Regeling vervallen per 17-01-2020

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Vianen 2013

Geldend van 24-04-2013 t/m 16-01-2020

Intitulé

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Vianen 2013

Deze beleidsregels hebben betrekking op de bevoegdheid tot het sluiten van woningen door deburgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs vanuitwoningen of al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven.

Aanpak drugspanden gemeente Vianen

Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- enleefklimaat en de volksgezondheid treedt de gemeente Vianen streng op tegenverkoop, aflevering, verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs. De gemeente Vianen kan gebruik maken van de instrumenten uit de Wet Victoria, de Wet Damocles en de Wet Victor.

-Artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) geeft de burgemeester mogelijkheid om eenwoning of lokaal te sluiten wegens verstoring van de openbare orde of ernstige vreesdaarvoor indien er sprake is van illegale verkoop van drugs. Er zijn echter pandenvan waaruit in drugs wordt gehandeld zonder dat dit voor verstoring van de openbareorde zorgt. Daar voorziet artikel 13b Opiumwet in.

-Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) stelt de burgemeester in staat om

bestuurlijk te handhaven tegen verkooppunten van drugs vanuit woningen of lokalendan wel wanneer in, op of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel alsbedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoeaanwezig is. Het aantonen van overlast is geen voorwaarde bij het toepassen vanartikel 13b Opiumwet.

-Art. 14 Woningwet (Wet Victor) regelt het na-traject na sluiting van een pand enmaakt het mogelijk om het beheer van een pand over te nemen (artikel 14Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet).Met de invoering van het vernieuwde artikel 13b Opiumwet per november 2007 kunnen alledrugspanden aangepakt worden, dus ook woningen. De burgemeester kan bestuursdwangtoepassen als drugs wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is,vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. Het aantonen van overlast is geenvoorwaarde bij het toepassen van artikel 13b Opiumwet; de toepassing van artikel 13bOpiumwet kan wel leiden tot vermindering van overlast.Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om dezinsnede ‘daartoe aanwezig is’ in artikel 13b lid 1 Opiumwet zo uit te leggen dat deburgemeester al bevoegd is om een voor publiek toegankelijk lokaal op grond van de enkeleaanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs te sluiten. In dat geval hoeft de handel in

drugs niet te zijn vastgesteld.

Afbakening en afstemming

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening door de burgemeester van de inartikel 13b Opiumwet neergelegde bevoegdheid tot het sluiten van woningen door deburgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs, tenaanzien van:

  • -

    voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven;

  • -

    niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven en;

  • -

    woningen en bijbehorende erven.

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op coffeeshops. Vianen telt één coffeeshop en hanteert een zogeheten “uitsterfcontsructie”.

Tweesporenbeleid: strafrechtelijk én bestuursrechtelijk

Bij de aanpak van handel, in het bezit zijn van en het gebruik van drugs worden naaststrafrechtelijke maatregelen ook bestuursrechtelijke maatregelen ingezet (tweesporenbeleid).Strafrechtelijke sancties richten zich op de bij de verkoop betrokken personen. Hetbeëindigen of het opheffen van de illegale verkooppunten wordt daarmee niet per definitie

bereikt. Bestuursrechtelijke maatregelen richten zich op bij overtreding van de Opiumwetbetrokken woningen of lokalen, waardoor beëindigen of het opheffen van de illegale situatiekan worden bereikt.Het moment van inbeslagname van drugs en het effectueren van de bestuursrechtelijkemaatregelen kan enige tijd uit elkaar liggen, nu de eisen van zorgvuldigheid bij het toepassenvan bestuursdwang in acht genomen moeten worden. Dit betekent niet dat er nainbeslagname geen reden meer is bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een last onder

bestuursdwang, op te leggen.

De burgemeester is bevoegd

De bevoegdheid van de burgemeester tot toepassen van artikel 13b Opiumwet betreft eendiscretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt wordt na eenbelangenafweging. In deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeestermet zijn discretionaire bevoegdheid om gaat.Het kan zijn dat zich omstandigheden voordoen waarin het volgen van het beleid onredelijkegevolgen heeft. In die gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afzien van het toepassenvan bestuursdwang.

