Regeling vervallen per 01-09-2023

Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018

Geldend van 09-08-2018 t/m 31-08-2023

Intitulé

Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018

Burgemeester en wethouders maken bekend, dat zij op 5 juni 2018:

de beleidsregel "Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2017" hebben ingetrokken;

de beleidsregel "Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018" hebben vastgesteld, zoals in de hierbij behorende versie is weergegeven, voor zover deze aanpassingen betrekking hebben op terrassen bij niet-horeca

en

de burgemeester van Vlissingen maakt bekend, dat hij op 5 juni 2018:

de beleidsregel "Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018" heeft vastgesteld, zoals in de hierbij behorende versie is weergegeven, voor zover deze aanpassingen betrekking hebben op terrassen bij horeca.

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlissingen en Burgemeester van Vlissingen ieder voor zover zij bevoegd zijn;

overwegende dat het verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders [artikel 2:5 in samenhang met 2:25 Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013; hierna APV] dan wel de burgemeester [artikel 2:24, lid 7 in samenhang met artikel 2:25, APV] een terras in gebruik te nemen;

dat het gewenst is beleid te formuleren voor het verlenen van vergunningen, al dan niet als onderdeel van een exploitatievergunning openbare inrichting, voor een terras, met het oog op het beschermen van het belang van:

de openbare orde en veiligheid;

het voorkomen of beperken van overlast;

het uiterlijk aanzien van de omgeving;

de verkeersvrijheid en/of –veiligheid;

gelet op de artikelen 2:5, 2:24 en 2:25, vierde lid van de APV en de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; het bepaalde in artikel 156, derde lid [burgemeester en wethouders] en artikel 174 [burgemeester] van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

bij het beoordelen van aanvragen om exploitatievergunningen of terrasvergunningen de volgende beleidsregel aan te houden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

a.

Openbare inrichting:

Openbare inrichting als gedefinieerd in artikel 2:23 lid 1 APV [de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptieve ter plaatse worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting worden in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis alsmede een bij dit bedrijf behorend terras en de andere aanhorigheden.

b.

Terras:

Terras als gedefinieerd in artikel 2:23 lid 2 APV: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar zit- [en sta]gelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

c.

Terrasmeubilair:

Onder terrasmeubilair wordt verder verstaan: vlonders, tafels, zitelementen, en aankleding minder dan 1 meter hoog [hoger is omgevingsvergunningsplichtig] en parasols [zie ook artikel 6.2 en 7]. Daarnaast kan terrasmeubilair bestaan uit vergunde omgevingsplichtige bouwwerken.

d.

Gevelterras:

Terras als gedefinieerd in artikel 2:23 lid 2 onder a APV [terras grenzend aan de gevel van een openbare inrichting waarin een horecabedrijf geëxploiteerd wordt].

e.

Gebouwd terras:

Overdekt en/of een door wanden omgeven ruimte, waarin de inrichting wordt voortgezet. Het gebouwde terras is aangebouwd aan de horecavestiging of gevestigd op het overige terras en is gelegen op of aan de openbare weg.

f.

Winterterras:

Niet permanente en demontabele overdekte en/of een door demontabele wanden omgeven ruimte, waarmee de exploi¬tatie van de inrichting gedurende 4 wintermaanden wordt uit¬gebreid. Het winterterras is aan de gevel van de horeca¬ves¬ti¬ging aangebouwd en is gelegen op of aan de open¬ba¬re weg. Voor het Bellamypark kan het winterterras als overterras aan de overzijde van de ter plaatse aanwezige rijloper worden uitgebreid.

g.

Overige terras:

Terras als gedefinieerd in artikel 2:23, lid 2, onder b, APV [alle terrassen niet grenzend aan de gevel van een openbare inrichting.

h.

Hangend terras

Terras aan de Boulevard, dat is aangebracht achter de reling en boven de glooiing.

i.

Tappunt:

Een buitenbar, deze ‘bar’ mag maximaal 120cm hoog zijn en de nooduitgangen niet blokkeren.

j.

Locatie:

Fysieke bepaling van het terras.

k.

College:

College als gedefinieerd in artikel 1:1 onder i APV [burgemeester en wethouders van Vlissingen];

l.

Zonering Boulevards:

Boulevards Evertsen, Bankert, De Ruyter.

m.

