Regeling vervallen per 06-11-2020

Raadsbesluit Parkeerverordening 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 05-11-2020

Intitulé

Raadsbesluit Parkeerverordening 2018

volgnummer : 17.139

datum raad : 19 december 2017

agendapunt :

onderwerp : vaststellen Parkeerverordening 2018

De raad van de gemeente Veldhoven;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 17.138;

overwegende dat de Parkeerverordening 2018 beter aansluit op de huidige technieken en wet- en regelgeving;

gelet op het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) 1990 en de

Wegenverkeerswet 1994;

b e s l u i t :

vast te stellen de “Parkeerverordening 2018”.

Afdeling I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het kentekenregister als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • g.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 (parkeren voor vergunninghouders) uit bijlage I van het RVV 1990; of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • h.

    parkeervergunning: een vergunning, op grond waarvan het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;

  • i.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend. 

Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders en parkeervergunningen

Artikel 2

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen waar parkeren voor vergunninghouders kan worden ingevoerd.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde weggdeelten zijn aangegven op overzichtstekening nr. 2017-160 en gespecificeerd in een straatnamenlijst, beiden behorende bij deze Parkeerverordening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij openbaar te maken besluit, tijdstippen vaststellen waarop het parkeren door vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een parkeervergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Een bewonersparkeervergunning (I en II) kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze volgens de Basisregistratie Personen als ingezetene staat ingeschreven op een adres waar belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen in de directe nabijheid aanwezig zijn.

  • 3.

    Een bewonersparkeervergunning I wordt als bewonersparkeervergunning II aangemerkt als de eigenaar of houder van een motorvoertuig beschikt over een eigen adequate parkeervoorziening in de directe nabijheid van de woning.

  • 4.

    Om als adequate parkeervoorziening te worden aangemerkt gelden minimale afmetingen van 2.60 x 4.60 m.

  • 5.

    Per adres geldt een maximum van twee bewonersvergunningen.

  • 6.

    Personen die volgens de Basisregistratie Personen als ingezetene staan ingeschreven op een adres waar belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen in de directe nabijheid aanwezig zijn, kunnen voor hun bezoek dagvergunningen (bezoekerskaarten) aanschaffen.

  • 7.

    Burgemeester en wethouder kunnen op aanvraag aan iedere eigenaar of houder van een motorvoertuig een algemene parkeervergunning verlenen voor de gebieden I en II.

  • 8.

    Een ondernemersparkeervergunning voor de gebieden I en II wordt alleen verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, wanneer deze volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel een onderneming heeft in gebied I. Per inschrijving bij de Kamer van Koophandel wordt maximaal één ondernemersparkeervergunning verleend.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een parkeervergunning beperkingen verbinden die betrekking hebben zowel de te gebruiken parkeerplaatsen als op de tijdstippen waarop de parkeervergunning van kracht is.

  • 10.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een parkeervergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 11.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van alle in dit artikel bedoelde voorschriften, wanneer dit niet strijdig is met het beschermen van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een parkeerverguning binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging wordt de aanvrager, voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn, schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5

  • 1. Een bewonersparkeervergunning wordt voor een kalenderjaar verleend.

  • 2. Een bewonersparkeervergunning bevat ten minste informatie over het gebied, de periode en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning geldt.

  • 3. Een algemene- of ondernemersparkeervergunning wordt voor een kalenderjaar of een twaalfde deel daarvan verleend.

  • 4. Een algemene- of ondernemersparkeervergunning bevat ten minste informatie over het gebied, de dagen, de periode en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning geldt.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kunnen een parkeervergunning intrekken of wijzigen:

  • 1.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • 2.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is op het adres of geen onderneming meer heeft in het gebied, waarvoor de parkeervergunning is verleend;

  • 3.

    wanneer zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de parkeervergunning;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van parkeervergunningen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de vergunninghouder in strijd handelt met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de parkeervergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III. Verbodsbepalingen

Artikel 7

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een belanghebbendenplaats;

  • 2.

