Regeling vervallen per 02-07-2021

Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul.

Geldend van 08-10-2014 t/m 01-07-2021

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul,

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 augustus 2014;

Gehoord de raadsadviescommissie van 16 september 2014;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 149, 156 en 160 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet;

Overwegende dat het wenselijk en noodzakelijk is de in 1999 vastgestelde ‘Telecommunicatieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul’ te vervangen om te voldoen aan de huidige wet- en regelgeving en aan de zich voordoende procedurele vragen bij het gebruik van de openbare ruimte voor werkzaamheden aan kabels van de (openbare) elektronische communicatienetwerken, mede teneinde de gemeente de gewenste regierol in te laten vullen;

Besluit:

vast te stellen de Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en bijbehorende toelichting worden verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een kabelnet beheert;

  • b.

    calamiteit: een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken;

  • c.

    Centrumgebied: het door de raad aangewezen gebied waarvoor specifieke procedures en voorschriften van toepassing kunnen worden verklaard in deze verordening of in het Handboek, en zoals dat gebied afgebakend is op de kaart, welke in het Handboek opgenomen is;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

  • e.

    degeneratiekosten: de kosten voor de gemeente door vermindering van de kwaliteit en/of duurzaamheid van de verharding of andere gemeente-eigendommen, veroorzaakt door de (graaf)werkzaamheden onder verhardingsconstructies of andere voorzieningen;

  • f.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in de Belemmeringenwet Privaatrecht of de Telecommunicatiewet;

  • g.

    Handboek: het Handboek Kabels en Leidingen van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

  • h.

    herstel: het op vakkundige wijze terugbrengen van de verhardingsmaterialen in het oorspronkelijke verband;

  • i.

    huisaansluiting: het gedeelte van de kabel door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt;

  • j.

    instemmingsbesluit: schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet;

  • k.

    kabeltracé: de locatie waarvan de gemeente heeft bepaald waar kabels kunnen worden gelegd;

  • l.

    kabels: kabels als onderdeel van een net(werk);

  • m.

    leggen van kabels: het aanbrengen, leggen, onderhouden, omleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden;

  • n.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • o.

    net (of netwerk): één of meer ondergrondse kabel(s), daaronder mede begrepen lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van informatie;

  • p.

    net voor transport van informatie: de openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel: 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet;

  • q.

    niet-openbare kabels: kabels (dan wel het netwerk waartoe ze behoren) die niet worden gebruikt om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

  • r.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren zoals bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • s.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of wenselijk is;

  • t.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken, waaronder buizen, ten behoeve van de kabels;

  • u.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels;

  • v.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden

    • -

      die betrekking hebben op het onderhouden, wijzigen of uitbreiden van een al rechtsgeldig in de openbare ruimte aanwezig ondergronds netwerk of daartoe behorende voorzieningen;

    • -

      met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

    • -

      waarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist;

    • -

      waarbij geen boringen worden toegepast;

    • -

      en die dusdanig beperkt zijn dat, steeds ter beoordeling van het college, als uitzondering een lichter procedureel regime toegepast kan worden

      en die bedoeld zijn voor:

    • -

      het aanbrengen/ verwijderen van kabels en leidingen met aaneengesloten te ontgraven lengte van minder dan 25 meter (gerekend vanaf de perceelsgrens) in een aanwezig netwerk;

    • -

      het realiseren van incidentele huisaansluitingen waarbij clustering niet is toegestaan;

    • -

      proefsleuven;

    • -

      reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het netwerk over een lengte van minder dan 25 meter dan wel van lasgaten, en niet zijnde het plaatsen van een nieuwe handhole of nieuwe en ondergrondse lasmoffen;

    • -

      werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, in stand houden, onderhouden, verleggen en verwijderen van kabels in, op en boven de openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover wettelijke coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Het college voert de regie over de ordening van kabels in, op en boven de openbare gronden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de van rechtswege verleende beschikking is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

  • 4. De verordening is niet van toepassing op de gemeente bij het uitvoeren van haar publieke taak.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd krachtens deze verordening nadere regels te stellen.

Hoofdstuk 2. Melding voor een instemmingsbesluit

Artikel 4 Vereiste van instemming

  • 1. Het is verboden kabels in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te onderhouden, te verleggen of te verwijderen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit.

  • 2. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college.

Artikel 5 Melding

  • 1. Een aanbieder doet minimaal acht weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden bij het college melding voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening.

  • 2. Indien voor de werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, moet de aanbieder dit bij de melding aangeven en uiterlijk binnen vier weken de verkregen toestemming overleggen. De instemming van het college impliceert niet de toestemming van deze eventuele andere grondeigenaren of grondbeheerders.

  • 3. In geval van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, moet de aanbieder minimaal vijf werkdagen voor uitvoering deze werkzaamheden schriftelijk bij de gemeente melden. Op grond van de belangen als genoemd in artikel 9, eerste lid, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

  • 4. In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder bevestigt achteraf zo spoedig mogelijk schriftelijk de werkzaamheden aan de burgemeester via de daartoe gemachtigd ambtenaar.

  • 5. Het derde en vierde lid van dit artikel zijn niet van toepassing op het Centrumgebied, en niet op eventuele andere delen van het gemeentelijk grondgebied, waartoe het college bevoegd is via nadere regels die andere gebiedsdelen aan te wijzen.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die worden verstrekt bij een melding als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Het college stelt de voor een melding, als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van deze verordening, te gebruiken standaardformulieren vast.

Artikel 7 Beslistermijnen

1.Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening. Betreft het een melding waarbij meer grondeigenaren/beheerders zijn betrokken of andere vergunningen vereist zijn, dan wordt de beslissing pas genomen als deze andere toestemmingen verkregen en overlegd zijn.

2.Indien een beschikking niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking gegeven zal worden.

Artikel 8 Geldigheid

1.De werkzaamheden moeten zijn voltooid vóór de door het college vastgestelde einddatum. Indien de werkzaamheden niet binnen de vastgestelde termijn zijn uitgevoerd, vervalt het instemmingsbesluit. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.

2.De einddatum, als bedoeld in het eerste lid, kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, door het college worden verlengd, geheel ter beoordeling van het college.

3.Het instemmingsbesluit vervalt indien de aanbieder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer te maken van het instemmingsbesluit.

  • 4.

