Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 8184687F, tot het openstellen van de Subsidieverordering natuur- en landschapbeheer provincie Utrecht 2016 voor het onderdeel agrarisch natuur- en landschapsbeheer (Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer)

Geldend van 01-06-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 8184687F, tot het openstellen van de Subsidieverordering natuur- en landschapbeheer provincie Utrecht 2016 voor het onderdeel agrarisch natuur- en landschapsbeheer (Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer)

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 8184687F, tot het openstellen van de Subsidieverordering natuur- en landschapbeheer provincie Utrecht 2016 voor het onderdeel agrarisch natuur- en landschapsbeheer (Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 1.2 en 1.4, en § 3 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (hierna: SVNL2016);

Besluiten:

Artikel 1. Subsidieplafonds

Voor de Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 worden voor het begrotingsjaar 2017 voor subsidies als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, onder onder a, b, d en e, van de SVNL2016 de volgende subsidieplafonds vastgesteld voor de resterende subsidieperiode van vijf jaar (2017 t/m 2021):

  • a.

    Voor het leefgebied Open Grasland:

    • voor de deelgebieden De Venen, Vechtvallei en Midden West: 125.000 euro;

    • voor de deelgebieden Zuid West en Uiterwaarden West: 600.000 euro;

    • voor het deelgebied Ruige Weide: 22.500 euro;

    • voor de deelgebieden Vianen en Uiterwaarden Zuid: 25.000 euro;

  • c.

    Voor de leefgebieden Droge Dooradering en Natte Dooradering:

    • voor de deelgebieden Noorderpark AGV, Noorderpark HDSR, Kromme Rijngebied, Uiterwaarden Oost, Utrechtse-Heuvelrug, Gelderse Vallei en Binnenveld: 1.900.000 euro.

  • d.

    Voor het leefgebied Droge Dooradering

    • voor de deelgebieden De Venen, Vechtvallei en Midden West: 165.000 euro;

    • voor de deelgebieden Zuid West en Uiterwaarden West: 180.000 euro;

    • voor het deelgebied Ruige Weide: 31.000 euro;

    • voor de deelgebieden Vianen en Uiterwaarden Zuid: 62.500 euro;

    • voor het deelgebied Eemland: 200.000 euro;

  • e.

    Voor het leefgebied met de aanduiding Water:

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor de deelgebieden De Venen en Vechtvallei 400.000 euro;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor het deelgebied Midden West: 400.000;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor de deelgebieden Zuid West en Uiterwaarden West: 309.000;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor het deelgebied Ruige Weide: 200.000 euro;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor de deelgebieden Vianen en Uiterwaarden Zuid: 20.000 euro;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor het deelgebied Eemland 180.000;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor het deelgebied Noorderpark AGV: 100.000;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor de deelgebieden Noorderpark HDSR, Kromme Rijngebied en Uiterwaarden Oost: 400.000 euro;

    • voor het onderdeel Natuurvriendelijk beheren voor de deelgebieden Gelderse Vallei en Binnenveld: 285.000 euro;

    • voor het onderdeel Waterberging voor de deelgebieden Gelderse Vallei en Binnenveld: 15.000 euro.

Artikel 2. Aanvraagperiode en indiening

  • 1 Aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 1 van dit besluit kunnen in de periode van 1 juni tot en met 30 juni 2016 worden ingediend bij de provincie Utrecht.

  • 2 De aanvragen kunnen schriftelijk, per email of via een e-formulier bij de provincie Utrecht worden ingediend.

    • a.

      Aanvragen die schriftelijk worden ingediend, dienen te worden geadresseerd aan: Provincie Utrecht, Subsidieloket onder vermelding van Uitbreidingsaanvraag 2017 agrarisch natuurbeheer, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht,

    • b.

      Aanvragen die per email worden ingediend, dienen te worden gezonden naar het emailadres ‘subsidies@provincie-utrecht.nl’ onder vermelding van Uitbreidingsaanvraag 2017 agrarisch natuurbeheer,

    • c.

      Aanvragen die via het beschikbare e-formulier worden ingediend, worden bij verzending automatisch naar het emailadres ‘subsidies@provincie-utrecht.nl’ gestuurd. Het e-formulier is op de provinciale website te vinden.

