Regeling vervallen per 10-10-2013

Mandaatstatuut Pekela en Veendam juni 2011

Geldend van 07-07-2011 t/m 09-10-2013

Intitulé

Mandaatstatuut Pekela en Veendam juni 2011 (inclusief volmacht en machtiging)

De colleges van burgemeester en wethouders van Pekela en Veendam, onderscheidenlijk de burgemeesters van Pekela en Veendam, ieder voor zover het haar of zijn bevoegdheden betreft;

overwegende dat het uit een oogpunt van het bewerkstelligen van een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering van de wettelijke verplichtingen van de gemeenten gewenst is taken en bevoegdheden te mandateren;

gelet op onder andere de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam, artikel 160 en 171 van de gemeentewet, artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek en de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n:

taken en bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht en machtiging te verlenen, overeenkomstig de in dit besluit vastgestelde voorschriften en beperkingen en volgens de bij dit besluit gevoegde mandaat-, volmacht- en machtigingslijsten, verder te noemen ‘mandaatlijsten’;

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • 1.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen.

  • 2.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat verleent.

  • 3.

    gemandateerde: degene die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om namens hem / haar besluiten te nemen.

  • 4.

    ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat.

  • 5.

    het college: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela en Veendam.

  • 6.

    de burgemeester: de burgemeesters van de gemeenten Pekela en Veendam.

  • 7.

    De Kompanjie: het Openbaar Lichaam als bedoeld in de Gemeenschappelijke Regeling werkorganisatie gemeenten Pekela en Veendam.

  • 8.

    de Algemeen Directeur: algemeen directeur van de ‘De Kompanjie’.

  • 9.

    de Adjunct Directeur: adjunct directeur / programmamanager van ‘De Kompanjie’.

  • 10.

    afdelingshoofd: hoofd van één van de afdelingen van ‘De Kompanjie’.

  • 11.

    teamleider: leider van een team binnen een afdeling van ‘De Kompanjie’.

  • 12.

    ondertekeningmandaat: de bevoegdheid tot het in naam van een bestuursorgaan ondertekenen van besluiten die door het bestuursorgaan zelf zijn genomen.

  • 13.

    volmacht: het namens een bestuursorgaan verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling.

  • 14.

    machtiging: het namens een bestuursorgaan verrichten van een handeling die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling is.

Artikel 2. Algemeen

  • 1. De burgemeester, het college van burgemeester en wethouders verlenen daar waar dat in het kader van de bedrijfsvoering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, mandaat aan a. de Algemeen Directeur, b. medewerkers die een bij wet geregelde bevoegdheid uitoefenen;

    • c.

      overige, niet onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever werkzame personen.

  • 2. De heffings- en invorderingsambtenaar verleent mandaat aan gemeenteambtenaren en aan overige, niet onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever werkzame personen, daar waar dat in het kader van de bedrijfsvoering wenselijk wordt geacht.

  • 3. Verleende mandaten worden opgenomen in de bij dit besluit behorende mandaatlijsten.

  • 4. De gemandateerde is bevoegd om namens het bestuursorgaan besluiten te nemen zoals die zijn vermeld in voornoemde mandaatlijsten, met in achtneming van de daarbij vermelde voorwaarden, beperkingen en bijzonderheden.

  • 5. Mandaat aan niet-ondergeschikten dient met instemming van de gemandateerde plaats te vinden.

  • 6. a. Bij projectmatig werken wordt bij het vaststellen van projectvoorstellen tevens een besluit genomen over mandatering van bevoegdheden aan de projectleider die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het project. b. Een in een projectopdracht verleende bevoegdheid aan de projectleider gaat in voorkomend geval voor een in de mandaatlijsten verleend mandaat.

    • c.

      De verleende mandaten vervallen automatisch bij het einde van het project.

Artikel 3 Algemeen mandaat aan de algemeen directeur

De Algemeen Directeur mandateert de aan hem verleende bevoegdheden door naar de afdelingshoofden respectievelijk de Adjunct Directeur.

