Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam

Geldend van 29-07-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam;

  • b.

    adviescommissie of commissie (van advies): de commissie samengesteld uit de portefeuillehouders voor openbaar vervoer van de gemeenten in elk concessiegebied die advies geeft aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio terzake van de uitoefening van diens bevoegdheden en taken als concessieverlener, ingesteld op grond van artikel 11, eerste lid van de Kaderwet bestuur in verandering in samenhang met artikel 25, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam;

  • d.

    facilitaire gemeente: de gemeente die met ondersteunende en administratieve werkzaamheden de dagelijkse uitvoering van de taken van de adviescommissie faciliteert (zie art. 11, lid 2);

  • e.

    PvE: programma van Eisen;

  • f.

    PvR: programma van Richtlijnen.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van de adviescommissie

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1. De adviescommissie heeft tot taak om het dagelijks bestuur van de Vervoerregio te adviseren bij de voorbereiding van voornemens of besluiten betreffende het verlenen, wijzigen of intrekken van een concessie of daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften, alsmede betreffende overige zaken die verband houden met voor het beleid relevante aspecten en ontwikkelingen van het openbaar vervoer in de betreffende concessie.

  • 2. De adviescommissie wordt in ieder geval advies gevraagd over voorstellen tot vaststelling, wijziging of intrekking van het programma van eisen in de betreffende concessie, zowel in procedures van openbare als niet-openbare aanbesteding van het in een concessie opgenomen openbaar vervoer.

Artikel 3 De adviesprocedure

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een voorstel voor een programma van eisen of een wijziging daarvan in ontwerp vast en legt dit ontwerp-besluit tenminste 10 weken vóórafgaand aan de vergadering waarop dit voorstel door haar wordt behandeld om advies voor aan de betreffende adviescommissie(s).

  • 2. De commissie toetst en beoordeelt elk voorstel in ieder geval aan het Programma van Richtlijnen. De commissie brengt uiterlijk 6 weken na ontvangst van het adviesverzoek advies uit aan het dagelijks bestuur.

  • 3. Dit geldt niet indien de commissie concludeert dat de voorstellen tot wijziging van het PvE geen enkele strijdigheid bevatten met het Programma van Richtlijnen en ook overigens in overeenstemming is met het algemeen vervoersbeleid van de Vervoerregio. In dat geval brengt zij dit positief advies zo spoedig schriftelijk ter kennis aan het dagelijks bestuur; het dagelijks bestuur stelt binnen 2 weken het voorstel vast en draagt binnen een week na dat besluit zorg voor publicatie.

  • 4. Wanneer het dagelijks bestuur voornemens is het advies van de commissie geheel of gedeeltelijk niet over te nemen, brengt zij zulks met redenen omkleed binnen een termijn van 14 dagen schriftelijk ter kennis van de commissie.

  • 5. Wanneer de advisering een voorstel betreft welke raakt aan een openbaar vervoervoorziening welke deels ook wordt verricht in of van invloed is op het voorzieningenniveau in een van de andere concessies, stelt het dagelijks bestuur de betrokken commissies binnen de onder lid 1 genoemde termijn tijdig in de gelegenheid om onderling overleg c.q. afstemming te hebben of tot een gezamenlijk advies te komen, alvorens te besluiten.

Artikel 4 Overige onderwerpen van advies

De adviescommissie kan gedurende de looptijd van de concessie het dagelijks bestuur van advies dienen inzake het openbaar vervoer behorend tot het gebied van de concessie, over openbaar vervoer dat vanuit andere gebieden in die concessie wordt geëxploiteerd, alsmede over aangelegenheden zoals Vervoerregio-eigen tarieven en kaartsoorten, over de bekostiging, de ontwikkeling van RegioNetlijnen, de wenselijkheid van nieuwe infrastructuur, en voorstellen van de concessiehouder tot wijziging van de dienstregeling.

Artikel 5 Bevoegdheid tot verzamelen van informatie

Een adviescommissie heeft het recht om aan het dagelijks bestuur binnen één week na ontvangst van het adviesverzoek te verzoeken nadere gegevens te leveren welke voor het uitbrengen van het advies kwestie wenselijk of noodzakelijk wordt geacht.

Deze gegevens stelt het dagelijks bestuur beschikbaar op een termijn van maximaal 2 weken na ontvangst van dat verzoek, mits de informatie voor het bestuur in redelijkheid zonder nader onderzoek of kosten kunnen worden verzameld en voorzover deze informatie niet door vertrouwelijkheid of door bescherming van bedrijfsgevoelige gegevens is gekwalificeerd.

Wanneer het verzoek om nadere informatie betrekking heeft op gegevens waar de vervoerder in kwestie op grond van het door de Vervoerregio voorgeschreven informatieprofiel periodiek over rapporteert, draagt het dagelijks bestuur binnen een termijn van 14 dagen zorg voor de aanlevering door de vervoerder, bijzondere omstandigheden daargelaten.

Hoofdstuk 3 Lidmaatschap van de commissies van advies

Artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies

In de adviescommissie Amstelland en Meerlanden hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

In de adviescommissie Waterland hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang.

In de adviescommissie Zaanstreek hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van gemeenten Oostzaan en Zaanstad.

De adviescommissie Amsterdam bestaat uit de gemeenteraad van Amsterdam.

