Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de rekenkamerfunctie Veere

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de rekenkamerfunctie Veere

De raad van de gemeente Veere;

gelezen het voorstel van het presidium van 30 november 2020;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit :

in te trekken de Verordening rekenkamerfunctie Veere 2005, en

vast te stellen de Verordening rekenkamerfunctie Veere 2021;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamerfunctie;

  • c.

    leden: de door de raad benoemde leden van de rekenkamercommissie;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamerfunctie;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders van Veere;

  • f.

    raad: gemeenteraad van Veere;

  • g.

    griffier: de raadsgriffier van Veere;

  • h.

    secretaris: de griffier van Veere of zijn plaatsvervanger.

Artikel 2 Rekenkamerfunctie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamerfunctie.

  • 2.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 3.

    De commissie voert onderzoek uit naar doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, alsmede van gesubsidieerde instellingen.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt, op voordracht van het presidium, de voorzitter en de leden, die geen deel uitmaakt van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De leden kunnen door de raad één keer worden herbenoemd.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de secretaris. De voorzitter overlegt aan de raad jaarlijks voor 1 april het verslag van de werkzaamheden van de commissie.

  • 4.

    De leden zoals bedoeld in dit artikel leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter de eed (verklaring en belofte) af als bedoeld in artikel 81g van de wet.

  • 5.

    De leden maken na de benoeming openbaar welke andere openbare betrekkingen zij bekleden. Dit wordt gepubliceerd op de website van de gemeente.

Artikel 4 Ontslag en non-activiteit

De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit, waarbij artikel 81c, zesde en zevende lid, en artikel 81d van de wet van overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden

  • 1.

    De voorzitter ontvangt een maandelijkse vergoeding van €350,- per maand en de leden ontvangen een maandelijkse vergoeding van €250,- per maand voor hun werkzaamheden. Deze vergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd met het door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de jaarlijkse circulaire betreffende vergoedingen raads- en commissieleden genoemde percentage.

  • 2.

    De werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid hebben betrekking op het bijwonen van vergaderingen, het aansturen en het begeleiden van het onderzoeksproces en de hiermee verband houdende werkzaamheden, alsmede de werkzaamheden die verband houden met onderzoeken die de commissie in eigen beheer uitvoert.

  • 3.

    Voor reis- en verblijfskosten is het artikel 3.1.7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers van toepassing.

  • 4.

    De vergoedingen als bedoeld in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie

Artikel 6 Secretariaat en ambtelijke ondersteuning.

  • 1.

    De secretaris staat de commissie terzijde bij de uitvoering van haar taken, draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 2.

    De rekenkamer kan de griffier en het college verzoeken ambtelijke ondersteuning te leveren ten behoeve van onderzoek. De ambtenaren kennen geen betrokkenheid met het dossier dat onderwerp van onderzoek door de rekenkamer is.

  • 3.

    Voor de commissie werkzame ambtenaren zijn geheimhouding verplicht en leggen rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De voor ambtelijke ondersteuning toe te rekenen kosten komen niet ten laste van het door de rekenkamer besteedbare budget.

Artikel 7 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gezonden.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen moeten aanvoeren.

  • 4.

    De commissie inventariseert jaarlijks tijdens het overleg met het presidium de onderwerpen die voor onderzoek in aanmerking zouden kunnen komen.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken. De termijn is afgestemd op de inspanning voor het leveren van de inlichtingen.

  • 4.

    De rekenkamercommissie is bij gemeenschappelijke regelingen bevoegd alle leden van het bestuur en bij alle ambtenaren mondeling en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken, voor zover vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling.

  • 5.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedu¬rele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, ook externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd om binnen het budget volgens de gemeentebegroting uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a. De vergoedingen van de leden;

    b. Externe deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    c. De vergoedingen als bedoeld in artikel 5, lid 3;

    d. Eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie doet jaarlijks voor 1 april van het voorafgaande jaar een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor goede uitoefening van haar taken. De commissie kan de raad daarnaast incidenteel verzoeken om additionele middelen beschikbaar te stellen.

  • 4.

    De commissie verantwoordt de baten en lasten in het jaarverslag als bedoeld in artikel 185, derde lid, van de wet.

