Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E23354, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht.

Geldend van 01-04-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E23354, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht.

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E23354, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 4 en 38 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat het Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma (IGP) zich richt op het stimuleren en realiseren van een integrale aanpak van gebiedsontwikkeling in gebieden waar meerdere grote provinciale beleidsdoelen aan de orde zijn. Bij deze gebiedsontwikkelingen dreigt, door de complexiteit en grote aantal belangen, versnippering en een onvoldoende afgestemde aanpak en inzet van middelen. Door gerichte inzet van middelen (financiën, bestuurskracht en kennis) vanuit het IGP worden de integraliteit en realisatiekans versterkt. Het is daarmee stimulerend en ondersteunend voor de inzet van provinciale middelen en capaciteit in het hele fysieke domein vanuit verschillende beleidsvelden.

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    A sv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    I GP: Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma 2012-2019, zoals vastgesteld door provinciale staten op 2 juli 2012;

  • c.

    integrale gebiedsontwikkeling: het realiseren van meervoudige doelen en ambities waarbij een ruimtelijk afgebakend gebied het integrerend kader vormt. Het gaat om transitie en reallocatie van functies, dan wel om een (sterke) aanpassing van functies aan veranderende fysieke omstandigheden waardoor meerdere grote provinciale beleidsdoelen worden gerealiseerd;

  • d.

    integraal gebiedsontwikkelingsproject: project opgenomen in het (geactualiseerde) IGP;

  • e.

    realisatieplan: document waarin de gebiedsontwikkeling, de realisatieprocedures van het integraal gebiedsontwikkelingsproject en de prestatieafspraken van partners zijn vastgelegd. Het realisatieplan strekt tot beschikbaarstelling van budget door de provincie.

Artikel 2 Criteria

  • 1 Gedeputeerde staten kunnen subsidie verstrekken ten behoeve van activiteiten voor de ontwikkeling en uitvoering van integrale gebiedsontwikkelingsprojecten in de provincie Utrecht, conform een realisatieplan dat provinciale staten hebben vastgesteld. De activiteiten voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      er is sprake van een programma-overstijgend doelbereik: meervoudige doelen die geprogrammeerd zijn in meer dan één provinciaal programma of beleidsveld;

    • b.

      zonder inzet door de provincie Utrecht worden provinciale doelen niet gerealiseerd of krijgt het project geen voorgang;

    • c.

      rol en inzet van de provincie worden gedragen door de andere deelnemende partijen;

    • d.

      er is reëel zicht op uitvoering.

  • 2 Gedeputeerde staten kunnen subsidie verstrekken ten behoeve van activiteiten ter stimulering van de planvorming van een (potentieel) integraal gebiedsontwikkelingsproject. Onder meer de volgende producten zijn subsidiabel: haalbaarheidsstudie, vooronderzoek, gebiedsverkenningen en planvorming.

Artikel 3 Subsidieontvangers

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • b.

    publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    maatschappelijke organisaties.

Artikel 4 Vorm

Subsidie kan worden verstrekt in de vorm van:

  • a.

    financiële bijdrage;

  • b.

    garantstelling;

  • c.

    een (renteloze) lening;

  • d.

    een storting in een door de provincie Utrecht of door derden op te richten fonds.

Artikel 5 Aanvraag

Aanvragen kunnen het gehele kalenderjaar worden ingediend, gedurende de looptijd van het IGP.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv kan subsidie geweigerd worden als de activiteit naar het oordeel van het gedeputeerde staten niet of onvoldoende bijdraagt aan de doelen en ambities zoals geformuleerd in het IGP.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond ten behoeve van de subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is € 13.450.000,- voor de periode 2013 tot en met 2015.

  • 2 Het subsidieplafond ten behoeve van de subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt € 300.000,- voor de periode 2013 tot en met 2015.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1 Wanneer de subsidie wordt verleend in de vorm van een geldlening, wordt deze verleend onder de voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en het provinciebestuur een overeenkomst ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt.

  • 2 I n de subsidiebeschikking en de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt een regime voor betaling van rente en aflossing opgenomen.

Artikel 9 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient:

  • a.

    de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van de provincie Utrecht te delen, binnen de grenzen van het redelijke;

  • b.

    de provincie Utrecht toe te staan in overleg publicitair gebruik te maken van de met de activiteit behaalde resultaten.

Artikel 10 Europese regelgeving

Voor zover de activiteiten leiden tot voordeel voor een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van de Verordening (EG) 1998/2006, PbEU 2006, L379/5, betreffende de-minimissteun.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma, provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013.
Gedeputeerde staten van Utrecht,
R.C. ROBB ERTSEN, voorzitter.
H. GOEDHAR T, secretaris
Uitgegeven 14 juni 2013
Gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen
H. GOEDHAR T, secretaris. 

