Regeling vervallen per 01-01-2021

Terrasverordening gemeente Vianen 1999

Geldend van 01-12-1999 t/m 31-12-2020

Intitulé

Terrasverordening gemeente Vianen 1999

De raad der gemeente Vianen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders de dato 6 oktober 1999;

overwegende dat:

  • ·

    de gemeenteraad op 25 maart 1999 de notitie "Horecabeleid gemeente Vianen 1999" heeft vastgesteld;

  • ·

    als actiepunt in deze notitie is opgenomen dat de gemeenteraad een terrasverordening voor de gemeente Vianen wenst vast te stellen;

  • ·

    in deze terrasverordening alle bepalingen met betrekking tot terrassen, die nu verspreid staan in de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 1995, in de Overlastverordening Horeca Vianen 1996, in bovengenoemde beleidsnotitie en in individuele terrasvergunningen, bijeengevoegd worden; de burgemeester de bevoegdheid zou moeten krijgen deze terrasvergunning te verlenen;

  • ·

    het college daarom de uitoefening van zijn bevoegdheden voor zover betrekking hebbende op de ingebruikgeving van de openbare weg ten behoeve van een terras en de inrichting van dat terras heeft opgedragen aan de burgemeester hiermee coördinatie van regelgeving wordt bereikt;

  • ·

    deze terrasverordening bedoeld wordt te gelden voor alle voor publiek toegankelijke terrassen in de gemeente Vianen.

gelet op de artikelen 149, 154, 160, 168, 172 en 174 van de Gemeentewet;

besluit :

in te trekken de artikelen 2.3.1.11., 2.3.1.12., 2.3.1.13. en 2.3.1.14. van de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 1995 en vast te stellen de volgende "Terrasverordening gemeente Vianen 1999".

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Terras:

een voor publiek toegankelijke open aanhorigheid of tuin behorende bij een inrichting, of een gedeelte van de openbare weg, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt.

b.

Horecabedrijf:

1. een inrichting waarin een bedrijf of werkzaamheid als bedoeld in artikel 3 lid 1 onder a of c van de Drank- en Horecawet wordt uitgeoefend;

2. een snackbar, cafetaria, ijssalon, tearoom of daaraan verwante inrichting .

c.

Ondernemer:

degene die het horecabedrijf exploiteert.

d.

Weg:

1. alle voor het openbaar rij-of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

2. de - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen;

3. alle voor het publiek, toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerij en.

HOOFDSTUK 2 De vergunning

Artikel 2 Vergunningsplicht

  • 1. Het is verboden een terras te vestigen en te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

Artikel 3 Tenaamstelling van de vergunning

  • 1. De vergunning als bedoeld in artikel 2 kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer(s) van het horecabedrijf en is niet overdraagbaar.

  • 2. Op de vergunning worden de namen van de ondernemer(s) vermeld.

Artikel 4 Weigeren van de vergunning

De burgemeester weigert de vergunning indien:

  • a.

    de inrichting waartoe het terras behoort geen horecabedrijf is, of, indien het terras gesitueerd is op de openbare weg, het terras niet ligt in de onmiddellijke nabijheid van en behoort bij een horecabedrijf;

  • b.

    naar zijn oordeel door de aanwezigheid van het terras het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig zal worden of dreigt te worden beïnvloed. Bij dit criterium houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en van de wijk waarin het terras is gelegen of zal komen te liggen. Voorts betrekt de burgemeester in de beoordeling van de aanvraag de belasting waaraan het woonklimaat ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan;

  • c.

    de vestiging en exploitatie van een terras strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan;

  • d.

    het terras niet voldoet aan de voorwaarden en bepalingen, gesteld in de artikelen 11 tot en met 42;

  • e.

    er sprake is van een concentratie van terrassen in een bepaald gebied, waardoor het gevaar voor aantasting van de openbare orde of het woon- en leefklimaat cumulatief toeneemt.

