Regeling vervallen per 02-04-2021

Beleidsregels ex artikel 13b Opiumwet

Geldend van 30-08-2013 t/m 01-04-2021

Intitulé

Beleidsregels ex artikel 13b Opiumwet

Inhoud

Inleiding 3

Juridisch kader 3

Handhavingsbeleid 3

Afbakening 4

I Gedoogde verkooppunten van softdrugs (coffeeshop) 5

II Woningen en daarbij behorende erven: drugshandel en hennepteelt 8

III Niet gedoogde verkooppunten van drugs 9

Cumulatie 9

Afwijkingsbevoegdheid 9

Strafrecht 10

Citeertitel 10

Inwerkingtreding en geldigheid 10

Bijlage I Staffels handelsvoorraad coffeeshop 11

Inleiding

In deze beleidsregels zijn handhavingsmatrixen opgenomen die van toepassing zijn op de gedoogde verkooppunten van drugs, de niet gedoogde verkooppunten van drugs en de handel in drugs vanuit woningen. Door het opstellen van beleidsregels kan de burgemeester op een zorgvuldige en uniforme wijze optreden tegen overtredingen van artikel 13b Opiumwet.

Juridisch kader

Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden in de zin van artikel 2 (verbod op

aanwezigheid van harddrugs, Lijst I) en artikel 3 (verbod op aanwezigheid van softdrugs, Lijst II)

Opiumwet, is in die wet het artikel 13b opgenomen.

Artikel 13b Opiumwet luidt als volgt:

1.De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in woningen of lokalen

dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst

I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

2.Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het

eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de

tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen

of dierenartsen

Eveneens is de aanwijzing Opiumwet van het college van procureurs-generaal van het Openbaar

Ministerie d.d. 13-12-2012 van kracht (inwerking getreden per 1 januari 2013; Staatscourant 2012,

26938).

Handhavingsbeleid

Definitie drugshandel

In deze beleidsregels wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop, aflevering of verstrekking dan

wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven. Onderstaande beleidsregels zien toe op de bevoegdheid tot het sluiten van panden door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van een middel als bedoeld in lijst I of II vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. Met de wijziging van artikel 13b Opiumwet per 1 november 2007 kunnen alle drugspanden aangepakt worden, dus ook woningen.

Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet aangeeft heeft de burgemeester voor de handhaving van

de handel in drugs in panden de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. Om betrokkenen niet in

de gelegenheid te stellen een financiële belangenafweging te maken, wordt er in beginsel geen

gebruik gemaakt van het opleggen van een last onder dwangsom. Bij de beoordeling of bestuursdwang wordt toegepast in het kader van artikel 13b Opiumwet moet in ieder geval sprake zijn van het verkopen, verstrekken, afleveren dan wel daartoe aanwezig zijn van drugs. In geval van een hoeveelheid van meer dan 5 hennepstekjes of planten wordt aangenomen dat er

sprake is van beroeps- en bedrijfsmatige hennepteelt. Er is dus geen sprake van een geringe

hoeveelheid voor eigen gebruik. Er is bij hennepknipperijen, drogerijen en buitenteelt vaak sprake van

meer dan 30 gram hennep of hasjiesj. In het geval van 30 gram of meer hennep of hasjiesj brengt dit

het risico van overdraagbaarheid met zich mee. Dit -meer dan 5 planten of meer dan 30 gram

softdrugs- wordt in deze beleidsregel in ieder geval beschouwd als een handelshoeveelheid als

bedoeld voor het verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn in de zin van artikel

13b Opiumwet.

Zienswijzen/spoedeisende bestuursdwang

Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan gekozen worden voor toepassing van

spoedeisende bestuursdwang of wordt alvorens tot besluitvorming over te gaan de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken. In de artikelen 5:21 e.v. Algemene wet

bestuursrecht (Awb) zijn de procedureregels opgenomen die gevolgd moeten worden indien tot

toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.

