Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Vianen

Geldend van 17-11-2010 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Vianen

De raad van de gemeente Vianen;

gelezen het voorstel d.d. 5 november 2010 van de griffier;

overwegende dat de procedure inzake de benoeming van een burgemeester in de gemeente Vianen in gang is gezet;

gelet op artikel 61, lid 3 en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005 inzake procedureregels burgemeestersbenoemingen:

besluit:

vast te stellen de “Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Vianen”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    de commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie die is belast met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature van burgemeester;

  • d.

    de secretaris: de secretaris van de vertrouwenscommissie.

Taken en bevoegdheden

Artikel 2

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten voor het ambt van burgemeester te beoordelen en over haar bevindingen vertrouwelijk schriftelijk verslag uit te brengen aan de raad en in afschrift aan de commissaris.

  • 2. Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 3. De commissie kan ook andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten beoordelen dan die door de commissaris zijn geselecteerd. Zij doet hiervan onverwijld mededelingen aan de commissaris en dient daarover haar bevindingen in het lid 1 bedoelde verslag op te nemen.

Artikel 3

  • 1. De commissie brengt haar in artikel 2 bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en eventuele verdere gegevens die de commissaris haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten geven, zulks na weging van een en ander.

  • 2. De commissie wint mondeling noch schriftelijk inlichtingen over de kandidaten in bij derden.

  • 3. De commissie doet het in artikel 2 bedoelde verslag vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid en geeft tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

  • 4. De beraadslagingen in de raad over de bevindingen van de vertrouwenscommissie vinden plaats achter gesloten deuren. Ten aanzien van de beraadslagingen en de stukken die aan de raad en de commissaris worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht.

  • 5. Bij het opstellen van de aanbeveling betrekt de raad de bevindingen van de vertrouwenscommissie. Het op schrift gestelde oordeel van de vertrouwenscommissie voegt hij bij zijn aanbeveling.

  • 6. De raad stelt, voordat de aanbeveling openbaar wordt, elke op de aanbeveling geplaatste kandidaat op de hoogte van het feit dat hij of zij op de aanbeveling staat die aan de minister wordt gezonden.

  • 7. De aanbeveling van de raad is openbaar voor zover het de naam van de eerste kandidaat op de aanbeveling betreft. Dit is overeenkomstig artikel 61c, derde lid van de Gemeentewet.

  • 8. De aanbeveling van de raad wordt direct na vaststelling aan de minister gezonden. Een afschrift van de aanbeveling wordt gezonden aan de commissaris.

    Samenstelling

Artikel 4

  • 1. De commissie wordt benoemd door en samengesteld uit de raad en bestaat uit één vertegenwoordiger uit en aangewezen door elke fractie uit de raad die zich voor het lidmaatschap heeft aangemeld.

  • 2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. Wethouders kunnen als adviseur aan de commissie worden toegevoegd.

  • 4. Als secretaris van de commissie fungeert de griffier. De secretaris verleent ambtelijke bijstand, is adviseur en heeft geen stemrecht met betrekking tot de in artikel 2, lid 1 bedoelde taak.

  • 5. De secretaris kan zich laten bijstaan en vervangen door een gemeenteambtenaar.

  • 6. Ingeval van ziekte langer dan een maand of bij overlijden kan een lid van de vertrouwenscommissie worden vervangen. De vertrouwenscommissie benoemt in dat geval een vervanger op voordracht van de desbetreffende fractie.

    Vergaderingen

Artikel 5

  • 1. De gesprekken met en de oordeelsvorming over de kandidaten zullen uitsluitend plaatsvinden in aanwezigheid van diegenen die lid zijn van de commissie, de secretaris en diens eventuele assistent daaronder begrepen.

  • 2. De commissie vergadert alleen in beslotenheid.

  • 3. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 4. Van elke vergadering wordt door of vanwege de voorzitter tenminste vier dagen van te voren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie.

    Verslag

Artikel 6

  • 1. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft van de leden aanwezig is en vergadert tevens niet indien de aanwezige leden niet via hun fracties de meerderheid van de raad vertegenwoordigen.

  • 2. Indien de commissie niet tot een unaniem oordeel kan komen, worden de conceptaanbeveling, bedoeld in artikel 3, alsmede de bevindingen bedoeld in artikel 2, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen vastgesteld.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het schriftelijke verslag aan de raad en de commissaris opgenomen.

  • 4. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering dan worden geen bevindingen van de commissie, maar verschillende meningen binnen de commissie over het in artikel 2 bedoelde verslag vermeld.

    Contactpersoon

Artikel 7

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

    Gesprekken met kandidaten

Artikel 8

  • 1. De secretaris van de commissie nodigt in overleg met de commissie de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens een bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

    Geheimhouding

Artikel 9

  • 1. Op hetgeen direct of indirect aan de leden van de commissie omtrent de kandidaten wordt toevertrouwd, rust een volstrekte geheimhoudingsplicht.

  • 2. Deze geheimhouding geldt ook voor de adviserende leden, de secretaris van de commissie en zijn assistent.

  • 3. Deze geheimhoudingsplicht blijft ook van kracht na ontbinding van de commissie.

    Ontbinding van de vertrouwenscommissie

Artikel 10

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dertigste dag, volgend op die, waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van het college van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er tevens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van de kandidaten worden onmiddellijk aan deze teruggezonden.

  • 5. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er tevens zorg voor dat alle kopieën van de bescheiden als bedoeld in lid 2 alsdan onverwijld worden vernietigd.

    Onvoorziene gevallen

Artikel 11

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005 niet voorzien, beslist de commissie.

Slotbepalingen

Artikel 12

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Vianen”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

  • 3. Deze verordening vervalt op de dag waarop de nieuwe burgemeester is benoemd behoudens het gestelde in artikel 10, lid 3.

  • 4. Deze verordening wordt aan de commissaris ter kennis gebracht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 16 november 2010,
 
De griffier,                         De voorzitter,
 
 
 
C.J. Steehouwer              D.A. den Hertog (wnd.)