Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Bevordering van Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Nummer201117459 / WI

De raad van de gemeente Veendam;

overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Veendam d.d. 29-11-2011

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;

overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich

door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat de gemeente daaraan bijdraagt door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen;

BESLUIT:

de ‘Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012’

vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;

    • c.

      voorziening: een vorm van ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;

    • d.

      schoolgaand kind: ten laste komende kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;

    • e.

      laag inkomen: een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 2. Doel en strekking

  • 1. De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen.

  • 2. Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

Hoofdstuk 2. Beleid met betrekking tot maatschappelijke participatie

Artikel 3. Verantwoordelijkheid college

  • 1. Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten door rechts- personen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie.

  • 2. Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie.

  • 3. Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categoriale bijzondere bijstand draagt het college er zorg voor dat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 4. Het college werkt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie samen met natuurlijke en rechtspersonen, voorzover die samenwerking naar het oordeel van het college daaraan bijdraagt.

Artikel 4. Beleid en voorzieningen

Het college geeft uitvoering aan het volgende beleid ter bevordering van de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen:

  • a.

    Individuele bijzondere bijstand;

  • b.

    Jaarlijkse subsidiëring aan het Jeugdsportfonds;

  • c.

    Jaarlijkse subsidiëring aan de stichting Leergeld;

  • d.

    Subsidiëring van activiteiten met een cultureel karakter.

Artikel 5. Maatschappelijke participatie in andere gemeentelijke regeling

  • 1. Voorzover in een andere gemeentelijke regeling mede is voorzien in de wettelijke grondslag voor ondersteuning van maatschappelijke participatie, wordt die regeling geacht mede uitvoering te geven aan de opdracht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de wet.

  • 2. Een regeling als bedoeld in het eerste lid is de ‘Verordening sociale participatie gemeente Veendam 2012’.

Artikel 6. Vorm van een voorziening

  • 1. Tenzij de gemeenteraad anders heeft bepaald, stelt het college de vorm van een voorziening vast.

  • 2. Bij het bepalen van de vorm van een voorziening kiest het college voor de vorm die naar zijn oordeel het meest doeltreffend is om de maatschappelijke participatie te bevorderen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 7. Hardheidsclausule

Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012”.

Artikel 9. Inwerkintredeing

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering va 30 januari 2012.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,
A.Meijerman, R. Brekveld