Artikel 3. Beoordeling subsidieaanvragen

  • 1 Om voor subsidie in aanmerking te komen dient te worden voldaan aan de in artikel 3.4 van de SNL2016 gestelde vereisten.

  • 2 Het aanvraagformulier dat door GS beschikbaar wordt gesteld, dient volledig te zijn ingevuld met alle daarbij gevraagde bijlagen.

  • 3 GS stellen op grond van art. 3.8 lid 1 van de SNL2016 de in bijlage opgenomen criteria en puntenwaardering vast om voor zover nodig een keuze te maken (zgn. tendering) tussen subsidieaanvragen die op eenzelfde locatie betrekking hebben of gezamenlijk een subsidieplafond van artikel 1 overschrijden.

Artikel 4. Publicatie

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 24 mei 2016.

Gedeputeerde staten van Utrecht

Voorzitter
Secretaris

Bijlage 1 Behorende bij Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en water beheer

Criteria en Puntenwaardering t.b.v. tendering uitbreidingsaanvragen 2017 agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Op 24 mei 2016 hebben GS van Utrecht het Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuuren waterbeheer vastgesteld. Met dit Openstellingsbesluit wordt aan de agrarische collectieven binnen de provincie Utrecht de mogelijkheid geboden een aanvraag in te dienen voor uitbreiding van de aan hen in 2015 verleende subsidies voor agrarisch natuur- en waterbeheer voor de periode 2016 t/m 2021.

Met het Opstellingsbesluit hebben GS van Utrecht door vaststelling van deze bijlage 1 (via art. 3, lid 3 van het Openstellingsbesluit) tevens de criteria en de puntenwaardering voor de tendering van deze uitbreidingsaanvragen vastgesteld.

Voor aanvragen tot uitbreiding van in 2015 afgegeven subsidiebeschikkingen voor agrarisch natuuren waterbeheer die binnen de aanvraagperiode zijn ingediend, wordt allereerst beoordeeld of zij voor subsidie in aanmerking komen. Tendering van subsidieaanvragen vindt plaats in het geval dat meerdere subsidieaanvragen (die voor subsidie in aanmerking komen) met elkaar concurreren, hetzij omdat zij op dezelfde locatie betrekking hebben, hetzij omdat zij al dan niet gezamenlijk een subsidieplafond uit het Openstellingsbesluit overschrijden. Als subsidieaanvragen niet met elkaar concurreren en geen subsidieplafonds worden overschreden, vindt geen tendering plaats.

In het Openstellingsbesluit zijn in artikel 1 de subsidieplafonds vastgesteld. Er zijn subsidieplafonds opgenomen voor de doelen/leefgebieden: 1. open grasland, 2. voor natte en droge dooradering en 3. waterdoelen. Deze doelen zijn vervolgens verder uitgesplitst naar (clusters) van deelgebieden binnen de provincie Utrecht. De tendering vindt plaats op het niveau van de doelen en niet op het niveau van de gehele aanvraag. De hierna volgende tendering is dan ook voor de drie doelen afzonderlijk uitgewerkt.

Op basis van de tendering worden aan de verschillende subsidieaanvragen punten toegekend. De toe te kennen punten worden, voor zover van belang, per criterium afgerond op hele punten. Indien op basis van de verstrekte informatie bij een gebiedsaanvraag niet of onvoldoende kan worden beoordeeld of aan een criterium wordt voldaan, worden afhankelijk van de mate waarin de onderbouwing onvoldoende is geen of minder punten toegekend. De punten voor alle criteria worden bij elkaar opgeteld en dat bepaalt de totaalscore voor het betreffende doel.

Voor de onderdelen van de subsidiebeschikking waarvoor een uitbreiding wordt aangevraagd, zal bij een tendering het reeds beschikte deel en het deel waarvoor een uitbreiding wordt aangevraagd in zijn geheel in beschouwing worden genomen (en dus niet alleen de uitbreiding). Dit omdat de uitbreiding niet los beoordeeld kan worden van het reeds beschikte deel. De tendering kan er alleen toe leiden dat de uitbreiding wordt afgewezen, het reeds beschikte deel blijft in stand.

