Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Uitgeest 2018

Geldend van 14-11-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Uitgeest 2018

De burgemeester van de gemeente Uitgeest;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Uitgeest 2018

Artikel 1 Algemeen

Binnen gemeentegrenzen is sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit een coffeeshop. Drugshandel vindt ook illegaal plaats vanuit verkooppunten in woningen of lokalen.

De burgemeester beschikt sinds 2007 op grond van artikel 13b van de Opiumwet over een bestuursrechtelijk handhavingsinstrument, namelijk het opleggen van een last onder bestuursdwang ten aanzien van een woning of lokaal dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, indien daar een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

Het Damoclesbeleid beschrijft hoe de burgemeester handhavingsbevoegdheden inzet tegen illegale verkooppunten van hard- en softdrugs in woningen en lokalen. De toepassing van dit beleid draagt wezenlijk bij aan het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden. De Opiumwet vormt de basis voor het optreden tegen drugsverkooppunten.

Artikel 2 Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    harddrugs: middelen als bedoeld in artikel 2 en lijst I van de Opiumwet;

  • 2.

    softdrugs: middelen als bedoeld in artikel 3 en lijst II van de Opiumwet;

  • 3.

    hennep: een verboden middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet, te weten elk deel van de plant van het geslacht Cannabis, waaraan de hars niet is onttrokken (producten ook bekend onder de naam: hasjiesj, hasj, marihuana, weed, wiet of stuff) met uitzondering van de zaden;

  • 4.

    handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs- in al zijn verschijningsvormen-, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan; onder verkoop wordt tevens verstaan het sluiten van een mondelinge overeenkomst tot koop en verkoop van drugs, waarbij de levering van drugs elders plaatsvindt;

  • 5.

    handelshoeveelheid: meer dan vijf hennepplanten, meer dan 5 gram softdrugs of meer dan 0,5 gram harddrugs;

  • 6.

    vijf hennepstekken worden geteld als één hennepplant;

  • 7.

    lokalen en bijbehorende erven: alle al dan niet voor publiek opengestelde lokalen, zoals cafés, winkels, magazijnen, loodsen, schuren bedrijfsruimten, en daarbij behorende (bebouwing op de) erven;

  • 8.

    woningen en bijbehorende (bebouwing op de) erven: een pand of complex van ruimten (zoals woonwagens, woonboten of woonketen) dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen en daarbij behorende erven. Hieronder valt zowel een koopwoning als een huurwoning. Het is de plaats waar een persoon zijn private huishoudelijke leven leidt. De daadwerkelijk aan het pand of complex van ruimten gegeven bestemming bepaalt en niet zonder meer de uiterlijke kenmerken zoals de bouw en aanwezigheid van een bed en ander huisraad. Een tijdelijke afwezigheid van de bewoner leidt er niet toe dat de ruimte het karakter van woning verliest. Een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning kan aangemerkt worden als lokaal;

  • 9.

    recidive: een herhaalde overtreding binnen een periode van 5 jaar na de laatste overtreding. Daarbij is niet relevant of de laatste een overtreding was op grond van artikel 2 of 3 van de Opiumwet;

Artikel 3 Doel van de beleidsregel

  • 1. te realiseren dat geconstateerde overtredingen van artikel 13b van de Opiumwet opgevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de aard en de ernst van de overtreding (proportionaliteit en subsidiariteit);

  • 2. te bewerkstelligen dat er door de gekozen maatregel een einde komt aan de verboden situatie;

  • 3. te bewerkstelligen dat door de gekozen maatregel het drugspand uit het drugscircuit wordt verwijderd, door de loop uit het drugspand te halen en de bekendheid als verkooppunt te verminderen;

  • 4. te bewerkstelligen dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen;

  • 5. door het treffen van de gekozen maatregel de negatieve effecten van handel in en het gebruik van drugs zoveel mogelijk te beheersen;

  • 6. kenbaar te maken aan de burger welke maatregelen hij van de overheid kan verwachten na een overtreding van [de] Opiumwet;

  • 7. de handhavingsactiviteiten van politie, openbaar ministerie en gemeente op elkaar af te stemmen en complementair te laten zijn.