Artikel 5 Voorschriften

  • 1. De burgemeester kan aan een vergunning, gemotiveerd, andere voorschriften verbinden dan de voorschriften genoemd in de artikelen 11 tot en met 42.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorschriften kunnen onder meer betrekking hebben op:

    • a.

      de openings- en sluitingstijden van het terras;

    • b.

      de wijze waarop handelsreclame mag worden gevoerd;

    • c.

      de inrichting van het terras;

    • d.

      de situering van het terras;

    • e.

      de gedragsregels die op een terras in acht moeten worden genomen.

  • 3. De burgemeester kan de aan een vergunning verbonden voorschriften wijzigen dan wel nieuwe voorschriften aan de vergunning verbinden.

  • 4. Het is verboden te handelen in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

Artikel 6 Intrekken van de vergunning

  • 1. De burgemeester trekt de vergunning in, indien:

    • a.

      blijkt dat de vergunning is verleend op basis van een onjuiste of onvolledige opgave van de gegevens;

    • b.

      door de wijze van exploitatie van het terras de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast.

  • 2. De burgemeester kan de vergunning (tijdelijk) intrekken indien:

    • a.

      naar zijn oordeel de omstandigheden op grond waarvan de vergunning is afgegeven, zodanig zijn gewijzigd dan wel de exploitatie van het terras op een zodanige wijze plaatsvindt dat het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • b.

      gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften.

Artikel 7 Vervallen van de vergunning

De vergunning vervalt indien:

  • a.

    de vergunninghouder zijn hoedanigheid als ondernemer heeft verloren;

  • b.

    een vergunning strekkende tot vervanging van de eerstbedoelde vergunning is verleend.

Artikel 8 Geldigheidsduur

De terrasvergunning heeft een geldigheidsduur van één jaar en wordt geacht stilzwijgend telkens voor een jaar te zijn verlengd.

HOOFDSTUK 3 De aanvraag

Artikel 9

Bij de aanvraag om een terrasvergunning moet worden gevoegd:

  • a.

    naam, adres, geboorteplaats en geboortedatum van de ondernemer;

  • b.

    straatnaam en huisnummer van het horecabedrijf;

  • c.

    een deugdelijke situatietekening;

  • d.

    een opgave van het gewenste aantal m² voor het terras;

  • e.

    een inrichtingsplan (te gebruiken materialen, opgave van te plaatsen losse elementen, zoals reclameborden, menuborden);

  • f.

    een opgave van de op het terras te verkopen producten;

  • g.

    een voldoende gemotiveerd plan van aanpak met betrekking tot het voorkomen van overlast. Daarbij kan gedacht worden aan: een verwijzing naar parkeergelegenheid voor bezoekers van het terras, gedragsregels voor bezoekers van het terras ten aanzien van geluid, opruimen van door bezoekers in de omgeving van het terras achtergelaten rommel, etc.

Artikel 10 Voorbereiding

Op de voorbereiding van een beschikking op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

HOOFDSTUK 4 Algemene voorschriften en bepalingen voor terrassen.

Paragraaf 1 Openingstijden

Artikel 11

Het terras mag alleen worden opgesteld in het tijdvak van 1 maart tot 1 november van elk kalenderjaar. In de overige maanden mag het terras slechts tijdelijk worden geplaatst en dient het op eerste aanwijzing van de burgemeester te worden verwijderd.

Artikel 12

Het terras dient dagelijks vóór 08.00 uur en van zondag tot en met donderdag om 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag om 24.00 uur te zijn gesloten voor publiek en te zijn opgeruimd. Onder een opgeruimd terras wordt verstaan: een terras dat er netjes en gesloten uitziet en waarop het meubilair stevig is vastgezet.

