Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 16 februari 2016, nummer 817C5AD7, tot vaststelling van het Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder (Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder)

Geldend van 04-03-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 16 februari 2016, nummer 817C5AD7, tot vaststelling van het Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder (Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 16 februari 2016, nummer 817C5AD7, tot vaststelling van het Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder (Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 158 van de Provinciewet, hoofdstuk VIIIa en hoofdstuk VIIIb van de Wet geluidhinder, hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst regio Utrecht en de overeenkomst, bedoeld in artikel 18, derde lid, van genoemde gemeenschappelijke regeling;

Overwegende: – dat Gedeputeerde Staten gehouden zijn om hogere grenswaarden geluidsbelasting in te schrijven in de openbare registers van het Kadaster; – dat Gedeputeerde Staten tevens gehouden zijn om het (gedeeltelijk) vervallen van de verplichting tot het treffen van geluidwerende maatregelen aan woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen in te schrijven in genoemde registers; – dat het vanuit oogpunt van efficiency gewenst is de Omgevingsdienst regio Utrecht (hierna: ODRU) te mandateren om voorgaande inschrijvingen tot stand te brengen; – dat de directeur van de ODRU met onderhavig besluit heeft ingestemd;

Besluiten:

Artikel 1 Mandaaten machtiging

  • 1 Aan de directeur van de ODRU wordt mandaat verleend voor het inschrijven in de openbare registers van het Kadaster van:

    • a.

      de besluiten van Gedeputeerde Staten van Utrecht (hierna: het college), inhoudende vaststelling van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in artikel 110i van de Wet geluidhinder;

    • b.

      de mededelingen inzake het vervallen van de verplichting van het college om geluidwerende maatregelen te treffen ten aanzien van woningen of ander geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 114a van de Wet geluidhinder;

  • 2 Aan de directeur van de ODRU wordt tevens mandaat verleend voor het doen van:

    de mededelingen aan rechthebbenden op woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen, inhoudende dat van overheidswege geen of slechts gedeeltelijk geluidwerende voorzieningen worden aangebracht als bedoeld in artikel 114a van de Wet geluidhinder en de artikelen 6.4, derde lid, 6.6, vierde lid, en 6.9, derde lid, van het Besluit geluidhinder.

  • 3 Het mandaat, genoemd in dit artikel, houdt tevens de bevoegdheid in om alle daarvoor nodige handelingen te verrichten zoals die, genoemd in artikel 11b van de Kadasterwet.

  • 4 Voor zover van toepassing wordt mandaat gelijkgesteld aan machtiging.

Artikel 2 Ondermandaat en -machtiging

De directeur kan ondermandaat en -machtiging verlenen aan de functionarissen die onder diens verantwoordelijkheid werkzaam zijn.

Artikel 3 Instructies

De directeur van de ODRU draagt zorg voor een jaarlijks overzicht van de inschrijvingen die op grond van artikel 1 bij het Kadaster zijn gedaan.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Mandaat- en machtigingsbesluit Omgevingsdienst regio Utrecht inzake bevoegdheden Wet geluidhinder.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 16 februari 2016;
Voorzitter,
Secretaris,

Toelichting

Op grond van de Wet geluidhinder zijn Gedeputeerde Staten onder meer bij aanleg of reconstructie van provinciale wegen bevoegd om hogere waarden voor maximaal toelaatbare geluidsbelasting vast te stellen. In deze situatie (bij hogere grenswaarden) worden rechthebbenden van overheidswege in de gelegenheid gesteld om geluidwerende maatregelen ten aanzien van hun woning of ander geluidsgevoelig gebouw te laten treffen. Als een rechthebbende daaraan niet meewerkt, komt de verplichting van de overheid tot het aanbrengen van die voorzieningen te vervallen.

Het is van belang dat naar buiten toe transparant is:

  • of hogere geluidsgrenzen zijn gesteld,

  • of geluidwerende voorzieningen aan panden zijn aangebracht,

  • dan wel de verplichting daartoe (vanwege weigering rechthebbende) is komen te vervallen.

De informatie geeft de toekomstige eigenaar van de woning of het gebouw een beeld van de geluidsituatie in- en om het pand. Daarnaast wordt door het vastleggen in het Kadaster voorkomen dat, op verzoek van de huidige rechthebbende, niet- of niet geheel uitgevoerde gevelmaatregelen door de nieuwe eigenaar kunnen worden afgedwongen. Gelet hierop verplicht de Wet geluidhinder tot inschrijving in de openbare registers van het Kadaster.

Bijgaand besluit mandateert de directeur van de ODRU om de inschrijvingen namens de provincie Utrecht tot stand te brengen. Dit is efficiënt omdat de ODRU reeds uit andere hoofde met vastleggingen bij het Kadaster is belast; onderhavige werkzaamheden sluiten hierbij aan. Tevens voorziet het besluit in een machtiging om de handelingen te verrichten die voor de inschrijvingen nodig zijn.