Regeling vervallen per 01-01-2019

Subsidieverordening Volkshuisvestingsfonds Veldhoven

Geldend van 31-01-2013 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Subsidieverordening Volkshuisvestingsfonds Veldhoven

Artikel 1 - Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    subsidie: financiële middelen door de gemeente aan een toegelaten instelling, c.q. een samenwerkingsverband van een toegelaten instelling en een projectontwikkelaar/bouwer, verstrekt als bijdrage in het exploitatietekort van nieuw te bouwen goedkope sociale huurwoningen;

  • c.

    subsidieverlening: het toekennen van subsidie voor een bepaalde activiteit (in gevolge afdeling 4.2.3 Awb), waardoor de aanvrager een aanspraak krijgt op financiële middelen, mits hij daadwerkelijk de investering verricht, en zich aan de eventueel aan hem opgelegde verplichtingen houdt;

  • d.

    subsidievaststelling: het definitief beslissen dat de aanvrager subsidie ontvangt (in gevolge afdeling 4.2.5 Awb) ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen het bestuursorgaan tot uitbetaling verplicht;

  • e.

    wettelijke rente (voor niet-handelstransacties): de rente die een schuldeiser krachtens de wet kan vorderen van een schuldenaar die nalatig is in het voldoen van een geldsom. De hoogte van de wettelijke rente wordt aan de hand van de volgende formule vastgesteld: de herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank verhoogd met 2.25%, met een afronding naar boven of beneden. Als peildata voor eventuele wijzigingen van de wettelijke rente gelden ultimo april en ultimo oktober;

  • f.

    toegelaten instelling: niet winstbeogende instelling met als voornaamste doel het huisvesten van de doelgroep van beleid zoals vastgelegd in het Besluit Beheer Sociale Huursector;

  • g.

    sociale huurwoning: woning met een subsidiabele huurprijs van maximaal Eur. 664,66 per maand (prijspeil 1 januari 2012) zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 onder a van de Wet op de huurtoeslag. . Deze grens wordt jaarlijks per 1 januari door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld. Indien op enig moment het ministerie stopt met de indexering van genoemde grens c.q. van een vergelijkbare grens, dan wordt de huurprijs per 1 januari van enig jaar geïndexeerd met de gemiddelde landelijke huurstijging over het volledige kalenderjaar voorafgaande aan de genoemde datum;

  • h.

    Awb: Algemene Wet Bestuursrecht, in het bijzonder titel 4.2 Subsidies.

Artikel 2 - Rechtspersoonlijkheid

  • 1.

    Subsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, subsidie verlenen aan instellingen zonder volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 3 - Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op door de gemeente toe te kennen subsidies op basis van de doelstelling van het gemeentelijk Volkshuisvestingsfonds.

Artikel 4 - Uitvoering

  • 1.

    Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. Uitvoering houdt mede in, het nemen van besluiten op aanvragen, en het intrekken en/of wijzigen van subsidieverlenings- en/of vaststellingsbesluiten.

  • 2.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften en regels stellen.

Artikel 5 – Subsidiecriteria

  • 1.

    Alleen exploitatietekorten die naar de mening van het college niet zonder subsidie gerealiseerd kunnen worden komen voor subsidie in aanmerking;

  • 2.

    Investeringen die worden gedaan binnen de grenzen van het Bestemmingsplan Meerhoven 1995 c.q. binnen het gebied Veldhoven-West conform de begrenzingen zoals bepaald in het kader van de vestiging van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten aldaar op 7 december 2004 komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Alleen exploitatietekorten bij de nieuwbouw van sociale huurwoningen die aantoonbaar binnen maximaal 1 jaar na oplevering in eigendom en beheer zijn van een toegelaten instelling komen voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Per sociale huurwoning kan tussen Eur. 7.000,- en Eur. 15.000,- worden gesubsidieerd, dit ter beoordeling aan het college op basis van de grootte van het exploitatietekort en het maatschappelijk belang van het betreffende woningbouwproject.

  • 5.

    De subsidie dient op het moment dat de sociale huurwoning niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd aan de gemeente te worden terugbetaald. Over de subsidie wordt bij eventuele terugbetaling een rentepercentage betaald dat 1,5% onder de wettelijke rente ligt. Hierbij wordt uitgegaan van een berekening met rente op rente.

  • 6.

    Het college kan de in lid 4 genoemde bedragen wijzigen, indien daar naar oordeel van het college aanleiding toe bestaat.

  • 7.