Zonering Binnenstad:

alle straten ten zuiden van Aagje Dekenstraat/Coosje Buskenstraat [niet zijnde de Boulevards].

Artikel 2. Geldigheidsduur vergunning

Op een verleende vergunning is artikel 1:5 APV van toepassing.

Uitgangspunt is dat een vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgegeven en per¬soons¬ge¬bonden is. Dit betekent dat de vergunning wordt afgegeven aan de exploitant. Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag bijzondere omstandigheden het nood¬za¬kelijk maken, wordt een vergunning verleend voor een kortere periode.

Artikel 3. Algemeen

In de periode dat er geen terras aanwezig mag zijn, moet alle terrasmeubilair en al dan niet ter plaatse aanwezige omgevingsvergunningsplichtige bouwwerken worden verwij¬derd tenzij hierna anders aangegeven.

Artikel 3.1 Terrassenseizoen Binnenstad

  • 1.

    Gevelterrassen mogen het gehele jaar door geplaatst worden.

  • 2.

    Overige terrassen mogen van 1 maart tot 1 november geplaatst worden. [de datum van 1 november wordt verlaat tot de eerste maandag van november in de jaren dat de [herfst]vakantieperiode voor Zuid eindigt na 1 november].

  • 3.

    Overige terrassen mogen van 1 november tot 1 maart [winterseizoen] geplaatst blijven als er niets is veranderd aan de verleende vergunning. Als er wel wijzigin¬gen optreden moet er opnieuw een terrasvergunning worden aangevraagd voor die winterperiode.

Artikel 3.2 Terrassen[seizoen] Boulevards

  • 1.

    Gevelterrassen mogen het gehele jaar door geplaatst worden.

  • 2.

    Overige terrassen mogen van 1 november tot 1 maart [winterseizoen] niet geplaatst worden, deze overige terrassen [inclusief vlonders] moeten uiterlijk 1 november ver¬wij¬derd zijn; [de datum van 1 november wordt verlaat tot de eerste maandag van november in de jaren dat de [herfst]vakantieperiode voor Zuid eindigt na 1 november].

  • 3.

    Overige terrassen, met uitzondering van de hangende terrassen, moeten op een vlon¬der worden geplaatst en aan de wegzijde van de promenade staan.

  • 4.

    Terrasschermen op de Boulevards mogen bij een overig terras op de promenade al¬leen aan één korte zijde van het terras geplaatst worden, met aansluitend een scherm van maximaal 2,00 m de hoek om [of aan zeezijde of aan straatzijde].

  • 5.

    Op de Boulevards dient de minimale doorgang 3,00 meter te bedragen op de pro¬me¬nade [stoep aan de zeezijde]; op specifieke locaties kan een bredere doorgang vereist worden.

  • 6.

    Het hangend terras mag van 1 november tot 1 maart niet gebruikt worden.

  • 7.

    Tijdens de onder 6 genoemde periode:

    • a.

      mag op het hangend terras de constructie met schermen blijven staan, exclu¬sief parasols en overige zonneschermen;

    • b.

      mogen op het hangend terras de tappunten/buitenbarren blijven staan, mits er een goede uitstraling aan wordt gegeven;

    • c.

      moet voor het hangend terras de originele reling teruggeplaatst zijn;

    • d.

      moet het hangend terras deugdelijk worden afgesloten;

    • e.

      moet er een bord ‘Verboden Toegang’, voor de entree van het hangend terras komen te hangen, zodat men weet dat men het terras niet mag betreden.

Artikel 3.3 Terrassenbeleid algemeen geldend voor gehele gemeente

Gevel- en overige terrassen zijn [met vergunning] toegestaan, onder voorschrift dat:

  • 1.

    Geen schade wordt toegebracht aan de openbare weg.

  • 2.

    Gebruik, beheer en onderhoud van de openbare weg [inclusief kabels en leidingen] niet in gevaar komen.

  • 3.

    Overlast [door het niet en/of lastig toegankelijk zijn van de openbare weg] voor pas¬santen en gebruikers van in de nabijheid gelegen panden wordt vermeden.

  • 4.

    Reclameborden en verdere aankleding, zoals plantenbakken, dienen binnen de ter¬ras¬afmeting te worden geplaatst [niet er naast of ervoor].