Artikel 4 Juridisch kader

  • 1. Wettelijk kader sluiten woningen en lokalen: Op grond van artikel 13b van de Opiumwet kan de burgemeester bestuursdwang toepassen als in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Die bestuursdwang houdt in dat de burgemeester een lokaal of woning voor bepaalde tijd kan sluiten.

  • 2. Jurisprudentie gedogen handelshoeveelheid en openbare ordeverstoringen: Zoals gezegd is het verkopen, afleveren of te verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs en harddrugs verboden. Dat geldt ook voor het aantreffen van minder dan vijf hennepplanten, het aantreffen van een hoeveelheid minder dan 5 gram softdrugs en de aanwezigheid van minder dan 0,5 gram harddrugs, alleen wordt dat niet strafrechtelijk vervolgd en hiermee dus gedoogd.

    Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat alleen al de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs voldoende basis vormt voor toepassing van artikel 13b van de Opiumwet. Het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs duidt er volgens deze rechtspraak op dat deze aanwezig was om te worden verkocht, afgeleverd of verstrekt.1 Naast dat niet hoeft te worden aangetoond dat daadwerkelijk drugs is verkocht, afgelverd of verstrekt, hoeft ook niet te worden aangetoond dat de handel, het gebruik en de aanwezigheid van drugs een nadelig effect hebben op de openbare orde. Dat betekent dat de handel niet met feiten en omstandigheden hoeft te worden vastgesteld als vaststaat dat er een handelshoeveelheid drugs aanwezig is.

Artikel 5 Handhavingsmatrix

  • 1. Bij de toepassing van de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet ten aanzien van lokalen en bijbehorende erven legt de burgemeester de bestuurlijke sanctie op zoals weergegeven in de handhavingsmatrix ‘Lokalen en bijbehorende erven’.

  • 2. Bij de toepassing van de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet ten aanzien van woningen en bijbehorende erven legt de burgemeester de bestuurlijke sanctie op zoals weergegeven in de handhavingsmatrix ‘Woningen en bijbehorende erven’.

Lokalen en bijbehorende erven

Lijst 1 = harddrugs Lijst 2 = softdrugs

Constatering

1e overtreding

2e overtreding (binnen 5 jaar na de 1e overtreding)

3e overtreding

(binnen 5 jaar na de 2e overtreding)

Aanwezigheid van meer dan 5 gram drugs of > 5 t/m 20 planten (lijst II).

1 maand sluiten

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

Aanwezigheid van 21 of meer planten (lijst II).

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Aanwezigheid van meer dan 0,5 gram drugs of meer dan 5 ml GHB (lijst I)

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Woningen en bijbehorende erven

Lijst 1 = harddrugs Lijst 2 = softdrugs

Constatering

1e overtreding

2e overtreding (binnen 5 jaar na de 1e overtreding)

3e overtreding

(binnen 5 jaar na de 2e overtreding)

Aanwezigheid van meer dan 5 gram drugs of > 5 t/m 20 planten (lijst II)

Bestuurlijke waarschuwing

3 maanden sluiten

6 maanden sluiten

Aanwezigheid van 21 of meer planten (lijst II).

2 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Aanwezigheid van meer dan 0,5 gram drugs of meer dan 5 ml GHB (lijst I).

2 maanden sluiten

6 maanden sluiten

12 maanden sluiten

Artikel 6 Handhaving bij recidive

  • 1. In geval van recidive telt voor de op te leggen maatregel de hoeveelheid aangetroffen drugs van de laatste constatering.

  • 2. Er is sprake van recidive als op hetzelfde adres reeds de afgelopen 5 jaar een eerdere constatering is gedaan zoals benoemd in artikel 4 van dit beleid.

  • 3. Als op een adres reeds een hoeveelheid drugs is aangetroffen dan geldt dat ook als recidive.

Artikel 7 Handhaving in combinatie met andere overtredingen en/of misdrijven

  • 1. Indien er naast een overtreding van de Opiumwet met feiten en/of omstandigheden gepaard gaan die wijzen op andere zware overtredingen of misdrijven,, wordt er een bestuurlijke maatregel opgelegd die geldt voor recidive.

