Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Vianen Centrum 2017-2021

Geldend van 29-03-2017 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Vianen Centrum 2017-2021

De raad van de gemeente Vianen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, en 7, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Vianen en Stichting BIZ Vianen-Centrum gesloten Uitvoeringsovereenkomst;

gelezen het verzoek van het bestuur van de Stichting BIZ Vianen-Centrum dd. 9 november 2016;

besluit vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BIZ Vianen Centrum 2017-2021.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

BIZ: het bij verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij de verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

BIZ-bijdrage: een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de bedrijveninvesteringszone;

BIZ-subsidie: de op basis van de Verordening en de Wet te verlenen subsidie;

Uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Vianen en de Stichting BIZ Vianen-Centrum te sluiten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

College: het college van Burgemeester en Wethouders van Vianen.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone, de ruimtelijke kwaliteit, de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    a.de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

    • c.

      als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

    • b.

      openbare land- en waterwegen, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • c.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

    • d.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen, zendmasten en reclamemasten;

    • e.

      Nutsvoorzieningen.

  • 2. In afwijking van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

De BIZ-bijdrage over 2017 bedraagt € 386,43,- voor gebruikers, dan wel eigenaren bij leegstand, van niet-woningen. De bijdrage wordt jaarlijks met 2% verhoogd.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ- bijdrage.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 12 Aanwijzing vereniging

Stichting BIZ Vianen-Centrum wordt aangewezen als de stichting zoals bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de in artikel 12 aangewezen stichting.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, nadat daarop de perceptiekosten in mindering zijn gebracht.

  • 3. Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

Artikel 14 Melding van relevante wijzigingen

  • 1. Stichting BIZ Vianen-Centrum stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2. De Stichting BIZ Vianen-Centrum stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel verandering of beëindiging van activiteiten.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening BIZ Vanen-Centrum 2012-2016 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 16.2 van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeerregel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bedrijveninvesteringszone Vianen-Centrum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2016.
de griffier, de voorzitter,
C.J. (Kees) Steehouwer W.G. (Wim) Groeneweg

Bijlage 1Bijlage: kaart als bedoeld in artikel 1, van deze verordening.

afbeelding binnen de regeling