  • 5.

    Langdurige [meer dan twee weken] opslag of opeenstapeling op het terras van ter¬rasmeubilair is niet toegestaan.

  • 6.

    In verband met het verwijderen van het terras vindt geen restitutie van precario¬rech¬ten plaats, tenzij de verwijdering langer dan een periode van vier aangesloten we¬ken duurt. Dan zal naar de evenredigheid van de duur van de verwijdering restitutie van de betaalde precariorechten plaatsvinden indien daarom wordt verzocht.

Artikel 4. Openingstijden

In verband met het voorkomen van overlast voor gebruikers van de in de omgeving gele¬gen panden, mag een terras alleen geëxploiteerd worden van 08.00 tot 02.00 uur.

Is het een terras bij een winkel dan gelden voor het terras de ter plaatse geldende winkeltijden.

Is het een terras bij een inrichting met exploitatievergunning dan geldt de uiterste slui¬tingstijd van 02.00 uur of de eerdere sluitingstijd in de exploitatievergunning van de open¬bare inrichting.

Is het een terras bij een openbare inrichting die is vrijgesteld van een exploitatie-ver¬gun¬ning voor een openbare inrichting dan wordt de sluitingstijd in de terras-vergunning opgenomen.

Artikel 5. Terrasafmetingen

De afmetingen van een terras worden per aanvraag bepaald en worden door de ge¬meen¬te visueel afgebakend.

De terrasafmetingen worden bepaald op basis van de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Veilig en doelmatig gebruik van de openbare weg blijft gehandhaafd voor alle ge¬bruikers. De minimale vrije doorgang voor voetgangers is 1,50 meter.

  • 2.

    De doorgang voor publiek wordt bepaald door de intensiteit van de voetgan¬gers¬stro¬men en de functies van onderhavige locaties.

  • 3.

    Een ongehinderde doorgang moet gegarandeerd zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • 4.

    Brandkranen en vluchtroutes moeten vrij toegankelijk zijn.

  • 5.

    Op het evenemententerrein van het Bellamypark is de maximale diepte van de overi¬ge terrassen aangegeven door ‘pinnen’.

  • 6.

    Aanvragen om wijziging van de terrasafmetingen worden alleen in behandeling ge¬no¬men als deze zijn ingediend voor 1 maart van het kalenderjaar waarop de wij¬zi¬ging moet ingaan.

Artikel 6. Omgevingsvergunningplichtige terrasonderdelen

  • 1.

    Wanneer een onderdeel van het terras kan worden gezien als een bouwwerk, kan er op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht [hierna: Wabo] een omgevingsvergunning vereist zijn. Hierop zijn onder andere het bestemmingsplan, het Bouwbesluit en de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006 van toepassing. Te denken valt aan vlonders, terrasschermen, tappunten, zonneschermen en pa¬ra¬sols met een vast bevestigingspunt. De onderdelen in artikel 6.1 t/m 6.6 zijn in ieder geval omgevingsvergunningsplichtig.

  • 2.

    Indien sprake is van een onderdeel van het terras waarvoor géén omgevings¬ver¬gunning vereist is, is artikel 6.1 t/m 6.5.1 onverminderd van overeenkomstige toe¬pas¬sing bij de beoordeling van de aanvraag om een terrasvergunning of tijdelijke terrasuitbreiding.

Artikel 6.1 Terrasschermen [omgevingsvergunningsplichtig]

  • 1.

    Het bevoegd gezag beoordeelt per aanvraag of terrasschermen zijn toegestaan, bij de beoordeling houdt het bevoegd gezag rekening met het beschermd stads¬ge¬zicht, het uitzicht vanuit belendende percelen en zicht op etalages van naburige per¬celen. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing bij de be¬oor¬deling van de aanvraag voor een terrasvergunning of een tijdelijke terras¬uit¬brei¬ding.

  • 2.

    Terrasschermen zijn alleen toegestaan indien dit uitdrukkelijk in de exploitatie-ver¬gun¬ning of terrasvergunning wordt vermeld.

  • 3.

    Terrasschermen moeten [nagenoeg] volledig transparant zijn.

  • 4.