Op basis van artikel 3.8, lid 2 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016) wordt de rangschikking van subsidieaanvragen bepaald naar gelang van de totaalscore; de aanvraag met de meeste punten komt als eerste voor subsidie in aanmerking. Verder bepaalt artikel 3.8, lid 3 van de SVNL2016 dat bij een gelijke totaalscore van aanvragen, de rangschikking van die aanvragen wordt bepaald door loting.

De uitwerking van de tendering voor de doelen (1) open grasland, (2) natte en droge dooradering en (3) water is in onderstaande drie tabellen opgenomen.

Uitwerking tendering leefgebied open grasland

Criteria

Aantal toe te kennen punten

Dekkingsgraad (maximaal 20 punten)

1.

Aanvraag met hoogste aantal ha’s (y) open grasland

20 punten

2.

Overige aanvragen: omvang in ha’s (x) in verhouding tot aanvraag met hoogste aantal ha’s (y)

x/y*20

Verschillende vormen van beheer (maximaal 20 punten)

3.

Percentage duurzaam peilbeheer (x) in verhouding tot totale oppervlakte , 1 punt voor elk procent, maximaal 10 punten

x

Zwaarte, intensiteit en variatie van beheer (maximaal 30 punten)

4.

Voldoet aan kwaliteitseisen zwaar beheer ((18%) en plas-dras (0,5 % ) van §4.5 van het NBP

0 punten

5.

Voldoet aan kwaliteitseisen zwaar beheer (18%) en plas-dras (0,5%) van § 4.5 en één van de kwaliteitseisen zwaar beheer (20%) en plas-dras (1,0%) van § 4.3

5 punten

6.

Voldoet aan de kwaliteitseisen zwaar beheer (20%) en plas-dras (1,0 %) van § 4.3

10 punten

7.

Voldoet aan beide eisen 4.3. Bij iedere % extra zwaar beheer 1 punt, maximaal 10 punten (x = percentage zwaar beheer)

(x-20)

8.

Voldoet aan beide eisen 4.3. Bij iedere % extra plas-dras 2 punten, maximaal 10 punten (x = percentage plas-dras)

(x-1,0)*2

Voldoen aan kwaliteitseisen en prioriteiten NBP (maximaal 14 punten)

9.

Mate waarin gebied aaneengesloten is en waarin sprake is van zo kort mogelijke buitengrens (0, 1 of 2 punten)

0, 1 of 2

10.

Mate waarin beheerde percelen met nestbescherming en andere beheersvormen liggen in samenhang met elkaar en er geen geïsoleerde percelen met zwaar beheer zijn (0, 1 of 2 punten)

0, 1 of 2

11.

Aantal ha kuikenland per grutto-broedpaar. Aantal ha ≥ 1,4 2 punten. Aantal tussen 1,0 en 1,4 ha 1 punt. Aantal ha kleiner dan 1,0 ha 0 punten

0, 1 of 2

12.

Mate waarin barriëres binnen beheermozaïeken overbrugbaar zijn (0, 1 of 2 punten)

0, 1 of 2

13.

Mate waarin afspraken zijn gemaakt met de fauna- of wildbeheereenheid over predatiebeheer (0, 1 of 2 punten)

0, 1 of 2

14.

Mate waarin in de gebieden met de hoogste dichtheid, beheer plaatsvindt

0, 1 of 2

15.

Mate waarin de gebieden waar beheer plaatsvindt, grenzen aan weidevogelreservaten

0, 1 of 2

Internationale soorten (maximaal 10 punten)

16.

Aantal prioritaire soorten (x) waarvoor (substantiële) maatregelen worden genomen. Het betreft de volgende soorten: zwarte stern, grutto, scholekster, tureluur, kievit, gele kwikstaart, graspieper, slobeend, kleine zwaan en purperreiger. Per soort 1 punt.

x

Onderbouwing gebiedsaanvraag (maximaal 8 punten)

17.

Mate waarin sprake is van synergie tussen de maatregelen voor open grasland en de maatregelen voor de andere leefgebieden en de categorie water

0, 1, 2, 3 of 4

18.