    Het college kan een instemmingsbesluit wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de beschikking op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    • b.

      de aanbieder, of de door deze ingeschakelde derde partij, het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van het instemmingsbesluit niet naleeft.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid, waaronder de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • d.

      het voorkomen of beperken van schade;

    • e.

      de bescherming van archeologische vondsten en van groen(voorzieningen);

    • f.

      het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • h.

      de ondergrondse ordening: de aanleg, de instandhouding en de opruiming van netten door een beheerder geschieden op zodanige wijze dat het beheer van andere netten niet in gevaar wordt gebracht of zonder noodzaak wordt bemoeilijkt;

    • i.

      de bescherming van het milieu.

  • 2. De aanbieder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast in de vorm van een Handboek voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen. Bij tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van de verordening voorrang.

  • 4. Het college stelt in het Handboek nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratie- en toezichtkosten. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. De aanbieder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid, vergoeden van alle schade, conform de algemene regels van het aansprakelijkheidsrecht, geleden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de aanbieder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op marktconforme herstel-, onderhouds-, beheers/toezicht- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt marktconforme kostendekkendheid voor de gemeente.

  • 5. Indien het voorgestelde kabeltracé naar het oordeel van de gemeente geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels of belemmerend kan zijn voor het toekomstig gebruik ervan, geeft de gemeente dit aan met een advies voor een vervangend tracé, en legt de aanbieder de gemeente een alternatief tracé voor. Ook kan de aanbieder aan andere aanbieders een verzoek doen tot medegebruik van voorzieningen, en wordt bezien of andere netbeheerders voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 10 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net of kabel wordt overgedragen, stelt de aanbieder het college tevoren van deze overdracht in kennis, en moet de aanbieder zorg dragen voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe aanbieder.

Artikel 11 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bij de gemeente bekende aanbieders en netbeheerders en eventuele andere belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 2. Dit overleg is mede gericht op de beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk uit te voeren werkzaamheden.

  • 3. Aanbieders kunnen desgewenst om overleg verzoeken.

Artikel 12 Niet-openbare kabels

1.Het college kan haar toestemming weigeren in geval van (voorgenomen) werkzaamheden aan niet-openbare kabels in of op openbare gronden. In het geval van toestemming houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels.

2.Niet-openbare kabels moeten op verzoek van het college op gronden genoemd in artikel 9, eerste lid, op kosten van de aanbieder worden verlegd.

Artikel 13 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een aanbieder van een net voor het transport van informatie moet bij aanleg, binnen het kader van de artikelen 5.2 en 5.12 Telecommunicatiewet, zoveel mogelijk (mede)gebruik (laten) maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde, voorzieningen.

  • 2. Indien de aanbieder een redelijk aanbod krijgt voor gebruik van vooraangelegde voorzieningen, is de aanbieder verplicht daarvan gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is dat de voorzieningen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1. De aanbieder stelt het college conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet artikel 5.2, negende lid, onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar net in of op openbare gronden.

  • 2. De aanbieder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels. De bewijslast met betrekking tot het gebruik ligt bij de aanbieder.

Hoofdstuk 4. Straf-, toezicht-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2. Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden aan een instemmingsbesluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 16 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2.Alsdan vervalt de op 28 juni 1999 door de raad vastgestelde Telecommunicatieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende instemmingsbesluiten, vergunningen of andere rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt door inwerkingtreding van deze verordening beheerst door de regels daarvan.

  • 2. Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening gemeente Valkenburg aan de Geul (uit 1999) met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening en blijven gelden.

  • 3. Op meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 4. Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 29 september 2014.

De raad voornoemd,

A.M. Hoeberigs Drs. M.J.A. Eurlings

griffier voorzitter

Algemene toelichting behorende bij de Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul

Achtergrond

Het voornaamste doel van de Telecommunicatieverordening is de wettelijk verplichte vormgeving van het procedurele gemeentelijk regime voor al het werk in de openbare ruimte ten behoeve van (tele)communicatienetwerken, om de gewenste gemeentelijke regierol zo optimaal mogelijk te kunnen invullen. Beleidsmatig, procesmatig en praktisch wordt voorzien in lokaal beleid voor ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van partijen.

De huidige Telecommunicatieverordening ‘gemeente Valkenburg aan de Geul’ is in 1999 vastgesteld conform het VNG-model, zoals dat opgesteld was na de totstandkoming van de wettelijke verplichting voor deze verordening via de Telecommunicatiewet uit 1998. Die verordening uit 1999 is inmiddels verouderd, mede door diverse wetaanpassingen in de afgelopen jaren zodat er expliciet en formeel behoefte is aan een actualisering van de verordening. Door de vaststelling van de nieuwe ‘Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul’ (hierna ook te noemen: ‘TV 2014’) vervalt tevens de bestaande versie uit 1999, zodat er per saldo geen verordening, en niet meer regelgeving, bijkomt.

De TV 2014 reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij de wegverharding (ook bermen, plantsoenen, e.d.) wordt opgebroken. Ook de objecten die nodig zijn ten behoeve van deze werkzaamheden vallen onder de reikwijdte van de TV 2014. De TV 2014 is onder andere gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werk in uitvoering; meer grip en sturing op werkzaamheden; het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; eenduidige regels en sanctiemogelijkheden; uniforme regels en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte. Mede vanwege de recente activiteiten in, en de specifieke situatie van, het centrumgebied van Valkenburg, wordt het bovendien wenselijk geacht om in deze voorschriften voor het gebruik van openbare ruimte rekening te houden met dit centrumplan, zodat daarvoor specifieke voorwaarden gesteld kunnen worden.

De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derden die in door de gemeente beheerde grond willen werken voor de aanleg of beheer van telecommunicatienetwerken. Volledigheidshalve wordt er op gewezen dat ten aanzien van de netwerken van de nutsbedrijven (gas, water en elektriciteit) tussen de gemeente Valkenburg en Enexis en WML de provinciaal afgestemde OGN 2011-regeling van toepassing is en dat met Ziggo tijdelijk overgangsafspraken zijn gemaakt over de eerdere toepasselijkheid van die provinciebrede afspraken op de kabels van Ziggo. Waar mogelijk wil de gemeente Valkenburg het krachtens deze verordening opgestelde Handboek Kabels en Leidingen ook uniform toepassen op de werkzaamheden van deze nutsbedrijven en van eventuele overige partijen die dit soort werkzaamheden verrichten.