    Terrasschermen evenwijdig aan de gevel zijn in principe niet toegestaan, tenzij dit aantoonbaar [bijvoorbeeld in verband met wind] noodzakelijk is. In die gevallen kan er een terrasscherm van maximaal 2 meter breed evenwijdig aan de gevel wor¬den toegestaan.

  • 5.

    Indien terrasschermen [haaks op de gevel] worden toegestaan gelden daarvoor in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      terrasschermen mogen het zicht op de etalages en de toegangen van omlig¬gen¬de panden niet [ernstig] belemmeren;

    • b.

      terrasschermen mogen op een gevelterras niet hoger zijn dan 2,00 meter;

    • c.

      terrasschermen mogen op een overig terras niet hoger zijn dan 1,60 meter.

  • 6.

    Terrasschermen moeten voldoen aan het vigerende bestemmingsplan en de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006, alsmede aan het gestelde in de herin¬richtingsvisie Binnenstad.

Artikel 6.2 Parasols met vaste bevestigingspunten [omgevingsvergunningsplichtig]

Indien de omstandigheden [bijv. ruimtelijke, esthetische en veiligheidsaspecten] en het bestemmingsplan dit toestaan zijn parasols met vaste bevestigingspunten toegestaan, mits vergund met omgevingsvergunning.

Artikel 6.3 Zonneschermen/luifels [vergunningsplichtig]

Voor de regels voor zonwering aan gebouwen wordt verwezen naar de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006.

Artikel 6.4 Tappunten/bestek- en serveerkasten/computerterminals etc. [omgevingsvergunningsplichtig]

  • 1.

    Tappunten/bestek- en serveerkasten/computerterminals etc. mogen enkel ge¬plaatst worden binnen de grenzen van het terras en een hoogte hebben van maxi¬maal 1,20 m.

  • 2.

    Tappunten/bestek- en serveerkasten/computerterminals etc. moeten onderge¬schikt zijn en passen binnen de gekozen inrichting van het terras.

  • 3.

    Tappunten/bestek- en serveerkasten/computerterminals etc. moeten voldoen aan het vigerende bestemmingsplan en de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006.

Artikel 6.5 Overkappingen en/of aanbouwen t.b.v. de winterterrassen op het gevel¬terras of op het overige terras [al dan niet omgevingsvergunnings¬plich¬tig]

Een terras in de vorm van aan-/uitbouwen of serres is niet toegestaan. Deze vorm van terrassen tast de hoofdstructuur van de bebouwing en de openbare ruimte [de voor¬ge¬vel¬rooilijn wordt verschoven] aan.

Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag bijzondere omstandigheden ervoor zor¬gen dat een gebouwd terras [tijdelijk] wel is toegestaan, moet dit gebouwd terras vol¬doen aan:

  • a.

    er mag geen gebruik worden gemaakt van partytenten, zeil en doek;

  • b.

    het moet voldoen aan het vigerende bestemmingsplan en de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006;

  • c.

    het moet voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit en de brandweer moet de aan¬vraag van de, al dan niet omgevingsvergunningplichtige, te bouwen terrassen be¬oordelen en goedkeuren. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toe¬passing bij de beoordeling van de aanvraag voor een terrasvergunning of een tij¬de¬lijke terrasuitbreiding.

  • d.

    het winterterras mag niet permanent geplaatst worden, de tijdsduur wordt aange¬geven in de omgevingsvergunning [winterseizoen is van 1 november tot 1 maart]. Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing bij de be¬oordeling van de aanvraag voor een terrasvergunning of een tijdelijke terrasuit¬brei¬ding.

Artikel 6.5.1 Aanvullende eisen Bellamypark en Nieuwendijk

Voor het Bellamypark en de Nieuwendijk geldt dat er collectief een plan voor [winter]¬aankleding van de gevel- en/of overzijde terrassen moet worden ingediend door mid¬del van een omgevingsvergunning [collectief betekent dat per gevelwand minimaal de helft van het aantal horecabedrijven meedoet].

Artikel 6.6 Overige bouwwerken [omgevingsvergunningsplichtig]

Voor overige bouwwerken die langer dan 30 dagen aanwezig zijn en hoger dan 1,00 m, zoals een vast tappunt of een buitenbar, kussenhouders, plantenbakken etc. en vlonders. moet een omgevingsvergunning aan worden gevraagd. Deze aanvragen worden getoetst aan de Welstandsnota gemeente Vlissingen 2006 en moeten passend zijn binnen de gekozen inrichting van het terras.

