Besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht van 1 november 2016, nr 818ACAE7, ter verlening van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen ter uitvoering van Verordening subsidies POP3 en de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 aan de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidies POP3 en natuurbeheer provincie Utrecht)

Geldend van 19-11-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht van 1 november 2016, nr 818ACAE7, ter verlening van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen ter uitvoering van Verordening subsidies POP3 en de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 aan de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidies POP3 en natuurbeheer provincie Utrecht)

Besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht van 1 november 2016, nr 818ACAE7, ter verlening van mandaat, volmacht en machtiging tot het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen ter uitvoering van Verordening subsidies POP3 en de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer 2016 aan de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidies POP3 en natuurbeheer provincie Utrecht)

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is dat mandaat, met de mogelijkheid van ondermandaat, wordt verleend aan de Algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, voor het nemen van besluiten op grond van de Verordening subsidies POP3 2014–2020 provincie Utrecht en de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016, ter uitvoering van het Convenant Uitvoering POP3, het daarop gebaseerde Aansturingsprotocol voor de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020, de prestatieovereenkomst POP3 en de managementovereenkomst POP3, alle gesloten tussen Gedeputeerde Staten en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

Besluiten:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Algemeen directeur:

    de Algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland,

  • b. de gemandateerde:

    de Algemeen directeur of de onder hem ressorterende functionarissen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van het onderhavige besluit.

Artikel 2

  • 1. Aan de Algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verlenen voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, die verband houden met subsidiebeschikkingen op basis van de regelingen, die zijn genoemd in de bijlage bij dit mandaatbesluit.

  • 2. De uit dit besluit voor de Algemeen directeur voortvloeiende bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend door een door hem aan te wijzen plaatsvervanger.

Artikel 3

Tot de besluiten en handelingen bedoeld in artikel 2 behoren mede:

Artikel 4

  • 1. De Algemeen directeur kan ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging heeft gekregen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. Artikel 13 van het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het ministerie van Economische Zaken 2015 is op het krachtens dit besluit verkregen ondermandaat, volmacht en machtiging van toepassing.

Artikel 5

  • 1. Gedeputeerde Staten en de Algemeen directeur maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 2. Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 3. Gedeputeerde staten kunnen aan de gemandateerde nadere instructies geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 6

De gemandateerde stelt de provincie in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door het college van gedeputeerde staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 7

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten en machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Op een bezwaarschrift wordt niet besloten door degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen of bij de voorbereiding van het primaire besluit betrokken is geweest.

Artikel 8

Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

'Gedeputeerde Staten van provincie Utrecht, '

namens dezen:

(handtekening)

[‘naam functionaris’].

(functie)

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Mandaat-, volmacht- en machtigingenbesluit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidies POP3 en natuurbeheer provincie Utrecht’.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 november 2016.

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter,

Secretaris,

Bijlage bij artikel 2:

  • A.

    Verordening subsidies POP3 2014-2020 provincie Utrecht

  • B.

    Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit, binnen zes weken na de verzending, bezwaar maken bij Gedeputeerde Staten, ter attentie van de secretaris van de Adviescommissie bezwaarschriften GS. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar en beroep) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Als bezwaar is gemaakt en als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet gewacht kan worden tot op het bezwaar is beslist, kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de president van de rechtbank te Utrecht. Dan is een griffierecht verschuldigd (zie www.rechtspraak.nl voor de hoogte van het griffierecht). Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Toelichting bij het Mandaat- volmacht- en machtigingenbesluit POP3 aan RVO.

Met het onderhavige besluit wordt een mandaatregeling vastgesteld voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit om in het voorkomende geval RVO in staat te stellen uitvoeringshandelingen te verrichten die voortvloeien uit de volgende subsidieregelingen:

  • A.

    Niet-grondgebonden POP3-regeling: Verordening subsidies POP3 2014–2020 provincie Utrecht

  • B.

    Grondgebonden POP3-regeling: Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016

RVO.nl is met ingang van 1 januari 2014 ontstaan uit een fusie van Dienst Regelingen met Agentschap.nl. RVO is Europees betaalorgaan voor onder meer het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en de uitvoeringsinstantie van diverse rijks- en provinciale subsidieregelingen voor (agrarisch) natuurbeheer.

De algemeen directeur RVO heeft van de Minister van Economische Zaken bij het Besluit mandaat volmacht en machtiging EZ 2015 (en de voorloper hiervan) met ingang van 1 januari 2014 het mandaat gekregen om besluiten namens de Minister te nemen, met de mogelijkheid van ondermandaat, volmacht en machtiging.

Ondermandaat, volmacht en machtiging is door de algemeen directeur RVO.nl vervolgens vastgesteld en gepubliceerd in het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (en de voorloper hiervan, Stcrt. 2015, nr 505, gewijzigd in Stcrt. 2015, nrs 3761 en 21840).

Door in artikel 4 van het onderhavige provinciale POP3-mandaatbesluit de mogelijkheid tot ondermandaat, volmacht en machtiging voor de algemeen directeur RVO op te nemen en te verwijzen naar artikel 13 van dat Besluit, is de bevoegdheidsverdeling die RVO in acht neemt bij besluiten voor de Minister van Economische Zaken, nu ook voor provinciale POP3-besluiten geldend. Daardoor wordt uniformiteit gecreëerd met betrekking tot financiële bevoegdheidsgrenzen bij de te nemen besluiten, de plaatsvervanging door RVO-functionarissen intern en de procesmachtigingen.

Het mandaat, volmacht en machtiging in artikel 2 en 3 is ruim geformuleerd. Op basis van artikel 5 kunnen omtrent de uitoefening van de bevoegdheden nadere afspraken worden gemaakt. In de volgende documenten zijn/worden nadere afspraken gemaakt:

  • de jaarlijks overeen te komen prestatieovereenkomsten tussen de provincie Utrecht en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Inclusief de prestatieovereenkomst tussen IPO, namens de provincies en RVO in het kader van de grondgebonden POP3-regeling);

  • de Managementovereenkomst 2015–2024 tussen de provincie Utrecht en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • het Convenant Uitvoering POP-3 en het Aansturingsprotocol voor de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 2014–2020, beiden vastgesteld op 18 december 2014.

Deze nadere afspraken bepalen de werkzaamheden die door RVO in de praktijk worden uitgevoerd en vormen een belangrijk kader voor de uitvoering van de werkzaamheden.