Artikel 4 Ondermandaat

De Adjunct Directeur en de afdelingshoofden zijn bevoegd de aan hen gemandateerde bevoegdheden door te mandateren:

  • 1.

    binnen de hiërarchische kolom van de afdeling, tenzij dit in de mandaatlijsten anders is bepaald,

  • 2.

    aan derden onder de voorwaarde dat deze gemeld worden aan het betreffende bestuursorgaan.

Artikel 5. Vervanging gemandateerde

  • 1. Vervanging bij afwezigheid vindt in eerste instantie plaats binnen de hiërarchische kolom van de afdeling.

  • 2. De afdelingshoofden vervangen elkaar onderling overeenkomstig de door het Managementteam vast te stellen vervangingsschema (bijlage 1).

  • 3. De Adjunct Directeur en de Algemeen Directeur vervangen elkaar voor zover de aard van de bevoegdheid dit toelaat.

Artikel 6. Afstemming overige regelgeving

De gemandateerde dient zich ervan te hebben vergewist dat het in mandaat te nemen besluit overeenstemt met hetgeen daarover is geregeld in andere van toepassing zijnde (wettelijke) regelingen van rijk, provincie en de gemeente Pekela of Veendam.

Artikel 7. Budgettaire beperking

Voor de gemandateerde bevoegdheden die financiële consequenties hebben, geldt dat hiervoor een toereikend bedrag in de begroting moet zijn opgenomen. De gemandateerde dient zich bij zijn handelen tevens te houden aan het bepaalde in de Budgethoudersregeling.

Artikel 8. Beperking bevoegdheid tot mandaat

Mandatering vindt niet plaats wanneer:

  • 1.

    de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 10.1.1) de mandaatverlening verbiedt;

  • 2.

    het gaat om het beslissen op een bezwaarschrift;

  • 3.

    het aantal te nemen besluiten gering is;

  • 4.

    het situaties betreft waarvoor geen beleidslijn is geformuleerd dan wel anderszins het beleid ter discussie staat;

  • 5.

    het onderwerpen betreft die vermeld staan op de bij dit statuut behorende negatieve lijst (bijlage 2).

Artikel 9. Besluit door mandaatgever

  • 1. Onverminderd de verlening van mandaat blijft de mandaatgever bevoegd zelf de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

  • 2. De gemandateerde laat de mandaatgever in ieder geval zelf een besluit nemen indien:

    • a.

      de omvang van de financiële risico’s daartoe aanleiding geeft;

    • b.

      uit het nemen van een besluit belangrijke financiële, juridische, organisatorische, politieke, bestuurlijke en / of publicitaire consequenties kunnen voortvloeien;

    • c.

      het een brief of verzoek betreft waarbij het nemen van een besluit dan wel ondertekening van het besluit door het bestuursorgaan zelf, nadrukkelijk door de ontvanger gewenst lijkt en het voor de hand ligt dit te honoreren.

Artikel 10. Uitvoering

Waar in de mandaatlijsten de uitvoering van bepaalde regelingen wordt opgedragen, wordt deze opgedragen in de ruimste zin des woords voor zover niet in strijd met enig wettelijke of gemeentelijke bepaling of expliciete aanwijzing in de mandaatlijst. Onder uitvoering van een regeling wordt daarom mede verstaan:

  • a.

    het nemen van besluiten;

  • b.

    het ondertekenen van besluiten;

  • c.

    het verrichten van alle benodigde voorbereidingshandelingen;

  • d.

    het voeren van correspondentie in het kader van de uitoefening van de opgedragen bevoegdheden;

  • e.

    het verstrekken van informatie;

  • f.

    het voeren van verweer e.d. in de bezwarenprocedure.

Artikel 12. Nadere instructies

De mandaatgever heeft in alle gevallen de bevoegdheid om over het mandaat nadere instructies te geven.

Artikel 13. Vervallen van mandaat

De bevoegdheid tot het uitoefenen van mandaat vervalt door een daartoe strekkend besluit van de mandaatgever.