Artikel 7. Parasols

  • 1.

    Een parasol in uitgeklapte toestand moet zich binnen de terrasbegrenzing bevin¬den en mag de ongehinderde doorgang, buurterras en/of rijbaan niet overdek¬ken/¬overlappen.

  • 2.

    Eén tint parasol per terrasdeel is toegestaan.

Artikel 8. Overig

  • 1.

    Een tijdelijke tappunt of een tijdelijke buitenbar, gekoppeld aan een evenementen¬ver¬gunning, mag niet langer dan 12 dagen aaneengesloten aanwezig zijn. Per onder¬neming mag per terrasdeel 1 tijdelijk tappunt of 1 tijdelijke buitenbar ge¬plaatst worden. Het tappunt of de buitenbar mag de nooduitgangen niet blokkeren [i.v.m. de brandveiligheid]. Een [een al dan niet vast] tappunt of buitenbar mag een maximale hoogte hebben van 120 cm en is wanneer dit object hoger is dan 1,00 meter alleen toegestaan als er ook een omgevingsvergunning is verleend. Dit tappunt mag alleen gebruikt worden voor verstrekking aan terrasbezoekers die dit ter plaatse nuttigen.

  • 2.

    Het verwarmen van een terras is toegestaan, mits dit op veilige wijze geschied. Wan¬neer de verwarming wordt bevestigd aan de gevel, dient hiervoor een omge¬vingsvergunning te worden aangevraagd en een melding Activiteitenbesluit milieu¬be¬heer te worden gedaan.

  • 3.

    Het schoonmaken van het terras en de directe omgeving van het terras is een ver¬ant-woordelijkheid van de houder van de vergunning.

  • 4.

    Het is verboden zonder evenementenvergunning op het terras etenswaren te be¬rei¬den. Deze evenementenvergunning wordt maximaal 12 keer per kalenderjaar ver¬leend.

  • 5.

    Bij een gelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt [zoge¬naamde ‘coffeeshops’] zijn terrassen niet toegestaan.

  • 6.

    Gebruikte materialen moeten passend zijn binnen de uitstraling van een hoog¬waardig verblijfsgebied, zoals in de zone Boulevards en de Binnenstad.

Artikel 9. Evenementen

  • 1.

    Bij het organiseren en houden van evenementen kan zich de situatie voordoen dat een gesitueerd terras [gevel- dan wel overig terras] een belemmering vormt. De burgemeester [indien terras op evenemententerrein staat] bepaalt na overleg met de betreffende ondernemer[s] wanneer er sprake is van belemmering. Dit kan zijn in het kader van de openbare orde en de [verkeers-] veiligheid of vanwege de or¬ga¬nisatie van het evenement zelf. In een dergelijk geval dient het gebruik van het terras gedurende de duur van het evenement te worden opgeschort.

  • 2.

    De mogelijke plaatsbepaling van de terrassen bij evenementen wordt na overleg met de betrokken partijen besproken en definitief aangegeven in de aangevraagde evene¬men-tenvergunning.

Artikel 10. Vergunning terras voor detailhandel

  • 1.

    De vergunning terras voor detailhandel is enkel voor de situatie waarin er geen exploitatievergunning openbare inrichting [hierna horecabedrijf] vereist is.

  • 2.

    Enkel los staande tafels, stoelen en banken zijn toegestaan. Dus geen terras¬schermen, heaters, vaste parasols, overkappingen en dergelijke.

  • 3.

    Gebruik, beheer en onderhoud van de openbare weg [incl. kabels en leidingen] moet zonder meer mogelijk blijven.

  • 4.

    Nooduitgangen, brandtrappen en brandkranen vrij houden van obstakels.

  • 5.

    Op trottoirs wordt een obstakelvrije doorloopruimte overgehouden [denk ook aan rol¬stoe¬len, kinderwagens e.d.].

  • 6.

    Voor het terras moet minimaal 4,5 meter vrije doorgang overblijven voor hulp¬diens¬ten.

  • 7.

    Passanten en gebruikers van in de nabijheid gelegen panden worden niet gehin¬derd.

  • 8.

    Vlonders zijn niet toegestaan.

  • 9.