Taakverdeling (niet limitatief) handhaving

De regie van de bestuurlijke handhaving en de coördinatie van de uitvoering hiervan ligt bij de gemeente. De politie is hierbij volgend.

De taken van de politie zijn:

  • -

    opsporing

  • -

    ondersteuning bij controles als sterke arm

  • -

    opmaken proces-verbaal indien noodzakelijk

  • -

    eventueel verrichten van aanhoudingen en/of in beslag nemen van aanwezige voorraden

  • -

    opmaken proces-verbaal

  • -

    informeren van de burgemeester via bestuurlijk dossier

De taken van het Openbaar Ministerie zijn:

  • -

    bij voldoende bewijskracht in proces-verbaal, instellen vervolging

  • -

    toepassen van dwangmiddelen (zoals doorzoekingen of voorlopige hechtenis, indien

daartoe wettelijke bevoegdheden zijn)

-leiden van opsporingsonderzoeken

De taken van de gemeente zijn:

  • -

    al dan niet verlenen van gedoogbeschikkingen en exploitatievergunning

  • -

    controle

  • -

    opleggen nadere voorschriften

  • -

    toepassen bestuursdwang in verband met sluiting coffeeshop

  • -

    opleggen last onder dwangsom

  • -

    intrekking gedoogbeschikking en exploitatievergunning

Afbakening

Het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet wordt onderverdeeld in

de volgende rubrieken

I Gedoogde verkooppunten van softdrugs (de zgn. coffeeshops);

II Woningen: de niet gedoogde drugshandel in woningen dan wel bij woningen behorende

erven;

III Niet gedoogde verkooppunten van drugs: de drugshandel in (al dan niet voor het publiek

opengestelde) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

I Gedoogde verkooppunten van softdrugs (coffeeshop)

Definitie coffeeshop:

Een coffeeshop is een alcoholvrije horecagelegenheid waarin met inachtneming van gedoogcriteria de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van softdrugs wordt gedoogd. De toepassing van artikel 13b Opiumwet heeft een directe relatie met het coffeeshopbeleid van de gemeenten. Bij coffeeshops gaat het immers ook om panden waar gehandeld wordt in softdrugs, maar waar bewust de handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet conform de AHOJGI criteria niet plaatsvindt.

A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;

H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden; Onder harddrugs wordt verstaan: alle middelen die vermeld zijn op lijst I bij de Opiumwet;

O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshops rondhangende klanten;

J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar;

G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie, dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram) en geen grotere handelsvoorraad dan 500 gram aanwezig in de inrichting. Onder transactie wordt verstaan: alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.

I: geen lidmaatschap van de coffeeshop voor anderen dan ingezetenen van Nederland van achttien jaar of ouder. Als nadere aanvulling op het hiervoor vermelde I(ngezetenen)-criterium geldt het volgende:

  • -

    Onder ingezetene wordt verstaan een persoon die zijn woonadres heeft in een gemeente in Nederland;

  • -

    het ingezetenschap wordt aangetoond door middel van een geldig identiteitsbewijs.

Eveneens gelden de volgende gedoogvoorwaarden (plus-criteria):

  • -

    geen alcohol: coffeeshops mogen geen alcoholische dranken verkopen of ter verkoop aanwezig hebben

  • -

    de handelsvoorraad van de coffeeshop mag niet meer dan 500 gram bedragen.

Matrix handhaving coffeeshop

Ter uitoefening van vorenstaande bevoegdheid dient de navolgende handhavingsmatrix coffeeshop en bijbehorende erven, waarin de verschillende bestuurlijke maatregelen zijn opgenomen.

