Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening vertrouwenscommissie procedure benoeming burgemeester

Geldend van 31-05-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie procedure benoeming burgemeester

Verordening vertrouwenscommissie procedure benoeming burgemeester De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul,

Gelezen het voorstel van het presidium de dato 26 april 2016

Gehoord de ABA raadscommissie de dato 17 mei 2016

Gelet op de artikelen 61, 61.3,61.4,84,86,147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995,

Gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 15 juli 2012 ,

B e s l u i t :

  • 1.

    een vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel II, lid 1 t/m 6 van de circulaire op grond van artikel 61 en 61.4 van de Gemeentewet in te stellen;

  • 2.

    de navolgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding vast te stellen;

  • 3.

    de commissaris van de Koning in de provincie Limburg van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen door toezending daarvan.

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder: a. De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. De commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Limburg; c. De commissie: de vertrouwenscommissie. Taak vertrouwenscommissie

Artikel 2

  • 1.

    De vertrouwenscommissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    De vertrouwenscommissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich uit eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 4.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5.

    De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de vertrouwenscommissie.

Artikel 3

  • 1.

    Nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de commissaris.

  • 2.

    De commissie brengt haar in artikel 3 lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na weging van een en ander.

  • 3.

    De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

  • 4.

    De commissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

Artikel 4

  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 3 lid 1 en de concept-aanbeveling aan de raad, bedoeld in artikel 3 lid 3, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de vertrouwenscommissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de vertrouwenscommissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5.

    De vertrouwenscommissie kan de commissaris van de Koning vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht

Artikel 5

  • 1.

    De leden van de vertrouwenscommissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de vertrouwenscommissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De leden een tot en met drie van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op degene die op grond van artikel 7 de vertrouwenscommissie ambtelijke bijstand verleent en de adviseur van de commissie.

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen – schriftelijk of mondeling - kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Samenstelling vertrouwenscommissie

Artikel 6

  • 1.

    De vertrouwenscommissie bestaat uit 4 leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad.

  • 2.

    Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 7

  • 1. De raadsgriffier verleent als secretaris van de vertrouwenscommissie bijstand aan de commissie.

  • 2. Een wethouder wordt als adviseur aan de commissie toegevoegd.

  • 3. De raadsgriffier en de adviseur zijn géén lid van de commissie en hebben géén stemrecht.

Werkwijze vertrouwenscommissie

Artikel 8

  • 1.

    De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten. De eerste maal wordt de commissie bijeen geroepen door het oudste lid in jaren.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste 24 uur van te voren aankondiging gedaan aan de leden van de vertrouwenscommissie.

Artikel 9

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden aan het adres van de griffier gericht en op haar adres bewaard.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf haar adres verzonden.

Artikel 10

De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

Overige bepalingen

Artikel 11

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Artikel 12

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in artikel 11 bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als 'geheim' worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 4.

    Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 13

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de procedureregels niet voorzien beslist de commissie.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de vaststelling van deze verordening.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 mei 2016.
De raad voornoemd,
Mr. J.W.L. Pluijmen, J. Römling,
griffier voorzitter plv.