  • 5.

    De griffier of secretaris treedt op als budgethouder.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamerfunctie Veere 2021.

Domburg, 10 december 2020.

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,

Ondertekening

Bijlage Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De gemeentelijke rekenkamer Veere is geen formele rekenkamer, maar betreft de uitoefening van een rekenkamerfunctie ingesteld bij verordening. Deze variant wordt daarom aangeduid als rekenkamercommissie.

De reden is dat op enkele punten wordt afgeweken van de eisen die de Gemeentewet aan een rekenkamer stelt. Raadsleden kunnen lid zijn, onderzoek kan worden verricht door ambtenaren in dienst van de raad of het college en de zittingsduur kan anders zijn dan de bij de Gemeentewet gestelde 6 jaar.

De bevoegdheden in de artikelen 182, 184, 184a en 185 van de Gemeentewet gelden zowel voor een rekenkamer als voor een rekenkamerfunctie. Dit geldt ook voor onverenigbare betrekkingen als bedoeld in artikel 81f, behoudens het eerste lid onder k en o (onder meer lid van de raad).

Tenzij anders bepaald, wordt in deze verordening tot de leden van de commissie ook de voorzitter gerekend, zoals in artikel 4.

Artikel 3

De leden maken na benoeming openbaar welke andere openbare betrekkingen zij bekleden. Dit maken zij bekend op de website van de gemeente. Dit onderdeel is toegevoegd in het kader van transparantie en integriteit en het voorkomen van belangenverstrengeling.

Artikel 4

Om zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de regels voor een formele rekenkamer zijn de bepalingen ten aanzien van ontslag en non-activiteit van toepassing verklaard. Dit heeft tot gevolgd dat via de verwijzing artikel 81c, zevende lid ook artikel 15 van de Gemeentewet inzake onverenigbare betrekkingen/verboden handelingen voor raadsleden van toepassing is. Daarmee is de onafhankelijkheid van de leden van de commissie optimaal gewaarborgd.

Artikel 5

Met inwerkingtreden van deze verordening wordt overgegaan op een vaste vergoeding per maand voor de rekenkamerleden. Hiervoor initiëren zij minimaal twee onderzoeken per jaar. Gebruikelijk is dat één onderzoek met behulp van een extern bureau plaatsvindt en het andere onderzoek/quickscan in eigen beheer plaatsvindt. Het bedrag van de vergoeding bevat de kosten van de leden voor het begeleiden van de externe onderzoeken en het uitvoeren van de onderzoeken in eigen beheer.

Artikel 6

De secretaris ondersteunt de rekenkamercommissie. Aanvullende capaciteit (ambtelijke ondersteuning) kan eventueel beschikbaar worden gesteld door de griffier en/of het college. Artikel 9, achtste lid, voorziet voorts in de mogelijkheid tot uitbesteding van onderzoek.

Artikel 8

De onafhankelijkheid van de rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken zullen worden ingesteld. De rekenkamer kan ook op verzoek van de raad een onderzoek instellen. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd en kent hieraan dus gewicht toe. Indien de rekenkamer niet voldoet aan een gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren. Naar aanleiding van de informatiebijeenkomst van de raad is aan de modelbepaling toegevoegd, dat de raad uiteindelijk een bepaald onderzoek aan de commissie kan opdragen.

Artikel 9

De zorgvuldigheid en met name ook het belang van betrokkenen vergt dat de commissie voor het verstrekken van inlichtingen redelijke termijnen stelt. Het moet wel de commissie zijn die regie voert over de voortgang van het onderzoek.

Het kan belanghebbenden en de commissie schaden wanneer in het openbaar (nog) niet bewezen feiten aan de orde worden gesteld. De transparantie van het openbaar bestuur vergt echter dat zoveel mogelijk opening van zaken wordt gegeven. Van de commissie mag daarom worden verwacht dat zij, waar dat geen schade toebrengt, transparantie nastreeft. De modelbepaling voorziet naast “werkvergaderingen” in openbare informatieve vergaderingen. In het reglement als bedoeld in artikel 7 kan een en ander nader worden uitgewerkt.

Artikel 10

De zelfstandigheid van de commissie wordt gewaarborgd door een eigen budget.