    Op het terras mag geen alcohol geschonken of gedronken worden.

  • 10.

    Openingstijden zijn gelijk aan de openingstijden van de bijbehorende zaak. Na slui¬tingstijd moet het meubilair binnengehaald worden, dus niet buiten laten staan.

Artikel 11. Handhaving

  • 1.

    De handhaving van de in dit beleid opgenomen bepalingen ten aanzien van ter¬ras¬sen, is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.

  • 2.

    Niet naleven van de voorschriften dan wel overtreding van de APV kan aanleiding zijn tot het toepassen van bestuursrechtelijke maatregelen en/of strafrechtelijke sancties.

Artikel 12. Overgangsrecht

Een bestaande inrichting met een geldige exploitatievergunning met terras of een ter¬rasvergunning op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel heeft het recht op voortzetting van de exploitatie van dat terras op de wijze zoals deze vergund is.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het bevoegd gezag handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die door bijzondere omstandigheden on¬evenredig zijn in verhouding tot het met de beleidsregel te dienen doel.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018”.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

Ondertekening

Vlissingen, 5 juni 2018

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris de burgemeester

mr. drs. ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

De burgemeester van Vlissingen,

drs. A.R.B. van den Tillaar

Toelichting bij Regels terrassenbeleid en -uitvoering Vlissingen 2018

1 Algemene toelichting

De terrassen in de gemeente Vlissingen [vooral in het centrum] leveren een grote bij¬drage aan de recreatieve kwaliteit en de sfeer van de gemeente. Een voorwaarde voor deze kwaliteit is wel dat de terrassen aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoen. Verder is een duidelijke normstelling noodzakelijk ten behoeve van het woon- en leefklimaat in de gemeente. Het voorkomen van overlast en het verbeteren van de kwaliteit van de terrassen, zijn aanleiding geweest om terrassenbeleid op te stellen.

Het juridisch kader voor het terrassenbeleid wordt door de volgende wetten en rege¬lin¬gen bepaald:

• Gemeentewet [Gw]

Op grond van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en de daarbij behorende erven. De bevoegdheid inzake een terrasvergunning is bij de burgemeester neergelegd voor zover het om openbare in¬richtingen [horecabedrijven]. Voor het overige is het College bevoegd. In het laatste geval gaat het om terrassen bij winkels of dienstverlenende bedrijven die geen horecabedrijf zijn.

• Algemene wet bestuursrecht [Awb]

In deze wet worden de procedures, termijnen, bezwaarmogelijkheden e.d. geregeld.

• Wet ruimtelijke ordening [Wro]

Op grond van de Wro zijn bestemmingsplannen vastgesteld. Wanneer in het bestem¬mings¬plan geen horecabestemming op een pand rust, komt dit pand vaak niet in aan¬mer¬king voor een terrasvergunning.

• Wet milieubeheer [Wm]

Horecaondernemingen dienen te voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit besluit is ook van kracht ten aanzien van terrassen waarvan de bijbehorende inrichting onder dit besluit vallen. Het besluit kent allerlei bepa¬lingen. In het geval van terrassen gaat het om geluiden afkomstig terrasbezoekers, ver¬sterkte en onversterkte muziek.

• Drank- en horecawet [Dhw]

De Drank- en Horecawet [hierna: Dhw] regelt de verstrekking van alcoholhoudende drank. De Dhw is gericht op de verkoop van alcoholhoudende dranken o.a. vanuit win¬kels, horeca- en slijterijbedrijven. De belangrijkste bepalingen uit de Dhw zijn dat het niet toegestaan is zonder vergunning van de burgemeester een horecabedrijf uit te oefenen [art. 3]. Art. 12 bepaalt dat het verboden is alcohol te schenken [dus verstrekken voor gebruik ter plaatse] anders dan in de horecalokaliteit of het terras zoals dit in de Drank- en Horecavergunning is vermeld. Tevens is het, op grond van art. 13 verboden in een horeca¬lokaliteit alcoholhoudende drank te verkopen om mee te nemen [d.w.z. voor ge¬bruik elders dan ter plaatse].