Overtreding van gedoogcriteria

Bestuursrechtelijke maatregelen

Ingezetene

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Affichering

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Harddrugs

1e constatering

Sluiting voor de duur van 1 jaar. Bij een 2e constatering binnen 2 jaar na de eerste, volgt sluiting voor onbepaalde tijd. Om de bekendheid weg te nemen dat ter plaatste harddrugs verkrijgbaar was, is een periode van minimaal 1 jaar sluiting noodzakelijk

Overlast

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Jeugd

1e keer

2e keer binnen twee jaar na de eerste constatering

3e keer binnen twee jaar na de tweede constatering

Sluiting voor duur van 3 maanden

Sluiting voor duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Verkoop > 5 gram

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Handelsvoorraad > 500 gr

1e keer

2e keer

(Elke) volgende keer

Sluiting voor duur van 3 maanden

Sluiting voor duur van 6 maanden

Sluiting voor duur van 1 jaar

Overtreding van pluscriteria

Bestuursrechtelijke maatregelen

Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol in een coffeeshop

1e constatering

2e constatering

3e constatering

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor de duur van 12 maanden

Meer dan 500 gr handelsvoorraad

1e constatering

2e constatering

3e constatering

Maximaal 1 jaar sluiting conform staffels (bijlage 1)

Maximaal 1 jaar sluiting conform staffels (bijlage 1)

Sluiting voor onbepaalde tijd.

Overtreden sluitingstijden

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Leidinggevende niet aanwezig

1e constatering

2e constatering binnen twee jaar na de eerste constatering

3e constatering binnen twee jaar na de tweede constatering

4e constatering binnen twee jaar na de derde constatering

Waarschuwing

Sluiting voor de duur van 3 maanden

Sluiting voor de duur van 6 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

II Woningen en daarbij behorende erven: drugshandel en hennepteelt

Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n)

dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. De essentie ligt

daarin dat er in bewoonde woningen sprake is van het hebben van een woongenot en de daaraan

sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer.

De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet onder een woning een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen staat op een normale wijze voor bewoning kan worden gebruikt en dat/die daarvoor ook mag worden gebruikt (woongenot). Of een woning wordt gebruikt als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord in het rapport van bevindingen van de politie.

Matrix handhaving woningen en daarbij behorende erven

Harddrugs

Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs), met een handelsvoorraad van > 0,5 gram, dan volgt bij een 1ste constatering een sluiting van 3 maanden. Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven binnen twee jaar na de eerste constatering, dan vindt er een sluiting plaats van 6 maanden. Bij een 3de constatering van de Opiumwet binnen twee jaar na de tweede

constatering, dan vindt er een sluiting voor onbepaalde tijd plaats.

Softdrugs

Indien in woningen of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelsvoorraad van > 30 gram, ontvangen zij een opschrift gestelde bestuurlijke waarschuwing. Deze waarschuwing geldt voor een termijn van 2 jaar. Bij een 2de overtreding van de Opiumwet in een woning of bij woningen behorende erven vindt er een sluiting plaats van 3 maanden. Bij een 3de overtreding van de Opiumwet binnen twee jaar na de

tweede constatering vindt er een sluiting plaats van 6 maanden en bij een 4de overtreding binnen twee jaar na de derde constatering, een sluiting van 12 maanden

III Niet gedoogde verkooppunten van drugs

Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en

bijbehorende erven (zoals winkels en horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen

en bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten).

Drugshandel in of bij lokalen vormt eveneens een ernstige aantasting van de openbare orde,

veiligheid en volksgezondheid. Daarbij legt een illegaal verkooppunt een zware druk op de omgeving. Zeker in woongebieden wordt de aanwezigheid daarvan als zeer belastend ervaren. Illegale

verkooppunten (de drugshandel zoals dat hierboven is gedefinieerd) vormen een bedreiging voor de

sociale veiligheid in de buurt en leiden vaak tot verloedering van het straatbeeld.

Matrix handhaving

Harddrugs

Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij behorende erven drugshandel t.a.v. harddrugs wordt geconstateerd, dan wordt het pand gesloten voor de duur van 12 maanden (minimaal). Bij een 2de constatering, binnen twee jaar na de eerste constatering wordt het pand gesloten voor onbepaalde tijd.

