Regeling mandaat, volmacht en machtiging t.b.v. de aanbesteding inzake het plaatsen en exploiteren van publieke infrastructuur in de openbare ruimte

Geldend van 10-12-2019 t/m heden

Intitulé

Regeling mandaat, volmacht en machtiging t.b.v. de aanbesteding inzake het plaatsen en exploiteren van publieke infrastructuur in de openbare ruimte

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven,

en de

Burgemeester van Veldhoven,

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 160, eerste lid onder e en 171 Gemeentewet;

overwegende dat een aantal gemeenten een gezamenlijke aanbesteding voor het plaatsen en exploiteren van publieke laadpalen in de openbare ruimte wensen te organiseren;

overwegende dat de provincie Noord-Brabant voornoemde aanbesteding ten behoeve van de deelnemende gemeenten in het kader van ontzorging organiseert;

overwegende dat in dit verband het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester mandaat en volmacht dienen te verlenen aan de algemeen directeur van de provincie Noord-Brabant voor het nemen van de benodigde besluiten in het kader van en de gemeente te vertegenwoordigen bij voornoemde aanbesteding;

Besluiten:

Vast te stellen de Regeling mandaat, volmacht en machtiging t.b.v. de aanbesteding inzake het plaatsen en exploiteren van publieke infrastructuur in de openbare ruimte

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven;

  • b.

    Burgemeester: de burgemeester van Veldhoven;

  • c.

    Aanbesteding: de gezamenlijke aanbesteding inzake het plaatsen en exploiteren van publieke laadinfrastructuur in de openbare ruimte.

  • d.

    Gemeente: de gemeente Veldhoven.

  • e.

    Provincie: Provincie Noord-Brabant.

  • f.

    Algemeen directeur: algemeen directeur van de provincie

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    Het college verleent mandaat aan de algemeen directeur voor het nemen van besluiten die verband houden en nodig zijn in het kader van de aanbesteding.

  • 2.

    De algemeen directeur kan ter uitoefening van een krachtens het eerste lid aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen dan wel projectleiders.

Artikel 3 Volmacht en machtiging

  • 1.

    De burgemeester verleent volmacht aan de algemeen directeur tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten behoeve van vervulling van het in artikel 2, eerste lid, verleende mandaat.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde volmacht omvat in het bijzonder het namens de gemeente sluiten, ondertekenen en beheren van contracten die rechtsreeks verband houden met de aanbesteding.

  • 3.

    De algemeen directeur kan ter uitoefening van een krachtens artikel 3, eerste lid, aan hem gemandateerde bevoegdheid (schriftelijk) ondervolmacht verlenen aan onder hem ressorterende (leidinggevende) functionarissen.

Artikel 4 Procesvertegenwoordiging

  • 1.

    De algemeen directeur is gemachtigd tot het vertegenwoordigen van de gemeente in rechte, voor zover deze rechtstreeks verband houdt met de aanbesteding en/of het contractbeheer als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 2.

    De algemeen directeur kan, krachtens deze machtiging, door hem aangewezen personen machtigen tot het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente, als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 5 Instructies

De mandataris/gevolmachtigde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval, zoals bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

Artikel 6 Informatieplicht

  • 1.

    De algemeen directeur stelt het college, respectievelijk de burgemeester tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door het college of de burgemeester gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat gemeente aansprakelijk wordt gesteld.

  • 3.

    Het college, respectievelijk de burgemeester, kan op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende mandaat of de machtiging geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Het college voorziet de algemeen directeur tijdig van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.

Artikel 7 Toepasselijke wet- en regelgeving

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde en/of de gevolmachtigde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Verantwoording

Onverminderd het bepaalde in de overeenkomst verschaft de algemeen directeur op verzoek alle informatie aan het college of de burgemeester ter zake van de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Veldhoven, 3 december 2019

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

H.J. de Ruiter M.J.A. Delhez