Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de Bedrijveninvesteringszone Waalre Den Hof Centrum 2018-2022

Geldend van 22-12-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de Bedrijveninvesteringszone Waalre Den Hof Centrum 2018-2022

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het aangewezen en omlijnde gebied op de van deze verordening deel uitmakende, en als bijlage 1 toegevoegde, kaart.

  • b.

    de Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    de uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Waalre en de Stichting BedrijvenInvesteringszone Waalre Den Hof gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 11 oktober 2017 als bedoeld in artikel 7, lid 3 van de Wet.

  • e.

    BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de stichting is opgesteld waarin is aangegeven hoe de stichting voornemens is de BIZ-subsidie te besteden.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting BedrijvenInvesteringszone Waalre Den Hof (hierna: de stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de Wet.

Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die als bestemming hebben, danwel in gebruik zijn als: (detail)handel/winkel, horeca, kantoor, bedrijf, sport/recreatie, cultuur-/gemeenschapsgebouw, beroepsonderwijs of openbare parkeergarage. Van onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die als bestemming hebben, danwel in gebruik zijn als bedrijf wordt de BIZ-bijdrage slechts geheven indien deze op de begane grond zijn gelegen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft én van degenen die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht in de BI-zone gelegen onroerende zaken gebruiken.

  • 3.

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4.

    Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1.

    Een belastingobject is een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de wet waardering onroerende zaken.

  • 2.

    Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 3.

    Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2018.

  • 2.

    Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3.

    De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid genoemde periode.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt, indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 5.

    In afwijking van het eerste en het derde lid, wordt de BIZ-bijdrage van een onroerende zaak die binnen de BI-Zone gedurende de in artikel 4, eerste lid genoemde periode nieuw tot stand is gekomen, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde vanaf het kalender jaar volgend op het kalenderjaar waarin de onroerende zaak in gebruik is genomen overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

Artikel 7 Belastingtarief

  • 1.

    Het jaar waarin de heffing voor het eerst wordt ingesteld (2018), geldt als grondslag voor de belastingtarief.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage bedraagt bij een WOZ-waardeklasse van:

    • a.

      € 50.000 of minder: € 0,-;

    • b.

      vanaf € 50.001 tot € 150.000: € 400,-;

    • b.

      vanaf € 150.001 tot € 200.000: € 500,-;

    • c.

      vanaf € 200.001 tot € 350.000: € 600,-;

    • d.

      vanaf € 350.001 tot € 600.000: € 700,-;

    • e.

      vanaf € 600.001 € 800,-.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven door middel van een aanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 80,00, doch minder is dan € 2.722,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen

Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidie verordening

Op subsidie bedoeld in artikel 12 is de Algemene ondersteunings- en subsidieverordening gemeente Waalre 2017 niet van toepassing.

Artikel 12 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het BIZ-plan Waalre Den Hof.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 3.

    In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 4.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

Artikel 13 Kaart BI-zone

afbeelding binnen de regeling

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip nadat is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de Wet.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BI-zone Waalre Den Hof 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 november 2017.

De raad van de gemeente Waalre,

de griffier, de voorzitter,

W.A. Ernes drs. J.W. Brenninkmeijer