• Bestemmingsplannen

Een bestemmingsplan is het juridisch bindende ruimtelijke plan dat het gebruik van de grond en de opstallen en de bouwmogelijkheden regelt. Wanneer iemand op een locatie een horecazaak wil starten, zal dit alleen worden toegestaan wanneer het bestemmings¬plan deze mogelijkheid biedt. Wanneer in het bestemmingsplan de mogelijkheid voor horeca [nog] niet is geboden, kan de betrokkene een omgevingsvergunning indienen voor het afwijken van het bestemmingsplan.

• Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013 [APV]

De APV is lokale regelgeving die zich richt op de regulering van de orde en veiligheid in de gemeente Vlissingen. In het kader van terrassen zijn met name de artikelen 2:5, 2:24, 2:25 van de APV van belang.

• Leges- en precarioverordening

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een terrasvergunning is eenmalig een legesbedrag verschuldigd, deze tarieven zijn opgenomen in de legesverordening. Voor het in gebruik nemen van gemeentegrond is jaarlijks een bedrag aan precario ver¬schul¬digd, deze tarieven zijn opgenomen in de precarioverordening.

• Welstandsnota [Welstandsnota Gemeente Vlissingen 2006]

Burgemeester en wethouders laten zich bij de afgifte van omgevingsvergunningen advi¬se¬ren door een ambtelijke adviescommissie. Deze adviescommissie toetst de aanvraag aan een aantal beleidsregels.

• Vergunning terras bij niet horecabedrijven [artikel 10 Regels terrassenbeleid en –uitvoering]

Wanneer een winkel of ander niet-horecabedrijf een terras wil, is een horecabe¬stem¬ming en een horecavergunning niet nodig. Met deze vergunning kan aan het winkelend publiek een stuk service worden geboden.

In de strook van 1 meter voor de gevel, waar volgens het ‘Nadere regels uitstallingen op openbare plaatsen in de gemeente Vlissingen 2014” de uitstallingen zijn toege¬staan, mag meubilair worden opgesteld, mits voldaan wordt aan de regels van deze ver¬gunning [zie artikel 10].

Met deze terrasfunctie wil de gemeente de levendigheid in de stad bevorderen.

Voor het in gebruik nemen van de openbare gemeentegrond dient precariobelasting te worden betaald.

2 De aanvraag van de vergunning

Een vergunningaanvraag wordt aangevraagd bij de gemeente Vlissingen, postbus 3000, 4380 GV Vlissingen op een daartoe vastgesteld aanvraagformulier. Bij de aan¬vraag worden de volgende stukken overlegd:

 Situatietekening van het terras

 Foto’s van het terrasmeubilair, parasols e.d.

Wanneer een aanvrager ook een omgevingsvergunningsplichtige onderdeel wil plaatsen op zijn terras, moet hij naast een exploitatievergunning voor een terras ook een omge¬vingsvergunning aanvragen.

3 De vergunning

Een vergunning voor een terras bij een openbare inrichting [horecabedrijf] wordt ver¬leend op grond van artikel 2:5 of 2:24 van de APV. In de gemeente Vlissingen bestaat voor openbare inrichtingen geen aparte terrasvergunning [artikel 2:24 lid 7, be¬voegd¬heid: Burgemeester]. De voorschriften voor het terras staan in de exploitatievergunning van de desbetreffende inrichting. In het andere geval betreft het een losse terras¬ver¬gunning [artikel 2:5, bevoegdheid: College].

Op grond van artikel 2:24, lid 11 is een exploitatievergunning niet verplicht voor een openbare inrichting in een zorginstelling, museum, een bedrijfskantine of een be¬drijfs¬restaurant. Voor terrassen op gemeentegrond bij deze openbare inrichtingen is artikel 2:5 van de APV van toepassing. Hiervoor zal op aanvraag indien nodig een aparte terras¬vergunning worden verleend. Dit geldt ook voor terrassen bij detailhandel- [winkel] en dienstverlenende bedrijven.

In artikel 2:25 wordt bepaald dat het bevoegd gezag de ingebruikneming van de open¬bare plaats kan weigeren als:

 het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

 dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onder¬houd van de weg;

 het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet vol¬doet aan redelijke eisen van welstand;

De burgemeester weigert een terras ook indien de vestiging of exploitatie van het horeca¬bedrijf in strijd is met het geldende bestemmingsplan.

Op reeds afgegeven vergunningen is overgangsrecht van toepassing volgens het ge¬stelde in artikel 12 van deze regels.