Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET SOCIALE WERKVOORZIENING

Verordening vastgesteld bij besluit van het Algemeen Bestuur van de Meergroep d.d. 23 juni 2008, op basis van artikel 4, lid 2, van de op 15 maart 1989 gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling, waarin de in de Meergroep deelnemende gemeenten hun bevoegdheden op grond van de Wet sociale werkvoorziening aan het samenwerkingsverband “de Meergroep” hebben overgedragen. Gepubliceerd d.d. , in werking getreden met ingang van 1 juli 2008.

Gebaseerd op artikel 2, lid 3 en artikel 21 van de Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet sociale werkvoorziening;

  • b.

    de gemeenten: de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Meergroep;

  • d.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Meergroep;

  • e.

    de cliënt: de persoon met een indicatiestelling als bedoeld in artikel 11, eerste lid van de wet, alsmede hun wettelijk vertegenwoordiger;

  • f.

    belangenorganisatie: een organisatie die belangen van cliënten behartigt;

  • g.

    de cliëntenraad: het uit vertegenwoordigers van cliënten en belangenorganisaties bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening.

Artikel 2 Taak, doelstelling en bevoegdheden

  • 1.

    Er is een cliëntenraad als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub g. van deze verordening.

  • 2.

    Met de instelling van een cliëntenraad wordt beoogd de communicatie tussen cliënten en de Meergroep te bevorderen, invloed uit te oefenen op het beleid en de uitvoering van de Wsw voor de gemeenten door de Meergroep, de belangen van de cliënten in het algemeen te behartigen en bij te dragen aan de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw).

  • 3.

    De cliëntenraad heeft tot taak het algemeen en het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over beleid en uitvoering van de Wsw waarvan de gevolgen van invloed zijn op de positie van de cliënten.

  • 4.

    De cliëntenraad adviseert niet over:

  • a.

    de uitvoering van wettelijke voorschriften als voor die uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten;

  • b.

    onderwerpen met betrekking tot de salariëring van de via de Wsw geplaatste werknemer;

  • c.

    onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen hebben voor de dienstverlening aan cliënten;

  • d.

    klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben; en

  • e.

    zaken die behoren tot de bevoegdheid van de op basis van de Wet op de Ondernemingsraden ingestelde ondernemingsraad.

  • 5.

    Door of namens het algemeen of het dagelijks bestuur aan de cliëntenraad gevraagde adviezen worden binnen zes weken schriftelijk uitgebracht. Deze termijn kan op schriftelijk verzoek van de cliëntenraad eenmaal met twee weken worden verlengd.

  • 6.

    Als het algemeen of het dagelijks bestuur afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt deze daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

  • 7.

    Als het dagelijks bestuur van de Meergroep in een voorstel aan het algemeen bestuur afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven waarom van het advies van de cliëntenraad is afgeweken.

Artikel 3 Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad bestaat uit een oneven aantal leden met een minimum van vijf en een maximum van elf leden.

  • 2.

    De cliëntenraad is samengesteld uit cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. De cliëntenraad vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van het cliëntenbestand.

  • 3.

    Maximaal vijf leden van de cliëntenraad zijn vertegenwoordigers van belangenorganisaties.

  • 4.

    De leden worden door het dagelijks bestuur op voordracht van de cliëntenraad benoemd voor een periode van vier jaar. Zij kunnen eenmaal voor eenzelfde periode worden herbenoemd.

  • 5.

    Degene die geen cliënt meer is van de sociale werkvoorziening respectievelijk degene die niet langer een belangenorganisatie vertegenwoordigt, is niet langer lid van de cliëntenraad. In afwijking hiervan kan de gewezen cliënt of vertegenwoordiger, gedurende ten hoogste het restant van de zittingsperiode, lid blijven, totdat in zijn opvolging is voorzien.

  • 6.

    De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last, maar voeren, voor zover van toepassing, wel ruggespraak met hun achterban.

  • 7.

    De cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

Artikel 4 Vergadering en werkwijze

  • 1.

    De cliëntenraad vergadert ten minste twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of ten minste eenderde van de leden dat nodig oordeelt.

  • 2.

    De vergaderingen zijn openbaar. De cliëntenraad kan besluiten tot het houden van een besloten vergadering.

  • 3.

    De adviezen van de cliëntenraad aan het dagelijks bestuur en/of het algemeen bestuur worden gegeven in overeenstemming met de mening van de meerderheid van de cliëntenraad.

  • 4.

    Indien gewenst zal een vertegenwoordiger van de Meergroep de vergadering bijwonen voor het geven van een toelichting, een advies of algemene informatie.

  • 5.

    De voorzitter en de cliëntenraad laten zich ondersteunen door de Meergroep. Deze ondersteuning houdt in:

    • a.

      het schriftelijk oproepen van de leden en het toesturen van de agenda met bijbehorende stukken;

    • b.

      de verslaglegging van de vergaderingen;

    • c.

      het verzenden van de verslagen van vergaderingen aan het dagelijks bestuur van de Meergroep.

Artikel 5 Informatievoorziening

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan de cliëntenraad over alle zaken die tot het taakgebied van de cliëntenraad behoren.

Artikel 6 Facilitering

  • 1.

    Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen voor kosten die verband houden met de ambtelijke ondersteuning, deskundigheidsbevordering en organisatie.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt er kosteloos zorg voor dat noodzakelijke faciliteiten aan de cliëntenraad beschikbaar worden gesteld om te bewerkstelligen dat hij naar behoren invulling kan geven aan zijn functie.

  • 3.

    Ten laste van het in het eerste lid genoemde budget ontvangen de leden voor het bijwonen van de vergadering van de cliëntenraad een door het dagelijks bestuur vast te stellen onkostenvergoeding.

Artikel 7 Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de cliëntenraad daarover is gehoord.

Artikel 8 Onvoorziene situaties

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijk bestuur, na advies ingewonnen te hebben bij de cliëntenraad.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening.

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 juli 2008.

    .