Last onder bestuursdwang

Het opleggen van een last onder bestuursdwang op basis van artikel 13b Opiumwet is naderuitgewerkt in de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5.3, en is een herstelsanctie. Hetopleggen van een last onder bestuursdwang betreft het herstellen in een normale toestanddoor het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van de overtreding.Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt een termijn gegeven waarbinnende overtreder de woning of het lokaal kan ontruimen en sluiten. De termijn is gesteld op 48uur om de ontruiming uit te voeren en de handel te stoppen. Indien de last niet of niet tijdigwordt uitgevoerd, zal de burgemeester overgaan tot feitelijk handelen door te ontruimen ensluiten. Door zelf uitvoering te geven aan de last onder bestuursdwang kan de overtrederslechts voorkomen dat de burgemeester feitelijke bestuursdwang toepast. Desluitingsbevoegdheid wordt niet aangetast. De sluiting is feitelijk van aard, en brengt met zichmee dat niemand de woning of lokaal mag betreden.In de gemeente Vianen wordt ervoor gekozen in principe het gehele pand (woningof lokaal) te sluiten, omdat zo direct een einde wordt gemaakt aan de illegale situatie. Eeneventuele uitzondering wordt gemaakt in geval van kamerverhuur. Tevens wordt door sluitingbekendheid van het pand in het drugscircuit doorbroken.Gezien de effecten op het openbare leven van de handel in en het gebruik van drugs vanuiteen pand geniet feitelijk handelen de voorkeur boven het opleggen van een last onderdwangsom.

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)

Het besluit tot sluiting van een woning of lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet wordtgeregistreerd en gepubliceerd in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijkebeperkingen onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt deze publiekrechtelijkebeperking betreffende de onroerende zaak bij. Indien de sluiting wordt opgeheven, wordt dit

ook aangepast in het WKPB-register.

Natraject

Na afloop van de sluitingstermijn vindt in overleg met de eigenaar en bewoners eenoverdracht van de woning of het lokaal plaats. Is er ernstige vrees voor herhaling van deverstoring van de openbare orde dan komt het betreffende pand in aanmerking voor eenverlenging van de duur van de sluiting. De betrokkenen worden bij mogelijke verlengingopnieuw gehoord.

Een andere mogelijkheid is het opleggen van een preventieve last onder dwangsom indiende gerechtvaardigde vrees op herhaling bestaat.Soms is sluiting niet voldoende en zijn aanvullende maatregelen nodig om de leefbaarheidrond het gesloten pand te herstellen. De Wet Victor regelt het natraject van onder andereeen sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet. De Wet Victor maakt het mogelijk om hetbeheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel teonteigenen (artikel 77 Onteigeningswet). Het besluit tot beheer wordt genomen door hetcollege van burgemeester en wethouders.

HANDHAVINGSARRANGEMENT

Hard- dan wel softdrugs in een handelshoeveelheid in een al dan niet voor het publiektoegankelijk lokaal (niet zijnde een woning):

Politie

Openbaar Ministerie

Gemeente

1e overtreding

1.Constatering

overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan

burgemeester +toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor een

periode van 6

maanden.

2e overtreding binnen

5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding aan

burgemeester +

toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor een

periode van 12

maanden.

3e overtreding binnen

5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding

burgemeester +

toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor onbepaalde tijd

Drugs in een handelshoeveelheid in een woning:

Politie

Openbaar Ministerie

Gemeente

1e overtreding

1.Constatering

overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan

burgemeester +toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Schriftelijke

waarschuwing.

( Feiten enomstandigheden kunnenertoe leiden om tochdirect tot sluiting over tegaan. De burgemeestermoet helder motiverenwaarom in dat geval

afgeweken wordt van het beleid)

2e overtreding binnen

5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding aan

burgemeester +toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor een

periode van 3

maanden.

3e overtreding binnen

5 jaar

1.Constatering

2.Opmaken PV

3.Melding

burgemeester +toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting voor eenperiode van 12 maanden.

4e overtreding binneneen periode van 5

jaar.

1.Constatering

overtreding

2.Opmaken PV

3.Melding aan

burgemeester +toesturen

bestuurlijke

rapportage.

Vervolging.

Sluiting vooronbepaalde tijd.

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Aldus vastgesteld op 17 april 2013,

De burgemeester van Vianen,

W.G. Groeneweg

Toelichting behorende bij ‘Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Vianen 2013’

Onderscheid lokalen en woningen

Doordat de sluiting bij woningen erger ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van debetrokkene(n), wordt in het handhavingsarrangement (p. 5) onderscheid gemaakt tussenwoningen en lokalen. Het recht op ongestoord woongenot (artikel 8 van het EVRM)rechtvaardigt een minder vergaande aanpak ten aanzien van woningen.