Het doel van deze toelichting is informatie, aanvulling en verduidelijking, zowel voor gebruik binnen de gemeente als door de aanbieders (het uniforme verzamelbegrip voor de eigenaren en beheerders van de telecommunicatienetwerken, dit in aansluiting op de wettelijke terminologie). Deze toelichting heeft inhoudelijk en qua strekking ook betrekking op nadere regels of beleidsregels die ter uitwerking door het college worden vastgesteld, waaronder specifiek het Handboek. De meest actuele versie is steeds bepalend, is opvraagbaar en wordt gecommuniceerd.

Voor het verleggen van kabels van elektronische communicatienetwerken is de Telecommunicatiewet bepalend, met het principe ‘liggen om niet, verplaatsen om niet’. Omdat de wettelijke regels rechtstreeks van toepassing zijn, stelt de verordening geen nadere regels.

Concretisering van beleid

Als basis voor de Telecommunicatieverordening 2014, en de bijbehorende Nadere regels (het Handboek), gelden, naast de specifieke situatie van het centrumgebied, de volgende gemeentelijke beleidsmatige speerpunten ten aanzien van kabels en leidingen in de gemeentelijke ondergrond, welke eveneens waar mogelijk worden gehanteerd ten aanzien van andere netwerken en daarvoor noodzakelijke werkzaamheden in de openbare ruimte:

  • 1.

    Afstemming bovengronds en ondergronds: Er is veel ervaring met het beleidsmatig en planologisch inkaderen van het gebruik van de bovengrondse openbare ruimte. Deze invulling moet ook geschieden voor de ondergrondse ruimte, en moet worden bereikt dat beide vormen worden afgestemd en niet tot tegenstrijdigheden leiden.

  • 2.

    Schoon en fraai: Na uitvoering moet opengebroken verharding en aangetast groen schoon en fraai worden hersteld, zodat zo min mogelijk kwaliteitsverlies optreedt. Aanvullend worden andere aspecten, zoals de archeologische, bewaakt.

  • 3.

    Veilig: Voor en tijdens werkzaamheden moet er zorg zijn voor verkeersdoorstroming, inclusief waarschuwing en geleiding, waarbij landelijke normeringen als minimum gelden. Naast de verkeersveiligheid moet invulling worden gegeven aan afspraken op het gebied van calamiteiten.

  • 4.

    Bruikbaar en functioneel: De bovengrond dient zoveel mogelijk en continu te kunnen worden gebruikt. De beperking daarvan door zowel de werkzaamheden als de permanente ligging van de kabels en leidingen zelf moet beperkt worden tot wat strikt en redelijkerwijs noodzakelijk is. Gestreefd wordt naar het minimaliseren van de maatschappelijke kosten met als uitgangspunt dat de veroorzaker betaalt en dat aangerichte schade moet worden vergoed.

  • 5.

    Beperken van overlast: Werkzaamheden moeten zo min mogelijk overlast opleveren voor de leefomgeving en de bedrijfsmatige activiteiten. De uitvoeringswijze moet zo zijn dat de belangen van de liggende netten behartigd worden.

  • 6.

    Bescherming van flora en fauna: Bij de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden moet expliciet rekening gehouden worden met ecologische aspecten betreffende flora en fauna in het algemeen, en beschermde plantensoorten en bescherming van bomen meer specifiek.

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening, uit sectorale wet- en regelgeving – de WION en de Telecommunicatiewet - en uit contractuele afspraken. De gemeente is uit een veelheid aan rollen betrokken bij de werkzaamheden: economisch ontwikkelaar, aanbieder van communicatie en cultuur, grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, consument van nutsvoorzieningen, archeologie etc. In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en andere netwerkbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. Belangrijk uitgangspunt is, zoals bij de APV, dat werkzaamheden alleen in openbare ondergrond worden uitgevoerd na voorafgaand akkoord. Deels zijn wettelijke regels van toepassing en deels vindt invulling plaats waar ruimte is voor eigen invulling door lokale overheden, waarbij aangesloten wordt bij landelijke uniformering van bijv. de VNG.

Voor de (tele)communicatienetwerken had de gemeente publiekrechtelijk de wettelijk verplichte lokale Telecommunicatieverordening, die hiermee geactualiseerd wordt. De tegenhanger voor de netwerken van de nutsbedrijven - Enexis (gas, elektriciteit) en WML (drinkwater) -, is met deze partijen provinciebreed uniform en privaatrechtelijk overeengekomen in de OGN 2011 (Overeenkomst Gemeenten en Nutsbedrijven), in welk document procedurele regels en uitvoeringsregels evenals financiële afspraken vastgelegd zijn. Ondanks de verschillende uitgangsposities wordt harmonisering en uniformering (en gelijke behandeling) nagestreefd. Het opbreken van openbare ruimte dient tot zo min mogelijk overlast en schade te leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening.

De grondroerders zijn verantwoordelijk voor juiste en tijdige gegevensverwerking en voldoen aan de wettelijke plicht tot zorgvuldig graven. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden dient voldaan te worden aan de uniforme eisen die door de gemeente zijn c.q. worden vastgelegd in (algemene) lokale voorwaarden met voorschriften voor ondergrondse kabels en leidingen in gemeentegrond (zie het ‘Handboek Kabels en Leidingen’).

Artikelsgewijze toelichting bij de Telecommunicatieverordening 2014 gemeente Valkenburg aan de Geul

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

a. aanbieder

Het begrip aanbieder is de hier gebruikte uniforme term voor de aanbieders (of operators) van de openbare elektronische communicatienetwerken: een kabelbeheerder die in de stad kabelinfrastructuur aanlegt, in eigendom heeft of beheert. Meestal is deze aanbieder een rechtspersoon die kabelinfrastructuur aanlegt, in eigendom heeft of beheert, maar formeel-wettelijk kan het ook een natuurlijk persoon zijn, handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf.

Naast de aanbieder, welke in de TV2014 in formele zin genoemd wordt, onderscheiden we nog enkele rollen of functies voor betrokken partijen.

