Regeling seksinrichtingen en escortbedrijven Vlissingen

Geldend van 08-11-2000 t/m heden

Intitulé

REGELING SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

§ 1. Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    seksinrichting: een seksinrichting als bedoeld in artikel 3:1, sub c van de APV Vlissingen 2009;

  • b.

    escortbedrijf: een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:1, sub d van de APV Vlissingen 2009;

  • c.

    verblijfsruimte: een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 45 van het Bouwbesluit

  • d.

    werkruimte: een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Artikel 1.2 Termijn vergunning

De vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV Vlissingen 2009 wordt verleend voor de periode van maximaal drie jaren.

Artikel 1.3 Ontheffing

Het bevoegde bestuursorgaan kan uitsluitend reeds bestaande inrichtingen ontheffing verlenen van het gestelde in de paragrafen 2 en 3 van deze nadere regelen.

§ 2. Inrichtingseisen seksinrichtingen

Artikel 2.1 Verblijfsruimten

  • 1. Tot een seksinrichting moet tenminste behoren:

    • a.

      een verblijfsruimte ingericht als keuken;

    • b.

      een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast;

    • c.

      een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van ten minste 16 vierkante meter en een breedte van ten minste 3,50 meter.

  • 2. Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

  • 3. Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

  • 4. In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet in voldoende mate daglicht kunnen toetreden en vanuit deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

Artikel 2.2 Werkruimten en keuken

  • 1. Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 8 m², waarvan de breedte ten minste 2,10 meter is.

  • 2. Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en van heldere witte elektrische verlichting.

  • 3. In iedere werkruimte dienen voldoende schone handdoeken en vloeibare zeep aanwezig te zijn;

  • 4. Het bedlinnen in de werkruimten wordt dagelijks verschoond. Het bedlaken wordt na iedere bezoeker vervangen.

  • 5. In een seksinrichting waar 5 of meer werkruimten aanwezig zijn, dient een keuken aanwezig te zijn met een oppervlakte van tenminste 5 m² en een breedte van tenminste 1,80 meter.

Artikel 2.3 Sanitaire voorzieningen

In een seksinrichting moeten tenminste één heren- en één damestoilet en één badruimte aanwezig zijn:

  • a.

    per bouwlaag;

  • b.

    per vijf werkruimten.

Artikel 2.4 Overige voorzieningen

  • 1. De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk II van het Bouwbesluit.

  • 2. Een seksinrichting moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk II van het Bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.

  • 3. De aanwezige vertrekken en sanitaire voorzieningen dienen te allen tijde in hygiënische staat te verkeren;

Artikel 2.5 Sociale veiligheid

Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

§ 3 Brandveiligheidseisen

Artikel 3.1 Brandveiligheidsvoorschriften

  • 1. Voor een seksinrichting met één werkruimte is hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte is hoofdstuk 7, titel 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De algemene gebruikseisen van hoofdstuk 6 van de Bouwverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Het gebruik van verplaatsbare verwarmingstoestellen is niet toegestaan.

§ 4 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 4.1 Algemeen

  • 1. Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • 3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 4.2 Register

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

  • 2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan een ambtenaar van politie of een daartoe aangewezen toezichthouder.

Artikel 4.3 Toegang ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

  • a.

    gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

  • b.

    gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 4.4 Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee

  • 1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituee, alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

  • 2. De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.

  • 3. Indien een arts vast verbonden is aan de seksinrichting of het escortbedrijf, meldt de exploitant of beheerder de naam en adres van deze arts aan de GGD.

  • 4. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees

  • 5. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.

  • 6. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan

  • 7. De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      in de werkruimten te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde de condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

    • b.

      de prostituee het werken zonder condoom mag weigeren;

    • c.

      de prostituee klanten en/of bepaalde diensten mag weigeren;

    • d.

      de prostituee mag weigeren met de klant alcoholhoudende dranken te drinken;

    • e.

      de prostituee niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken

    • f.

      de prostituee het recht heeft op een vrije artsen keuze.