Paragraaf 2 Meubilair, situering en inrichting

Artikel 13

De op het terras te plaatsen voorwerpen, zoals stoelen, tafels, parasols, windschermen e.d. dienen van hoogwaardig materiaal en samenstelling te zijn en aan redelijke eisen van welstand te voldoen; de kleur ervan moet neutraal zijn. Er mag geen gebruik worden gemaakt van verschillende soorten meubilair. Voor terrassen in het beschermd stadsgezicht geldt dat ten behoeve van het meubilair gebruik kan worden gemaakt van rotan of naturel kleurig pitriet. Indien ander materiaal wordt gebruikt zal advies gevraagd worden aan de welstandscommissie.

Artikel 14

Het gebruik van houten vlonders is, behoudens speciale toestemming van de burgemeester, niet toegestaan.

Artikel 15

Een terras op of aan een binnenterrein moet zodanig zijn gesitueerd en zodanig van het overige gedeelte van het binnenterrein zijn afgescheiden dat het karakter van het binnenterrein behouden blijft.

Artikel 16

Parasols worden alleen toegepast indien deze een semi-permanent karakter hebben en als afzonderlijk element herkenbaar zijn.

Artikel 17

Parasols moeten inklapbaar zijn en mogen niet in de grond / het straatwerk worden verankerd. Zij mogen in uitgeklapte toestand niet meer dan 60 % van het terras overdekken. Reclame op de parasols mag alleen betrekking hebben op producten die op het terras worden verkocht.

Artikel 18

Het terras mag niet worden gebruikt voor de opslag van emballage.

Artikel 19

De vergunninghouder mag niet afwijken van het overeengekomen inrichtingsplan.

Paragraaf 3 Regels ten aanzien van het gebruik van het terras

Artikel 20

Op de dagen dat de inrichting is geopend en de terrasmeubelen en dergelijke buiten staan moet het terras naar behoren zijn opgesteld.

Artikel 21

Terstond na het verstrijken van de vergunningtermijn is de vergunninghouder verplicht alle meubilair en ander voorwerpen en stoffen voorzover afkomstig van het terras, te verwijderen.

Artikel 22

Het terras dient regelmatig schoon gehouden te worden en blijvend in een goede staat van onderhoud te verkeren.

Artikel 23

Het is verboden:

  • a.

    op het terras consumpties te verstrekken aan personen, die geen gebruik maken van de op het terras aanwezige zitplaatsen;

  • b.

    op het terras consumpties te verstrekken gedurende de tijd dat het terras ingevolge de artikelen 11 en 12 voor het publiek gesloten dient te zijn.

Artikel 24

Het is niet toegestaan op het terras een permanent of tijdelijk tappunt in te richten, behalve bij bijzondere gelegenheden met een ontheffing van de burgemeester .

Artikel 25

Op het terras mag geen muziek hoe dan ook ten gehore worden gebracht, behalve bij bijzondere gelegenheden met een ontheffing van de burgemeester.

Artikel 26

Het terras dient tijdens het gebruik als zodanig voldoende te zijn verlicht.

Paragraaf 4 Overlast

Artikel 27

De vergunninghouder dient ervoor te zorgen, dat het terras en de omgeving vrij blijven van papier, afval en andere ongerechtigheden, afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras.

Artikel 28

De vergunninghouder dient al datgene te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast veroorzaakt door op een terras aanwezige bezoekers te voorkomen of te beperken.

Paragraaf 5 Overige bepalingen

Artikel 29

Alle aanwijzingen gegeven door de politie, brandweer of daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

Artikel 30

Terrassen moeten voldoen aan de eisen van het besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer.

Artikel 31

De vergunninghouder is verplicht de schade die hij door het gebruik van de vergunning aanbrengt aan bestrating, straatmeubilair of beplanting, te vergoeden en voorts de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen, dat de vergunningverlener, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden.

HOOFDSTUK 5 Bijzondere bepalingen voor terrassen op de openbare weg

Artikel 32

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening beslist de burgemeester in geval van een vergunningsaanvraag die betrekking heeft op een of meer bij het horecabedrijf behorende terrassen voor zover deze zich op de weg bevinden over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras.

