Regeling vervallen per 06-02-2021

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Laborijn houdende regels omtrent generatiepact Regeling Generatiepact Laborijn

Geldend van 17-03-2018 t/m 05-02-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Laborijn houdende regels omtrent generatiepact Regeling Generatiepact Laborijn

Inleiding

In de CAR-UWO is de mogelijkheid opgenomen om een generatiepact vast te stellen. Ook Laborijn maakt gebruik van die mogelijkheid om hiermee te bereiken dat de oudere medewerker langer kan blijven werken en er ruimte komt voor werkgelegenheid voor jongeren.

Artikel 1 Begrippenkader

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: hij die door Laborijn is aangesteld in vaste dienst;

  • b.

    formele arbeidsduur: de arbeidsduur per week volgens de aanstelling ;

  • c.

    arbeidsduur per jaar: de naar jaarbasis herleide formele arbeidsduur per week, gecorrigeerd voor feestdagen;

  • d.

    salaris: het maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur;

  • e.

    salaristoelagen: de vaste toelagen die aan de ambtenaar zijn toegekend;

  • f.

    regeling: de Regeling Generatiepact Laborijn.

Artikel 2 Varianten

  • 1. De ambtenaar doet een schriftelijk verzoek aan zijn leidinggevende als hij gebruik wil maken van de regeling. Dit verzoek wordt binnen drie maanden na binnenkomst van dat verzoek gehonoreerd tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich daartegen verzetten.

  • 2. De ambtenaar kan voor zijn verzoek kiezen uit twee varianten:

    • a.

      hij verzoekt om 80% van zijn formele arbeidsduur te werken tegen 90% van het salaris en de salaristoelagen, met 100% pensioenopbouw;

    • b.

      hij verzoekt om 60% van zijn formele arbeidsduur te werken tegen 80% van het salaris en de salaristoelagen, met 100% pensioenopbouw.

  • 3. De feitelijke  arbeidsduur van de ambtenaar mag niet lager worden dan 21,6 uur.

  • 4. Het is de ambtenaar niet toegestaan om de vrijgekomen werktijd te gebruiken voor het verrichten van betaalde arbeid.

Artikel 3 Duur

  • 1. De regeling staat open voor de ambtenaar vanaf de datum waarop hij de 60-jarige leeftijd heeft bereikt.

  • 2. De ambtenaar die gebruikmaakt van de regeling, kan deze niet tussentijds beëindigen om opnieuw zijn functie met de oorspronkelijke betrekkingsomvang te vervullen.

Artikel 4 Volgorde gebruik varianten

De ambtenaar die eerst gebruikmaakt van de 80-90-100 variant, als bedoeld in artikel 2, lid 2, sub a. kan daarna overstappen naar de 60-80-100 variant, als bedoeld in artikel 2, lid 2, sub b. Andersom is niet mogelijk.

Artikel 5 Urenvermeerdering

De ambtenaar die gebruikmaakt van de regeling kan geen aanspraak meer maken op een urenvermeerdering in welke vorm dan ook.

Artikel 6 Ziekte

Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de regeling en langer dan zes maanden ziek is, schort de regeling na die zes maanden op totdat hij weer 100% arbeidsgeschikt is verklaard. Hij ontvangt vanaf de zevende maand van ziekte het oorspronkelijk aan hem toegekende salaris met de daarbij behorende salariskorting wegens ziekte tot de dag waarop de regeling wordt voortgezet.

Artikel 7 Verlof

  • 1. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van een regeling als bedoeld in artikel 2, lid 2, vervallen de leeftijdsverlofdagen. Er is sprake van een overgangsregeling: gedurende de looptijd van het Sociaal Plan blijven de leeftijdsverlofdagen in stand. Vanaf 1 januari 2021 vervallen de leeftijdsverlofdagen.

  • 2. Gedurende de periode waarin de ambtenaar gebruikmaakt van een regeling, als bedoeld in artikel 2, lid 2, wordt het verlof naar evenredigheid teruggebracht.

  • 3. Indien sprake is van een situatie, zoals beschreven in artikel 6, dan bouwt de ambtenaar vanaf de zevende maand van ziekte weer verlof op overeenkomstig het oorspronkelijk aan hem toegekende verlof, tot de dag waarop de regeling wordt voortgezet.

Artikel 8 Boventalligheid

  • 1. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de regeling en boventallig wordt verklaard, geldt het ‘van werk naar werk traject’ als bedoeld in hoofdstuk 10d van de CAR.

  • 2. Slaagt de ambtenaar er niet in een passende of geschikte functie te vinden, dan wordt hem na afloop van het ‘van werk naar werk traject’ ontslag verleend op grond van het dan geldende artikel 8:3 van de CAR. Dit ontslag betreft ontslag uit de oorspronkelijke betrekking met bijbehorende formele arbeidsduur, die hij vervulde voordat hij gebruikmaakte van de regeling.

Artikel 9 AOW-leeftijd

De ambtenaar die na het bereiken van de AOW-leeftijd opnieuw wordt aangesteld, kan geen gebruikmaken van de regeling.

Artikel 10 Looptijd

De regeling gaat in per 1 januari 2017 en heeft een looptijd tot 10 jaar.

De Regeling Generatiepact Laborijn treedt in werking per 1 januari 2017 en zal na een jaar worden geëvalueerd.

* * * * *

Ondertekening