    Het college kan het in lid 5 genoemde percentage wijzigen in een kortingspercentage van minimaal 0,5% en maximaal 3,5%, indien daar naar oordeel van het college aanleiding toe bestaat.

Artikel 6 - Gronden om subsidie te weigeren

De subsidieverstrekking kan naast de in art 4.25 en art 4.35 Awb genoemde gevallen geweigerd worden indien:

  • 1.

    de door de gemeente te subsidiëren investeringen van de aanvrager niet worden gedaan op het grondgebied van de gemeente Veldhoven;

  • 2.

    de gelden niet of onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 3.

    de aanvrager investeringen pleegt die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • 4.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente c.q. binnen afgesloten project- dan wel grondverkoopovereenkomsten;

  • 5.

    er zich in het volkshuisvestingsfonds niet voldoende financiële middelen bevinden om de subsidie te kunnen verstrekken.

Artikel 7 - Subsidie budget en plafond

  • 1.

    Het totale bedrag aan uit te keren subsidiemiddelen dient nooit meer te zijn dan de in het Volkshuisvestingsfonds totaal aanwezige middelen

  • 2.

    Het jaarlijks maximaal uit te keren bedrag aan exploitatiesubsidies is opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening. Indien er in enig jaar niet het maximaal bedrag aan subsidies is uitgekeerd dient het restbedrag aan het maximaal uit te keren bedrag van het daarop volgende jaar te worden toegevoegd.

  • 3.

    Het college kan besluiten de in bijlage 1 genoemde bedragen te wijzigen indien daar naar het oordeel van het college aanleiding toe bestaat binnen het in lid 1 en 2 bepaalde.

  • 4.

    De verdeling van de subsidies binnen een gegeven jaar vindt plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen in de tijd.

Artikel 8 - Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie dient minimaal 10 weken voorafgaande aan de start van de bouw van de te subsidiëren woningen schriftelijk bij het college ingediend te worden.

  • 2.

    Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dient in ieder geval overlegd te worden:

    • a.

      een exploitatieopzet van het woningbouwproject waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met daarin onder andere duidelijk aangegeven: een gedetailleerd woningprogramma, de hoogte van de investering en de te verwachten opbrengsten met daarbij een duidelijk boekhoudkundig onderscheid tussen de sociale- en de marktconcurrerende activiteiten;

    • b.

      een beschrijving hoe de investering past binnen het beleid van de gemeente.

  • 3.

    In een (deel)verordening of een beleidsregel kan van het bepaalde in lid 1 en 2 worden afgeweken.

  • 4.

    Het college kan het overleggen van aanvullende gegevens eisen.

Artikel 9 - Besluit tot subsidieverlening

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een investeringssubsidie binnen tien weken nadat de aanvraag is ingediend. Het college kan beargumenteerd van de genoemde termijn afwijken.

  • 2.

    De beschikking tot subsidieverlening houdt een omschrijving in van de investering waarvoor subsidie verleend wordt en het bedrag van de subsidie.

Artikel 10 - Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvrager dient uiterlijk tien weken na oplevering van de woningen waarvoor een gemeentelijke subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van: een overzicht van de daadwerkelijk gedane investeringen en gerealiseerde opbrengsten ten behoeve van de realisatie van de in lid 1 genoemde woningen met daarbij een duidelijk boekhoudkundig onderscheid tussen de sociale- en de marktconcurrerende activiteiten

  • 3.

    Het college kan het overleggen van andere dan de in lid 2 genoemde stukken eisen.

Artikel 11 - Intrekking, wijziging en vaststelling subsidieverlening

  • 1.

    Het college stelt de subsidie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening vast.

  • 2.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:

    • a.

      de woningen waarvoor een gemeentelijke subsidie is verleend niet zijn gerealiseerd of zullen worden gerealiseerd;

    • b.

      de subsidieontvanger niet voldoet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 3.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstrip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 12 - Intrekking of wijziging subsidievaststelling

  • 1.

    Het college kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:

    • a.

      op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager zou zijn vastgesteld;

    • b.

      de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3.

    De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de instelling worden gewijzigd indien sedert de dag waarop zij aan de instelling is bekend gemaakt vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 13 - Betaling

Het subsidiebedrag wordt binnen tien weken betaald na de bekendmaking van het besluit tot subsidievaststelling, tenzij het college in het besluit een andere termijn heeft aangegeven.

Artikel 14 - Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepaling(en) te dienen doelen, dan wel leiden tot onbillijkheden van zwaarwegende aard.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als “Subsidieverordening Volkshuisvestingsfonds Veldhoven".