Artikel 33

Indien vergunning wordt aangevraagd voor een terras op de openbare weg zal een werknemer van de gemeente, door of namens burgemeester en wethouders daartoe aangewezen, in samenwerking met politie en brandweer ter plaatse de maximale afmetingen markeren waarbij wordt gelet op de verkeerssituatie en de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Deze afmetingen zullen worden opgenomen in de vergunning.

Artikel 34

Voor gebruikname van een gedeelte van de openbare weg ten behoeve van een terras wordt precario geheven conform de Precarioverordening Vianen.

Artikel 35

Het is verboden het terras neer te zetten en te exploiteren tijdens activiteiten die door de burgemeester en wethouders worden toegestaan op de openbare weg en waarbij het gebruik van de openbare weg ten behoeve van een terras niet mogelijk is in verband met de (verkeers)veiligheid.

Artikel 36

Gedurende de periode waarop de weekmarkt wordt gehouden mag op het door de gemeenteraad vastgestelde marktterrein geen terras worden geplaatst, tenzij de marktmeester hiervoor toestemming geeft. Het terras wordt alsdan tijdens de weekmarkt neergezet volgens de aanwijzingen van de marktmeester en zal op eerste aanwijzing van de marktmeester moeten worden verwijderd.

Artikel 37

Gedurende de periode waarop de jaarlijkse paardenmarkt wordt gehouden mag binnen het voor de markt aangewezen deel van de binnenstad geen terras worden geplaatst, tenzij de burgemeester hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven. Het terras wordt alsdan tijdens de paardenmarkt neergezet volgens de aanwijzingen van de marktmeester en zal op eerste aanwijzing van de marktmeester moeten worden verwijderd.

Artikel 38

Op eerste aanwijzing van de politie of van werknemers van de gemeente Vianen door of namens burgemeester en wethouders daartoe aangewezen, dient het terras op grond van het algemeen belang of ter uitvoering van openbare werken, bijvoorbeeld in geval van werkzaamheden aan kabels en leidingen, (eventueel gedeeltelijk) te worden ontruimd.

Artikel 39

De vergunninghouder dient ervoor zorg te dragen dat geen terrasmeubilair en dergelijke op de voor voetgangers bestemde trottoirgedeelten c.q. weggedeelten aanwezig is, voorzover deze buiten het afgebakende terrasgebied vallen. Het terras moet zodanig worden gesitueerd dat voor voetgangers een vrije loopruimte beschikbaar blijft en dat toegangen tot ruimten van derden niet worden belemmerd.

Artikel 40

Terstond na het opruimen van het terras zorgt de vergunninghouder ervoor, dat de op het vrijgekomen gedeelte openbare ruimte achtergelaten voorwerpen en stoffen, voor zover afkomstig van het gebruik van het terras, worden verwijderd.

Artikel 41

Het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik op een terras op de openbare weg is uitsluitend toegestaan indien voor dit terras een vergunning is afgegeven zoals bedoeld in artikel 2 en het terras is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een horecagelegenheid zoals bedoeld in artikel 1 sub b eerste lid.

Artikel 42

De vergunninghouder vrijwaart de gemeente voor alle vorderingen welke hij of derden mochten kunnen doen gelden tot vergoeding van schade welke met het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden of verwijderen van de in de openbare ruimte geplaatste voorwerpen in verband staan.

HOOFDSTUK 6 Overgangsbepalingen

Artikel 43

Indien voor de inwerkingtreding van deze terrasverordening reeds een terrasvergunning aanwezig is waarin geen aanwijzingen ten aanzien van het meubilair zijn opgenomen, geldt een overgangsperiode van twee jaren om het meubilair aan te passen conform de in artikel 13 van deze verordening gestelde eisen. Als aanvullende voorwaarde geldt hierbij dat het meubilair universeel moet zijn en blij ven; er mag, met andere woorden, geen gebruik worden gemaakt van verschillende soorten meubilair.

Artikel 44

Indien voor de inwerkingtreding van deze terrasverordening reeds een terrasvergunning aanwezig is, zal deze worden vervangen door een vergunning op grond van artikel 2 van deze verordening. Artikel 10 van deze verordening vindt daarbij geen toepassing.

