Aanwijzen categorieën verklaring van geen bedenkingen ingevolge de Wabo endelegatiebevoegdheid vaststellen exploitatieplannen

Artikel I

aan te wijzen als categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen

bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen

omgevingsrecht juncto artikel 6.5. van het Besluit omgevingsrecht niet is vereist:

• *

  het weigeren van de omgevingsvergunning omdat de aanvraag:

• o in strijd is met het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Brabant,vastgelegd in de Verordening Ruimte en/of

• o in beginsel niet past binnen het door hem vastgestelde beleid, zoalsneergelegd in een structuurvisie dan wel een bestemmingsplan dat in werkingis getreden binnen een periode van drie jaar voor ontvangst van de aanvraag;

• *

  activiteiten die passen binnen een structuurvisie of een ander sectoraal ruimtelijkbeleidsdocument dat als zodanig door hem is vastgesteld (zoals het gemeentelijkwoningbouwprogramma, het uitvoeringsprogramma grondbedrijf) dan wel bij devaststelling als zodanig is aangewezen,met dien verstande dat hij voorafgaand aan het besluit van het college zijnstandpunten kenbaar moet kunnen maken over grote en/of politiek-bestuurlijkgevoelige projecten;

Artikel II

zijn bevoegdheid om voor de onder I. bedoelde gevallen een exploitatieplan vast te stellen dan wel daarvan af te zien, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel III

te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na die waarop het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.