Transitieregeling voorschoolse educatie 2020 - 2021

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Transitieregeling voorschoolse educatie 2020 - 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

gelet op:

• artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 lid 2 Algemene subsidieverordening 2014 (ASV 2014)

• de nota van uitgangspunten Voorschoolse Educatie 2020 – 2023

besluit vast te stellen de volgende

BELEIDSREGEL TRANSITIEREGELING VOORSCHOOLSE EDUCATIE 2020 2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

a. ASV: de geldende Algemene Subsidieverordening;

b. beleidsregel: Beleidsregel Passende kinderopvang: voorschoolse educatie en ‘kinderopvang plus’ 2020 - 2023

c. cao Kinderopvang: cao Kinderopvang 2018-2019 of de opvolger hiervan;

d. cao sociaal werk: cao Sociaal Werk 2017-2019 of de opvolger hiervan;

e. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

f. houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

g. kindercentrum: kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Kinderopvang dat is gevestigd in Utrecht en dat is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

h. Landelijk Register Kinderopvang (LKR): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

i. voorschoolse voorziening: een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt uitgevoerd en als zodanig is geregistreerd in het LKR;

j. voorschoolse educatie: Intensieve educatie voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar. De educatie vindt plaats in een kindercentrum;

k. wet: Wet kinderopvang.

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het financieel tegemoetkomen in kosten - die verband houden met personeel - met een éénmalig of tijdelijk karakter, die boven het normale beschikbare budget voor de uitvoering van voorschoolse educatie uitstijgen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan voor 2020 en 2021 periodieke subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten die gepaard gaan met de omzetting van peuterspeelzaalwerk met voorschoolse educatie naar kinderopvang met voorschoolse educatie. Onder de subsidiabele activiteiten vallen:

a. Specifieke personeelskosten: Kosten die betrekking hebben op het compenseren van de verschillen tussen de individuele arbeidsvoorwaarden van medewerkers zoals die volgen uit de Cao Sociaal Werk en de toekomstige arbeidsvoorwaarden van medewerkers zoals die volgen uit de Cao Kinderopvang. Deze kosten kunnen ondervangen worden door een tijdelijke tegemoetkoming van 2 jaar. .

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond, verdeelsleutel en hoogte subsidiebedrag

Artikel 4 Subsidieplafond en verdeelsleutel

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast middels de subsidiestaat. De subsidiestaat wordt bekendgemaakt en is te vinden op de gemeentelijke subsidiepagina: www.utrecht.nl/subsidie.

In het ingevolge dit subsidieplafond maximaal te verlenen bedrag is bereikt, dan wordt de beschikbare subsidie evenredig verdeeld over de aanvragen die voldoen aan de criteria voor subsidieverlening.

Artikel 5 Hoogte subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van

a. het verschil in arbeidsvoorwaarden zoals dat volgt uit de cao Sociaal Werk in vergelijking met de Cao Kinderopvang, toegespitst op de specifieke medewerkers die in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft:

- direct uitvoering geven aan de voorschoolse educatie of hieraan direct ondersteunend zijn en

- die op 31 december 2019 werkzaam waren in één van deze functies op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd volgens de cao Sociaal Werk.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 6 De aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door de houder van een kindercentrum die voldoet aan de voorwaarden voor periodieke subsidie op grond van de Beleidsregel.

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen stukken

In aanvulling op artikel 7 van de ASV 2014 worden bij de aanvraag ingediend, met betrekking tot de medewerkers bedoeld in artikel 5 van deze regeling:

- een overzicht van deze medewerkers, met daarin opgenomen hun functies vanaf 31 december 2019, de omvang van hun dienstverband en hun salaris in het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

- begroting personeelskosten 2020 volgens de cao Sociaal Werk;

- begroting personeelskosten 2020 volgens de cao Kinderopvang;

- een berekening van de meerkosten veroorzaakt door de verschillen tussen de cao Sociaal Werk en de cao Kinderopvang;

Hoofdstuk 4: Subsidieverlening

Artikel 8 Eisen aan de subsidie

Voor het verstrekken van subsidie gelden de volgende eisen:

a. er is subsidie aangevraagd voor het aanbieden van voorschoolse educatie op grond van de Beleidsregel passende kinderopvang: voorschoolse educatie en ‘kinderopvang plus’;

b. de aanvrager heeft werknemers in dienst, al dan niet doordat deze werknemers zijn overgenomen van de vorige aanbieder van voorschoolse educatie in de gemeente Utrecht of doordat deze werknemers door overgang van onderneming van rechtswege in dienst zijn getreden bij de aanvrager, die onder de reikwijdte van de Cao Sociaal Werk vielen maar die voortaan conform de Cao Kinderopvang beloond zullen (moeten gaan) worden.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9.1 Inwerkingtreding en geldingsduur

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020 en vervalt van rechtswege op 31 december 2021, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op de vaststelling van de subsidies die op grond van deze regeling zijn verleend.

Artikel 9.2 Looptijd

De regeling geldt voor het kalenderjaar 2020 - 2021.

Artikel 9.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Transitieregeling voorschoolse educatie 2020 -2021

Ondertekening

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 18 juni 2019.

De secretaris,

G.G.H.M. Haanen

De burgemeester,

Mr J.H.C. van Zanen