  • ·

    De ‘aanvrager’: de natuurlijke of rechtspersoon die aan de gemeente instemming, vergunning of toestemming verzoekt voor het leggen, hebben, onderhouden, verwijderen etc. van kabels. Deze is vaak gelijk aan de aanbieder, maar procedureel betreft het de rol van de partij die richting de gemeente de instemming of vergunning verzoekt. Een derde partij kan optreden namens de aanbieder bij dit aanvraagproces, mits rechtsgeldig en voldoende door de aanbieder gemandateerd (uitbesteed werk komt regelmatig voor). Ook kan de aanvrager (vooral bij telecommunicatie) een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert, en netwerkcapaciteit verhuurt of verkoopt.

  • ·

    De ‘grondroerder’: de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de (graaf)werkzaamheden worden verricht. Een derde partij kan namens de grondroerder het feitelijke werk uitvoeren in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door de aanbieder of opdrachtgever gemandateerd. Dat is veelal een aannemer of installateur, maar kan ook de (afdeling van een) aanbieder zijn.

Indien een grondroerder namens een opdrachtgever optreedt, wordt de machtiging verplicht overlegd. Mogelijk werken anderen voor de grondroerder (onderaannemers); zij dienen ook over een machtiging te beschikken.

·De ‘opdrachtgever’: de natuurlijke of rechtspersoon die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden. Veelal is de aanbieder tevens de opdrachtgever. Een derde partij kan als opdrachtgever optreden namens de aanbieder in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door deze gemandateerd. Deze partij kan ook een dochterbedrijf van de aanbieder zijn dat deze activiteiten uitvoert. Aan de opdrachtgever komt een eigen rol toe, omdat deze medeverantwoordelijk wordt gehouden voor een juiste uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen

b. calamiteit

De hiervoor noodzakelijke werkzaamheden worden aan een lichter procedureel regime onderworpen.

c. Centrumgebied

Een van de aanleidingen voor de herziening van de Telecommunicatieverordening was de realisatie van het centrumplan, hetgeen binnen de gemeente Valkenburg aan de Geul een enorme impact heeft. Uitvoering van werkzaamheden binnen dat gebied heeft veel grotere invloed op het dagelijks leven dan in andere delen van het gemeentelijk grondgebied. Niet alleen wordt de gemeente via deze verordening in de gelegenheid gesteld specifieke voorschriften te verbinden aan werkzaamheden in dit gebied. Daarnaast wordt vanwege de grote belangen de uitzonderingssituatie voor niet ingrijpende werkzaamheden niet van toepassing verklaard op dit gebied. Omdat deze afwijking zo beperkt mogelijk moet blijven, wordt het Centrumgebied door de raad, mede via het vast te stellen Handboek, afgebakend. Het Handboek wordt daartoe voorzien van een kaartje met het afgebakende Centrumgebied. Met het oog op de toekomst wordt het college gemandateerd om eventueel andere gebieden aan te wijzen waarvoor ook een dergelijke afwijkende situatie van toepassing zou moeten zijn, uiteraard onder voorwaarde van deugdelijke motivering en onderbouwing.

d. college

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de TV2014 af te handelen, waarbij deze bevoegdheden qua uitvoering om praktische redenen deels gemandateerd worden (via het Mandaatbesluit en Mandaatregister) aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren. Dat betreft enerzijds het houden van toezicht en anderzijds het coördineren en verlenen van instemmingen en vergunningen. Indien en voor zover de bevoegdheden op het gebied van coördinatie, het verlenen van vergunningen en instemmingsbesluiten en het houden van toezicht gemandateerd zijn aan een of meer functionarissen, wordt tevens deze functionaris bedoeld.

e. degeneratiekosten

Door de werkzaamheden wordt vrijwel steeds schade toegebracht aan de openbare grond en de daar in of op aanwezige eigendommen van de gemeente. Ook de kwaliteit van de openbare grond vermindert door deze werkzaamheden. Daarom worden afspraken gemaakt over de berekening en vergoeding van de kosten van deze kwaliteitsvermindering.

f. gedoogplichtige

De gemeentelijke betrokkenheid is gericht op het beheer van openbare ruimte, op of in openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente voor de (openbare) elektronische communicatie-netwerken gedoogplichtige conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens die wet gedoogplichtig zijn, en op partijen en personen die krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (hierna ‘BP’) gedoogplichtig zijn.

g. Handboek

Het Handboek (Handboek Kabels en Leidingen; hierna te noemen ‘het Handboek’) wordt door het college vastgesteld (krachtens de in de verordening opgenomen bevoegdheid) en omvat de algemene voorwaarden die van toepassing zijn indien werkzaamheden voorbereid en uitgevoerd worden. Gedetailleerd worden zowel technisch-uitvoerend als processueel de toepasselijke voorwaarden omschreven. Het is van groot belang dat de uitvoerende partijen steeds in het bezit worden gesteld van de actuele versie van dit Handboek.

h. herstel

Conform het gemeentelijk beleid wordt de openbare grond na de werkzaamheden hersteld in de situatie zoals die was.

i. huisaansluiting

(Huis)aansluitingen worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van diverse algemene regels van de TV2014. Daarvoor is een lichter formeel regime van toepassing, zodat afbakening nodig is. Dit afwijkend lichtere regime is vloeit ook voort uit de wettelijke verplichting daartoe zoals die tussentijds bij een wijziging van de Telecommunicatiewet is vastgelegd.

j. instemmingsbesluit

Werkzaamheden dienen steeds vooraf gemeld te worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de (reguliere) werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en werkzaamheden in verband met spoedeisende zaken (zoals bepaalde storingen) en calamiteiten. Vooral voor de reguliere (graaf)werkzaamheden geldt dat eerst gestart mag worden nadat door de gemeente op basis van een melding een instemmingsbesluit (conform de Telecommunicatiewet) is verleend. Uitgangspunt is dat het verlenen van een instemmingsbesluit bekend wordt gemaakt door middel van informatie aan de meldende partij. Publicatie in meer algemene zin is niet standaard voorgeschreven, maar kan worden toegepast door de gemeente naar haar keuze, bijvoorbeeld in het geval van grootschaliger en langduriger of ingrijpender werkzaamheden.

k. kabeltracé

Dit begrip is voor de praktijk belangrijk, want het betreft de door de gemeente te bepalen routering van de kabels. Vanuit de door de gemeente aan te geven standaarddwarsprofielen (die in het kader van het Handboek worden vastgesteld) zal de netbeheerder veelal met een voorstel komen voor een tracé, en moet de gemeente haar goedkeuring daaraan geven.

l. kabels

De netten bestaan uit fysieke kabels (en/of daarbij behorende leidingen). De kabels zijn inclusief de daarbij behorende ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, zoals:

  • -

    lege buizen,

  • -

    ondergrondse ondersteuningswerken (mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers),

  • -

    beschermingswerken,

  • -

    signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers),

  • -

    componenten voor het verbinden van kabels met onroerende zaken (zie artikel 16 a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken; zoals schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover ze liggen binnen de installatie van een producent/afnemer).