Mate waarin met andere partijen in het gebied (gebiedscoalitie), zoals terreinbeheerders, gemeenten, waterschappen en gebiedscommissies afspraken zijn gemaakt over uitvoering van de gebiedsaanvraag, het verbeteren van leefgebieden en andere doelen in het gebied

0, 1, 2, 3 of 4

Uitwerking tendering leefgebieden Natte en Droge dooradering

Dekkingsgraad (maximaal 40 punten)

Natte dooradering (maximaal 20 punten)

1.

Aanvraag met hoogste aantal ha’s (y) natte dooradering

20

2.

Overige aanvragen: omvang in ha’s (x) in verhouding tot aanvraag met hoogste aantal ha’s (y)

x/y*20

Droge dooradering (maximaal 20 punten)

a. landschap

3.

Aanvraag met hoogste aantal ha’s landschap

10

4.

Overige aanvragen: omvang in ha’s (x) in verhouding tot aanvraag met hoogste aantal ha’s (y)

x/y*10

b. Soortenrijke graslanden, akkers en akkerranden

5.

Aanvraag met hoogste aantal ha’s soortenrijke graslanden, akkers en akkerranden

10

6.

Overige aanvragen: omvang in ha’s (x) in verhouding tot aanvraag met hoogste aantal ha’s (y)

x/y*10

Verschillende vormen van beheer (maximaal 14 punten)

Natte dooradering (maximaal 9 punten)

7.

Indien percentage hooilandranden ≥ 10% van totaal aantal ha natte dooradering dan 5 punten. Indien percentage hooilandranden kleiner dan 10% dan 0 punten. Het gaat om de combinatie “beheerfunctie verschralen” en “cluster van beheeractiviteiten 1.5 graslandranden” (hooilandranden).

5 of 0

8.

Aantal overige clusters (x) van beheeractiviteiten (maximaal 4 punten)

x

Droge dooradering (maximaal 5 punten)

9.

Aanvraag met hoogste aantal ha (cluster van beheeractiviteiten 2.1) opgaande begroeiing

5

10.

Overige aanvragen: omvang in ha’s opgaande begroeiing (x) in verhouding tot aanvraag met hoogste aantal ha’s (y)

x/y*5

Zwaarte, intensiteit en variatie van beheer (geen punten)

Niet onderscheidend naast andere criteria

0

Voldoen aan kwaliteitseisen en prioriteiten NBP (maximaal 52 punten)

Natte dooradering (maximaal 28 punten)

a. Soortenrijke graslanden

11.

Mate waarin bestaande contracten met goede resultaten worden verlengd

0, 1, 2, 3 of 4

12.

Mate waarin combinatie met natuurvriendelijk slootbeheer plaatsvindt

0, 1, 2, 3 of 4

13.

Mate waarin versterking van de EHS plaatsvindt

0, 1, 2, 3 of 4

14.

Mate waarin wordt aangesloten op waterparels

0, 1, 2, 3 of 4

15.

Mate waarin op meest kansrijke locaties maatregelen plaatsvinden voor de soorten uit bijlage 3 van het NBP (op basis van monitoringsgegevens provincie of met eigen gegevens van het collectief)

0, 1, 2, 3 of 4

b. Zwarte stern

16.

Mate waarin op meest kansrijke locaties volgens inschatting van de werkgroep zwarte stern maatregelen plaatsvinden voor de zwarte stern

0, 1, 2, 3 of 4

c. Purperreiger

17.

Mate waarin op locaties waar purperreigers foerageren, maatregelen plaatsvinden voor de purperreiger

0, 1, 2, 3 of 4

Droge dooradering (maximaal 24 punten)

a. Landschap

18.

18. Mate waarin landschapselementen onderling en met natuurgebieden worden verbonden

0, 1, 2, 3 of 4

19.

Mate waarin combinatie van verschillende beheervormen naast elkaar plaatsvindt (zoals landschapselementen in combinatie met randen en ruigte, akker- of graslandranden of natuurvriendelijk slootbeheer)

0, 1, 2, 3 of 4

b. Soortenrijke graslanden, akkers en akkerranden

20.

Mate waarin bestaande contracten met goede resultaten worden verlengd

0, 1, 2, 3 of 4

21.

Mate waarin versterking van de EHS plaatsvindt

0, 1, 2, 3 of 4

22.

Mate waarin wordt aangesloten op waterparels

0, 1, 2, 3 of 4

23.