Artikel 45

Alle vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening verleende terrasvergunningen vervallen per 1 maart 2000.

HOOFDSTUK 7 Dwang- en slotbepalingen

Artikel 46

  • 1. De burgemeester kan, indien de vergunninghouder handelt in strijd met artikel 2 of artikel 5 lid vier, het terras, al dan niet voor een bepaalde termijn, gesloten verklaren.

  • 2. Behoudens spoedeisende gevallen wordt niet tot sluiting overgegaan alvorens de vergunninghouder schriftelijk is gewaarschuwd.

  • 3. De sluiting wordt bekend gemaakt via de plaatselijke krant.

  • 4. Zolang het bevel tot sluiting van kracht is, is het verboden bezoekers op het terras te laten verblijven.

Artikel 47 Strafbepaling

Overtreding van het verbod van artikel 2 of artikel 5 lid 4 wordt gestraft met een hechtenis van het hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 48 Handhaving

  • 1. De zorg voor handhaving van deze verordening is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan daartoe door het bevoegde bestuursorgaan bij openbare kennisgeving aangewezen ambtenaren.

  • 2. Zo dikwijls de handhaving van deze verordening zulks vereist, wordt hierbij aan hen die met de handhaving van deze verordening zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt, het terras te allen tijde te betreden.

Artikel 49 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Terrasverordening gemeente Vianen 1999".

  • 2.

    Zij treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarop de bekendmaking heeft plaats gevonden.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vianen

in zijn openbare vergadering van 21 oktober 1999.

de secretaris

A.J.M. Kerstens

de burgemeester

mw. drs. D.A.M. Koreman

Toelichting behorende bij de terrasverordening gemeente Vianen 1999:

Overwegende dat

In verband met de coördinatie van regelgeving, één van de belangrijkste doelstellingen van deze terrasverordening, is het wenselijk te voorkomen dat voor één terras twee vergunningen moeten worden verleend. Dit gebeurde voorheen wel: een terras-exploitatievergunning werd verleend door de burgemeester en een vergunning op grond van artikel 2.1.5.1. van de APV werd verleend door het college van burgemeester en wethouders. Door de uitoefening van enkele bevoegdheden, voor zover deze betrekking hebben op het ingebruikgeven van openbare grond ten behoeve van een terras en de inrichting van dat terras op te dragen aan één van de leden van het college, in casu de burgemeester, hoeft nog maar één vergunning te worden afgegeven. Er is hier geen sprake van mandaat, dit is niet mogelijk tussen bestuurlijke organen, maar van toepassing van artikel 168 van de Gemeentewet. Een en ander gebeurt dus onder verantwoordelijkheid van het college. De rechter heeft in verschillende uitspraken bevestigd dat dergelijk coördinatiebepalingen mogelijk zijn. Zie wat dit betreft ook artikel 32 van deze verordening. De tekst van dit artikel is overgenomen uit de model-APV en dit artikel is nooit door de rechter onderuit gehaald. De rechter heeft zelfs gesteld dat de burgemeester in sommige gevallen bevoegd is te oordelen of een inrichting wel of niet in strijd is met het bestemmingsplan, een bevoegdheid die bij het college ligt, omdat het ook hier een "coördinatie-bepaling" betrof. Nu de burgemeester het vergunningverlenende orgaan is, zal ook bij de burgemeester bezwaar moeten worden aangetekend. Het college blijft echter te allen tijde bevoegd om, voor zover het gaat over het ingebruikgeven van openbare weg en de inrichting van het terras, aanwijzingen te geven.