Artikel 7 Taken en bevoegdheden van de voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de adviescommissie alsmede met de leiding van de vergaderingen.

  • 2. De voorzitter tekent de stukken die van de adviescommissie uitgaan.

Artikel 8 Openbaarheid van de vergadering van adviescommissies

De zittingen van de adviescommissies zijn in beginsel openbaar, tenzij de adviescommissie uit oogpunt van veiligheid of vertrouwelijkheid van te behandelen zaken anders beslist.

Hoofdstuk 4 Ambtelijke ondersteuning

Artikel 9 Secretaris

De secretaris van de adviescommissie is een door de adviescommissie aan te wijzen ambtenaar.

Artikel 10 Taken en bevoegdheden van de secretaris

  • 1. De secretaris bereidt de vergaderingen van de adviescommissie voor en draagt zorg voor de verslaglegging en voor informatie aan de overige adviescommissies, o.a. ter uitvoering van het bepaalde in artikel 13 lid 4.

  • 2. De stukken die van de adviescommissie uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Artikel 11 Capaciteit ten behoeve van de adviescommissie

  • 1. Ter ondersteuning van de werkzaamheden kan de adviescommissie het dagelijks bestuur verzoeken om naar de mogelijkheden expertise beschikbaar te stellen voor het geven van incidentele ondersteuning, voor zover dat in het belang is voor een adequate advisering.

  • 2. De ambtelijke capaciteit die nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aan de adviescommissie opgedragen taken wordt geleverd door de facilitaire gemeente in elk concessiegebied. Dit zijn voor Amstelland-Meerlanden de gemeente Haarlemmermeer, voor de concessie Zaanstreek de gemeente Zaanstad en voor de concessie Waterland de gemeente Purmerend, tenzij dit per adviescommissie anders wordt afgesproken.

Hoofdstuk 5 Vergaderingen

Artikel 12 Frequentie van de vergadering

De adviescommissie vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls als de door het dagelijks bestuur gevraagde adviesverzoeken dat nodig maken of de voorzitter of tenminste één of meer leden dat nodig oordelen.

Hoofdstuk 6 Programma van richtlijnen

Artikel 13 Wijzigingen in het Programma van richtlijnen

  • 1. Het dagelijks bestuur kan voorstellen tot wijzigingen in het Programma van richtlijnen (hierna te noemen: PvR) aan de Regioraad voorleggen. Zij brengt een besluit tot wijziging ter kennis van de commissies van advies.

  • 2. De adviescommissies van de concessies zijn gehouden dit PvR als referentiekader te hanteren bij de advisering en toetsing van voorstellen tot aanpassing van het Programma van eisen voor hun concessie.

  • 3. Het PvR is bepalend voor de vraag welke lijnen binnen, van of naar een concessie in de Vervoerregio op enig moment aan de eisen van Regionet voldoen. Wanneer het dagelijks bestuur voornemens is een voorstel te doen om een openbaar vervoerverbinding als Regionetlijn aan te merken, maakt zij dit kenbaar aan de betrokken commissies van advies. Over de effecten van een voornemen tot het benoemen van een lijn als Regionetlijn op het overige openbaar vervoer in een concessiegebied voert het dagelijks bestuur van de Vervoerregio overleg met de betrokken commissie(s) van advies.

  • 4. Op voorstel van één of meer commissies van advies kan het dagelijks bestuur het PvR gedurende de looptijd aanpassen. De overige niet bij dit verzoek tot wijziging betrokken commissie(s) van advies wordt (worden) door de indieners over dit voorstel geïnformeerd en gevraagd ter zake advies uit te brengen.

  • 5. Het betreffende voorstel tot wijziging dient minimaal 8 maanden voor de gewenste ingang van de wijziging met redenen omkleed schriftelijk aan het dagelijks bestuur te worden voorgelegd. Indien een voorstel tot wijziging wordt overgenomen wordt de wijziging binnen 2 weken na vaststelling openbaar bekend gemaakt. Een wijziging die op deze wijze is vastgesteld treedt in werking op de eerste dag van de eerste volle daaropvolgende maand. Vanaf dat moment wordt dit besluit te gelden voor elk vanaf dat moment voor een te verlenen concessie vast te stellen programma van eisen.

Artikel 14 De reizigersadviesraad

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van de Wet Personenvervoer vraagt het dagelijks bestuur over de voorstellen bedoeld in artikel 2 lid 2 eveneens advies aan de Reizigersadviesraad Vervoerregio Amsterdam, respectievelijk aan de Reizigersadviesraad Amsterdam.

Artikel 15 Nadere regels

Het dagelijks bestuur kan nadere regels stellen ter zake van haar omgang met en de verhouding tot de werkzaamheden van de commissies van advies.

Hoofdstuk 7 Toezicht

Artikel 16 Inlichtingenplicht

  • 1. De adviescommissie verstrekt het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur de door hen gevraagde gegevens en inlichtingen omtrent de uitoefening van de haar opgedragen taken.

  • 2. De notulen van de vergadering van de adviescommissie worden ter kennisneming aan het dagelijks bestuur toegezonden.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 17 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of wanneer er verschil van mening is over de uitleg van deze verordening beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op de datum van vaststelling van het besluit.