Regeling vervallen per 01-01-2017

Subsidieverordening BLS-Stadsregio Amsterdam

Geldend van 30-06-2010 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

De regioraad van de Stadsregio Amsterdam:

Gelezen het voorstel nummer 2010/10 van het dagelijks bestuur;

Gelet op het advies van de commissie Algemene Zaken/Werkwijze van 1 juni 2010;

Gelet op hoofdstuk XI van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de

Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam;

besluit:

Tot vaststelling van de gewijzigde Subsidieverordening BLS-subsidie Stadsregio Amsterdam

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht

  • b.

    BLS: Besluit locatiegebonden subsidies 2005

  • c.

    BLS-bijdrage: de rijksbijdrage alsmede de eventuele rentevergoedingen opgebouwd vanaf 2005 tot 2010 over die bijdrage

  • d.

    bouwgemeenten: de gemeente Amsterdam, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad die op grond van de VINEX/VINAC en door medeondertekening van het Convenant medeverantwoordelijkheid op zich hebben genomen en andere daartoe specifiek door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gemeenten

  • e.

    Convenant: Convenant Woningbouwafspraken 2005 tot 2010 Regionaal Orgaan Amsterdam

  • f.

    het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio

  • g.

    eigenbouw: hetgeen het Centraal bureau voor de statistiek in de door dat bureau opgestelde woningstatistieken verstaat onder: andere particuliere opdrachtgevers die (laten) bouwen voor eigen gebruik zoals: particuliere personen, bedrijven en stichtingen (met uitzondering van toegelaten instellingen voor de sociale woningbouw')

  • h.

    gemeenten: bouwgemeenten en niet-bouwgemeenten gelegen binnen het Stadsregio-gebied

  • i.

    de Minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

  • j.

    niet-bouwgemeenten: de gemeente Aalsmeer, Amstelveen, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zeevang die geen expliciete verantwoordelijkheid hebben genomen bij medeondertekening van het Convenant en andere daartoe specifiek door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen gemeenten

  • k.

    de Regioraad: het algemeen bestuur van de Stadsregio

  • l.

    rijksbijdrage: de definitieve bijdrage die de Minister door middel van voorschotten aan de Stadsregio verstrekt ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad en de realisatie van eigenbouw

  • m.

    de Stadsregio: de Stadsregio Amsterdam

  • n.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaalde periode ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze Verordening

  • o.

    toevoeging aan de woningvoorraad: elke door nieuwbouw en door toevoeging anderszins gerealiseerde en gereedgemelde woning

  • p.

    verdeelmethodiek: de wijze waarop de BLS-bijdrage over de gemeenten worden verdeeld

  • q.

    woning: een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, geschikt en blijvend is bestemd voor permanente bewoning door een particulier huishouden

artikel 2 Bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het verstrekken van subsidies op grond van deze Verordening.

  • 2. Titel 4.2 Awb is van toepassing op de subsidies, die worden verstrekt op grond van deze Verordening.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur verstrekt subsidies overeenkomstig deze Verordening.

artikel 3 Nadere voorschriften

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd omtrent de subsidieverstrekking op grond van deze Verordening nadere voorschriften en regelingen te stellen.

ARTIKEL 4 Subsidieplafond

Het Dagelijks Bestuur stelt een subsidieplafond vast voor het totale bedrag dat beschikbaar is voor de subsidies voor de gemeenten. Dit subsidieplafond is ten hoogste gelijk aan de rijksbijdrage.

ARTIKEL 5 Verdelen van de subsidie

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan de subsidie uitsluitend verdelen over de gemeenten.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur verdeelt de BLS-bijdrage ten behoeve van toevoegingen aan de woningvoorraad alsmede de realisatie van eigenbouw over de gemeenten overeenkomstig een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen regeling waarin de verdeelsystematiek wordt bepaald.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

artikel 6 verlenen van subsidie

Voorafgaande aan het vaststellen van de subsidie wordt een beschikking tot het verlenen van subsidie gegeven.

artikel 7 aanvraag voor een subsidieverlening

  • 1. De aanvraag voor een subsidieverleningbeschikking wordt door middel van een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen formulier ingediend.

