Regeling vervallen per 06-10-2022

Besluit van de directeur van het openbaar lichaam Uitvoeringsorganisatie Laborijn houdende regels omtrent de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de medewerkers (Besluit ondermandaat directeur Laborijn 2021)

Geldend van 12-03-2021 t/m 05-10-2022

Intitulé

Besluit van de directeur van het openbaar lichaam Uitvoeringsorganisatie Laborijn houdende regels omtrent de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de medewerkers (Besluit ondermandaat directeur Laborijn 2021)

De directeur van Laborijn

Gelet op

afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn

het Besluit mandaat directeur Laborijn 2019;

Besluit

vast te stellen:

Ondermandaat directeur Laborijn 2021

Artikel 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 van de gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Laborijn is op dit besluit van overeenkomstige toepassing. In dit besluit wordt daarnaast verstaan onder:

  • a.

    directeur: de directeur van Laborijn, bedoeld in artikel 37, van de regeling.

Artikel 2: Ondermandaat

  • 1. Aan de medewerkers van Laborijn, genoemd in bijlage 1, worden de bevoegdheden als opgenomen in de bijlage in ondermandaat opgedragen, met eventueel daarbij aangegeven instructies en beperkingen.

  • 2. De medewerkers, bedoeld in het eerste lid, kunnen de hen verleende bevoegdheden niet verder in ondermandaat verlenen.

Artikel 3: Overeenkomstige toepassing

De artikelen 4 tot en met 8 van het Mandaat directeur Laborijn 2019 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de informatieplichten en overige plichten als vermeld in artikel 7, ook gelden ten aanzien van de directeur.

Artikel 4: Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt.

  • 2. Het besluit ‘Ondermandaat directeur Laborijn 2019’ wordt ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Ondermandaat directeur Laborijn 2021.

Ondertekening

Aldus besloten door de directeur van Laborijn op 2 maart 2021.

J-H. Janssen,

algemeen directeur Laborijn

Bijlage 1 bij Besluit ondermandaat directeur Laborijn 2021 (ondermandaatregister)

Omschrijving bevoegdheid

Ondermandaat aan

Bijzonderheden

1. Organisatorische en personele aangelegenheden

1.1 Het in dienst nemen, schorsen en ontslaan van medewerkers van Laborijn.

Alle managers voor hun organisatie onderdeel.

Binnen de kaders van de begroting en na advies van de HRM-adviseur.

Schorsing en ontslag altijd in overleg met de algemeen directeur

1.2 Het leidinggeven aan en aansturen van de medewerkers, waaronder:

  • -

    het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken en de vaststelling ervan;

  • -

    toekennen van alle vormen van verlof;

  • -

    beslissen op verzoeken tot overwerken en toeslagen;

  • -

    het vaststellen van de werkroosters;

  • -

    beslissen op verzoeken om studiefaciliteiten;

  • -

    accorderen van onkostendeclaraties;

  • -

    instemmen met waarneming van een functie;

  • -

    beslissen over disciplinaire maatregelen;

  • -

    beslissen op maatregelen bij arbeidsongeschiktheid, waaronder de inzet van werkplekvoorzieningen.

Managers voor wat betreft hun organisatieonderdeel en de jobcoaches voor wat betreft de SW-medewerkers en WIW-ers.

In overeenstemming met de interne richtlijnen en arbeidsvoorwaardenregelingen en na advies van de HRM-adviseur en de medewerker opleidingen voor wat betreft de toekenning van studiefaciliteiten.

1.3 Het beslissen tot privaat-rechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van Laborijn, met uitzondering van privaat-rechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de GR Laborijn.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Overeenkomsten met een waarde > 10.000 euro altijd in overleg met de directie.

1.4 Het vertegenwoordigen van Laborijn in en buiten rechte.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

1.5 Het voeren van rechts-gedingen en bezwaar-procedures of administratief beroepsprocedures danwel handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, waaronder mede wordt verstaan alle noodzakelijke proceshandelingen voor Laborijn, nadat het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn hiertoe heeft besloten.

Afhankelijk van het onderwerp de senior HRM-adviseur of de juridisch beleidsadviseur

In afstemming met de verantwoordelijke manager

1.6 Het aanvragen van subsidies en overheidsbijdragen voor zover deze dienstbaar zijn aan de taakuitoefening van Laborijn.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel en de concerncontroller voor Laborijn specifieke subsidies.

In afstemming met het MT

1.7 Het nemen van besluiten tot het al dan niet verstrekken van informatie op basis van de Wet openbaarheid bestuur.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Na advies juridisch beleidsadviseur.

