Bezoldigingsregeling van de ambtenaren in dienst der gemeente Vlagtwedde

Geldend van 01-03-2011 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsregeling van de ambtenaren in dienst der gemeente Vlagtwedde

De raad van de gemeente Vlagtwedde;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 1996, no. 961100163, Projectgroep Arbeidsduurverkorting;

overwegende dat zijn raad op grond van artikel 3:1 van de "Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Vlagtwedde 1995" een bezoldigingsregeling dient vast te stellen;

gehoord de commissie voor georganiseerd overleg d.d. 26 november 1996;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de "Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Vlagtwedde 1995" en de "Uitwerkingsovereenkomst Vlagtwedde 1995";

besluit:

vast te stellen de volgende

Bezoldigingsregeling van de ambtenaren in dienst der gemeente Vlagtwedde

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    ambtenaar:

  • 1. de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, sub a van de "Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Vlagtwedde 1995";

  • 2.

    de werknemer in de zin van artikel 2:

  • 5:1 van de "Uitwerkingsovereenkomst Vlagtwedde 1995";

  • 2.

    CAR:

  • de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling, zoals deze in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden wordt overeengekomen;

  • 3.

    betrekking:

  • het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten;

  • 4.

    schaal:

  • de in het kader van deze regeling voor een betrekking of voor een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van de diensttijduitloop, zoals bedoeld in bijlage II van de CAR;

  • 5.

    functieschaal:

  • de schaal, c.q. het niveau, welke in overeenstemming is met het niveau van de betrekking, welke een ambtenaar bekleedt; het niveau wordt bepaald middels een systeem van methodische functiewaardering;

  • 6.

    aanloopschaal:

  • de schaal c.q. het niveau, welke volgens bijlage I en Ia van deze regeling vooraf gaat aan de functieschaal;

  • 7.

    salaris:

  • het bedrag van de schaal, hetwelk aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag;

  • 8.

    bezoldiging:

  • het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage; de toelagen, genoemd in artikel 13 en 20 van deze regeling behoren niet tot de bezoldiging;

  • 9.

    salarisanciënniteit:

  • de tijd, welke in aanmerking komt voor de vaststelling van het salaris van de ambtenaar op een hoger bedrag dan het geldende minimum-bedrag (regel 0) van zijn schaal;

  • 10.

    maximum-salaris:

  • het hoogste bedrag van een schaal hetwelk kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;

  • 11.

    bijlage I:

  • bijlage I bij deze bezoldigingsregeling, waarin de indeling van schalen is opgenomen, welke voor de gemeente Vlagtwedde van toepassing is en die is afgeleid van bijlage II;

  • 12.

    bijlage Ia:

  • bijlage Ia bij deze bezoldigingsregeling, waarin de indeling van schalen is opgenomen, welke voor de gemeente Vlagtwedde van toepassing is en die is afgeleid van bijlage IIa;

  • 13.

    bijlage II:

  • bijlage II van de CAR, omvattende indeling van de schalen, bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onderdeel a, van bedoelde regeling, welke van toepassing is op die ambtenaar die ook op 31 maart 1996 reeds een salaris genoot op grond van deze bijlage, tenzij op grond van het gestelde onder lid 3, sub b, tweede gedachtenstreepje, bijlage IIa op hem van toepassing is;

  • 14.

    bijlage IIa:

  • bijlage IIa van de CAR, omvattende indeling van schalen, bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onderdeel a, van bedoelde regeling, welke van toepassing is op:

    • -

      de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een betrekking aanvaardt in de zin van de CAR, zonder direct daaraan voorafgaand een betrekking in de zin van de CAR te hebben vervuld en

    • -

      de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de CAR aanvaardt, direct voorafgegaan door een andere betrekking in de zin van de CAR, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden; hierbij wordt een betrekking mede als nieuw aangemerkt ingeval een bestaande aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd, als gevolg van een wijziging in de uit te voeren taken;

  • 15.

    diensttijduitloop:

  • periodieke salarisverhogingen, welke worden verkregen, nadat de ambtenaar, die volgens bijlage I wordt bezoldigd, gedurende een bepaald aantal jaren het aan zijn schaal verbonden maximum-salaris heeft genoten.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen betreffende het salaris

Artikel 2 Algemene bepaling

Het salaris c.q. de bezoldiging van de ambtenaar wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze regeling en in de bijlagen is bepaald.

Artikel 3 Bezoldiging

  • 1.

    De bezoldiging wordt maandelijks uitbetaald.

  • 2.