Artikel 1. Begripsomschrijving

In dit artikel wordt het begrip "terras" zo breed mogelijk omschreven. Voor alle terrassen is een vergunning van de burgemeester nodig, zo stelt artikel 2 van de verordening. De mogelijkheid om een vergunning te verkrijgen wordt echter beperkt in artikel 4; uitsluitend terrassen die deel uitmaken van een horecabedrijf kunnen in aanmerking komen voor een vergunning. Het is niet mogelijk voor bijvoorbeeld een schoenmaker om een terrasvergunning te krijgen. De ondernemer van een snackbar mag echter, gelet op de omschrijving van een "horecabedrijf", wel een terras exploiteren. De reden hiervoor is gelegen in de bevoegdheid van ondernemers van dergelijke bedrijven om aan het publiek etenswaren te verstrekken en/of om drank te mogen schenken. Onder de omschrijving van artikel 1 sub b, tweede lid kan ook Bakker Steehouder gevoegd worden. Omdat terrassen veelal geplaatst worden op de openbare weg is een omschrijving van het begrip "weg" noodzakelijk. Daarbij is aansluiting gezocht bij de omschrijving in de Algemene Plaatselijke Verordening Vianen 1995.

Artikel 2. Vergunningplicht

Het gaat hier om de "terrasvergunning". Met de terrasverordening wordt niet zozeer extra regelgeving gemaakt, maar wordt bestaande regelgeving bijeengevoegd tot één overzichtelijke regeling voor alle terrassen.

Artikel 3. Tenaamstelling van de vergunning

De terrasvergunning wordt op naam gesteld van de ondernemer van het horecabedrijf. Een nieuwe ondernemer betekent dus dat de terrasvergunning niet meer geldig is. Bij het verlenen van een terrasvergunning wordt met name gekeken naar de inrichting en situering van het terras en de overlast die kan worden veroorzaakt door de exploitatie van een terras op deze locatie. Met het verlenen van een terrasvergunning besluit de burgemeester dat exploitatie van een terras op deze locatie mogelijk is. Daarom zal een aanvraag van een nieuwe ondernemer over het algemeen snel behandeld kunnen worden. Door de vergunning op naam te stellen in plaats van deze een zakelijk, dat wil zeggen overdraagbaar, karakter te geven, wordt echter een wenselijk geacht evaluatiemoment ingebouwd. Daarnaast is de persoon van de vergunninghouder niet onbelangrijk, immers, deze persoon fungeert als aanspreekpunt in het geval van overlast veroorzaakt door het terras.

Artikel 4. Weigeren van de vergunning

Hierin is de beperking opgenomen dat uitsluitend terrassen die deel uitmaken van een horecabedrijf, in aanmerking kunnen komen voor een vergunning. De terrassen kunnen geplaatst worden op het private terrein bij het horecabedrijf, of op de openbare weg in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf. Voor het overige is aansluiting gezocht bij de Overlastverordening Horeca Vianen 199S: aantasting van het woon- en leefklimaat levert een zodanige verstoring van het normale leefpatroon op, dat het geoorloofd is naar zware middelen te grijpen als het weigeren van een vergunning voor de exploitatie van een bepaald terras. Op deze manier kan op snelle en passende wijze worden gereageerd op ongewenste situaties.

Artikel 5. Voorschriften

De hier opgenomen bepalingen maken het mogelijk om de exploitatie van een terras op een bepaalde locatie individueel te reguleren. Een terras aan de achterzijde van een pand kan bijvoorbeeld meer overlast veroorzaken dan een terras aan de voorzijde van het pand (op de openbare weg). De burgemeester zal bij zijn vergunningverlening (met voorschriften) zorgvuldig te werk moeten gaan, maar heeft in ieder geval nu de mogelijkheid om verschillende belangen tegen elkaar af te wegen en naar bevind van zaken te handelen om misstanden te voorkomen en om problemen die zijn ontstaan het hoofd te bieden. De mogelijkheid om voorschriften aan de vergunning te verbinden ten aanzien van de inrichting en de situering van een terras, de periode van openstelling van een terras en de gedragsregels die op een terras in acht moeten worden genomen was voorheen opgenomen in het besluit horeca milieubeheer. Dit besluit is inmiddels vervallen. In de horecanotitie is opgenomen dat deze bepalingen uit het (oude) milieubesluit in de terrasverordening zouden worden verwerkt.