1.8 Besluiten i.v.m. de zorg, het toezicht op, de bewaring en het beheer van de (digitale) archiefbescheiden en archiefruimten.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Conform de kaders in de archiefverordening en het besluit informatiebeheer. E.a. op advies van de medewerker informatievoorziening-DIV

1.9 Het beslissen omtrent het overbrengen van archief-bescheiden naar de archief bewaarplaats en het opstellen van vernietigingslijsten.

Manager Administratie, Financiën en Ondersteuning.

Op advies van de medewerker informatievoorziening-DIV en met instemming van de archiefinspecteur.

1.10 Ontzegging van toegang tot de locaties of het schriftelijk geven van een waarschuwing in geval van schending van de huisregels of ander ongewenst gedrag.

Alle managers

Het gaat hier om gedragingen bedoeld in het agressie-protocol.

1.11 Het verstrekken van schriftelijke informatie aan klanten en instellingen alsmede de ondertekening van die correspondentie.

Alle medewerkers.

Voor zover passend binnen de functieomschrijving.

1.12 Het in bruikleen geven en ook weer innemen van een ICT-devices, zoals een tablet, laptop, smartphone, e.d

Medewerker facilitaire zaken.

1.13 Het doen van inkopen, investeringen, (ver)huren, leasen verkopen van zaken die noodzakelijk zijn voor het dagelijks functioneren van de organisatie en waarvan de aanschafwaarde < € 10.000.

Medewerker facilitaire zaken.

1.14 Het beslissen op verzoeken van betrokkenen om gebruik te maken van hun AVG-privacyrechten.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Na advies functionaris gegevensbescherming, adviseur informatisering of juridisch beleidsadviseur.

1.15 Het beslissen om wel of niet een datalek bij de Autoriteit persoonsgegevens te melden.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Na advies functionaris gegevensbescherming, adviseur informatisering of juridisch beleidsadviseur.

1.16 Het beheer van eigendommen van de gemeenschappelijke regeling.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

1.17 Besluiten tot het sluiten en royeren van verzekeringsovereenkomsten

Manager Administratie, Financiën en Ondersteuning.

2. Taken Laborijn

2.1 Het afsluiten en het beëindigen van detacheringsovereenkomsten.

Manager Werkgeversdienstverlening, Ontwikkeling en Detachering en de accountmanager.

De accountmanager alleen voor individuele detacheringen. Overeenkomsten met een waarde > 100.000 euro altijd in overleg met de directie.

2.2 Het besluiten tot het verstrekken van loonkostensubsidies o.g.v. de P-wet en de WSW.

De accountmanager, jobcoach en re-integratieconsulenten.

Voor zover passend binnen de functieomschrijving en daartoe door de verantwoordelijke manager is aangewezen.

De fiattering van de declaraties lks begeleid werken geschiedt door de medewerker bedrijfsbureau en administratie.

2.3 Het besluiten tot de vaststelling van het al dan niet voldoen aan de taaleis, het besluiten tot het (tijdelijk) ontheffen voor het voldoen aan de taaleis, het besluiten tot het inzetten van de taaltoets en het vaststellen en evalueren van het taaltraject op grond van de taaleis, zoals opgenomen in de Participatiewet.

Screener, re-integratie-consulent, gecertificeerde inkomensconsulent, medewerker bezwaar en beroep en de toetser.

Voor zover passend binnen de functieomschrijving. Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.4 Het uitvoeren van een loonwaarde meting en de vaststelling van de loonwaarde.

Jobcoach en re-integratieconsulent..

Mits daartoe gecertificeerd.

2.5 Het afsluiten van contracten intern werk.

Accountmanager tot max. € 10.000 en de manager Werkgeversdienstverlening, Ontwikkeling en detachering tot max. € 25.000.

Contracten met een waarde > 25.000 euro altijd in overleg met de directie.

2.6 Het treffen van betalingsregelingen met opdrachtnemers in het kader van de WSW, waaronder het omzetten van een debiteurenpositie in een lening met opdrachtgevers.

Manager Werkgeversdienstverlening, Ontwikkeling en Detachering.

Altijd in afstemming met de directie.

2.7 Vaststellen van een plan van aanpak t.b.v. de uitstroom uitkeringsgerechtigden Participatiewet, IOAW/IOAZ, Bbz, Wet inburgering, Wet Kinderopvang, Wet taaleis en niet uitkeringsgerechtigden.

Screener, re-integratie-consulent, jobcoach, medewerker bezwaar en beroep en de toetser.

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.8 Besluit tot het inzetten van

re-integratie-instrumenten/ activiteiten of de beëindiging daarvan.

Screener, re-integratie-consulent, jobcoach en de toetser.

