artikel 7 van de Wet werk en bijstand ondersteuning en voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling aan te bieden.

Artikel 2. Platforms

Platform is, voor het:

  • a.

    bijstandsbeleid, minimabeleid en reïntegratiebeleid: Stichting platform minima Uden;

  • b.

    integraal gehandicaptenbeleid: Stichting platform voor mensen met handicap Uden;

  • c.

    integratiebeleid: de Migrantenraad;

  • d.

    jongerenbeleid: de Jongerenraad;

  • e.

    ouderenbeleid, lokaal: Stichting seniorenraad; bovenlokaal: de Regionale adviesraad ouderenbeleid.

Artikel 3. Advies

  • 1.

    Een platform dient het College gevraagd en ongevraagd van advies op het door het platform bestreken beleidsterrein.

  • 2.

    Het College vraagt het platform in elk geval om advies over onderwerpen waarvan met het platform is overeengekomen dat deze als speerpunten van beleid worden aangemerkt.

Artikel 4. Werkwijze

  • 1.

    Adviezen worden op een zodanig tijdstip gevraagd dat zij van wezenlijke invloed kunnen zijn op de besluitvorming.

  • 2.

    Het platform brengt uiterlijk vier weken na ontvangst van een verzoek schriftelijk advies uit. Het College kan een andere termijn stellen. Het College kan een termijn op verzoek van het platform verlengen.

  • 3.

    Indien het College in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform, maakt het daarvan en van de reden van afwijking melding.

  • 4.

    De beslissing naar aanleiding van een advies wordt onverwijld aan het platform meegedeeld.

Artikel 5. Overleg

  • 1.

    Het College wijst een contactambtenaar aan voor de communicatie met het platform.

  • 2.

    De portefeuillehouder en de contactambtenaar voeren ten minste twee keer per jaar overleg met het platform.

  • 3.

    Van overleg en afspraken wordt een verslag opgemaakt, dat binnen vier weken aan het platform wordt gezonden.

Artikel 6. Faciliteiten

  • 1.

    Het College verstrekt het platform, met inachtneming van wettelijke beperkingen, de informatie die nodig is om zijn taak te kunnen vervullen.

  • 2.

    Voorzover de gemeenteraad daarvoor in de begroting middelen beschikbaar stelt, verstrekt het College, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, aan het platform een tegemoetkoming in noodzakelijkerwijs te maken kosten.

Artikel 7. Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling overleg platforms 2006.

  • 2.

    Zij treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening cliëntenparticipatie 2006 in werking treedt.

  • 3.

    Op dat tijdstip vervalt de Regeling overleg platforms, vastgesteld op 9 november 2004.

Uden, 31 oktober 2006

Burgemeester en wethouders van Uden

de secretaris de burgemeester

Regeling overleg platforms 2006

Algemeen

De Regeling overleg platforms 2006 vormt een uitwerking van de Verordening cliëntenparticipatie 2006. In die verordening is geregeld op welke wijze belanghebbenden die ingezetene zijn van de gemeente Uden worden betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk bijstandsbeleid, integraal gehandicaptenbeleid, integratiebeleid, minimabeleid, ouderenbeleid en reïntegratiebeleid.

De oorspronkelijke regeling (aangeduid als Regeling overleg platforms, zonder jaartal) dateert van 9 november 2004. Op [datum] is de regeling herzien en opnieuw vastgesteld. De herziening behelst het toevoegen van het jongerenbeleid aan de beleidsterreinen waarop overleg met platforms plaatsvindt en het aanwijzen van de Jongerenraad als overlegplatform.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat onder meer een nadere omschrijving van de beleidsterreinen waarop cliëntenparticipatie plaatsvindt.

Artikel 2

In dit artikel worden de platforms aangewezen waarmee structureel overleg plaatsvindt.

Artikel 3

Dit artikel voorziet in een adviesrecht voor de platforms. Een platform kan zowel gevraagd als ongevraagd advies uitbrengen op het door het platform bestreken beleidsterrein. Het College is verplicht het platform advies te vragen over onderwerpen die door beide als speerpunten van beleid zijn aangemerkt.

Artikel 4

Het eerste en het tweede lid geven aan hoe gehandeld moet worden bij door het College gevraagde adviezen.

Om de voortgang van de besluitvorming te verzekeren, is in het tweede lid een termijn opgenomen waarbinnen adviezen moeten worden uitgebracht.

Het derde en het vierde lid hebben zowel op door het College gevraagde adviezen betrekking als op adviezen die het platform ongevraagd uitbrengt.

Artikel 5

Naast het in artikel 3 aan de platforms toegekende adviesrecht kan een platform krachtens artikel 5 aanspraak maken op overleg met de portefeuillehouder en de aangewezen contactambtenaar van de gemeente. Los van het overleg met de contactambtenaar, afhankelijk van de wederzijdse behoefte aan informatie-uitwisseling en afstemming, is bepaald dat ten minste twee keer per jaar ook de portefeuillehouder met het platform mondeling overleg voert.

Artikel 6

Dit artikel vormt een uitwerking van de verplichting krachtens de Verordening cliëntenparticipatie 2006 om de platforms van gemeentewege te faciliteren voor het vervullen van hun taak. De faciliteiten voor platforms bestaan in een recht op verstrekking van de nodige informatie en in de mogelijkheid van een financiële tegemoetkoming in de door een platform noodzakelijk te maken kosten. Er is van afgezien de te verstrekken informatie concreet te benoemen. Niet alleen is dat ondoenlijk, ook zullen daarover in het overleg met de platforms nadere afspraken kunnen worden gemaakt en worden vastgelegd, waardoor ook aan specifieke behoeften van een platform kan worden tegemoetgekomen. In bepaalde gevallen kan informatieverstrekking achterwege blijven. Dit is het geval wanneer een geheimhoudingsplicht geldt of openbaarmaking in strijd is met de Wet openbaarheid van bestuur c.q. de Wet bescherming persoonsgegevens.

Wat betreft het verstrekken van een financiële tegemoetkoming aan de platforms geldt de Algemene subsidieverordening en de daarop gebaseerde beleidsregels.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Gbos01.toe