Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264144, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap provincie Utrecht)

Geldend van 01-07-2012 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264144, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap provincie Utrecht)

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010, nr. 2010INT264144, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 4 en 30 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat de provincie Utrecht een concrete bijdrage wil leveren aan het oplossen van problemen op de woningmarkt en dat bouwen op basis van CPO een middel kan zijn in het streven naar een meer gedifferentieerd en kwalitatief beter woningaanbod;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    CPO: Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Onder CPO wordt verstaan dat particulieren zich organiseren in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die een kavel verwerft en als opdrachtgever optreedt bij de ontwikkeling van woningen. De rechtspersoon besluit zelf met welke partijen het project wordt uitgevoerd. De woningen worden in groepsverband en voor eigen gebruik gerealiseerd;

  • c.

      Definitiefase: de tweede fase van een CPO-project, waarin het plan van de initiatiefgroep in nauwe samenwerking met de gemeente en andere partijen verder moet worden uitgewerkt. Het resultaat van deze fase is een door het collectief vastgesteld programma van eisen en een ontwikkelovereenkomst met gemeente, ontwikkelaar of aannemer;

  • d.

    Initiatiefgroep: een groep particulieren die een CPO-project wil realiseren;

  • e.

    Oriëntatie- en initiatieffase: de eerste fase van een CPO-project, waarin de (nieuwe) groep de mogelijkheden aan het verkennen is om in groepsverband een woningbouwproject te realiseren. Het resultaat van deze fase is een door het collectief vastgesteld basisdocument waarvan het draagvlak is geborgd omdat de groep zich heeft verenigd in een rechtspersoon;

Artikel 2 Criteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in artikel 30 van de Asv die gericht zijn op realisering van de doelstellingen vermeld in het plan van aanpak “Samen bouwen aan de buurt, Ondersteuning Collectief Particulier Opdrachtgeverschap door de provincie Utrecht”.

  • 2 Subsidie aan een gemeente kan worden verstrekt voor ondersteuning door een extern adviseur, die zich richt op:

    • a.

      ondersteuning bij de inrichting van een operationeel gemeentelijk beleidskader op het terrein van CPO; of

    • b.

      praktische begeleiding bij de uitvoering van een CPO-project. De activiteiten waarvoor subsidie aan een gemeente wordt verstrekt, dienen te resulteren in een operationeel beleidskader.

  • 3 Subsidie aan een initiatiefgroep kan worden verstrekt voor ondersteuning door een extern adviseur. Inzet van de ondersteuning sluit aan bij de fase waarin de initiatiefgroep zich bevindt en bij de specifieke lokale situatie.

  • 4 Om voor subsidie in de oriëntatie- en initiatieffase in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

    • a.

      een initiatiefgroep dient een globaal plan te hebben voor minimaal zeven te realiseren woningen;

    • b.

      er dient aantoonbaar sprake te zijn van een ‘groep’; en

    • c.

      er is aantoonbaar contact geweest met de betrokken gemeente.

  • 5 Om voor subsidie in de definitiefase in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

    • a.

      er is een basisdocument opgesteld waarin de plannen van de initiatiefgroep zijn omschreven en vastgelegd; 

    • b.

      er is sprake  van een opgerichte rechtspersoon en

    • c.

      er is aantoonbaar contact met de gemeente over een geschikte locatie. 

Artikel 3 Subsidieontvangers / Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • a.

    gemeenten binnen de provincie Utrecht;

  • b.

    initiatiefgroepen die een CPO-project willen realiseren op het grondgebied van de provincie Utrecht.

Artikel 4 Aanvraag (doorlopend)

Aanvragen dienen voor aanvang van de activiteiten worden ingediend en kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

  • 1 Subsidies worden verstrekt in de vorm van een vast bedrag.

  • 2 Een gemeente kan in aanmerking komen voor een subsidiebedrag voor de inzet van tien tot vijftien adviesdagen tot een maximum van € 15.000,-.

  • 3 Een initiatiefgroep kan per fase voor de volgende subsidiebedragen in aanmerking komen:

    • a.

      in de oriëntatie- en initiatiefase maximaal € 5000,-

    • b.

      in de definitiefase maximaal € 20.000,-

  • 4 Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval de kosten voor de ondersteuning door een extern adviseur.

Artikel 5a Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt  € 184.000.

Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger werkt mee aan kennisuitwisseling of PR- en communicatieactiviteiten vanuit de provincie Utrecht, indien hij hiertoe verzocht wordt door de provincie Utrecht.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsverordening treedt in werking op 1 januari 2011. Als het provinciaal blad wordt uitgegeven na 31 december 2010 treedt de uitvoeringsverordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Collectief Particulier Opdrachtgeverschap provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 26 oktober 2010.
Gedeputeerde staten,  
R.C. ROBBERTSEN, voorzitter.
H.H. SIETSMA, secretaris.
Uitgegeven 19 november 2010 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen
H.H. SIETSMA, secretaris

Toelichting

Algemeen In het plan van aanpak “Samen bouwen aan de buurt, Ondersteuning Collectief Particulier Opdrachtgeverschap door de provincie Utrecht”, zoals op 16 september 2008 vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Utrecht, zijn de kaders aangegeven voor de ondersteuning van gemeenten en initiatiefgroepen die een CPO-project willen realiseren. Om de doelstellingen die hierin zijn opgenomen te realiseren, kan subsidie worden verstrekt aan gemeenten en initiatiefgroepen.