    • g.

      voor een seksinrichting of escortbedrijf geen reclame wordt gemaakt waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

§ 5 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze nadere regelen treden in werking op de dag dat de 16e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Vlissingen 1993 in werking treedt.

Artikel 5.2 Overgangsbepaling

Het gestelde in de paragrafen 2 en 3 is tot 8 november 2003 niet van toepassing op seksinrichtingen die thans reeds zijn gevestigd in de gemeente Vlissingen.

Ondertekening

Vlissingen, 26 oktober 2000.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
mr. A.L. Pronk A. van Dok- van Weele

TOELICHTING REGELING SEKSNRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

§ 1 Algemeen

De vergunning als bedoeld in artikel 3:4 APV Vlissingen 2009 wordt verleend voor de duur van maximaal 3 jaren, zodat periodiek het functioneren van inrichting(en) en/of het gemeentelijk beleid ter zake kan worden geëvalueerd.

Voor bestaande inrichtingen kan gelden dat het technisch onmogelijk is om aan de gestelde eisen als genoemd in de paragrafen 2 en 3 te voldoen. Slechts indien redelijkerwijs niet kan worden verwacht van de bestaande exploitant dat aan de eisen wordt voldaan, bijvoorbeeld wegens technische problemen kan ontheffing worden verleend door het bevoegde bestuursorgaan. Voor alle nieuwe inrichtingen geldt deze ontheffingsmogelijkheid niet.

§ 2 Inrichtingseisen seksinrichtingen

De tekst spreekt voor zich

§ 3 Brandveiligheidseisen

Een seksinrichting moet voldoen aan dezelfde eisen op het gebied van brandveiligheid als elk ander bedrijf.

§ 4 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Om de controletaak van politieambtenaren en andere toezichthouders te vergemakkelijken, zijn de exploitant en beheerder van een seksinrichting (of escortbedrijf) verplicht een register van werknemers bij te houden en moeten zij er voor zorgen dat deze ambtenaren onbelemmerd de inrichting kunnen betreden wanneer deze voor het publiek geopend is.

Ook indien wordt vermoed dat (en moet worden nagegaan of) zich in de inrichting bezoekers bevinden gedurende de tijd dat de inrichting gesloten moet zijn, dient de politieambtenaar toegang te worden verleend.

De prostituee heeft het recht, over haar eigen lichaam en psychische integriteit te beschikken. Dit recht is in de Grondwet vastgelegd. Dat recht kan binnen de prostitutie op verschillende manieren in gevaar komen. Daarom is het voor de bedrijfsvoering van belang dat de prostituee geheel vrijwillig en zelfstandig kan werken. Dit betekent dat zij/hij niet mag worden gedwongen tot onveilig vrijen, het meedrinken van (alcoholische) dranken met e.d.

Daarnaast kent de prostitutie gezondheidsrisico's besmetting met SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen) en AIDS. Daarom worden regels gesteld ter bescherming van de gezondheid van de prostituee en volksgezondheid. Deze voorschriften zijn voorwaardenscheppend aard en hebben betrekking op voorlichting, condoomgebruik, het toepassen van safe-sekstechnieken en het periodieke geneeskundig onderzoek. De bedrijven zijn verplicht medewerking te verlenen aan voorlichtingsactiviteiten over risico's en preventiemogelijkheden en voorlichtingsmateriaal en condooms beschikbaar te hebben.

§ 5 Inwerkingtreding en overgangsbepaling.

Aan exploitanten van bestaande seksinrichtingen wordt één jaar de tijd gegeven om hun seksinrichting aan te passen aan de geldende inrichtings- en brandveiligheidseisen. Deze termijn wordt geacht ruim voldoende te zijn.

Vlissingen, 26 oktober 2000,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

mr. A.L. Pronk A. van Dok- van Weele