Toelichting

Algemeen

Met de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) wil de provincie komen tot een meer integrale aanpak van beleidsvorming en beleidsrealisatie. De afgelopen jaren heeft de provincie hier via het Ruimtelijk Actie Programma 2008-2011 ervaring mee opgedaan. Er is gekozen om een vervolg hier aan te geven waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen integrale beleidsontwikkeling (RAP.2) en integrale gebiedsontwikkeling (IGP). Gebiedsontwikkeling is aan de orde waar de uitwerking van beleid alleen niet genoeg is. Het IGP en het RAP.2 liggen sterk in elkaars verlengde. Vanuit een thematische uitwerking kan een urgentie ontstaan om aandacht te geven aan de ontwikkeling van een specifiek gebied. Omgekeerd kan er vanuit een gebiedsontwikkeling een aanleiding ontstaan om bepaalde ruimtelijke vraagstukken uit te werken. Het IGP en RAP.2 zijn daarmee ‘communicerende vaten’. In 2012 hebben gedeputeerde staten de Uitvoeringsverordening subsidie Ruimtelijk Actieprogramma, provincie Utrecht vastgesteld (Provinciaal Blad 2012, 60).

Artikelgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Een realisatieplan is een document waarin in ieder geval afspraken over de financiën zijn vastgelegd. In een realisatieplan wordt onder meer de maximale hoogte van de te verstrekken subsidie opgenomen.

Artikel 2 Criteria

Het eerste lid heeft betrekking op het investeringsbudget. Bij integrale gebiedsontwikkeling is vrijwel altijd sprake van een grote wederzijdse afhankelijkheid tussen partners. De daadwerkelijke inzet van IGP-middelen worden per project gebaseerd op een realisatieplan. Subsidie op grond van artikel 2, eerste lid, kan pas aangevraagd worden nadat een realisatieplan door provinciale staten is vastgesteld. Naast investeringsbudget is het ook mogelijk om in de voorbereidende stappen procesgeld uit het IGP in te zetten om de samenwerking en bundeling van inzet te stimuleren (tweede lid). Ten behoeve van een vooronderzoek, om helder te krijgen of het (potentiële) project ‘IGP-waardig’ is, kan subsidie aangevraagd worden. Dit geldt ook voor de verkenningsfase. Ook kan subsidie aangevraagd worden voor projecten die nog niet opgenomen zijn in het IGP, maar die daar in potentie wel voor in aanmerking komen.

Artikel 3 Subsidieontvangers

Zowel rijksoverheid als gemeenten en waterschappen kunnen subsidie ontvangen. Daarnaast kunnen ook maatschappelijke organisaties subsidie aanvragen.

Artikel 5 Aanvraag

Vanuit het oogpunt van flexibiliteit en maatwerk kunnen aanvragen gedurende het gehele kalenderjaar worden ingediend. Hierdoor kan een bijdrage worden toegekend op het moment dat dit het meest efficiënt is voor het project en het grootste effect wordt bereikt. Omdat de wijze van ondersteuning bepaald wordt op basis van een dialoog tussen aanvrager en provincie, kunnen schriftelijke aanvragen enkel worden ingediend na een mondelinge intake. Tijdens dit gesprek worden de doelstelling, het tijdspad en de te bereiken resultaten van het project besproken tussen potentiële aanvrager en de provincie Utrecht. Samen wordt bekeken in hoeverre de mogelijke aanvraag voldoet aan de criteria in artikel 2 en welke potentie een mogelijke aanvraag heeft. Na deze mondelinge intake heeft de potentiële aanvrager een helder beeld over de kansrijkheid van provinciale ondersteuning van het project, en kan desgewenst een officiële schriftelijke aanvraag indienen. Voor alle vormen van subsidie wordt per aanvraag op basis van maatwerk bekeken wat de maximale hoogte van het bedrag wordt. Gedeputeerde staten beschikken op een aanvraag om subsidie binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag (artikel 9, eerste lid, Asv). Een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 2, eerste lid, kan pas in behandeling worden genomen nadat provinciale staten een realisatieplan hebben vast-gesteld. Tijdens de mondelinge intake wordt hieraan expliciet aandacht besteed.

Artikel 7 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten voor de ontwikkeling en uitvoering is gesteld op € 13.450.000,-. Dit plafond geldt voor de periode 2013 tot en met 2015. Het subsidieplafond voor activiteiten ter stimulering van de planvorming is vastgesteld op € 300.000,-. Dit subsidieplafond geldt voor de periode van 2013 tot en met 2015. Er is gekozen voor een programma-budget zonder specifieke verdeling over de verschillende ambities. Dit om te beschikken over maximale flexibiliteit om in te kunnen spelen op actuele situaties en om per project maatwerk te kunnen toepassen. Gedeputeerde staten kunnen op een later tijdstip besluiten het budget, binnen de gestelde ambities van het IGP alsnog te verdelen in aparte deelplafonds voor de verschillende opgaven.

Artikel 8 Subsidieverlening

Dit artikel heeft betrekking op rentedragende lening.