Regeling vervallen per 01-01-2015

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Geldend van 15-11-2004 t/m 31-12-2014

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Het Algemeen Bestuur van de ISD Midden-Langstraat, gevestigd te Waalwijk

gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 27 september 2004

gezien het advies van de klantenraad ISD Midden-Langstraat van 8 november 2004

gelet op het bepaalde in artikel 47 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand, artikel 18 lid 7 van de

Wet inburgering nieuwkomers, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet

overwegende dat het opleggen van boetes bij het niet nakomen van uit de Wet inburgering nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen bij verordening geregeld dient te worden;

b e s l u i t:

vast te stellen de “Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers”

Artikel 1. Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: de Wet inburgering nieuwkomers

  • b.

    nieuwkomer: een persoon als genoemd in artikel 1, onder a van de wet

  • c.

    bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet

Artikel 2. Bevoegdheid van het dagelijks bestuur

Het college neemt bij toepassing van artikel 18 eerste lid van de wet de bepalingen van deze verordening in acht, onverminderd artikel 18 tweede en vierde lid, van de wet.

Artikel 3. Hoogte van de bestuurlijke boete

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt € 200,- voor overtredingen in strijd met artikel 2, artikel 4 vierde lid, artikel 8 eerste volzin, artikel 9 eerste lid, artikel 10 derde lid of artikel 12 eerste lid van de wet.

  • 2. De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid.

Artikel 4. Recidive

Bij herhaling van een gedraging die in strijd is met artikel 2, artikel 4 vierde lid, artikel 8 eerste volzin, artikel 9 eerste lid, artikel 10 derde lid of artikel 12 eerste lid van de wet, binnen 12 maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een bestuurlijke boete is opgelegd, wordt de hoogte van de bestuurlijke boete verdubbeld.

Artikel 5. Anticumulatie bepaling

Het opleggen van een boete blijft achterwege indien voor dezelfde gedraging in het kader van de Wet werk en bijstand de bijstand is verlaagd op grond van artikel 18 tweede lid van de Wet werk en bijstand.

Artikel 6. Nadere regels

Het dagelijks bestuur is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 7. Inwerkingtreding

De Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers treedt in werking met ingang van 15 november 2004.

Artikel 8. Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 15 november 2004
Het algemeen bestuur voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
A.A.M. Vervest J.P.M. Klijs

ALGEMENE TOELICHTING

In artikel 18, zevende lid, van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) is bepaald dat bij gemeentelijke

verordening nadere regels worden gesteld met betrekking tot de hoogte van de bestuurlijke boete, die

bij niet nakoming van verplichtingen in het kader van WIN aan de betrokken nieuwkomer wordt

opgelegd.

De bestuurlijke boete kan het dagelijks bestuur opleggen indien een nieuwkomer in strijd handelt met

een van de volgende verplichtingen:

??zich melden voor een inburgeringonderzoek (artikel 2 WIN)

??verlenen van medewerking aan het inburgeringonderzoek (artikel 4 vierde lid WIN)

??zich laten inschrijven bij een educatie-instelling (artikel 8 WIN)

??aanwezig zijn bij alle onderdelen van het voor hem vastgestelde educatief programma,

daaronder begrepen het afleggen van een toets (artikel 9 eerste lid en artikel 10 derde lid

WIN)

??verlenen van medewerking aan de overige onderdelen van het voor hem vastgestelde

inburgeringprogramma (artikel 12 eerste lid WIN).

Indien in het kader van de Wet werk en bijstand een verlaging wordt toegepast vanwege een

gedraging in strijd met de bepalingen van de WIN, blijft het opleggen van een boete achterwege

anticumulatie bepaling (artikel 18 lid 5 WIN).

De hoogte van de bestuurlijke boete bedraagt € 200, -. Bij recidive binnen 12 maanden vindt

verdubbeling van de bestuurlijke boete plaats.

De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de

nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid (artikel 18 lid 2 WIN). Indien daarvoor dringende redenen

aanwezig zijn kan het dagelijks bestuur besluiten af te zien van het opleggen van een boete (artikel 18

lid 4 WIN).

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.

Artikel 2. Bevoegdheid van het dagelijks bestuur

De hoogte van de bestuurlijke boete wordt in deze verordening vastgelegd. Echter op basis van artikel

18 lid 2 WIN dient de bestuurlijke boete afgestemd te worden op de ernst van het feit, de

omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en mate van verwijtbaarheid.

Artikel 3. Hoogte van de bestuurlijke boete

Uitgangspunt van de verordening is dat een bestuurlijke boete wordt opgeleged in het geval de

nieuwkomer handelt in strijd met de verplichtingen in het kader van de WIN. De hoogte van de

bestuurlijke boete wordt vastgesteld op € 200, -. Afstemming op de ernst van het feit, de

omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid komt daarbij wel aan de orde.

Artikel 4. Recidive

Het kan zich voordoen dat een nieuwkomer herhaaldelijk een verplichting in het kader van de WIN niet

nakomt. Telkenmale zal aan hem een bestuurlijke boete opgelegd worden. Herhaling van de

verwijtbare gedraging, het niet nakomen van de verplichtingen in het kader van de WIN, binnen een tijdvak van 12 maanden wordt gezien als recidive. Bij recidive wordt de hoogte van de bestuurlijke

boete verdubbeld.

Artikel 5. Anticumulatie bepaling

Conform artikel 18 lid 5 WIN geldt dat het opleggen van een boete achterwege blijft als voor dezelfde

gedraging in het kader van de uitvoering van de Wet werk en bijstand de bijstand is verlaagd op grond

van artikel 18, tweede lid van de Wet werk en bijstand

Artikel 6. Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels

worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels op te stellen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8. Citeerartikel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.