    In gevallen, waarin de bezoldiging moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging per dag vastgesteld door de bezoldiging per maand te delen door het aantal dagen van de betreffende kalendermaand.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de uitbetaling van de bezoldiging nadere regelen stellen.

Artikel 4 Ingang en einde bezoldiging

  • 1.

    Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling ingaat. Indien in het besluit van aanstelling geen datum van ingang is vermeld, vangt het genot van de bezoldiging aan met de dag, waarop daadwerkelijk met de aan de betrekking verbonden werkzaamheden is begonnen.

  • 2.

    Het genot van de bezoldiging eindigt met ingang van de dag, waarop het ontslag uit de betrekking ingaat of met ingang van de dag, volgende op die van het overlijden van de ambtenaar. Indien in het ontslagbesluit geen datum van ingang is vermeld, eindigt het genot van de bezoldiging met ingang van de dag, waarop de aan de betrekking verbonden werkzaamheden daadwerkelijk zijn neergelegd.

Artikel 5 Indeling in de voorkomende schalen

  • 1.

    Het functieniveau c.q. de functieschaal wordt bepaald aan de hand van een door burgemeester en wethouders vast te stellen systeem van methodische functiewaardering.

  • 2.

    In de regel vindt indeling c.q. aanstelling plaats in de functieschaal. Indien een ambtenaar naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of (nog) niet geheel aan de aan zijn functie gestelde eisen voldoet, vindt indeling c.q. aanstelling plaats in de aanloopschaal.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent de wijze waarop het onder lid 1 bedoelde functiewaarderingssysteem toepassing vindt.

Artikel 6 Salaris bij aanstelling

  • 1.

    De ambtenaar die op 31 maart 1996 reeds een salaris genoot dat is afgeleid van bijlage II, en wiens functie hetzelfde salarisperspectief heeft als zijn oude functie, wordt een salaris toegekend op basis van bijlage I.

  • 2.

    De ambtenaar die op of na 1 april 1996 wordt aangesteld en die direct voorafgaand aan zijn aanstelling niet reeds een betrekking vervulde waarvan het salaris was vastgesteld op basis van bijlage II wordt een salaris toegekend op basis van bijlage Ia.

  • 3.

    De ambtenaar die op of na 1 april 1996 -aansluitend op een oude betrekking waaraan een salaris was verbonden op basis van bijlage II- een nieuwe betrekking gaat vervullen waaraan een beter salarisperspectief is verbonden, in de vorm van een hogere functieschaal, wordt bij aanvaarding van deze betrekking een salaris op basis van bijlage Ia toegekend.

  • 4.

    Bij aanstelling van- of overgang naar een deeltijdbetrekking wordt het salaris naar evenredigheid bepaald.

Artikel 7 Toekenning periodieke verhogingen

  • 1.

    De salarisanciënniteit van de in artikel 6, de leden 1, 2 en 3 bedoelde ambtenaar, wordt telkens na één jaar goede dienstvervulling verhoogd met één jaar.

  • 2.

    De tijd, gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting verlof geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, wordt voor het bepalen van de salarisanciënniteit gelijkgesteld met de normaal in gemeentedienst doorgebrachte tijd.

  • 3.

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van de periodieke verhoging.

  • 4.

    Een salarisverhoging gaat in op de eerste dag van de maand, waarin op grond van de bepalingen van deze verordening aanspraak ontstaat.

Artikel 8 Toekennen extra salarisanciënniteit

In afwijking van het bepaalde in voorgaande artikelen kunnen burgemeester en wethouders, indien zij daartoe termen aanwezig achten, een ambtenaar bij diens aanstelling of daarna:

  • a.

    extra salarisanciënniteit verlenen of

  • b.

    bezoldiging volgens een hogere leeftijd.

Artikel 8a Inpassing in bijlage IIa van de ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage II, die het maximum heeft bereikt van de functieschaal van zijn betrekking

  • 1.

    De ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage I, die voor 1 april 1997 reeds het maximum heeft bereikt van de schaal en die binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal gaat eerst per 1 april 1997 een salaris ontvangen op basis van het maximum van dezelfde schaal ingevolge bijlage Ia.

  • 2.

    De ambtenaar met een salaris ingevolge bijlage I, die op of na 1 april 1997 het maximum bereikt van de schaal en binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal, gaat op de datum van bereiken van het maximum van de schaal een salaris ontvangen op basis van het maximum van dezelfde schaal ingevolge bijlage Ia.

  • 3.