    Het is verboden een fiets, bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8

  • 1.

    Het is verboden op een parkeerapparatuurplaats gedurende de tijden waarop het parkeren daar slechts tegen betaling is toegestaan:

    • a.

      een motorvoertuig te parkeren indien de parkeerapparatuur niet in werking is gesteld of niet onmiddellijk na aanvang van het parkeren in werking wordt gesteld;

    • b.

      een motorvoertuig geparkeerd te houden indien de parkeerapparatuur aangeeft dat de parkeertermijn is verstreken.

  • 2.

    Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende parkeerapparatuurplaatsen en niet gehandeld wordt in strijd met de aan die vergunning verbonden voorwaarden.

  • 3.

    Het in het eerste lid vervatte verbod is niet van toepassing op motorvoertuigen die geparkeerd staan op parkeerapparatuurplaatsen terwijl op grond van de Parkeerbelastingverordening 2018 naheffingsaanslagen zijn opgelegd wegens het niet betalen van het verschuldigde parkeergeld.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV. Strafbepaling

Artikel 9

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 11

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2. De “Parkeerverordening Veldhoven 2004”, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3. Vergunningen die zijn verleend krachtens de “Parkeerverordening Veldhoven 2004” worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Parkeerverordening 2018”.

gebied III straatnaam

huisnummers*

Armehoefstraat

 

Begijnstraat

 

Bossebaan

17 t/m 61

Burg. van Hoofflaan

100 t/m 130 en 155 t/m 177

Ceciliastraat

53 t/m 69 en 114 t/m 120

De Bussels

 

De Heufkens

 

De Koolhof

 

De Ligt

 

De Mortelhof

 

De Reijenburg

1 t/m 8

De Uilenburg

2 t/m 94

Dennebeek

 

Eikebeek

 

Geer

20 t/m 26

Goudenakkerstraat

 

Hagendorenseweg

2 en 4

Heemweg

 

Herikbeek

 

Het Lover

 

Heuvelstraat

9 t/m 59 en 12 t/m 68

Hoenderakkerstraat

 

Hoogepat

1 t/m 37 en 2 t/m 26

Iepebeek

 

Kapelstraat-Zuid

37 t/m 61 en 38 t/m 68

Kerktorenstraat

1 t/m 39 en 2 t/m 52

Klaverpad

 

Klaverplein

 

Koraal

 

Lange Mees

 

Lariksbeek

 

Lijsterbesbeek

 

Mastebeek

 

Meidoornbeek

 

Merefeltstraat

54 t/m 116 en 63 t/m 81

Olmebeek

9 t/m 45 en 18 t/m 58

Papenvoort

 

Pietershoek

 

Plataanbeek

 

Potakkerstraat

 

Ringoven

 

Schimmerik

 

Sledsenpad

 

Sparrebeek

 

Tasveld

 

Valgaten

 

Van Aelstlaan

1 t/m 21

Van Vroonhovenlaan

59

Veken

 

Wal

56 t/m 144 en 173 t/m 299

Wikkebeek

 

Wilgenakkerstraat

 

Wolfakkerstraat

 

* waar geen huisnummers vermeld worden, gelden alle huisnummers in de genoemde straat

Gebied III wordt begrensd door

Lange Kruisweg

Hermannistraat

Aerdmennekesbaan

Adriaansdreef

Hagendorenseweg

Kapelstraat-noord

Korteweg

Hoogepat

Djept-zuid

Heerbaan

Het Groen

voetpad van Lover naar Wal westzijde school

Olmebeek

De Loop

Putter

Blauwe zones binnen gebied III

Bossebaan

parkeerterrein muziekschool

Schimmerik

tegenover nrs 12 t/m 24

Polkestraat

 

Kapelstraat-Zuid

62 t/m 68

Hagendorenseweg

35

Heuvelstraat

59 t/m 67

De Reijenburg

9 t/m 197