Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders-A

Geldend van 22-12-2016 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 04-11-2015

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders-A

Beleidsregel bijzonder bijstand statushouders-A

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Uden

gelet op artikel 35 van de participatiewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat voor statushouders de kosten van een volledige woninginrichting voortvloeien uit buitengewone bijzondere omstandigheden en waarvoor geen reservering voor deze kosten mogelijk is geweest;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders-A

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Statushouders: Verblijfsgerechtigde vreemdeling die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling is toegelaten danwel beschikt over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf

    • b.

      Belanghebbende: de statushouder die zich huisvest in de gemeente Uden

    • c.

      Woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 Participatiewet.

    • d.

      Hoofdbewoner: de hoofdhuurder, dan wel degene op wiens naam de huurovereenkomst met de verhuurder staat.

    • e.

      De wet: de Participatiewet

Artikel 2 Inrichtingskosten

De kosten voor een volledige woninginrichting voor statushouders kunnen, voor zover zij voldoen aan de nadere bepalingen die in deze regels zijn opgenomen, worden gezien als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen en vermogen, zoals genoemd in artikel 35 van de wet en nader bepaald in hoofdstuk 3 van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2010, en komen derhalve in aanmerking voor bijstandsverlening.

Artikel 3 Berekening bedragen

  • 1.

    Het maximale bedrag dat voor bijzondere bijstand in aanmerking komt, wordt vastgesteld aan de hand van de actuele bedragen die zijn opgenomen in de Nibud Prijzengids, waarbij

  • ·

    Tabel 1A wordt gehanteerd bij een alleenstaande; en

  • ·

    Tabel 1B wordt gehanteerd bij gehuwden

  • 2.

    Op de Nibud bedragen wordt een factor toegepast in verband met actieprijzen en aanschaf tweedehands goederen, als volgt:

  • ·

    Op het inventarispakket 1A een factor van 0,60 als er sprake is van zelfstandige bewoning van een woning of een hoofdbewoner;

  • ·

    Op het inventarispakket 1A en een factor van 0,175 voor de (meerderjarige) alleenstaande in verband met kamerbewoning of medebewoning dan wel kostendeling;

  • ·

    Op het inventarispakket 1B een factor van 0,65.

  • 3.

    Voor zover de tabellen van het Nibud daarin niet voorzien, wordt voor elk extra ten laste komend kind € 600 gerekend.

Artikel 4 Wijze van verstrekken en betaalbaarstelling

  • 1.

    De bijstand wordt verstrekt in de vorm van een lening.

  • 2.

    De bijstand wordt in één keer betaalbaar gesteld.

Artikel 5 Terugbetaling lening

  • 1.

    De aflossing van de lening bedraagt 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, maar niet meer dan het bedrag dat ingevolge het bepaalde in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor beslag in aanmerking zou komen.

  • 2.

    Het aflossingsbedrag wordt ingehouden op de lopende bijstandsuitkering.

  • 3.

    Als de belanghebbende geen bijstandsuitkering (meer) heeft wordt het aflossingsbedrag verhoogd naar 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als zou er sprake zijn van bijstand.

  • 4.

    Als na 36 maanden nog een restbedrag openstaat én belanghebbende heeft voldaan aan de aflossingsverplichting wordt het restbedrag ambtshalve kwijtgescholden.

Artikel 6 Overige voorwaarden

Belanghebbende kan gevraagd worden betaalbewijzen, kwitanties, facturen en dergelijke te overleggen.

Artikel 7 Bijzondere situaties/hardheidsclausule

  • 1.

    In bijzondere situaties kan het Hoofd afdeling Maatschappelijke Dienstverlening afwijken van het bepaalde in deze beleidsregels indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het Hoofd afdeling Maatschappelijke Dienstverlening.

Artikel 8 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Artikel 5 werkt terug tot en met 4 november 2015.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als: Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders-A.

Aldus vastgesteld op 13 december 2016

De burgemeester

De gemeentesecretaris