    Het salaris en de salarisontwikkeling van de in het vierde lid genoemde groep van medewerkers, die op 1 april 1996 zijn ingeschaald, zoals daarachter vermeld, wordt vermeld, wordt overeenkomstig de conversietabel, die als bijlage III bij deze regeling is opgenomen, aangepast.

  • 4.

    De groep van medewerkers, bedoeld in lid 3, is ingeschaald in:

    • schaal

      2, tabel jeugdsalarissen;

    • schaal

      2, anciënniteit 0;

    • schaal

      3, tabel jeugdsalarissen;

    • schaal

      3, anciënniteit 0;

    • schaal

      3, anciënniteit 1;

    • schaal

      3, anciënniteit 2;

    • schaal

      4, tabel jeugdsalarissen;

    • schaal

      4, anciënniteit 0;

    • schaal

      4, anciënniteit 1;

    • schaal

      4, anciënniteit 2;

    • schaal

      5, tabel jeugdsalarissen;

    • schaal

      5, anciënniteit 0;

    • schaal

      5, anciënniteit 1;

    • schaal

      5, anciënniteit 2.

Artikel 9 Stopzetten toekennen salarisverhogingen

  • 1.

    Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat ten aanzien van hem salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 7, achterwege worden gelaten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 3 kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat de periodieke verhoging achterwege kan blijven, indien uit de laatst vastgestelde beoordeling functievervulling blijkt dat het functioneren van de ambtenaar niet (geheel) voldeed aan de eisen. Indien een vastgestelde beoordeling functievervulling ontbreekt, c.q. de datum van vaststelling van een beoordeling functievervulling niet ligt binnen de voor de ambtenaar geldende beoordelingscyclus, die volgt uit artikel 4, lid 1 van de “Regeling functioneringsgesprekken en personeelsbeoordeling Vlagtwedde 1999”, beslissen burgemeester en wethouders over de toekenning van de periodieke verhoging.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste en tweede lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog worden toegekend.

  • 4.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste en tweede lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 10 Bevordering

  • 1.

    Het tot aanstelling bevoegd gezag, kan een ambtenaar, die is ingedeeld in de aanloopschaal, bij gebleken geschiktheid dan wel door het verwerven van de voor zijn functie vereiste ervaring of bekwaamheden, bevorderen naar de functieschaal.

  • 2.

    Verkrijgt een ambtenaar een functie waaraan een hogere functieschaal is verbonden dan die van zijn vorige functie, dan wordt hij, afhankelijk van geschiktheid, ervaring en/of bekwaamheden ingedeeld in c.q. bevorderd naar de aanloopschaal of functieschaal, verbonden aan de nieuwe functie.

  • 3.

    De salarisanciënniteit van de bevorderde ambtenaar, die voor 1 april 1996 is ingedeeld in de aanloopschaal van zijn betrekking en wiens salaris is vastgesteld op basis van bijlage I, wordt zodanig vastgesteld dat het salaris in de nieuwe schaal te allen tijde uitgaat boven het salaris, dat de ambtenaar in de verlaten schaal zou hebben genoten.

  • 4.

    De ambtenaar die op of na 1 april 1996 een salaris is toegekend op basis van bijlage Ia en die wordt bevorderd naar de aanloopschaal of functieschaal van zijn betrekking, wordt ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. In het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag in de nieuwe schaal en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke salarisverhoging zou hebben ontvangen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

HOOFDSTUK 3 TOELAGEN

Artikel 11 Functioneringstoelage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar die het maximum-salaris van zijn functieschaal heeft verkregen, wegens buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver een functioneringstoelage toekennen.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10% van het aan zijn schaal verbonden maximum-salaris, met dien verstande dat de som van dat salaris en de toelage het hoogst bereikbare bedrag van de naast-hogere schaal niet overschrijden.

  • 3.

    De toelage vervalt op het moment dat de ambtenaar een functie verkrijgt, waaraan een hogere functieschaal is verbonden, dan wel de gronden, waarop de toelage werd toegekend, niet meer aanwezig zijn.

Artikel 12 Toelage in verband met minimumloon

  • 1.

    Indien en voor zover het salaris van de ambtenaar in volledige betrekking, minder bedraagt dan het met zijn leeftijd overeenkomende bedrag, krachtens de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag, wordt hem een toelage verleend tot dat bedrag.

  • 2.

    Indien de ambtenaar in een deelbetrekking werkzaam is, wordt de toelage naar evenredigheid bepaald.

  • 3.

    De toelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de aanspraak daarop bestaat.

Artikel 13 Diplomatoelagen

  • 1.