Deze kabels betreffen in deze TV2014 de telecommunicatie- en omroepkabels zoals benoemd in artikel 1.1 onder z Telecommunicatiewet. Elektriciteitskabels, gasleidingen, leidingen voor warmte-koude opslag en waterleidingen, worden via de ONG 2011 gereguleerd qua vergunningen- en uitvoeringsprocedure. Industriële of private netten worden als niet-openbare netten specifiek behandeld. De verordening heeft ten doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derde partijen die in door de gemeente beheerde grond willen werken.

Voor zover sprake is van de situatie waarbij bijv. in de horeca stroomkabels gegraven of gelegd moeten worden om voorzieningen aan te sluiten, worden deze beschouwd als niet-openbare kabels (zie de definitie daarvan en het daarvoor geldende regime) waarvoor feitelijk de APV de formele grondslag moet zijn.

Onder het begrip kabels vallen ook de mantelbuizen ter bescherming en voorbereiding van het leggen van kabels, maar zoals die ook gebruikt worden in het Centrumgebied ten behoeve van bijv. sfeerverlichting en cameratoezicht. Dat valt overigens deels onder het eigen gebruik voor en door de gemeente en wordt niet beschouwd als het door derden uitvoeren van werkzaamheden n gronden in eigendom of beheer bij de gemeente.

m. leggen van kabels

De relevante werkzaamheden betreffen de nieuwaanleg van kabels, maar ook het werk voor onderhoud, voor verplaatsing of verwijdering, uitbreiding etc..

n. marktconforme kosten

Dit begrip is relevant vanwege het nagestreefde stimuleren van het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van derde partijen). Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, met dien verstande dat (aansluitend bij de Telecommunicatiewet) de te betalen vergoeding marktconform dient te zijn.

o. net (of netwerk)

De definitie van een net (of netwerk) is afgeleid van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION), welke deels refereert aan artikel 20 2e lid, Boek 5 Burgerlijk Wetboek, maar ook uitbreidingen geeft, die hier worden overgenomen. De TV2014 betreft de volgende netwerken:

-de netten voor transport van informatie: de openbare elektronische communicatienetwerken (telecommunicatie en omroep) conform de Telecommuni-catiewet: transmissiesystemen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, die geheel of hoofdzakelijk worden gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's aan het publiek.

‘Ondergronds’ heeft formeel betrekking op dat deel van de aarde vanaf het maaiveld tot circa 10 km diepte; in de praktijk zijn graafwerkzaamheden op veel beperktere diepte.

p. net voor transport van informatie

Deze term, afgeleid van de WION, betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken als bedoeld in de Telecommunicatiewet.

q. niet-openbare kabels en leidingen

De verordening en het beleid zijn vooral gericht op het effectief inzetten van beschikbare openbare infrastructuren.

Soms zal het nodig zijn dat een niet niet-openbare voorziening moet worden getroffen, zoals een verbinding tussen twee panden van één organisatie. Hoewel geen gedoogplicht (en geen graafrecht) van toepassing is, is, als de gemeente de niet-openbare verbinding toestaat, de procedure voor openbare netten van toepassing. Zie voorts de bij de definitie van ‘kabels’ beschreven situatie van overige niet-openbare kabels en leidingen.

r. openbare gronden

De openbare ruimte betreft de ruimte op of in de openbare gronden. Tot de openbare gronden worden gerekend de openbare wegen, inclusief stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor een ieder toegankelijk zijn. Deze definitie verwijst naar de omschrijving uit de Telecommunicatiewet, zoals afgeleid van de Wegenverkeerswet.

s. spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De aanbieder moet duidelijk maken dat dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

t. voorzieningen

Bij de netten gaat het ook om een veelheid aan ondersteunde of beschermingswerken ten behoeve van die kabels.

u. werkzaamheden

De TV2014 betreft (graaf)werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en/of opruiming van kabels. Naast mechanische werkzaamheden, vallen er formeel ook handmatige werkzaamheden onder. Werkzaamheden omvatten een scala van activiteiten, zoals aanleg, uitbreiding, verplaatsing en verwijdering van netten, bouwwerkzaamheden als heien van palen en het slaan van damwanden, bouwrijp maken van gronden, maar ook diepploegen en uitbaggeren van sloten.

Tot de werkzaamheden als bedoeld in de TV2014 behoren eveneens werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten of geleidingen. Vanuit de door de gemeente te behartigen belangen wordt het nastreven van medegebruik van bestaande voorzieningen gestimuleerd. Dergelijke werkzaamheden brengen overlast met zich, door het graafwerk of bij het gebruik van de openbare ruimte.

v. werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, lid 5, Telecommunicatiewet. Naast huisaansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden andere niet ingrijpende werkzaamheden aan een lichter regime onderworpen, omdat ze gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht, en de impact relatief beperkt en kortstondig is. Voor deze niet ingrijpende werkzaamheden geldt een verkorte procedure.

De plaatsing van onder- en bovengrondse kasten zoals handholes, ramputten en schakelkasten is geen niet ingrijpende werkzaamheid, ondanks dat dit vaak binnen de normen voor oppervlakte en tijd valt. Omdat de exacte locatie zorgvuldig moet worden afgewogen, geldt altijd de reguliere procedure.

De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke, limitatief bedoelde, situaties deze lichtere procedure van toepassing is, vaak werkzaamheden aan bestaande kabels en met een beperkte lengte of oppervlakte, die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt.

Daarbij kan van belang zijn of rijbanen en andere verhardingen of wateren, dan wel groenvoorzieningen, gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Expliciet wordt bepaald dat de Lex Silencio Positivo, oftewel de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen, conform de Algemene wet bestuursrecht, niet van toepassing is op deze verordening. Het belang van het instemmingvereiste is zodanig dat voorkomen moet worden dat een beschikking van rechtswege wordt verkregen en er geen voorschriften en voorwaarden van toepassing zijn. Vanwege de samenhang treedt de APV terug waar deze verordening geldt.