Artikel 6. Intrekken van de vergunning

Het intrekken van een vergunning betekent nog niet dat het terras ook gesloten is. Het betekent alleen dat het terras geëxploiteerd wordt zonder vergunning, hetgeen ingevolge artikel 2 van deze verordening verboden is. Om het terras daadwerkelijk te sluiten zal bestuursdwang moeten worden toegepast of zal een last onder dwangsom moeten worden opgelegd.

Artikel 7. Vervallen van de vergunning

Als de ondernemer de bedrijfsvoering van het horecabedrijf beëindigt, vervalt ook de aan hem verleende terrasvergunning. De eventuele nieuwe ondernemer van het horecabedrijf zal dan ook een nieuwe terrasvergunning moeten aanvragen. Zie verder de toelichting bij artikel 3.

Artikel 8. Geldigheidsduur

Door de terrasvergunning een geldigheidsduur van één jaar te geven, blijft het mogelijk de vergunning tussentijds te wijzigen. Deze bepaling was ook in de "oude" terrasvergunning opgenomen.

Artikel 9.

Bij de behandeling van een aanvraag voor een terrasvergunning zijn genoemde gegevens noodzakelijk. Nu de ondernemer moet opgeven welke losse elementen hij wenst te plaatsen op het terras, kan de burgemeester hier alvast een oordeel over vellen (het plaatsen van reclameborden op de openbare weg is immers vergunningplichtig). Door de ondernemer tevens een plan van aanpak te laten indienen met betrekking tot het voorkomen van overlast, wordt hij gedwongen zelf na te denken over dit onderwerp.

Artikel 10. Voorbereiding

Door de voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing te verklaren, krijgen omwonenden voldoende mogelijkheden hun bezwaren vóór de vergunningverlening kenbaar te maken. De burgemeester kan met deze bezwaren rekening houden bij het al dan niet verlenen van de vergunning en/of bij het verbinden van voorschriften aan de vergunning.

Artikelen 11. tot en met 42.

Deze artikelen zijn voor het grootste deel overgenomen uit "oude" terrasvergunningen. Hieraan zijn toegevoegd de artikelen 2.3.1.11., 2.3.1.12., 2.3.1.13. en 2.3.1.14. van de Algemene Plaatselijke Verordening 1995 en enkele bepalingen uit het besluit horeca milieubeheer. Ook is Hoofdstuk 4 van de notitie "Horecabeleid gemeente Vianen 1999" in deze bepalingen verwerkt. Artikel 32 is redactioneel gelijk aan het vierde lid van artikel 2.3.1.2. (oud) van de APV. Dit artikel is met de inwerkingtreding van de Overlastverordening ingetrokken. Door artikel 32 is de burgemeester het bevoegde orgaan om vergunning te verlenen voor de ingebruikneming van de openbare ruimte ten behoeve van een terras. Dit geldt ook voor het verlenen van vergunning om bijvoorbeeld reclameborden te plaatsen op het terras (artikel 9) of om houten vlonders te plaatsen (artikel 14).

In de artikelen 36 en 37 is rekening gehouden met de marktverordening.

Artikel 43. tot en met 46.

Vóór 1 maart 2000 moeten alle "oude" terrasvergunning zijn vervangen door een vergunning op grond van deze verordening. Tot 1 maart 2000 blijft de nog niet vervangen "oude" vergunning rechtsgeldig.

Artikel 47. tot en met 49. Dwang- en slotbepalingen

De maatregel om een terras gesloten te verklaren is een papieren maatregel; feitelijke sluiting zal alleen kunnen worden geëffectueerd door middel van bestuursdwang . Indien de ondernemer het terras niet sluit kan een aanzegging tot bestuursdwang volgen. Deze bestuursrechtelijke maatregelen kunnen worden ondersteund door strafrechtelijke sancties tegen de ondernemer. Samenwerking met politie en Openbaar Ministerie is dan ook gewenst.