Artikel 14. Volmacht bij privaatrechtelijke rechtshandelingen

Met betrekking tot het geven van een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn de regels inzake dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15. Machtiging - feitelijk handelen

Met betrekking tot het geven van een machtiging voor het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijk rechtshandeling zijn, zijn de regels inzake dit mandaatbesluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16. Redactie en ondertekening

In de desbetreffende ondertekening dient de mandaatverhouding als volgt tot uiting te worden gebracht:

Namens ‘het betreffende bestuursorgaan’van Pekela of Veendam,

(handtekening (onder)gemandateerde)

naam (onder)gemandateerde,

functie van (onder)gemandateerde

Artikel 17. Afhandelen standaard correspondentie

  • 1. Standaard correspondentie voortvloeiende uit het takenpakket van de medewerker mag door deze medewerker zelf worden afgehandeld en ondertekend voor zover deze correspondentie geen (rechts)gevolgen heeft of kan hebben voor de gemeente.

  • 2. De (direct) leidinggevende van de desbetreffende medewerker kan deze bevoegdheid beperken.

Artikel 18. Bekendmaking, registratie en ter inzagelegging

  • 1. Het mandaatstatuut en de daarbij behorende mandaatlijsten worden na vaststelling bekendgemaakt door middel van publicatie van de zakelijke inhoud in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en op de website van de beide gemeenten en De Kompanjie.

  • 2. Het Mandaatstatuut en de bijbehorende mandaatlijsten worden centraal geregistreerd en liggen voor een ieder tijdens kantooruren ter inzage (op de op de website van beide gemeenten en De Kompanjie aangegeven locatie).

  • 3. Aan de medewerkers binnen het Openbaar Lichaam De Kompanjie en binnen de beide gemeenten, worden het Mandaatstatuut en de bijbehorende lijsten bekendgemaakt via het intranet.

Artikel 19. Actualiseren

Het Mandaatstatuut zelf als ook de bijbehorende mandaatlijsten worden elk jaar opnieuw beoordeeld op actualiteit, functionaliteit en efficiëntie en waar nodig aangepast. Deze jaarlijkse aanpassing zal overeenkomst het voorgaande artikel worden bekendgemaakt.

Artikel 20. Inwerkingtreding mandaatstatuut

1 Dit mandaatstatuut en de daarbij behorende mandaatlijsten treden in werking voor Pekela op de dag na bekendmaking en voor Veendam op twee dagen na bekendmaking.

2.Het Mandaatstatuut Pekela – Veendam 2011 en de daarbij behorende mandaatlijsten komen te vervallen per die datum.

Artikel 21. Overgangsbepaling mandaatlijsten

De in de mandaatlijsten, behorende bij het Mandaatbesluit 2005 van de gemeente Pekela en het Mandaat- en volmachtstatuut 2010 van de gemeente Veendam, verleende mandaten zijn per 1 februari 2011 vervallen met uitzondering van de daarin aan externen verleende mandaten en de mandaten voor de griffie, welke tot nader te bepalen datum blijven bestaan.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatstatuut Pekela - Veendam juni 2011.

Vastgesteld op: 28 juni 2011

Gemeente Pekela:

Het college van burgemeester en wethouders,

burgemeester, secretaris,

M.Schollema J. van der Woude

De burgemeester van Pekela,

M.Schollema

Gemeente Veendam:

Het college van burgemeester en wethouders,

burgemeester, secretaris, A. Meijerman A. Castelein

De burgemeester van Veendam,

A.Meijerman

Het Openbaar Lichaam De Kompanjie:

Het Dagelijks Bestuur voor akkoord:

voorzitter, secretaris,

A.Meijerman J. van Nieukerken

De Algemeen Directeur voor akkoord:

J.van Nieukerken.

Bekendgemaakt op: 5 en 6 juli 2011 (De Veendammer resp. Pekelder Streekblad)

In werking getreden op: 7 juli 2011.