  • 2. Het aanvraagformulier wordt volledig ingevuld en jaarlijks uiterlijk op 1 juni ingediend bij het Dagelijks Bestuur. De aanvraag over het jaar 2009 dient uiterlijk op 1 mei 2010 te worden ingediend.

  • 3. Bij de aanvraag dient in ieder geval een accountantsverklaring te worden overgelegd, die de in het aanvraagformulier opgemelde toevoegingen van sociale woningen aan de woningvoorraad accordeert.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur is te allen tijde bevoegd nadere gegevens te verlangen.

  • 5. Indien de aanvraag (het aanvraagformulier en de accountantsverklaring) niet volledig of niet tijdig is ingediend, kan het Dagelijks Bestuur besluiten de aanvraag niet te behandelen.

artikel 8 beslistermijn

  • 1. Het Dagelijks Bestuur beslist op een aanvraag tot verlening van subsidie binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag definitief en compleet is ontvangen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. De artikelen 4:5 en 4:15 Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

artikel 9 weigering van de subsidie

De aanvraag voor een subsidieverleningbeschikking kan, naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gronden, worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager al uit andere hoofde een bijdrage heeft ontvangen voor dezelfde activiteiten, als waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • b.

    het BLS zich daartegen verzet;

  • c.

    de regeling op grond van artikel 5, lid 2 van deze Verordening zich naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur daartegen verzet.

artikel 10 omschrijving gesubsidieerde activiteiten

  • 1. De subsidie wordt uitsluitend verleend voor:

    • a.

      de toevoegingen aan de woningvoorraad

    • b.

      het realiseren van eigenbouw

  • 2. De in het eerste lid, sub a en b, genoemde omschrijving kan door het Dagelijks Bestuur bij de subsidieverleningbeschikking worden uitgewerkt.

    • artikel 11 Subsidievoorwaarden

  • 1. De subsidie kan onder voorwaarden worden verstrekt.

  • 2. De subsidie wordt in ieder geval verleend onder dezelfde voorwaarden als waaronder aan de Stadsregio de rijksbijdrage wordt verleend.

  • 3. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de Stadsregio een rijksbijdrage ontvangt om daaruit aan de gemeenten subsidie te verstrekken.

    • b.

      alle subsidieontvangers gezamenlijk niet meer subsidie ontvangen dan dat de Stadsregio als rijksbijdrage ontvangt.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIEVASTSTELLING

artikel 12 verstrekken gegevens subsidievaststelling

1.Bij de aanvraag tot subsidievaststelling worden in ieder geval de gegevens verstrekt die nodig zijn om te voldoen aan de voorwaarden waaronder de rijksbijdrage is verleend.

2.Het Dagelijks Bestuur is bevoegd in de subsidieverleningbeschikking nadere gegevens ten behoeve van de vaststelling van de subsidie te verlangen.

ARTIKEL 13 AANVRAAG VOOR EEN SUBSIDIEVASTSTELLING

  • 1. De gemeente dient uiterlijk op 1 mei 2010 een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling verwijst de gemeente in ieder geval naar de gegevens over de toevoegingen aan de woningvoorraad op haar grondgebied, die zij in de jaren 2005 – 2009 in het kader van de aanvraag tot subsidieverlening aan het Dagelijks Bestuur heeft verstrekt door middel van het in artikel 7 van deze verordening genoemde aanvraagformulier, in combinatie met de accountantsverklaring die de in het aanvraagformulier gemelde toevoegingen aan de woningvoorraad heeft geaccordeerd.

  • 3. Indien de gemeente niet voor de in het eerste lid genoemde datum een aanvraag heeft ingediend, kan het Dagelijks Bestuur de subsidie ambtshalve vaststellen.

ARTIKEL 14 VASTSTELLING VAN SUBSIDIE

  • 1. De subsidie wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om in de subsidieverleningbeschikking gronden te geven op grond waarvan de subsidie naast de in artikel 4:46 Awb genoemde gronden, lager kan worden vastgesteld.