Lokalen

Lokalen zijn alle niet voor woning bestemde gebouwen en ruimten, een voor bewoningbestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning, zowel voor publiek toegankelijke lokalenen niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven.Bij lokalen waar drugs is gevonden, wordt na de eerste overtreding direct overgegaan tot hettoepassen van een last onder bestuursdwang.

Woningen

De wetgever heeft ervan afgezien het begrip woning in de Opiumwet te definiëren. Deburgemeester verstaat in het kader van onderhavige beleidsregels onder woning een voorbewoning gebruikte ruimte (blijkend uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA)).Hieronder worden bijvoorbeeld ook stacaravans, woonschepen, woonwagens, etc. verstaan.

Een persoon die incidenteel overnacht in een woning en niet op dit adres in de GBA staatingeschreven, wordt niet aangemerkt als bewoner.

Overige bewoners

Als er sprake is van een woning waarin kamerverhuur plaatsvindt en de handel in drugs inéén van de verhuurde kamers is geconstateerd dan kan, bij een tweede of latere overtreding,een gedeeltelijke sluiting van de woning worden overwogen.Gelet op het bepaalde in artikel 8 van het EVRM (recht op ongestoord woongenot) zal er,indien tot een sluiting wordt besloten, tevens aandacht dienen te zijn voor de vraag of vooreen bewoner (huurder) vervangende woonruimte aangeboden dient te worden. Gelet op hetVerdrag van de rechten van het kind behoeft dit extra aandacht indien er kinderen bij desituatie betrokken zijn.

Binnentreden

Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is eenschriftelijke machtiging vereist. Op basis van de Awb is het bestuursorgaan dat een lastonder bestuursdwang toepast bevoegd tot het geven van een dergelijke machtiging. In hetgeval van artikel 13b Opiumwet is aan de burgemeester de bevoegdheid toegekend tot hetbinnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. Hij kan een schriftelijke

machtiging verlenen als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden.

Niet betreden

Na de sluiting is het verboden de woning of het lokaal te betreden op basis van artikel 2:41,tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 2010.

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan het besluit tot toepassing van een last onder bestuursdwang wordenbetrokkenen (bewoner en eigenaar) in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar temaken. De burgemeester maakt van zijn bevoegdheid tot sluiten pas gebruik als er geenander, minder ingrijpend, middel voorhanden is om de overlast te bestrijden.De ambtenaar OOV vervult een coördinerende rol in het proces van het aanpakken vandrugspanden. Bij het inzetten van de procedure op basis van artikel 13b Opiumwet, voert deze nauw overleg met de politie ten aanzien van het dossier. De politie zorgt vervolgens voor het aanleveren van een dossier aan de burgemeester met het verzoek tot sluiting van het drugspand.

Handelsvoorraad drugs

Lijst 1 van de Opiumwet bevat een overzicht van harddrugs (amfetaminen, ketaminen,cocaïne, heroïne, etc.). Lijst II van de Opiumwet bevat een overzicht van softdrugs (hennep,hasjiesj, etc.).Het bezit van meer dan 0,5 gram harddrugs wordt aangemerkt als een handelsvoorraad enis strafbaar gesteld als een misdrijf. Bezit van softdrugs is tot 30 gram een overtreding, maarminder dan 5 gram bezit wordt gedoogd. Bezit van meer dan 30 gram sofdrugs wordtaangemerkt als handelsvoorraad en is een misdrijf.

Overtreder betaalt

Ingevolge artikel 5:25 van de Awb geschiedt de toepassing van een last onderbestuursdwang op kosten van de overtreder. In de last onder bestuursdwang wordt dit aande overtreder medegedeeld. De kosten van voorbereiding van de last onder bestuursdwangzijn ook verschuldigd, voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last onderbestuursdwang geen last onder bestuursdwang is toegepast. Het kan zijn dat zaken worden

meegevoerd en opgeslagen om de last onder bestuursdwang toe te kunnen passen, alsbedoeld in artikel 5:29 van de Awb. Zolang de verschuldigde kosten niet zijn voldaan, kan deteruggave van zaken opgeschort worden.

Bijzondere gevallen

Indien zich een spoedeisende situatie voordoet, kan de burgemeester besluitenbestuursdwang toe te passen zonder voorafgaande last, zie hiervoor artikel 5:31, eerste lid,van de Awb. Artikel 5:31, tweede lid, van de Awb geeft het geval dat zelfs een situatie zospoedeisend is dat een besluit niet kan worden afgewacht. In dat bijzondere geval wordt zo

spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit bekend gemaakt.