Artikel 3 Nadere regels

De verordening wordt door de raad vastgesteld en geeft het gewenste kader voor de sturing en regievoering bij voorgenomen graafwerkzaamheden in de openbare ruimte. Ter uitwerking is in de verordening voorzien in de mogelijkheid dat het college nadere regels stelt. Artikel 3 biedt als paraplubepaling een generieke mogelijkheid hiervoor.

Hoofdstuk 2 Melding voor een instemmingsbesluit

Artikel 4 Vereiste van instemming

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men beschikt over een instemmingsbesluit. Dat uitgangspunt wordt qua procedure uitgewerkt in artikel 5. Deze systematiek is door gemeenten vastgelegd in de APV als bron voor de vergunningverlening voor de leidingen van de nutsbedrijven. Het karakter van een vergunningstelsel in het algemeen bestuursrecht is: de handelingen (in casu werkzaamheden in de openbare ruimte) zijn toegestaan maar de gemeente wil plaats, tijd en werkwijze kunnen beoordelen en bijsturen. De graafrechten (onder voorwaarden) voor openbare elektronische communicatienetwerken in relatie tot de instemming van het college zijn hiermee vertaald naar de TV2014. Conform het wettelijk bepaalde heeft die instemming betrekking op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, maar ook op het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.

Het onderscheid met werkzaamheden van niet ingrijpende aard, spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten wordt in het tweede lid benoemd, gezien daarvoor een eenvoudiger en snellere procedure op van toepassing is.

Artikel 5 Melding

In geval van voorgenomen werkzaamheden moet de melding (voor een instemmingsbesluit) plaatsvinden. Dat moet formeel bij het college van burgemeester en wethouders, en gebeurt in de praktijk bij de gemachtigde afdeling of ambtenaar (de gemeentelijke coördinator).

De vereiste voorafgaande instemming van gemeentewege heeft betrekking op het tijdstip, de plaats en de wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden. Op het verlenen van dit besluit zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing, waaronder het gelijkheidsbeginsel.

Een aanbieder (dan wel degene die voor deze de aanvraag verzorgt) kan over voorgenomen werk vooroverleg voeren met de gemeente teneinde de melding of aanvraag, bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden. Ingewikkelder meldingen worden zonder vooroverleg niet in behandeling genomen.

De maximale beslistermijn voor het college van 8 weken is conform de Awb en jurisprudentie (is niet als zodanig formeel vastgelegd maar wordt afgeleid als erkende uiterlijke redelijke en billijke termijn) en voldoet aan de voorwaarden van de Europese telecommunicatierichtlijnen.

De termijn voor niet ingrijpende werkzaamheden is korter en bij spoedeisende werkzaamheden/calamiteiten kan worden volstaan met een kennisgeving, die tevoren wordt gedaan. De gemeente moet voordat gestart kan worden akkoord gaan. Deze verstoringen zijn niet specifiek omschreven, anders dan dat het veelal spoedeisende reparatie of onderhoud betreft zoals bij een kabelbreuk. Motivering door de aanbieder moet onderbouwen of de belemmering of storing voldoende reden is om als spoedeisend of calamiteit te worden aangemerkt.

Werkzaamheden kunnen tevens betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen: instanties of (rechts)personen binnen de gemeente of andere gemeentes. Ook kunnen op grond van een andere wet andere vergunningen noodzakelijk zijn. Deze samenhang kan in de praktijk tot lange doorlooptijden leiden.

De wetgever staat formeel toe dat de gemeente een deelinstemmingsbesluit verleent (voor een deeltraject of -project) zodat de aanvrager alvast op de hoogte is van deze instemming en de voorwaarden, en met de verdere tracékeuze en andere aanvragen rekening gehouden kan worden, of dat in principe zelfs al begonnen kan worden met de werkzaamheden in dat deel van het gebied.

De risico’s (dat door latere vergunningverlening door een ander orgaan de gemeentelijke aanvraag of het tracéaangepast moet worden, en opnieuw moet worden gedaan) moeten projectmatig afgestemd worden (vooral bij grootschaliger aanleg). Algemeen gesproken zal het gebruik van deze mogelijkheid slechts in specifieke en goed overwogen situaties kunnen plaatsvinden.

In eerste instantie is de aanbieder zelf verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Op verzoek zal de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen (bijvoorbeeld een waterschap) nastreven (= bemiddeling). Daartoe moeten op het formulier (contact)gegevens over deze andere aanvragen vermeld worden. Voor private partijen blijft de aanvragende aanbieder zelf verantwoordelijk.

Als werkzaamheden worden verricht in nader aan te wijzen gebieden is de uitzonderingsbepaling voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing. Voorbeelden zijn risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen, historische stadskernen of straten of natuurgebieden. Dan is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht wordt gegraven. Deze gebieden moeten specifiek benoemd te worden. Het college wordt door de Raad bevoegd verklaard deze gebieden te benoemen indien dat van toepassing is. Dit wordt dan vermeld in het Handboek. In de gemeente Valkenburg aan de Geul wordt bij vaststelling van de TVC2014 het Centrumgebied als zo’n gebied aangewezen waar de uitzonderingsregels niet gelden. Het Centrumgebied wordt afgebakend in het Handboek.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

Dit artikel is gericht op de wijze waarop een melding moet worden gedaan, welke gegevens verstrekt moeten worden en welke formulieren gebruikt moeten worden. Het betreft die informatie die de gemeente als beheerder van openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te hebben in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt.

De indieningsvereisten en te hanteren standaardformulieren worden om praktische redenen niet in de verordening zelf opgenomen, maar worden vastgesteld via een of meer collegebesluiten met nadere regels. Om reden van transparantie wordt het Handboek, waarin veel van die nadere regels gebundeld zijn, de eerste keer door de raad vastgesteld en is het college vervolgens bevoegd noodzakelijke of wenselijke latere aanpassingen vast te stellen.

Instemming of vergunningverlening vindt op aanvraag plaats. De aanvrager geeft aan wat de gewenste startdatum is. De gemeente kan, gemotiveerd, bijvoorbeeld met het oog op andere graafwerkzaamheden, aanpassingen aanbrengen, waarbij de Telecommunicatiewet een maximale uitsteltermijn van 12 maanden aangeeft.

