Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 17 januari 2012, nummer 809D90CC, tot vaststelling van het privacyreglement voor verkeersregistratiesystemen van provincie Utrecht Beleid met betrekking tot observatiecamera’s voor verkeerstechnische doeleinden (Privacyreglement verkeersregistratiesystemen provincie Utrecht).

Geldend van 03-02-2012 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 17 januari 2012, nummer 809D90CC, tot vaststelling van het privacyreglement voor verkeersregistratiesystemen van provincie Utrecht Beleid met betrekking tot observatiecamera’s voor verkeerstechnische doeleinden (Privacyreglement verkeersregistratiesystemen provincie Utrecht).

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 17 januari 2012, nummer 809D90CC, tot vaststelling van het privacyreglement voor verkeersregistratiesystemen van provincie Utrecht (Privacyreglement verkeersregistratiesystemen provincie Utrecht).

Beleid met betrekking tot observatiecamera’s voor verkeerstechnische doeleinden

Gedeputeerde Staten van Utrecht,Gelet op artikel 6 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

Overwegende:

- dat door het gebruik van verkeersregistratiesystemen sprake is van het verwerken van camerabeelden waarop de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing is;

- dat het wenselijk is vast te stellen welk beleid geldt voor de verwerking van persoonsgegevens verkregen uit verkeersregistratiesystemen, zodat op uniforme wijze en conform de Wet bescherming persoonsgegevens met deze gegevens wordt omgegaan;

- dat het derhalve aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen;- dat deze regels worden vastgesteld in de vorm van een privacyreglement;

- dat uitsluitend de observatiecamera´s langs provinciale wegen die in beheer zijn van de provincie Utrecht, het verkeersregistratiesysteem zijn waarvoor dit privacyreglement geldt;

- dat in verband met de maatschappelijke zorgvuldigheid en vanuit de Wet bescherming persoonsgegevens een informatieplicht bestaat;

- dat het door het aantal en de plaats waarop camera's staan opgesteld, niet doelmatig of mogelijk is ter plekke aan te geven dat cameratoezicht wordt uitgeoefend;

- dat publicatie van dit reglement in de plaats komt van een dergelijke plaatselijke kennisgeving;

Besluiten:

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de verantwoordelijke: Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht;

  • b.

    provinciale wegen: de door de provincie Utrecht beheerde N-wegen;

  • c.

    verkeersregistratiesysteem: het camera-observatiesysteem geschikt voor het verwerken van opnamen/beelden ten behoeve van het monitoren van verkeersstromen en de verkeersafwikkeling op kruispunten;

  • d.

    cameratoezicht: het houden van verkeerskundig toezicht op provinciale wegen met behulp van observatiecamera's;

  • e.

    camerabeelden: de door middel van het verkeersregistratiesysteem verkregen en verwerkte beelden waarmee toezicht wordt gehouden op provinciale wegen en op grond waarvan natuurlijke personen mogelijk geïdentificeerd kunnen worden (persoonsgegevens).

Artikel 2 Reikwijdte

Dit besluit regelt de taken en bevoegdheden van de verantwoordelijke met betrekking tot de verwerking van camerabeelden, verkregen door het gebruik van het verkeersregistratiesysteem dat in eigendom is van de provincie Utrecht.

Artikel 3 Doel

Het doel van cameratoezicht en de verwerking van de camerabeelden, i.e. bekijken en opslaan, verkregen door het verkeersregistratiesysteem langs de provinciale wegen, is: het observeren, analyseren en monitoren van verkeersstromen en de beweging van voertuigen ter optimalisatie van de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid.

Artikel 4 Locaties van de camera’s

  • 1 Observatiecamera’s worden uitsluitend geplaatst op locaties op, boven of nabij de provinciale wegen die door de wegbeheerder aangemerkt zijn als verkeerskundig of veiligheidstechnisch van belang.

  • 2 Het zichtveld van de betreffende camera’s is gericht op openbare plaatsen.

  • 3 Wanneer private terreinen behorende bij woningen aansluiten op de openbare plaatsen waarop het zichtveld gericht is, wordt ervoor gezorgd dat het vastleggen van deze terreinen zoveel mogelijk wordt afgeschermd. In elk geval worden geen woningen vastgelegd of plaatsen bij een woning waar zich personen plegen op te houden.

Artikel 5 Beheer en beveiliging

  • 1 De verantwoordelijke zorgt in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens voor het beheer van de camerabeelden en voor passende technische en organisatorische maatregelen om de camerabeelden te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatig gebruik.

  • 2 De camerabeelden worden op een nader door de verantwoordelijke aan te wijzen plaats opgeslagen en beheerd door één of meer door hen met die taak belaste ambtenaren.

  • 3 Slechts de door de verantwoordelijke aangewezen ambtenaren hebben rechtstreeks toegang tot de camerabeelden.

  • 4 De verantwoordelijke wijst niet meer ambtenaren aan dan noodzakelijk is voor de uitvoering van bedoelde werkzaamheden.

Artikel 6 Inzage en correctie betrokkenen (op beeld opgenomen individuen)

Het geven van inzage in camerabeelden en het afschermen of verwijderen ervan vinden plaats op verzoek van betrokkenen conform het gestelde in de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 7 Inzage en verstrekking derden

De verantwoordelijke weigert derden inzage in camerabeelden of verstrekking ervan, tenzij daarvoor een wettelijke verplichting bestaat. Incidenteel kan een afweging gemaakt worden om de gegevens langer te bewaren, in verband met een wettelijke plicht. Bijvoorbeeld wanneer sprake is van een ernstig verkeersincident en/of er binnen het verstrijken van de reguliere bewaartermijn een verzoek door de Officier van justitie is gedaan.

Artikel 8 Bewaartermijnen

  • 1 Camerabeelden worden na maximaal drie dagen automatisch overschreven.

  • 2 Als er sprake is van bijzondere omstandigheden, kunnen de persoonsgegevens in camerabeelden, voor zover dat wettelijk is toegestaan onder die omstandigheden, langer dan de termijn, bedoeld in het eerste lid, worden bewaard. Het bewaren zal echter niet langer duren dan noodzakelijk is.

Artikel 9 Verbod koppeling

De camerabeelden worden niet gekoppeld aan andere gegevensverwerkingen.

Artikel 10 Evaluatie bereiken doel

Periodiek moet door middel van een evaluatie worden beoordeeld of het beoogde doel (Art 3) van het verkeersregistratiesysteem is bereikt en of cameratoezicht noodzakelijk blijft. De termijn waarbinnen een evaluatie plaatsvindt wordt op maximaal vier jaar gesteld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad.

  • 2 Dit besluit wordt aangehaald als: Privacyreglement verkeersregistratiesystemen provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 17 januari 2012. R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris Uitgegeven 2 februari 2012 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen H. GOEDHART, secretaris