Mate waarin op meest kansrijke locaties maatregelen plaatsvinden voor de soorten uit bijlage 3 van het NBP (op basis van monitoringsgegevens provincie of met eigen gegevens van het collectief)

0, 1, 2, 3 of 4

Internationale soorten (maximaal 20 punten)

Natte dooradering (maximaal 8 punten)

24.

Aantal prioritaire soorten waarvoor maatregelen worden genomen (x). Het betreft de volgende soorten: zwarte stern, purperreiger, slobeend, tureluur, zomertaling, groene glazenmaker, poelkikker en heikikker. Per soort 1 punt.

x

Droge dooradering (maximaal 12 punten)

25.

Aantal prioritaire soorten waarvoor maatregelen worden genomen (x). Het betreft de volgende soorten: kamsalamander, steenuil, laatvlieger, rosse vleermuis, velduil, kievit, patrijs, torenvalk, kerkuil, ransuil, geelgors en keep. Per soort 1 punt.

x

Onderbouwing gebiedsaanvraag (maximaal 8 punten)

26.

Mate waarin sprake is van synergie tussen de maatregelen voor natte en droge dooradering en de maatregelen voor het leefgebied open landschap en de categorie water

0, 1, 2, 3 of 4

27.

Mate waarin met andere partijen in het gebied (gebiedscoalitie), zoals terreinbeheerders, gemeenten, waterschappen en gebiedscommissies afspraken zijn gemaakt over uitvoering van de gebiedsaanvraag, het verbeteren van leefgebieden en andere doelen in het gebied

0, 1, 2, 3 of 4

Uitwerking tendering categorie Water

Criteria(Zie categorie Water in tabel paragraaf 4.5 Natuurbeheerplan 2016)

Aantal toe te kennen punten

I.

Waterberging

Niet opengesteld

0

II.

Natuurvriendelijk beheren

Combinatie beheerfunctie verbeteren waterkwaliteit en cluster van beheeractiviteiten 6.2 Toekomstbestendige waterlopen

1.

Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 30.

x*30

Combinatie beheerfunctie verbeteren waterkwaliteit en cluster van beheeractiviteiten 6.4 Groene zuivering

2.

Het aantal ha (x) waar maximale inzet wordt gepleegd om erfafspoeling te voorkomen. Wegingsfactor 10.

x*10

Combinatie beheerfunctie vernatting en cluster van beheeractiviteiten 6.3 duurzaam peilbeheer

3.

Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 10.

x*10

Combinatie beheerfunctie water vasthouden en cluster van beheeractiviteiten 6.3 duurzaam peilbeheer

4.

Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 10.

x*10

Combinatie beheerfunctie bufferzone en cluster van beheeractiviteiten 6.2 Toekomstbestendige waterlopen

5.

Aantal ha met deze combinatie. Wegingsfactor 25.

x*25

Combinatie beheerfunctie Waterberging en cluster van beheeractiviteiten 6.2 Toekomstbestendige waterlopen

6.

6. Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 0.

0

III.

Duurzaam bodembeheer

Combinatie beheerfunctie Verbeteren waterkwaliteit en cluster van beheeractiviteiten 6.5 Duurzaam bodembeheer

7.

Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 15.

x*15

Combinatie beheerfunctie Water vasthouden en cluster van beheeractiviteiten 6.5 Duurzaam bodembeheer

8.

Aantal ha (x) met deze combinatie. Wegingsfactor 0.

0

Onderbouwing gebiedsaanvraag (maximaal 8 punten)

9.

Mate waarin sprake is van synergie tussen de maatregelen voor de categorie water en de maatregelen voor de leefgebieden open landschap, natte en droge dooradering.

(0, 1, 2, 3 of 4)* 0,5 * totaal aantal ha categorie water in aanvraag

10.

Mate waarin met andere partijen in het gebied (gebiedscoalitie), zoals waterschappen, terreinbeheerders, gemeenten en gebiedscommissies afspraken zijn gemaakt over uitvoering van de gebiedsaanvraag, het verbeteren van leefgebieden (incl. water) en andere doelen in het gebied.

(0, 1, 2, 3 of 4)* 0,5 * totaal aantal ha categorie water in aanvraag