De Regeling schriftelijke kennisgeving aanleg kabels(Staatscourant 15-01-2007, nr. 10) schrijft voor kabels van elektronische communicatienetwerken voor dat de melding aangetekend moet worden verstuurd. Dit vereiste is niet overgenomen, maar het kan in het belang van de aanvrager zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over de indiening. Een melding wordt in behandeling genomen indien en zodra alle vereiste gegevens compleet zijn. Deze bevoegdheid is vastgelegd in Awb art. 4:5. Conform de nadere regels moet ook opgave worden gedaan van ondergrondse of bovengrondse kasten, incl. eventuele handholes. Van belang kan zijn dat ook een Omgevingsvergunning (krachtens de Wabo) vereist is.

Op grond van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) is registratie van de kabels en leidingen wettelijk verplicht (bij het Kadaster). Van de aanbieders wordt verwacht dat zij hun kabels zo registreren dat steeds inzicht kan worden geboden. Er is samenhang tussen WION (nationale wetgeving) en TV2014 (gemeentelijke verordening). De WION heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven èn een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WION bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over graafwerkzaamheden, waaronder het binden aan een vergunning!

Artikel 7 Beslistermijnen

De beslistermijn is gelijk aan de meldtermijn zodat de werkzaamheden op de geplande datum kunnen aanvangen, mits aan de voorwaarden tijdig en geheel voldaan is. Op grond van de Awb is de gemeente verplicht binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, welke termijn geacht wordt te zijn verstreken na verloop van 8 weken.

Artikel 8 Geldigheid

Dit artikel beperkt de werkingsduur van het instemmingsbesluit om uitvoering geruime tijd na afgifte te voorkomen. Eventueel gewijzigd gebruik van gronden kan uitvoering alsnog onwenselijk maken. Als uitvoering en voorbereiding een langere doorlooptijd vergen, moet dat bij de melding worden aangegeven en kan hiermee bij het instemmingsbesluit rekening worden gehouden. Daarnaast wordt voorzien in de mogelijkheid om een instemming te wijzigen of in te trekken in bepaalde, limitatief benoemde, situaties. Hiermee wordt geen rechtsonzekerheid beoogd, maar wordt nagestreefd dat de noodzakelijke voorwaarden voor de regievoering worden vervuld. Eventueel wordt bestuursrecht toegepast om de opgebroken openbare ruimte te laten herstellen in de oorspronkelijke situatie.

Artikel 9 Voorschriften en beperkingen

Het college kan met nadere regels aan een instemmingsbesluit voorschriften verbinden. Omwille van uniformiteit is aangegeven welk soort voorschriften dit kunnen zijn. Ze hebben te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Het meest sprekende voorbeeld zijn de lokale regels en voorwaarden in het Handboek, welke voorwaarden standaard van toepassing zijn op uit te voeren werkzaamheden. Eventuele aanvullende voorschriften kunnen bij verlening van de instemming worden bekend gemaakt.

Dit artikel bevat bepalingen over het herstel van openbare ruimte: een beginselplicht tot herstel. In beginsel wordt uitgegaan van de ‘aangetroffen staat’. Voorzien wordt in drie opname-momenten: vooropname, opleveringsopname en overdrachtsopname na de onderhoudstermijn van 1 jaar. Dit om te voorkomen dat niet meer duidelijk is hoe de staat was voor aanvang van de werkzaamheden. Voor de berekening van de schadevergoeding, inclusief voor het toezicht, zijn bepalingen over de tarieven opgenomen. Voor de praktische uitvoering en handhaving van dit artikel geldt specifiek dat de bepalingen ook van toepassing zijn indien de aanbieder een deel van de werkzaamheden of activiteiten laat uitvoeren door een (te mandateren) derde partij.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Eigendom

De gemeente wil regie voeren en de coördinatie realiseren. Daartoe is de TV2014 ontwikkeld. De gemeente beoogt niet het eigendom of andere rechten (en verplichtingen) op kabels te verwerven. Het zakelijk karakter van de instemming is er zodat een aanbieder, die de instemming heeft, zich houdt aan de voorschriften. De wettelijke bepalingen (BW) zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken. Wettelijk is het uitgesloten dat de gemeente door een instemmingsbesluit eigenaar wordt van kabels en/of netwerken waarop het instemmingsbesluit betrekking heeft.

Artikel 11 Overleg

Meldingen voor projecten/werkzaamheden worden in vooroverleg met de gemeentelijke coördinator besproken. Ingewikkelder meldingen worden zonder vooroverleg niet in behandeling genomen.

De gemeente organiseert periodiek overleg met aanbieders, meestal in combinatie met de netbeheerders van de netwerken voor gas, water en elektriciteit.

In de gemeente Valkenburg aan de Geul heeft dit overleg enige tijd niet structureel plaatsgevonden maar zal dit, mede op verzoek van diverse aanbieders structureel, enkele keren per jaar, worden ingevoerd. Dit overleg heeft een formele status, zonder dat deelnemers hieraan rechten ontlenen. Verwacht wordt dat partijen in hun eigen belang deelnemen. Doelstelling is tijdige informatie-uitwisseling over plannen (van zowel gemeente als gravende partijen) zodat men daar tijdig op kan inspelen. Mede daarom is het van belang dat ook gesproken wordt over plannen op 3 tot 5-jarige termijn, met inzicht in geplande, voorgenomen en gerealiseerde vervangingen, zowel ondergronds als bovengronds, inclusief, waar mogelijk, plannen van woningcorporaties. Belangrijk is dat voor zowel de dagelijkse praktijk als de meerjarenplanning bevoegde en geïnformeerde vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen. Dit overleg heeft een formele en structurele basis. Dit laat onverlet dat partijen die werkzaamheden willen verrichten met de gemeente in die concrete situaties in vooroverleg treden.

