Besluit van Gedeputeerde staten van Utrecht van 8 november 2011, van Gelderland van 4 oktober 2011 houdende voorschriften met betrekking tot het toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van de regionale waterkeringen die zijn gelegen in het gebied van Waterschap Vallei en Eem (Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen waterschap Vallei en Eem 2011).

Geldend van 06-12-2011 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde staten van Utrecht van 8 november 2011, van Gelderland van 4 oktober 2011 houdende voorschriften met betrekking tot het toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van de regionale waterkeringen die zijn gelegen in het gebied van Waterschap Vallei en Eem (Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen waterschap Vallei en Eem 2011).

Besluit van Gedeputeerde staten van Utrecht van 8 november 2011, van Gelderland van 4 oktober 2011 houdende voorschriften met betrekking tot het toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van de regionale waterkeringen die zijn gelegen in het gebied van Waterschap Vallei en Eem (Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen waterschap Vallei en Eem 2011).

Gedeputeerde staten van Gelderland en Utrecht,

Gelet op artikel 2.2, tweede en derde lid van de Waterverordening waterschap Vallei en Eem (2009);

Besluiten, elk voor zover zij bevoegd zijn,

Artikel 1

Voor de beoordeling van de veiligheid van regionale waterkeringen gelden de volgende, als bijlagen 1 tot en met 5 bij dit besluit behorende, documenten en programmatuur als voorschriften als bedoeld in artikel 2.2, derde lid, van de Waterverordening Waterschap Vallei en Eem (2009) 1.  

ORK 2 2010-32

Promotor Gebruikshandleiding, versie 3.0

ORK 2010-22

Addendum op de leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen betreffende de boezemkaden

ORK 2009-05

Materiaalfactoren boezemkaden

ORK 2007-02

Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen

ORK 2007-01

Kwaliteitsindicatoren veiligheidstoetsing; Meetbare en controleerbare indicatoren voor de kwaliteit van de veiligheidstoetsing regionale waterkeringen  

Artikel 2

Voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen gelden de volgende, als bijlagen 6 en 7 bij dit besluit behorende, documenten als technische leidraden als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid van de Waterverordening Waterschap Vallei en Eem (2009) 1.  

ORK 2009-07

Handreiking ontwerpen & verbeteren waterkeringen langs regionale rivieren

ORK 2009-06

Handreiking ontwerpen & verbeteren boezemkaden

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Voorschriften toetsen op veiligheid en leidraden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen waterschap Vallei en Eem 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld. Gedeputeerde Staten van Gelderland Commissaris van de Koningin Secretaris
Gedeputeerde Staten van Utrecht Commissaris van de Koningin Secretaris
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris a.i. Uitgegeven 5 december 2011 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris a.i.
1 De genoemde rapporten en programmatuur in artikel 1 en 2 zijn te downloaden op: http://www.stowa.nl/Service/Publicaties/index.aspx 2 ORK (Ontwikkelingsprogramma Regionale waterKeringen)

Toelichting Ter uitvoering van de Waterverordening waterschap Vallei en Eem (2009) (verder: verordening) dienen door Gedeputeerde Staten van Gelderland en Utrecht nadere besluiten te worden genomen. Dat betreft besluiten tot a) het vaststellen van voorschriften voor de door het dagelijks bestuur te verrichten beoordeling van de veiligheid van regionale waterkeringen, en b) het vaststellen van handreikingen voor het ontwerpen en verbeteren van regionale waterkeringen. In de verordening zijn veiligheidsnormen vastgelegd voor de regionale keringen. Deze veiligheidsnormen dienen voor de dagelijkse praktijk geoperationaliseerd te worden. Dit geschiedt enerzijds in de vorm van een voorschrift voor de toetsing en anderzijds in de vorm van een technische handreiking voor het ontwerpen en verbeteren van een regionale waterkering. Omdat het hierbij om een uitwerking van de veiligheidsnorm gaat, is de bevoegdheid tot vaststelling in handen van Gedeputeerde Staten gelegd. In het kader van het Ontwikkelingsprogramma Regionale waterKeringen (ORK) is onder leiding van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) door de waterschappen en provincies gewerkt aan richtlijnen, handreikingen en leidraden voor het normeren, toetsen, ontwerpen & verbeteren, beheren & onderhouden en het inspecteren van de regionale keringen. In 2008 is de eerste globale toetsronde afgerond door de waterschappen die vielen onder de oude “Verordening Waterkering West-Nederland”. Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan bij deze werkzaamheden is in opdracht van de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland een addendum op de bestaande “Leidraad toetsen op de veiligheid” ontwikkeld en heeft er een verbetering plaatsgevonden van het rekenprogramma Promotor. Het is van belang dat de toetsing van de actuele veiligheidssituatie door de beheerders op uniforme wijze tot stand komt. De gestelde regels in artikel 1 hebben daarom het karakter van een algemeen verbindend voorschrift. Afwijking hiervan is niet mogelijk. Dit betreft de in artikel 1 genoemde documenten en bijbehorende programmatuur. Wat betreft het ontwerpen en verbeteren van de regionale keringen hebben de in artikel 2 genoemde documenten het karakter van een richtlijn. De nieuwe handreikingen geven een beeld van de mogelijkheden voor het ontwerpen en verbeteren van regionale keringen. Dat betekent dat de beheerder een bepaalde ruimte wordt gelaten om in verband met specifieke plaatselijke omstandigheden af te wijken. Een afwijking kan bijvoorbeeld wenselijk zijn om voor de langere termijn een optimum te realiseren tussen aanleg- en onderhoudskosten.