Deze uitvoeringsverordening is gebaseerd op de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht. Op basis hiervan zijn gedeputeerde staten bevoegd nadere regels vast te leggen in uitvoeringsverordeningen (artikel 4 Asv). Op subsidies voor CPO is zowel deze uitvoeringsverordening als de Asv van toepassing. Daarnaast gelden ook de subsidiebepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht.

Artikelgewijs

Artikel 2 CriteriaVoor het slagen van CPO-projecten is samenwerking met de gemeenten onontbeerlijk. Gemeenten kunnen een stimulerende rol vervullen bij aanjagen en initiëren van CPOprojecten door er bijvoorbeeld expliciet aandacht aan te besteden in de woonvisie of door op andere manieren partijen uit te nodigen om CPO-projecten te starten. Daarnaast zijn er veel zaken bij de ontwikkeling en de uitwerking van een CPO-project waarbij de gemeente voor de initiatiefgroep een belangrijke partner is. Zoals het beschikbaar stellen van een locatie, het opstellen van de stedenbouwkundige randvoorwaarden, het afhandelen van de verschillende vergunningen en de samenwerking tussen verschillende afdelingen van een gemeente.

De ondersteuning vanuit de provincie aan gemeenten kan op verschillende manieren worden ingevuld: - gemeenten kunnen een beroep doen op ondersteuning van een extern adviseur bij de beleidsvorming op het terrein van CPO. Dit resulteert in een operationeel beleidskader op basis waarvan de gemeente concreet aan de slag kan met een CPO-project. - Gemeenten kunnen bij de uitvoering van een lopend project een beroep doen op ondersteuning door een extern adviseur bij de praktische begeleiding van een CPO-project.

Belangrijk uitgangspunt bij de ondersteuning vanuit de provincie aan initiatiefgroepen is dat zij zo weinig mogelijk last moeten hebben van bureaucratische regelgeving bij het aanvragen van deze ondersteuning. Ondersteuning wordt daarom aangeboden in de vorm van externe expertise. In overleg met de initiatiefgroepen en de betrokken gemeente schakelt de provincie ‘erkende’ adviesbureaus in op het terrein van CPO en wijst de initiatiefgroep erop dat ze bij die bureaus een beroep kan doen op de ondersteuning. Bij de ondersteuning wordt aangesloten bij de fase waarin de initiatiefgroep zich bevindt en bij de specifieke lokale situatie. Bij de ontwikkeling van CPO-projecten kan grofweg de ‘projectmatige’ fasering worden gevolgd van initiatieffase, definitiefase, planfase en realisatiefase. Per fase zal ook de ondersteuning er anders uitzien.

In deze eerste fase is de (nieuwe) groep de mogelijkheden aan het verkennen om in groepsverband een woningbouwproject te realiseren. Activiteiten die daarbij aan de orde komen, zijn: het uitwerken van de globale plannen, het oprichten van een rechtspersoon, het beschrijven van de globale organisatie en het zoeken van een locatie. In deze fase is het afbreukrisico nog vrij groot; de plannen blijken niet realiseerbaar te zijn of de groep valt uit elkaar. Initiatiefgroepen kunnen in deze fase veel behoefte hebben aan een extern adviseur die hen begeleidt bij de eerste stappen om te komen tot een basisdocument waarin de haalbaarheid van de plannen is uitgewerkt en waarin de verwachtingen van de verschillende deelnemers zijn samengebracht. Het kan hierbij gaan om een relatief lichte ondersteuning van een beperkt aantal adviesdagen. Het resultaat van deze fase is een door het collectief vastgesteld basisdocument waarvan het draagvlak is geborgd omdat de groep zich heeft verenigd in een rechtspersoon.

In deze tweede fase gaat het om een intensieve periode waarin het plan van de initiatiefgroep in nauwe samenwerking met de gemeente en andere partijen verder moet worden uitgewerkt. De globale plannen moeten in collectief verband worden uitgewerkt in een concreet programma van eisen. Er moeten onderhandelingen plaatsvinden en afspraken worden gemaakt met de gemeente over de exacte locatie, er moeten contacten worden gelegd met een architect en de financiën moeten worden uitgewerkt inclusief de inschatting van de risico’s. In deze fase bestaat de ondersteuning uit een adviseur die een rol heeft als een soort projectcoördinator en die vanuit zijn expertise ook de gemeente bij het initiatief betrokken houdt. Het resultaat van deze fase is een door het collectief vastgesteld programma van eisen en een ontwikkelovereenkomst.

In deze derde en laatste fase wordt het definitieve ontwerp vastgesteld en worden afspraken vastgelegd. De grond wordt verworven, het ontwerp van de woningen en de eventuele andere voorzieningen worden definitief bepaald en de bouw wordt voorbereid. De externe adviseur is in deze fase nauw betrokken bij het technisch vertalen van het voorlopige ontwerp in de definitieve vormgeving en de bijhorende financiële afspraken. Resultaat van deze fase is een definitief bouwplan inclusief de afspraken met de verschillende betrokken partijen op basis waarvan de bouw gestart kan worden.