Artikel 12 Niet-openbare kabels

De gemeente gedoogt onder voorwaarden kabels met een publieke functie in de openbare ruimte. De gemeente krijgt tevens aanvragen van particulieren. De ondergrondse ruimte is schaars. Bovendien heeft de gemeente jegens de openbare aanbieders verplichtingen bij het ter beschikking stellen van ruimte voor andere kabels. Ook wil de gemeente de bedrijfsvoering van openbare aanbieders niet negatief beïnvloeden door het toestaan van particuliere voorzieningen die ook door bestaande partijen, binnen hun reguliere bedrijfsvoering kan worden gerealiseerd. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de gedragslijn dat geen toestemming wordt verleend voor private kabels (anders dan met een publieke of openbare functie) van particulieren in/onder de openbare ruimte. Particulieren moeten bij voorkeur gebruik maken van openbare aanbieders. Toch zijn er uitzonderingssituaties waarbij particuliere voorzieningen niet strijdig zijn met de belangen van openbare aanbieders. Indien de ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden toestemming (vergunning) geven. Uitgangspunten zijn dat de gemeente geen belemmering ondervindt of schade leidt en dat degene die voordeel heeft van de voorziening een vergoeding betaalt voor het gebruik van de grond (precario). Bij werkzaamheden met niet-openbare kabels in openbare gronden geldt géén gemeentelijke gedoogplicht. Bij het voornemen tot (graaf)werkzaamheden voor niet-openbare kabels in openbare gronden moet dit vooraf aangevraagd worden bij de gemeente, en heeft de gemeente beleidsvrijheid die vergunning al dan niet te verlenen (of de voorwaarden te bepalen). Voorwaarde is dat de aanvrager aantoont dat aan de wettelijke verplichtingen (zoals WION) wordt voldaan en dat onderhoud en beheer van de verbinding zijn gegarandeerd. Tevens moet een verklaring worden overlegd dat de verbinding niet door een openbare aanbieder kan worden aangeboden. Om dit te reguleren moet per toegestane particuliere voorziening een overeenkomst worden afgesloten tussen de gemeente en de neteigenaar met daarin bepaald:

  • 1.

    De gemeentelijke plicht om netbeheerders van openbare netwerken een ongestoorde en veilige bedrijfsvoering voor de leveringen middels hun netten te garanderen.

  • 2.

    De gemeentelijke verplichtingen krachtens de WION ten aanzien van weesleidingen.

  • 3.

    De gemeentelijke taakstelling ten aanzien van het beperken van overlast voor haar burgers en vervoer- en hulpdiensten door werkzaamheden aan ondergrondse netten.

  • 4.

    De gemeentelijke verantwoordelijkheid naar openbare netbeheerders ten aanzien van de verplichtingen uit de overige relevante (sector)wetgeving.

  • 5.

    De gemeentelijke vrijheid om de inrichting van de openbare ruimte te wijzigen en/of openbare gronden te verkopen dan wel particuliere gronden te verwerven.

  • 6.

    De te maken kosten mogen niet ten laste komen van de gemeentebegroting.

  • 7.

    Indien de particuliere kabel buiten functie raakt moet deze zo spoedig mogelijk weer door de eigenaar uit de ondergrond worden verwijderd.

Verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels dienen op kosten van de eigenaar van de kabels te worden uitgevoerd.

Artikel 13 (Mede)gebruik van voorzieningen

Door de aanbieder of het college geëntameerd overleg (over een melding) is er mede op gericht te bepalen of en langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen.

De aanbieder wordt verplicht vooraf aan te geven welke inspanningen zijn gedaan om te voldoen aan het vereiste van dit artikel. Het medegebruik van voorzieningen, zoals beschreven in artikel 5.2, zevende lid Telecommunicatiewet en in artikel 5.12 Telecommunicatiewet heeft geen betrekking op het medegebruik van de koper- of coaxdraad of glasvezel zelf als mede van de bij een kabel behorende signaal- en verbindingsinrichtingen. Conform de wetsuitleg wordt wel gedoeld op het medegebruik van voorzieningen zoals (gedeeltelijk) lege mantelbuizen ter bescherming van kabels, kabelgoten en –geleidingen met bijbehorende ruimten waaraan kabels bevestigd of geleid kunnen worden, en koppelruimten zoals man- en handholes en straatkabinetten.

Artikel 14 Informatieplicht

Wettelijk is voor openbare elektronische communicatienetwerken voorzien in regels rond kabels en voorzieningen als lege mantelbuizen over de duur van de gedoogplicht. Van belang is de daadwerkelijke situatie of die kabels (nog) deel uit maken van het netwerk. Onderscheid is er tussen bestaande en nieuw te leggen lege mantelbuizen. Voor de gemeente is het niet doenlijk zelfstandig zicht te houden op het al dan niet in gebruik zijn van deze voorzieningen. De aanbieders worden geacht een kabelregistratie bij te houden en de gemeente te informeren (op verzoek dan wel op eigen initiatief) over de voorzieningen in het door de gemeente aangegeven (deel van het) grondgebied. Dat betreft dus vooral de kabels en/of leidingen die nog niet in gebruik zijn genomen en waarvan de termijn voor de wettelijke gedoogplicht (bijna) verloopt. Wijzigingen kunnen optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden, dat gevolgen heeft voor de kabels in die gronden.

Hoofdstuk 4 Straf-, toezicht- overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Toezicht en handhaving

Dit artikel heeft ten doel alle partijen bewust te maken van het niet-vrijblijvende karakter van de TV2014. Indien partijen zich niet houden aan de voorschriften en beperkingen, behoudt de gemeente zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van haar bevoegdheden, in eerste instantie bestuursrechtelijk, maar niet noodzakelijk daartoe beperkt. Bestuursrechtelijk zijn de Awb (hoofdstuk 5) en de Gemeentewet van toepassing met bepalingen inzake de toezichthouder, bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. De bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving is veelal gemandateerd en de toezichthouder wordt aangewezen. Vooruitlopend op de bestuursrechtelijke handhaving, kan de toezichthouder (indien noodzakelijk, vooral om geen onomkeerbare situatie te creëren en onevenredige overlast te vermijden) bevelen de werkzaamheden stil te leggen. Indien en voor zover nodig kunnen daarnaast of aansluitend ook civielrechtelijke en strafrechtelijke mogelijkheden worden benut. Strafrechtelijke consequenties vloeien voort uit de mogelijke overtredingen van de Wet op de economische delicten (WED). Er wordt aangesloten bij het generieke gemeentelijke toezicht- en handhavingsbeleid, met sanctiemaatregelen in het Handboek.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Expliciet wordt verduidelijkt dat de Telecommunicatieverordening uit 1999 vervalt en dat inwerkingtreding na publicatie plaatsvindt.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

Voorzien is in een hardheidsclausule waarbij het college (zwaarwegend gemotiveerd) af kan wijken van de algemene voorwaarden, en aanvullende projectafspraken kan maken.

Artikel 18 Citeertitel

Geen nadere toelichting.