  • 2. De belangrijkste feiten en omstandigheden als bedoeld in het eerste lid zijn: gewelds- of openbare orde delicten, verboden wapenbezit en betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit.

Artikel 8 Toepassing last onder bestuursdwang

  • 1. Last onder bestuursdwang: Op grond van artikel 13b van de Opiumwet kan de burgemeester een last onder bestuursdwang opleggen bij een overtreding. De last onder bestuursdwang houdt in geval van overtreding van de Opiumwet in dat een woning of lokaal wordt gesloten voor bepaalde tijd. Het opleggen van een last onder bestuursdwang is nader uitgewerkt in de Algemene wet bestuursrecht onder titel 5:3. De last onder bestuursdwang is een herstelsanctie en heeft dus geen bestraffend karakter. Het uitgangspunt daarbij is het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding. Dit kan ook bereikt worden met een maatregel als bedoeld in artikel 11, derde lid.

  • 2. Zienswijze: Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt in beginsel het voornemen bekend gemaakt waartegen mondelinge of schriftelijke zienswijzen kunnen worden ingediend (artikel 4:8 en 4:9 van de Awb). Hiervan wordt afgezien indien de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11, aanhef en onder a, van de Awb).

  • 3. Begunstigingstermijn: In een last onder bestuursdwang moet in de regel een begunstigingstermijn worden opgenomen. Overtreders krijgen 48 uur de tijd om zelf aan de last te voldoen. In die tijd kunnen ze persoonlijke spullen of (bedervelijke) winkelvoorraden uit het pand halen. In spoedeisende situaties kan daar vanaf worden gezien en wordt er geen last opgelegd maar volgt spoedeisende bestuursdwang (artikel 5:31 van de Awb). Daarvan is sprake indien er sprake is van een acute en ernstige verstoring van de openbare orde.

  • 4. Kostenverhaal: De overtreder is zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van de aanwezigheid van drugs in een pand. De kosten van bestuursdwang zijn volgens art. 5:25, eerste lidAwb voor rekening van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen en worden bij aparte beschikking vastgesteld (art. 5:25, eerste lid Awb).

Artikel 9 Overige consequenties

Het aantreffen van een handelshoeveelheid drugs kan binnen de bestaande mogelijkheden consquenties met zich mee brengen voor afgegeven vergunningen en/of uitkeringen. Een Drank- en Horecawetvergunning en/of een exploitatievergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening kan worden ingetrokken. Een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet kan worden ingetrokken dan wel worden gewijzigd.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan gemotiveerd worden afgeweken van het vastgestelde beleid (art. 4:84 Awb).

Artikel 11 Opheffing Sluiting

  • 1. Op schriftelijk verzoek van belanghebbende(n) kan de burgemeester de sluiting van de woning of het lokaal opheffen of de sluitingsduur verminderen, indien naar zijn oordeel de openbare orde, die door de aanwezigheid van de drugshandel ernstig is verstoord, dermate hersteld is dat voortzetting van de sluiting niet langer is vereist.

  • 2. De burgemeester zal de sluiting alleen opheffen indien vaststaat dat de (nieuwe) huurder of eigenaar van het pand niet betrokken is geweest bij de drugshandel.

  • 3. De burgemeester kan de sluiting opheffen indien door het treffen van concrete en door de gemeente verifieerbare maatregelen er op wordt toegezien dat herhaling van nieuwe overtredingen van de Opiumwet door de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs wordt voorkomen. Alleen een nieuwe huurder of gebruiker van het pand is daarvoor onvoldoende.

  • 4. Van opheffing van sluiting is geen sprake in geval van recidive (art. 6) of samenloop met andere strafbare feiten (art. 7).

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Het ‘Damoclesbeleid’ gemeente Uitgeest, vastgesteld op 22 mei 2018, wordt ingetrokken.

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Damoclesbeleid gemeente Uitgeest 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 30 oktober 2018.

De burgemeester van de gemeente Uitgeest,

Mevrouw W.J.A. Verkleij


Noot
1

ABRvS 11 december 2013. ECLI:NL:RVS:2013:2365