Softdrugs

Bij een 1ste constatering dat in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen -niet zijnde feitelijk bewoonde woningen - en daarbij behorende erven drugshandel ten aanzien van softdrugs wordt geconstateerd, wordt het pand gesloten voor de duur van 6 maanden. Bij een 2de constatering binnen twee jaar na de eerste constatering wordt een sluiting van 12 maanden bevolen. Bij de 3de constatering binnen twee jaar na de tweede constatering, vindt een sluiting plaats voor onbepaaldetijd.

Cumulatie

Bij cumulatie van op te leggen maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van overtredingen van verschillende AHOJGI-plus criteria, is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (zie afwijkingsbevoegdheid).

Afwijkingsbevoegdheid

In beginsel wordt er overeenkomstig de bovenstaande beleidsregels besloten. De burgemeester kan

op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de

maatregelen zoals deze zijn vastgesteld in het onderhavige beleid (artikel 4:84 Awb, de zgn. inherente

afwijkingsbevoegdheid). Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen een stap

wordt overgeslagen of voor een langere periode wordt gesloten.

Sluitingsmaatregelen laten onverlet de bevoegdheid van de burgemeester om de exploitatievergunning van een horecabedrijf in te trekken, dan wel een horecabedrijf volledig (tijdelijk) te sluiten op grond van de betreffende artikelen van de APV. Bijvoorbeeld in geval van niet-nakoming van de vergunningvoorschriften of in geval van gevaar voor de openbare orde, bedreiging van het woon- of leefklimaat en/of het plegen van strafbare feiten.

Strafrecht

Het voorliggende beleid staat los van de strafrechtelijke handhaving. De handel in verdovende middelen is strafbaar en in voorkomende gevallen kan dan ook strafvervolging door het OM worden ingesteld.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels 13b Opiumwet”.

Inwerkingtreding en geldigheid

Deze beleidsregels treden in werking 1 dag na publicatie en behouden hun gelding totdat wijziging ervan op geldige wijze bekend is gemaakt.

Doorn, 22 augustus 2013

De burgemeester van Utrechtse Heuvelrug,

G.F. .Naafs

Bijlage I Staffels handelsvoorraad coffeeshop

Bij de eerste overtreding volgt een maatregel conform de volgende uitgangspunten;

  • -

    500 gram tot 5 kilo: waarschuwing

  • -

    5 tot 10 kilo: 3 maanden sluiting

  • -

    10 tot 15 kilo: 4 maanden sluiting

  • -

    15 tot 20 kilo: 5 maanden sluiting

  • -

    20 tot 25 kilo: 6 maanden sluiting

  • -

    25 tot 30 kilo: 7 maanden sluiting

  • -

    30 tot 40 kilo: 8 maanden sluiting

  • -

    40 tot 50 kilo: 9 maanden sluiting

  • -

    50 tot 60 kilo: 10 maanden sluiting

  • -

    60 tot 80 kilo: 11 maanden sluiting

  • -

    80 en meer: 12 maanden sluiting

Indien binnen 2 jaar na vorige (eerste) opgelegde bestuurlijke maatregel in dit criterium een 2e

overtreding wordt geconstateerd, volgt een maatregel conform de volgende uitgangspunten:

  • -

    500 gram tot 1 kilo: 1 maand sluiting

  • -

    1 tot 2 kilo: 2 maanden sluiting

  • -

    2 tot 3 kilo: 3 maanden sluiting

  • -

    3 tot 20 kilo: 6 maanden sluiting

  • -

    20 kilo en meer: 12 maanden

Indien binnen twee jaar na vorige (tweede) opgelegde bestuurlijke maatregel in dit criterium een 3e

overtreding wordt geconstateerd, volgt een sluiting voor onbepaalde tijd. De exploitatievergunning

wordt ingetrokken.