  • 3. De subsidie kan zonder een daartoe ingediende aanvraag hoger worden vastgesteld, op een wijze vermeld in de door het Dagelijks Bestuur vast te stellen regeling op grond van artikel 5, lid 2 van deze Verordening.

ARTIKEL 15 BESLISTERMIJN SUBSIDIEVASTSTELLING

  • 1. Op de aanvraag tot subsidievaststelling wordt binnen vier weken nadat het Dagelijks Bestuur de definitieve rijksbijdrage heeft ontvangen, beslist.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan de subsidie hoger vaststellen dan in de subsidieverleningbeschikking is bepaald, indien na ontvangst van de definitieve rijksbijdrage zou blijken dat er nog een BLS-bijdrage is overgebleven.

HOOFDSTUK 4 INTREKKING

ARTIKEL 16 INTREKKING VAN DE SUBSIDIE

  • 1. Indien de subsidie nog niet is vastgesteld, kan de subsidieverleningbeschikking worden ingetrokken op de gronden genoemd in artikel 4:48 Awb. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om in de subsidieverleningbeschikking andere gronden te noemen op grond waarvan die beschikking kan worden ingetrokken.

  • 2. Indien de subsidie al is vastgesteld, kan de subsidievaststellingbeschikking worden ingetrokken op de gronden vermeld in artikel 4:49 Awb. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om in de subsidievaststellingbeschikking andere gronden te noemen op grond waarvan deze beschikking kan worden ingetrokken.

hOOFDSTUK 5 bETALING EN TERUGVORDERING

artikel 17 Betaling

  • 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt betaald binnen vier weken na de subsidievaststelling, tenzij bij de subsidiebeschikking anders is bepaald.

artikel 18 bevoorschotting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan de subsidieontvanger (voorafgaand aan de subsidievaststelling) voorschotten verlenen.

  • 2. In de subsidieverleningbeschikking kunnen ten aanzien van de bevoorschotting nadere regels worden gesteld.

artikel 19

terugvordering

  • 1.

    Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd, voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld nog geen vijf jaren zijn verstreken. Bij de terugvordering kan worden bepaald dat over de onverschuldigd betaalde bedragen een rentevergoeding verschuldigd is.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om subsidiebedragen terug te vorderen, indien het totaal aan daadwerkelijk uitbetaalde subsidiebedragen overeenkomt met een hoger bedrag aan geld, dan de daarvoor beschikbaar gestelde rijksbijdrage. Het Dagelijks Bestuur stelt, voordat het tot terugvordering overgaat een maatstaf vast, waarlangs wordt teruggevorderd.

HOOFDSTUK 6 TOEZICHT EN MELDINGSPLICHT

artikel 20 toezicht en informatieplicht

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan personen aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze Verordening of van de verplichtingen van de Awb.

  • 2. De accountantsdienst van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Stadsregio dan wel een door de Stadsregio aan te wijzen accountant, kan te allen tijde inzage vorderen in de gegevens van de subsidieontvanger die ten grondslag liggen aan de beoordeling van de gevoerde administratie over enig jaar.

  • 3. Aan subsidies op grond van deze Verordening is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

artikel 21

Meldingsplicht bij wijziging omstandigheden

De aanvrager respectievelijk de ontvanger van subsidie doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het Dagelijks Bestuur van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.

HOODSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

artikel 22 zaken waarin de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin de Verordening niet voorziet, kan het Dagelijks Bestuur voorzien.

artikel 23 inwerkingtreding

Deze Verordening treedt in werking nadat zij is bekendgemaakt en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

artikel 24 Verhouding Verordening met BLS

Indien deze Verordening in strijd mocht zijn of komen met een bij of krachtens het BLS gegeven regeling of beschikking van de Minister, geldt de Verordening op dat punt niet. In dat geval kan in plaats van de Verordening de regeling of de beschikking van de Minister als onderdeel van deze Verordening gelden en is het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio bevoegd die regeling of beschikking toe te passen als ware deze onderdeel van de Verordening.

artikel 25 citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening BLS-subsidie Stadsregio Amsterdam”.

Aldus gewijzigd vastgesteld in de openbare vergadering van de Regioraad van de Stadsregio Amsterdam op 29 juni 2010.