    De ambtenaar, die in het bezit is van het E.H.B.O.-diploma ontvangt hiervoor een toelage, overeenkomstig de voor het rijkspersoneel geldende regeling.

  • 2.

    Het genot van de toelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin het diploma is behaald.

Artikel 14 Toelage schadevrij rijden

De ambtenaar van de buitendienst Openbare Werken, die meer dan 250 werkuren per jaar als chauffeur is belast met het gebruik van motorvoertuigen of ander rijdend materieel met een vermogen van meer dan 20 pk, ontvangt, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een premie van € 110,-- per kalanderjaar, indien hij in dat jaar geen aan zijn schuld of nalatigheid te wijten schade heeft veroorzaakt bij de uitoefening van zijn functie.

Artikel 15 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    De ambtenaar voor wie een schaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 9, en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de "Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Vlagtwedde 1995" ontvangt een toelage.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

    • -

      20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;

    • -

      40 voor de uren op zaterdag tussen 6 en 22 uur;

    • -

      40 voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur;

    • -

      65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid van de "Uitwerkingsovereenkomst Vlagtwedde 1995";

  • met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximum salaris van schaal 6.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 16 Garantietoelage onregelmatige dienst

  • 1.

    Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 15 een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende toelage toegekend, indien;

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage bedoeld in artikel 11.

    • b.

      de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 15, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerst lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 15, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 15 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 15 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vaststellen.

Artikel 17 Toelage bezwarende werkomstandigheden

  • 1.

    De ambtenaar die is belast met extreem vuile en/of zware werkzaamheden wordt afhankelijk van de regelmaat, intensiteit en omstandigheden waaronder deze werkzaamheden plaats vinden een toelage toegekend van maximaal € 70,-- bruto per maand. Onder extreem vuile en/of zware werkzaamheden vallen:

    • -

      het werken in een situatie die een zodanige verontreiniging van de huid veroorzaakt dat deze ook na het gebruik van speciale wasmiddelen duidelijk waarneembaar blijft;

    • -

      het werken in een omgeving met sterk onaangename geuren, of werken met onaangenaam aandoende en sterk afkeer oproepende materialen;

    • -

      het werken in een situatie die een zeer hoge mate van huid- en slijmvliesprikkeling teweegbrengt, zodanig dat het effect ook na het werk nog enige tijd voelbaar blijft;

    • -

      het langdurig werken onder zeer onaangename hoge of lage temperatuur of temperatuurswisselingen;

    • -

      het werken in situaties waarin het gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen niet mogelijk of afdoende is, en waarin door het aanhoudende lawaai onderling contact nauwelijks mogelijk is of de geluidssterkte gelijk is of hoger dan 80 dbA;

    • -

      het werken met sterk trillende apparatuur;

    • -

      het werken met beschermingskleding of –middelen die een ernstige belemmering vormen voor de normale ademhaling, voor huidoppervlakte uitwaseming en voor bewegingsmogelijkheden;

    • -

      het werken onder omstandigheden welke een verhoogd gevaar voor invaliditeit of overlijden meebrengt.

  • 2.

    Uit bijlage III bij deze regeling blijkt voor de genoemde functies de hoogte van de toelage.

Artikel 18 Toelage gladheidsbestrijding

  • 1.

    De ambtenaar, die zich beschikbaar moet houden voor de gladheidsbestrijding van wegen, ontvangt een vaste gebondenheidstoelage van:

    • a.

      een bruto-bedrag van 2/3 van het salarisbedrag, behorende bij schaal 4, salarisanciënniteit 7 van bijlage 1a van deze regeling per winterseizoen, indien de ambtenaar bij gevaar voor gladheid aan huis gebonden is en daarbij verplicht is van tijd tot tijd ook des nachts de toestand van de wegen in ogenschouw te nemen;

    • b.

      de helft van het bedrag, dat volgt uit sub a per winterseizoen, indien de ambtenaar voor gladheid aan huis gebonden is, ten einde na waarschuwing deel te nemen aan gladheidsbestrijding.

  • 2.

    In geval van daadwerkelijke dienst tijdens de gebondenheid aan huis wordt de drempel van twee uur voor overwerk op andere dagen dan zaterdag en zondag, zoals bedoeld in artikel 3:2:1, lid 5a van de Uitwerkingsovereenkomst Vlagtwedde 1997 niet toegepast.

Artikel 19 Beschikbaarheidsvergoeding

  • 1.

    Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling, als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR/UWO van de gemeente Vlagtwedde, ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    Voor de ambtenaar die beschikbaarheidsdiensten verricht, bedraagt de vergoeding:

    • -

      50% van het uurloon, behorende bij het maximum van schaal 7 bij doordeweekse dagen;

    • -

      100% van het uurloon, behorende bij het maximum van schaal 7 bij een zater of zondag en feestdagen;

  • 3.

    De toelage kan op aangeven van de ambtenaar eveneens in tijd worden toegekend tot een maximum van 48 verlofuren op jaarbasis.

Artikel 20 Reisurenvergoeding

De buitendienstambtenaren van de sector Ruimtelijke Zaken, die worden bezoldigd volgens schaal 5 of lager, voor wie de werktijden aanvangen en eindigen op het werk, ontvangen in verband hiermede, zulks naar het oordeel vaan burgemeester en wethouders, een vergoeding van € 0,12 voor elke kilometer boven vijf kilometer vanaf hun woning.

Artikel 21 Garantietoelage

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar buiten zijn schuld of toedoen een functie verkrijgt, van een lager niveau dan de functie die hij voorheen bekleedde, dan wel zijn functie een blijvende verlichting ondergaat en hij met toepassing van het in artikel 5, lid 1 bedoelde systeem van functiewaardering en de bepalingen dezer verordening wordt ingedeeld in een schaal, waaraan een lager maximum-salaris is verbonden dan dat van zijn vorige schaal, dan wordt hem voor het verschil in salaris c.q. eventuele toekomstige verschillen een garantietoelage verleend.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde toelage vervalt op het moment waarop de ambtenaar door het aanvaarden van een andere functie, dan wel door een functieverzwaring, wordt ingedeeld in een schaal waarvan het hoogst bereikbare salaris tenminste gelijk is aan het hoogst bereikbare salaris, verbonden aan de verlaten schaal, vermeerderd met de garantietoelage.

  • 3.

    Voor zover het met toepassing van lid 2 verkregen nieuwe salaris lager is dan de som van het oude salaris met garantietoelage, dan wordt de toelage gehandhaafd tot het verschil c.q. eventuele toekomstige verschillen tussen het oude en het nieuwe salaris.

Artikel 21a

Voor de toepassing van het bepaalde in hoofdstuk 7 van de CAR worden de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3 van de CAR en de overgangstoelage onregelmatige dienst slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomst met hetgeen in de drie kalendermaanden of in de dertien kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week is toegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van de ambtenaar per maand of per week wordt uitbetaald. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden of dertien kalenderweken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand of per week is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

HOOFDSTUK 4 ONKOSTENVERGOEDING

Artikel 22 BHV-toelage

  • 1.

    De ambtenaar die is aangesteld als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 22 van de Arbeidsomstandighedenwet  en die naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulp-verleningstaken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt een toelage.

  • 2.

    De toelage bedraagt € 160,-- per jaar voor de Bedrijfshulpverleners en € 320,-- voor de ploegleider Bedrijfshulpverlening.

  • 3.

    Indien de bedrijfshulpverlener deelneemt aan oefeningen buiten diensttijd, ontvangt hij een uurvergoeding, die is afgeleid van het maximum-salaris van schaal 6.

  • 4.

    De onder lid 2 genoemde bedragen worden aangepast op het moment dat voor het rijkspersoneel een overeenkomstige aanpassing plaatsvindt.

Artikel 23 Gereedschapstoelage

  • 1.

    De buitendienstambtenaren van de sector Ruimtelijke Zaken, die daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komen, genieten een gereedschapstoelage van €115,-- per jaar.

  • 2.

    Indien geen vol jaar dienst is gedaan, wordt de toelage, bedoeld in lid 1 en 2 naar evenredigheid uitgekeerd.

HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Aanpassing salarissen aan algemene salariswijzigingen

Indien het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mededeling doet van wijziging in de salarissen van ambtenaren in de sector Gemeenten, welke wijziging een algemeen karakter draagt, brengen burgemeester en wethouders een overeenkomstige wijziging aan in de salarissen van de ambtenaren.

Artikel 25 Gevallen waarin niet is voorzien

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen. Deze voorzieningen mogen niet in strijd zijn met deze verordening.

Artikel 26 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Bezoldigingsregeling Vlagtwedde 2011".

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 maart 2011.

Ondertekening

Aldus besloten op 15 februari 2011
Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde
L.A.M. Kompier J.M. de Vos
Burgemeester Secreatris/Algemeen directeur

Bijlage

Bijlagen Bezoldigingregeling aanpassing 2011.pdf (versie geldig sinds: 13-07-2011; PDF-bestand; grootte: 90.49 kB)