Voor zover passend binnen de functieomschrijving en passend binnen de begroting.

2.9 Het sluiten van overeenkomsten met re-integratiebedrijven, participatiebedrijven en instellingen.

Manager Ontwikkeling, Participatie en Re-integratie en de re-integratieconsulent.

De overeenkomst moet passen binnen de kaders van de begroting. De re-integratie-consulent is alleen bevoegd bij overeenkomsten van een individuele klant.

2.10 Het besluiten tot het verlenen van ontheffing van de arbeidsverplichting.

De re-integratieconsulent, toetser, medewerker bezwaar en beroep en de screener.

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.11 Besluiten m.b.t. het verrichten van onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten.

De re-integratie consulent en de toetser.

2.12 Het vaststellen van de werkprocessen.

Alle managers voor hun organisatieonderdeel.

Op advies van de medewerker kwaliteit.

2.13 Besluiten tot verstrekken, wijzigen, opschorten, afwijzen, buiten behandeling stellen en beëindigen van uitkeringen/ toeslagen en het verstrekken van leningen en borgstellingen in het kader van de Participatiewet IOAW, IOAZ, Bbz.

De gecertificeerde inkomensconsulent, medewerker bezwaar en beroep en de toetser.

De medewerker uitkeringsadministratie B m.b.t. beëindigen van uitkeringen en besluiten op individuele inkomenstoeslag.

Indien een lening wordt verstrekt dan moet daar haalbaarheidsonderzoek aan ten grondslag liggen.

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.14 Het nemen van besluiten met betrekking tot terugvordering, het vaststellen en wijzigen van de hoogte van betalingsverplichtingen bij terugvorderingen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ, het Bbz.

Medewerker terugvordering en verhaal, de gecertificeerde inkomensconsulent, toetser en de medewerker bezwaar en beroep

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.15 Het nemen van besluiten met betrekking tot het buiteninvordering stellen en kwijtschelden van cliëntvorderingen.

Medewerkers terugvordering en verhaal en de medewerker bezwaar en beroep..

Vorderingen > 10.000 euro altijd in afstemming met de manager Administratie, Financiën en Ondersteuning .

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.16 Het nemen van besluiten tot het instellen van verhaal van bijstand in- en buiten rechten.

Medewerker terugvordering en verhaal en de toetser.

2.17 Het uitvaardigen van dwangbevelen.

Medewerker terugvordering en verhaal en medewerker debiteurenbeheer.

2.18 De vertegenwoordiging van Laborijn in- en buiten rechte bij verhaals- en terugvorderingszaken o.g.v. de Participatiewet, Bbz 2004, IOAW, IOAZ, de Wet kinderopvang, Wet inburgering, en de Wet taaleis.

Medewerker terugvordering en verhaal en de medewerker bezwaar en beroep.

Medewerker bezwaar en beroep allen bij terugvorderingszaken in bezwaar en beroep.

2.19 Het vertegenwoordigen van Laborijn bij het passeren van notariële akten tot vestiging van (krediet)hypotheken en pandrecht ingevolge de Participatiewet en het Bbz, alsmede het afgeven van een vervallen verklaring.

Manager Inkomen en Financiële Dienstverlening

2.20 Besluiten tot het instellen van een bijzonder onderzoek in het geval van vermeende fraude (benadelingsbedrag <

€ 50.000).

Gecertificeerde inkomensconsulent en de toetser.

Op advies van de fraudepreventiemedewerker.

Het besluit is voorbehouden aan de Manager Inkomen en Financiële Dienstverlening indien het benadelingsbedrag > € 50.000 is.

2.21 Besluiten tot het opleggen, afzien en matigen van boeten en maatregelen ingevolge de Participatiewet, IOAW, IOAZ, Wet inburgering, Bbz.

Gecertificeerde inkomensconsulent, medewerker bezwaar en beroep en de toetser.

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.

2.22 Besluiten tot inning bij derden over te gaan (derdenbeslag).

Medewerker terugvordering en verhaal en de toetser

2.24 Vertegenwoordiging van het bevoegd bestuursorgaan bij bezwaarschriftenprocedure, voorlopige voorzieningen, (hoger) beroepsprocedures ter zake van Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz, Wet inburgering en Algemene wet bestuursrecht.

Medewerker bezwaar en beroep

2.25 Doen van verzet (art. 8.55 Awb).

Medewerker bezwaar en beroep

In afstemming met de manager.

2.26 Het nemen van een besluit inzake dwangsom bij niet tijdig nakomen.

Gecertificeerde inkomensconsulent, medewerker bezwaar en beroep en de toetser.

Medewerker bezwaar en beroep alleen bij bezwaar en beroepzaken.