Ambtseed of belofte

Regeling ambtseed of belofte

• Artikel 1 Definities

• Artikel 2 De verplichting tot het afleggen van de ambtseed of belofte

• Artikel 3 Wijze van afleggen van de ambtseed of belofte

• Artikel 4 Onvoorziene gevallen

• Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• a

  werkgever: Dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Groningen.

• b

  medewerker: De werknemer zoals bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen.

• c

  vrijwilliger: De vrijwilliger zoals bedoeld in artikel 19:1 Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen.

• d

  ambtseed of belofte: Een plechtige verklaring dat men de waarheid spreekt of zal spreken of iets belooft te doen.

Het mondeling afleggen van de ambtseed of belofte is op grond van artikel 15:1a en 19:32 van de arbeidsvoorwaardenregeling verplicht voor alle medewerkers en vrijwilligers. Hiervan worden uitgezonderd de functionarissen, voor wie de beëdiging elders is geregeld.

De ambtseed of belofte wordt zo spoedig mogelijk na indiensttreding afgelegd. Hiertoe zal voor de nieuw in dienst getreden medewerkers en nieuw aangestelde vrijwilligers tenminste eenmaal per jaar een bijeenkomst door de werkgever worden georganiseerd.

Het afleggen van de ambtseed of belofte gebeurt als volgt:

• -

  de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Groningen dan wel de directeur van de Veiligheidsregio dan wel de plaatsvervangend directeur leest de tekst van de ambtseed of belofte duidelijk voor;

• -

  de ambtseed of belofte wordt door de directeur Veiligheidsregio en de plaatsvervangend directeur Veiligheidsregio afgelegd ten overstaan van de voorzitter van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Groningen;

• -

  de ambtseed of belofte wordt door de overige medewerkers en vrijwilligers afgelegd ten overstaan van de directeur Veiligheidsregio of de plaatsvervangend directeur Veiligheidsregio; de medewerker of vrijwilliger die de ambtseed aflegt spreekt, onder het opsteken van de twee voorste vingers van zijn rechterhand, de woorden uit: "Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig”, de medewerker die de belofte aflegt spreekt de woorden uit: “Dat beloof ik” of indien hij een bevestiging aflegt, “Dat verklaar ik”, tenzij hij aan zijn godsdienstige gezindheid de plicht ontleent de ambtseed, de belofte of de bevestiging op andere wijze te doen.

Het afleggen en afnemen van de ambtseed of belofte vindt staande plaats. Indien de medewerker of vrijwilliger als gevolg van lichaams- of spraakgebrek de ambtseed of de belofte niet kan afleggen op voornoemde wijze, zal het afleggen van de ambtseed of de belofte op een andere wijze geschieden, zoveel mogelijk overeenkomende met de eerder genoemde wijze.

De medewerker of vrijwilliger is vrij in zijn keuze om de ambtseed of belofte af te leggen. Vooraf wordt de medewerker of vrijwilliger naar zijn keuze gevraagd.

Aan het afleggen van de ambtseed of de belofte, die plaatsvindt in een speciaal daarvoor georganiseerde bijeenkomst gaat een korte toespraak vooraf. Hierin wordt gewezen op de bijzondere verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio Groningen en de bijzondere positie van de medewerkers en vrijwilligers. Bovendien wordt de waarde en inhoud van de ambtseed of de belofte nader toegelicht.

Naast de mondelinge aflegging van de ambtseed of de belofte, wordt in tweevoud een daartoe bestemd formulier ondertekend. Eén exemplaar wordt toegevoegd aan het persoonsdossier. Het andere wordt uitgereikt aan degene die de ambtseed of belofte heeft afgelegd.

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling ambtseed of belofte Veiligheidsregio Groningen”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.